NL9001664A - Naaldpunt-afscherminrichting. - Google Patents

Description

Titel: Naaldpunt-afscherminrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afschermen van het vrije einde van een gereedschap, in het bijzonder een aan een injectienaald te bevestigen inrichting voor het, in het bijzonder na het gebruik, af schermen van de punt van een injectienaald, welke afscherminrichting is voorzien van een eerste, de naald omgevend hulsvormig deel dat op afstand van de naaldpunt vastzetbaar is en een daar door stuurmiddelen mee verbonden tweede hulsvormig deel dat over en langs de injectienaald verschuifbaar is tussen een teruggetrokken stand, waarbij het tweede hulsvormig deel de naaldpunt en het daarop aansluitende deel van de naald niet afdekt en een uitgeschoven stand waarbij de vrije naaldpunt binnen het tweede hulsvormig deel is gelegen, zoals beschreven in Aanvragers oudere Nederlandse octrooiaanvrage no. 90 00909.

Het doel van een dergelijke afscherming van de vrije punt van een injectienaald na gebruik is de kans op besmetting van degene die de injectie toedient met het bloed van de patient tot een minimum te beperken. Bekend zijn injectiespuiten, die geleverd worden met een de naald geheel omgevende beschermdop, die de naald afschermt mede om deze schoon of steriel te houden. Voor gebruik dient de beschermdop van de naald af te worden genomen. Na gebruik zou de beschermdop weer kunnen worden geplaatst ter afscherming van de gebruikte naald. In de praktijk levert dit echter veelal problemen op, bij voorbeeld doordat de beschermdop vaak niet binnen direct handbereik wordt gehouden en bij het schuiven van de beschermdop over de naald oplettendheid is vereist om zelfverwonding te voorkomen. Vooral dit laatste kan van groot belang, en in sommige gevallen zelfs letterlijk van levensbelang zijn, omdat het bloed van de geïnjecteerde ziektekiemen kan bevatten, die bij het zichzelf steken op de injecteerder kunnen worden overgedragen.

De inrichting volgens het oudere voorstel is bedoeld om het afschermen van de naaldpunt automatisch te doen geschieden door een envoudige handeling die op afstand van de naaldpunt zonder bijzondere aandacht kan worden uitgevoerd. Daarbij zijn de stuurmiddelen die het eerste, vaste hulsvormig deel en het tweede over de naald verschuifbare hulsvormig deel verbinden, uitgevoerd als verende elementen, die wanneer het tweede huis-deel in de teruggetrokken stand is vergrendeld radiaal buitenwaarts gevouwen onder spanning staan en die na het opheffen van de vergrendeling van het tweede hulsvormig deel dit voorwaarts stuwen naar de stand waarin het tweede hulsvormig deel de naaldpunt omgeeft.

In het bijzonder bij injectienaalden die bestemd zijn voor eenmalig gebruik is het economisch gunstig wanneer het samenstel van eerste hulsvormig deel, stuurmiddelen en tweede hulsvormig deel uit een stuk uit kunststof wordt vervaardigd.

Verende stuurmiddelen in de vorm van strippen of schroeflijnen kunnen echter indien vervaardigd van kunststof, het bezwaar hebben dat reeds na betrekkelijk korte tijd de voorspanning uit de veermiddelen verdwijnt en de resterende veerkracht niet voldoende is om bij het lossen van de vergrendeling het tweede huisvormig deel uit de teruggetrokken stand geheel naar de vooruitgeschoven stand om de naaldpunt te brengen.

De uitvinding beoogt de in de oudere Nederlandse octrooiaanvrage no. 90 00909 beschreven afscherminrichting te verbeteren in die zin dat onder behoud van de voordelen daarvan, het geschetste nadeel wordt vermeden.

Hiertoe zijn volgens de uitvinding de stuurmiddelen uitgevoerd als ten minste één, zich tussen het eerste en het tweede hulsvormig deel uitstrekkend, in hoofdzaak stijf element ddat over scharnieren vouwbaar is tussen een gestrekte stand en een stand waarbij delen van het of elk element over elkaar liggen, althans een hoek met elkaar insluiten.

De inrichting volgens de uitvinding is niet afhankelijk van in de loop van de tijd afnemende veerkracht van kunststof-delen. Voor het vooruit bewegen van het tweede hulsvormig deel kan met de vingers tegen de achterzijde van de gevouwen en dan radiaal buitenwaarts reikende stuurmiddelelementen worden gedrukt waardoor het achterste deel van deze elementen via het voorste deel het tweede hulsvormig deel voorwaarts over de naald duwt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is elk stuurmiddelelement uitgevoerd als een staaf die bij de respectieve einden scharnierend is verbonden met de beide hulsdelen en halverwege is uitgerust met een derde scharnier, zodat de stuurmiddelelementen een schaarstangenstelsel vormen.

Teneinde bedieningsfouten bij het met de vingers voorwaarts duwen van de achterste delen van de stuurmiddelelementen uit te sluiten kan volgens de uitvinding zijn voorzien in een duworgaan dat ten minste één deel heeft dat in de gevouwen stand van de stuurmiddelelementen tegen de achterste, aangrenzende delen daarvan aanligt en dat bij bediening van het duwelement voorwaarts beweegt, daarbij de betreffende stuurmiddelelementdelen uit de tenminste gedeeltelijk radiale stand duwt naar de axiale stand waarin de stuurmiddelelementen zijn gestrekt. Daarbij kan het duworgaan over de gestrekte stuurmiddelelementen schuifbaar zijn teneinde deze in de axiale stand te vergrendelen.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal onder verwijzing naar de tekening een uitvoeringsvoorbeeld van de naaldpunt-afscherminrichting worden beschreven.

Fig. 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een injectienaald met afscherminrichting volgens de uitvinding in de ongebruikte uitgangsstand; fig. 2 toont de injectienaald met afscherminrichting volgens fig.l na gebruik; fig.3 toont in een detail van fig.l de toepassing van een duworgaan, waarbij de injectiespuit in de ongebruikte uitgangsstand is weergegeven; fig.3A en 3B tonen na het gebruik van de spuit twee opeenvolgende fasen van het uitvouwen van de stuurmiddelen door middel van het duworgaan; fig.4 toont deels in aanzicht en deels in doorsnede een uitvoeringsvorm van een grendelinrichting voor het in de in fig.l getoonde stand houden van de afscherminrichting volgens de uitvinding; en fig.5 toont in een dwarsdoorsnede een specifieke uitvoeringsvorm van de stuurmiddelen.

In fig.l is een spuitkop 1 weergegeven met een daarin vastgezette injectienaald 2. Op en over dit samenstel van kop 1 en naald 2 is een afscherminrichting 3 volgens de uitvinding aangebracht. De afscherminrichting 3 is samengesteld uit een eerste hulsvormig deel 4, een tweede hulsvormig deel 5 en deze delen 4 en 5 onderling verbindende, stuurmiddelen vormende strips 6. Verder kan nog een met een streeplijn aangeduide beschermdop 7 aanwezig zijn.

Het eerste hulsvormige deel 4 is vastgezet op de spuitkop 1 en de naald 2, terwijl het tweede hulsvormige deel 5 met een schuifpassing op de naald 2 zit. De, de stuurmiddelen vormende strippen 6 zijn vervaardigd uit een betrekkelijk stijve kunststof Zij zijn elk door middel van een scharnier 20 onderverdeeld in delen 6a en 6b en door scharnieren 21, 22 verbonden met respectievelijk het eerste en het tweede hulsvormig deel. De scharnieren kunnen zijn gevormd door plaatselijke verdunningen van het kunststofmateriaal.

In de in fig. 1 weergegeven teruggetrokken stand van het tweede hulsvormig deel 5 zijn de stuurmiddeldelen 6a en 6b over de scharnieren 20-22 tegen elkaar gevouwen. Het is mogelijk het tweede hulsvormig deel 5 daarbij te vergrendelen op de in fig.4 afgebeelde wijze.

Door het duwen tegen de achterzijde van de gevouwen stuurelementdelen 6b zal het samenstel van stuurmiddeldelen 6a,6b en beide hulsvormige delen 4 en 5 zich gedragen als een schaarstangenveelhoek en het tweede hulsvormig deel 5 zal van het vastzittende hulsvormig deel 4 worden weggedrukt langs de naald 2 in de richting van de vrije punt 2a totdat de in fig. 2 getoonde stand is verkregen. De stuurelementdelen 6a en 6b bevinden zich in deze stand geheel in eikaars verlengde tussen de beide hulsvormige delen 4 en 5. Zoals uit fig. 2 blijkt bevindt de vrije punt 2a van de naald 2 zich dan geheel binnen het tweede hulsvormig deel 5, zodat men zich niet meer ongewild met de (gebruikte) naaldpunt 2a kan prikken en met ongewenste ziektekiemen besmetten.

Een eventueel mee geleverde beschermdop 7 zou, zoals in fig. 2 met een streeplijn is weergegeven, na gebruik nog als extra afscherming kunnen worden aangebracht. Ook bij het aanbrengen van een dergelijke afdekking verschaft de afscherm-inrichting 3 wederom een extra waarborg tegen ongewild prikken en geeft zodoende een aanvullende veiligheid vergeleken met een situatie, waarbij een onafgeschermde (gebruikte) naald 2 in een beschermdop 7 moet worden gestoken.

Volgens de figuren 3, 3A en 3B wordt voor het vooruitbewegen van het tweede hulsvormig deel gebruik gemaakt van een duworgaan 30 dat in de afgebeelde vorm is uitgevoerd als een bus 31 met althans aan één zijde een aanvatuitsteeksel 32. Het duworgan heeft bij voorkeur aan de voorzijde een afschuining 32 om het uit de stand van fig 1 en 3 wegduwen van de stuurelementdelen 6a,6b te vergemakkelijken, in het bijzonder indien gebruik wordt gemaakt van een vergrendeling tussen de beide hulsdelen volgens fig 4.

Volgens fig. 4 is het eerste hulsvormig deel 4 voorzien van twee verende poten 8 met aan hun vrije uiteinde snapranden of -nokken 8a. Het tweede hulsvormige deel 5 is voorzien van een cilindrische holte 9 eindigend in een insnapuitsparing 9a met een grotere inwendige diameter dan de holte 9. Zoals in fig. 4 getoond zijn de poten en de holte zodanig op elkaar afgestemd, dat de snapranden of -nokken 8a in de insnapuitsparing 9a kunnen grijpen, waardoor het tweede hulsvormig deel 5 in de getoonde stand wordt vastgehouden. Moet het afschermen van de naaldpunt worden bewerkstelligd, dan moet voldoende voorwaartse druk op stuurmiddeldelen 6b worden uitgeoefend om de nokken 8a uit de insnapuitsparing 9a te lossen.

In een specifieke in fig.5 weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding hebben de stuurmiddelelementen 6 een holle gootvorm en in dwarsdoorsnede getrapte randen 23. Bij gestrekte stuurmiddelen vormen zij samen een koker die de naald 2 geheel omhult, zodat de kans op besmetting met aan de naald klevend bloed van een patient tot een minimum is beperkt. Verder is het mogelijk het tweede hulsvormige deel 5 uit te voeren met enigerlei klep of deksel dat na het passeren van de naaldpunt 2a daaroverheen valt en ook aan de voorzijde een gebruikte naald afschermt.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan het duworgaan 30 verschillende uitvoeringen hebben en ten opzichte van de stuurelementen in gestrekte stand vergrendelbaar zijn, zodat een gebruikte naald goed is afgeschermd. Wezenlijk is slechts dat door het uitoefenen van vingerdruk evenwijdig aan of loodrecht op de langsrichting van de injectiespuit een deel van het duworgaan axiaal over het eerste hulsvormige deel 4 beweegt en axiale kracht uitoefent op de stuurmiddelen 6.

Claims (4)

1. Iinrichting voor het af schermen van het vrije einde van een gereedschap, in het bijzonder een aan een injectiespuit te bevestigen inrichting (3) voor het, in het bijzonder na het gebruik, afschermen van de punt (2a) van een injectienaald (2), welke afscherminrichting (3) is voorzien van een eerste, de naald (2) omgevend hulsvormig deel (4) dat op afstand van de naaldpunt (2a) vastzetbaar is en een daar door stuurmiddelen (6) mee verbonden tweede hulsvormig deel (5) dat over en langs de injectienaald (2) verschuifbaar is tussen een teruggetrokken stand, waarbij het tweede hulsvormig deel (5) de naaldpunt (2a) en het daarop aansluitende deel van de naald (2) niet afdekt en een uitgeschoven stand waarbij de vrije naaldpunt (2a) binnen het tweede hulsvormig deel (5) is gelegen,, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen (6) zijn uitgevoerd als ten minste één, zich tussen het eerste en het tweede hulsvormig deel uitstrekkend, in hoofdzaak stijf element (6) dat over scharnieren (20-22) vouwbaar is tussen een gestrekte stand en een stand waarbij delen (6a,6b) van het of elk element (6) over elkaar liggen, althans een hoek met elkaar insluiten.

2. Afscherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk stuurmiddelelement is uitgevoerd als een staaf (6) die bij de respectieve einden (21,22) scharnierend is verbonden met de beide hulsvormige delen (4,5) en halverwege is uitgerust met een derde scharnier (20), zodat de stuurmiddelelementen (6) een schaarstangenstelsel vormen.

3. Afscherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat is voorzien in een duworgaan (30) dat ten minste één deel (31) heeft dat in de gevouwen stand van de stuurmiddelelementen (6) tegen de achterste, aangrenzende delen (6b) daarvan aanligt en dat bij bediening van het duwelement (31) voorwaarts beweegt, daarbij de betreffende stuurmiddel-elementdelen (6a,6b) uit de tenminste gedeeltelijk radiale stand duwt naar de axiale stand waarin de stuurmiddelelementen (6) zijn gestrekt.

4. Afscherminrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het duworgaan (30) over de stuurmiddelelementen (6) schuifbaar is teneinde deze in de axiale stand te vergrendelen.