NL9000909A - Afscherminrichting voor een injectienaald. - Google Patents

Afscherminrichting voor een injectienaald. Download PDF

Info

Publication number
NL9000909A
NL9000909A NL9000909A NL9000909A NL9000909A NL 9000909 A NL9000909 A NL 9000909A NL 9000909 A NL9000909 A NL 9000909A NL 9000909 A NL9000909 A NL 9000909A NL 9000909 A NL9000909 A NL 9000909A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
shaped part
needle
shielding device
spring
Prior art date
Application number
NL9000909A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Michel Dirk Jan Florie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Michel Dirk Jan Florie filed Critical Michel Dirk Jan Florie
Priority to NL9000909A priority Critical patent/NL9000909A/nl
Publication of NL9000909A publication Critical patent/NL9000909A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/31Details
    • A61M5/32Needles; Details of needles pertaining to their connection with syringe or hub; Accessories for bringing the needle into, or holding the needle on, the body; Devices for protection of needles
    • A61M5/3205Apparatus for removing or disposing of used needles or syringes, e.g. containers; Means for protection against accidental injuries from used needles
    • A61M5/321Means for protection against accidental injuries by used needles
    • A61M5/3243Means for protection against accidental injuries by used needles being axially-extensible, e.g. protective sleeves coaxially slidable on the syringe barrel
    • A61M5/3275Means for protection against accidental injuries by used needles being axially-extensible, e.g. protective sleeves coaxially slidable on the syringe barrel being connected to the needle hub or syringe by radially deflectable members, e.g. longitudinal slats, cords or bands
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/31Details
    • A61M5/32Needles; Details of needles pertaining to their connection with syringe or hub; Accessories for bringing the needle into, or holding the needle on, the body; Devices for protection of needles
    • A61M5/3205Apparatus for removing or disposing of used needles or syringes, e.g. containers; Means for protection against accidental injuries from used needles
    • A61M5/321Means for protection against accidental injuries by used needles
    • A61M5/3243Means for protection against accidental injuries by used needles being axially-extensible, e.g. protective sleeves coaxially slidable on the syringe barrel
    • A61M5/3245Constructional features thereof, e.g. to improve manipulation or functioning
    • A61M2005/3247Means to impede repositioning of protection sleeve from needle covering to needle uncovering position
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/31Details
    • A61M5/32Needles; Details of needles pertaining to their connection with syringe or hub; Accessories for bringing the needle into, or holding the needle on, the body; Devices for protection of needles
    • A61M5/3205Apparatus for removing or disposing of used needles or syringes, e.g. containers; Means for protection against accidental injuries from used needles
    • A61M5/321Means for protection against accidental injuries by used needles
    • A61M5/3243Means for protection against accidental injuries by used needles being axially-extensible, e.g. protective sleeves coaxially slidable on the syringe barrel
    • A61M5/326Fully automatic sleeve extension, i.e. in which triggering of the sleeve does not require a deliberate action by the user
    • A61M2005/3267Biased sleeves where the needle is uncovered by insertion of the needle into a patient's body

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)

Description

Titel: Afscherminrichting voor een injectienaald
De uitvinding heeft betrekking op een afscherminrich-ting voor een injectienaald voorzien van een hulsvormig deel, dat de naald omgevend op afstand van het vrije uiteinde daarvan vastzetbaar is ten opzichte van die naald.
Algemeen bekend zijn injectiespuiten, die geleverd worden met een de naald geheel omgevende beschermdop, die nabij het uiteinde van de naald is te bevestigen. Op deze wijze wordt de naald afgeschermd om deze schoon of steriel te houden alsmede om te voorkomen, dat men zichzelf of iemand anders ongewild met de naald prikt of steekt. Voor gebruik dient de beschermdop van de naald af te worden genomen. Na gebruik zou de beschermdop weer kunnen worden geplaatst ter afscherming van de gebruikte naald. In de praktijk levert dit echter vele problemen op. Zo is de beschermdop vaak niet binnen direct handbereik te houden en wil een patiënt wel eens te onrustig zijn om het schuiven van de beschermdop op de naald uit te voeren, te meer daar dit geconcentreerd dient te geschieden; enerzijds om de naald in de beschermdop te steken en anderzijds om zich daarbij niet zelf te steken. Vooral dit laatste kan van groot belang, en in sommige gevallen zelfs letterlijk van levensbelang zijn, omdat het bloed van de geïnjecteerde ziektekiemen kan bevatten, die bij het zichzelf steken op de injecteerder kunnen worden overgedragen.
Met de uitvinding wordt beoogd te voorzien in een zodanig verbeterde afscherminrichting voor een injectienaald, dat het gevaar voor ongewild steken na gebruik van de naald tot een minimum wordt teruggebracht.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een afscherminrichting van de in de aanhef omschreven soort bereikt door toepassing van een tweede hulsvormig deel, dat over en langs de injectienaald verschuifbaar is en middels veermidde-„ len is verbonden met het eerste hulsvormige deel, dat in de vastgezette stand althans de vrije punt en een daarop aanslui- tend deel van de naald niet afdekt, waarbij de veermiddelen het tweede hulsvormige deel ten opzichte van het vastgezette, eerste hulsvormige deel in de richting van de vrije punt van de naald dringen en zodanig zijn bemeten, dat in de uitgeveerde toestand de vrije punt van de naald binnen het tweede hulsvormige deel is gelegen. Door deze maatregelen wordt de vrije punt van de naald steeds omgeven door het tweede hulsvormige deel, tenzij dit deel bewust tegen de kracht van de veermiddelen in ten opzichte van de vrije punt wordt teruggetrokken. Opheffen van die kracht leidt automatisch tot het terugveren van het tweede hulsvormige deel en zodoende het afdekken van de vrije punt van de naald, waardoor het gevaar voor ongewild steken met de naald tot een minimum is teruggebracht.
Teneinde bij het gebruik van de injectiespuit zo min mogelijk te worden gehinderd door de afscherminrichting verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringssvorm van de uitvinding de voorkeur, dat het tweede hulsvormige deel onder het onder spanning brengen van de veermiddelen over de naald in de richting van het eerste hulsvormige deel schuifbaar en op afstand van de vrije punt van de naald vastzetbaar is. In een dergelijke stand, dat wil zeggen met teruggetrokken en vastgezet tweede hulsvormige deel, kan de injectiespuit worden aangeleverd, waarbij dan een langwerpige beschermdop als aan-vangs besproken, aanwezig kan zijn voor het afschermen van de nog niet gebruikte naald en eventueel het in bedoelde stand houden van het tweede hulsvormige deel. Het injecteren kan dan op de gebruikelijke wijze plaats hebben door het tweede hulsvormige deel in zijn teruggetrokken stand te houden. Bij het beëindigen van het injecteren zal bij het loslaten van het tweede hulsvormige deel dit automatisch naar voren schuiven en de vrije punt van de naald afdekken. Het loslaten van het tweede hulsvormige deel kan daarbij al geschieden bij het terugtrekken van de naald.
Het in de teruggetrokken stand houden van het tweede hulsvormige deel kan met de hand geschieden. Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verdient het echter de voorkeur, dat het tweede hulsvormige deel in een op afstand van de vrije punt van de naald gelegen stand middels losbare koppelmiddelen te verbinden is met het eerste hulsvormige deel. Hierbij kan het injecteren geheel op de tot dusverre gebruikelijke wijze plaats hebben; daarna, dat wil zeggen voor, tijdens of na het terugtrekken van de naald, dienen de koppelmiddelen te worden bediend voor het lossen van de verbinding tussen eerste en tweede hulsvormige deel, waarna dit laatste automatisch tot in zijn de vrije punt van de naald afdekkende en zodoende beschermende stand beweegt.
De koppelmiddelen kunnen op velerlei wijzen worden uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een eenmalige verbreekverbinding of koppelmiddelen in de vorm van een bajonet- of een schroefsluiting. Als evenwel overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de koppelmiddelen bestaan uit ten minste één aan het ene hulsvormige deel bevestigde veerkrachtige poot met aan zijn vrije uiteinde een zijdelings uitstekend nokorgaan, dat in een corresponderende uitsparing in het andere hulsvormige deel kan grijpen, is het tweede hulsvormige deel met een simpele vingerdruk te lossen van het eerste hulsvormige deel.
De veermiddelen zorgen er voor, dat de vrije punt van de naald door het tweede hulsvormige deel in de uitgeschoven stand daarvan blijft afgedekt en afgeschermd. Moet een naald bij één behandeling vaker worden gebruikt, dan is de naald weer vrij te maken door het tegen de veerkracht in terugtrekken van het tweede hulsvormige deel. De injectiespuit kan ook worden gebruikt voor het onttrekken van een vloeistof, bijvoorbeeld bloed, aan het lichaam van de patiënt, welke vloeistof in een monsterflesje of dergelijke dient te worden overgebracht. Is dat flesje voorzien van een doorsteekbare dop, dan is die dop te doorsteken door het tweede hulsvormige deel op de dop te plaatsen en de injectiespuit omlaag te drukken.
De naald beweegt dan door het tweede hulsvormige deel en vervolgens door de doorsteekbare dop. Bij het terugtrekken van de naald wordt deze ogenblikkelijk weer omgeven door het tweede hulsvormige deel, zodat ook bij deze handeling de kans op ongewild prikken tot een minimum is teruggebracht.
Is de naald slechts voor eenmalig gebruik bestemd, dan verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat het tweede hulsvormige deel in de uitgeveerde stand borgbaar is ten opzichte van de zich dan binnen dat deel bevindende vrije punt van de naald. Dit is op eenvoudige wijze te realiseren, als het tweede hulsvormige deel borgbaar is door een nok, die in een boring in het tweede hulsvormige deel voor het doorlaten van de naald reikt, dan wel door het drukken van een dopje in een boring in het tweede hulsvormige deel voor het doorlaten van de naald. De nok kan zodanig zijn geplaatst, dat deze bij het uitveren de vrije punt van de naald passert, waardoor het weer terugtrekken van het tweede hulsvormige deel aanzienlijk wordt bemoeilijkt of zelfs vrijwel onmogelijk wordt in het bijzonder als de nok nog voorzien is van een ondersneden vangvlak voor de vrije punt van de naald. Het dopje kan eendelig midddels een scharnier-deel aan het tweede hulsvormige deel zijn bevestigd en zodoende steeds direct binnen handbereik zijn. Uiteraard kan ook zowel een nok als een dopje aanwezig zijn. Een verdere wijze voor het borgen van het tweede hulsvormige deel is het belemmeren van het inveren van de veermiddelen, welke methode weer is te combineren met een nok en/of een dopje.
De veermiddelen zijn op velerlei wijzen te realiseren. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een eenvoudige metalen schroefveer of een harmonica-vormig indrukbare dunwandige, kunststoffen cilinder. Een voorkeur wordt er evenwel voor uitgesproken, dat de veermiddelen bestaan uit ten minste een strip, die vervaardigd is uit een veerkrachtig kunststofmate-riaal. De strip kan zich schroeflijnvormig uitstrekken en daarbij zelfs spiraalvormig zijn, zodat in de ingedrukte toestand van de veermiddelen de strip in hoofdzaak de vorm heeft van een rol, die bij het loslaten torenvormig uitzet. Uit het oogpunt van eenvoud verdient het evenwel de voorkeur, dat in de uitgeveerde toestand elke strip zich volgens een rechte lijn evenwijdig aan de naald uitstrekt. Het onder spanning brengen van de veermiddelen geschiedt dan door het zijwaarts laten uitknikken van de strip bij het naar het eerste huls vormige deel toedrukken van het tweede hulsvormige deel. Om dit effect te vergemakkelijken kan er in voorzien zijn, dat elke strip is voorzien van ten minste een scharnier door een plaatselijke diktevermindering. De vorm die de strip in de onder spanning gebrachte toestand gaat innemen, is daarbij te regelen door een geschikte positionering van de scharnieren. Bedoelde vorm is verder nog te beïnvloeden door materiaalkeuze en dimensionering van de strip in langs- en dikterichting.
Bij gebruikmaking van meer dan een strip is het verder nog op relatief eenvoudige wijze mogelijk de naald in de uitgeveerde toestand van de veermiddelen in zijn geheel af te dekken en af te schermen, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de strips in de uitgeveerde toestand in dwarsdoorsnede in hoofdzaak een ononderbroken kokerprofiel vormen. Alsdan is ook het inveren van de veermiddelen ter borging van het tweede hulsvormige deel voor het waarborgen van de afdekking van de vrije punt van de naald zoals eerder bedoeld, op relatief eenvoudige wijze te verwezenlijken, als de strips zijn voorzien van in de uitgeveerde stand onderling koppelbare insnapmiddelen, die in de ingesnapte stand uiteenwijken van de strips voorkomen. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het tweede hulsvormige deel nog vanuit zijn uitgeschoven stand tot in zijn teruggeschoven stand kan worden gebracht zolang de insnapmiddelen niet bewust in hun gekoppelde stand zijn gebracht. Zodoende is het mogelijk bloed af te tappen en na het overbrengen van het afgetapte bloed in een monsterflesje het tweede hulsvormige deel betrouwbaar in zijn afdekkende stand te vergrendelen.
De afscherminrichting volgens de uitvinding is op velerlei wijzen te vervaardigen en samen te stellen. Uit kosten-oogpunt wordt er evenwel een voorkeur voor uitgesproken, dat eerste en tweede hulsvormig deel met de veermiddelen eendelig zijn uitgevoerd in kunststofmateriaal, zodat de afscherminrichting op eenvoudige wijze middels spuitgieten is te vervaardigen en simpelweg op bekende en bestaande spuiten is te schuiven en vast te zetten. Betreft het de fabricage van nieuwe spuiten, dan is nog een verdere vereenvoudiging te bewerkstelligen, als het eerste hulsvormige deel eendelig is uitgevoerd met de kop van een injectiespuit, waarin de naald is vastgezet.
Opgemerkt zij nog, dat toepassen van een beschermdop zoals in de aanvang besproken, niet hoeft te worden belemmerd door het toepassen van een afscherminrichitng volgens de uitvinding. In het bijzonder als de spuiten steriel worden aangeleverd, verdient het mede toepassen van een dergelijke afsluitende dop de voorkeur, evenals in het geval waarin de spuit wordt geleverd met het tweede hulsvormige deel van de afscherminrichting in de teruggetrokken stand.
Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uit-voeringsvoorbeelden zal de afscherminrichting volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een injectienaald met afscherminrichting volgens de uitvinding in de ongebruikte uitgangsstand; fig. 2 de injectienaald met afscherminrichting volgens fig. 1 na gebruik; fig. 3 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een injectienaald met afscherminrichting volgens de uitvinding; fig. 4 deels in aanzicht en deels in doorsnede een eerste uitvoeringsvorm van een koppelinrichting voor het in de in fig. 1 getoonde stand houden van de afscherminrichting volgens de uitvinding; fig. 5 op de wijze van fig. 4 een uitvoeringsvariant van de koppelinrichting volgens fig. 4; fig. 6 mogelijke wijzen van borging voor het in de in de fig. 2 getoonde stand houden van de afscherminrichting volgens de uitvinding; fig. 7 in dwarsdoorsnede een injectienaald en deze geheel omhullende veermiddelen; fig. 8 een gedeeltelijk langsaanzicht van fig. 7, waarbij de veermiddelen zich in een eerste, niet-borgende stand bevinden; en fig. 9 een soortgelijk langsaanzicht als in fig. 7, waarbij de veermiddelen zich in een tweede, borgende stand bevinden.
In fig. 1 is een spuitkop 1 weergegeven met een daarin vastgezette injectienaald 2. Op en over dit samenstel van kop 1 en naald 2 is een afscherminrichting 3 volgens de uitvinding aangebracht. De afscherminrichting 3 is samengesteld uit een eerste hulsvormig deel 4, een tweede hulsvormig deel 5 en deze delen 4 en 5 onderling verbindende, veermiddelen vormende strips 6. Verder kan nog een met een streeplijn aangeduide beschermdop 7 aanwezig zijn.
Het eerste hulsvormige deel 4 is vastgezet op de spuitkop 1 en de naald 2, terwijl het tweede hulsvormige deel 5 met een schuifpassing op de naald 2 zit. De, de veermiddelen vormende strippen 6 zijn vervaardigd uit een veerkrachtige kunststof en in de in fig. 1 weergegeven stand door uitbuiging tot in de getoonde vorm onder spanning gebracht. Het tweede hulsvormige deel 5 dient dan ook te worden vastgehouden, wil het in de weergegeven stand blijven zitten, in welke stand de naald 2 klaar is voor gebruik, mits uiteraard een eventueel aanwezige beschermdop 7 is verwijderd. Het in bedoelde stand vasthouden van het tweede hulsvormige deel 5 kan met de hand geschieden; efficiënter en gemakkelijker bij het hanteren is evenwel het middels losbare koppelmiddelen vast zetten van dat deel 5, waarop onderstaand in verband met de figuren 4 en 5 nader zal worden ingegaan.
Bij het loslaten van het tweede hulsvormige deel 5 zal dit door de zich ontspannende strippen 6 langs de naald 2 in de richting van de vrije punt 2a daarvan worden geschoven, totdat de in fig. 2 getoonde stand is verkregen. De strippen 6 zijn in deze stand geheel ontspannen en strekken zich in rechte vorm uit tussen de beide hulsvormige delen 4 en 5. Zoals uit fig. 2 blijkt bevindt de vrije punt 2a van de naald 2 zich dan geheel binnen het tweede hulsvormige deel 5, zodat men zich niet meer ongewild met de (gebruikte) naaldpunt 2a kan prikken en met ongewenste ziektekiemen besmetten. Opgemerkt wordt, dat de rechte stand van de strippen 6 een zekere extra weerstand oproept bij het weer terug willen duwen van het tweede hulsvormige deel 5. Dit levert meestal een verdere waarborg tegen ongewild prikken, doch kan in bepaalde gevallen minder gewenst zijn, bijvoorbeeld indien met de naald 2 bloed is afgetapt, dat uit een niet weergegeven injectiespuit in een monsterflesje moet worden gespoten. Alsdan kan het terugduwen van het tweede hulsvormige deel 5 worden vergemakkelijkt door de strippen 6 in de uitgeveerde stand nog een lichte kromming te laten behouden of door op bepaalde plaatsen de strippen dunner uit te voeren, welke dunnere gebieden dan als scharnieren funktioneren. Zo zouden dergelijke plaatsen bijvoorbeeld kunnen worden aangebracht bij de overgangen van de strips 6 naar eerste en tweede hulsvormige deel en halverwege tussen beide bedoelde delen 4 en 5.
Een eventueel mee geleverde beschermdop 7 zou, zoals in fig. 2 met een streeplijn is weergegeven, na gebruik nog als extra afscherming kunnen worden aangebracht. Ook bij het aanbrengen van een dergelijke afdekking verschaft de afscherm-inrichting 3 wederom een extra waarborg tegen ongewild prikken en geeft zodoende een aanvullende veiligheid vergeleken met een situatie, waarbij een onafgeschermde (gebruikte) naald 2 in een beschermdop 7 moet worden gestoken.
In de figuren 1 en 2 worden de veermiddelen tussen het eerste en het tweede hulsvormige deel gevormd door veerkrachtige kunststof strippen 6. Door ook bedoelde delen 4 en 5 uit kunststof te vervaardigen, is het mogelijk de afscherminrich-ting 3 eendelig uit te voeren en bijvoorbeeld middels spuit-gieten te vervaardigen. Een dergelijke afscherminrichting 3 kan als veiligheid op een vrijwel elk bekend type injectienaald worden aangebracht. De uitvinding is evenwel niet tot een dergelijk type afscherminrichting, hoe voordeelbiedend ook, beperkt. Gewezen is reeds op de verschillende uitvoeringen die de, de veermiddelen vormende strippen 6 kunnen hebben. Het gebruik van dergelijke strippen als veermiddelen is echter niet noodzakelijk. Zo laat fig. 3 een uitvoeringsvorm zien, waarbij als veermiddelen een metalen schroefveer 16 is aangebracht tussen een eerste hulsvormig deel 14 en een tweede hulsvormig deel 15. Als verdere modificatie is bij deze uitvoeringsvorm het eerste hulsvormige deel 14 eendelig met de spuitkop uitgevoerd, waarin een naald 12 is vastgezet. Als verdere variant kan in plaats van een metalen schroefveer een schroeflijnvormig verlopende kunststofstrip worden gedacht, die eventueel ook nog spiraalvormig kan zijn, zodat in de ingedrukte toestand de vorm van een opgerolde strip, die een minimale ruimte in beslag neemt, wordt verkregen. Zo zijn er nog vele andere uitvoeringswijzen voor de veermiddelen mogelijk. Volstaan wordt met nog te verwijzen naar een harmonicavormig in elkaar drukbare balg die de naald tussen beide hulsvormige delen omgeeft.
Als eerder opgemerkt, kan het ter vergroting van het gebruiksgemak de voorkeur verdienen het tweede hulsvormige deel 5 in zijn teruggetrokken stand nabij het eerste hulsvormige deel 4 op losbare wijze vast te zetten. Mogelijke uitvoeringsvormen hiervoor zijn, evenwel weer uitsluitend bij wijze van voorbeeld, weergegeven in de figuren 4 en 5, waarbij voor vergelijkbare onderdelen dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt als in de figuren 1 en 2.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 is het eerste hulsvormige deel 4 voorzien van twee verende poten 8 met aan hun vrije uiteinde snapranden of -nokken 8a. Het tweede hulsvormige deel 5 is voorzien van een cilindrische holte 9 eindigend in een insnapuitsparing 9a met een grotere inwendige diameter dan de holte 9. Zoals in fig. 4 getoond zijn de poten en de holte zodanig op elkaar afgestemd, dat de snapranden of -nokken 8a in de insnapuitsparing 9a kunnen grijpen, waardoor het tweede hulsvormige deel 5 ondanks de onder spanning staande veermiddelen 6 in de getoonde stand wordt vastgehouden.
Moet het afschermen van de naaldpunt worden bewerkstelligd, dan is een lichte binnenwaartse druk op de poten 8 voldoende om het tweede hulsvormige deel 5 te lossen, waarna dit door de veermiddelen naar de in fig. 2 getoonde stand wordt gebracht.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 is het tweede hulsvormige deel 5 voorzien van verende poten 10 met aan hun vrije uiteinde snapranden of -nokken 10a, terwijl aan het eer ste hulsvormige deel 4 een cilindrische verlenging 11 met een insnaprand 11a is aangebracht. Samenwerking van de snapranden of -nokken 10a met de insnaprand 11a houdt wederom het tweede hulsvormige deel 5 ondanks de onder spanning staande veermid-delen 6 op zijn plaats. Lossen van het tweede hulsvormige deel 5 geschiedt door het uitoefenen van een druk op de poten 10 boven de cilindrische verlenging 11, waardoor de vrije bovenrand daarvan gaat funktioneren als scharnierpunt, waardoor de snapranden of -nokken 10a vrijkomen uit de insnaprand 11a en de veermiddelen 6 het tweede hulsvormige deel 5 langs de naald 2 doen verplaatsen.
Opgemerkt wordt, dat ook thans weer vele andere varianten mogelijk zijn. Zo kunnen de poten 8 bij fig. 4 ook op de wijze als getoond in fig. 5 op de buitenzijde van het tweede hulsvormige deel 5 aangrijpen en omgekeerd. In plaats van twee verende poten kan ook zijn voorzien in in één verende poot of ten minste één op de wijze van een hefboom scharnierende poot. Een dergelijke poot kan bestaan uit een staafvor-mig deel met twee vrije uiteinden, waarbij het staafvormige deel tussen beide vrije uiteinden middels een scharnierbare verbinding is bevestigd aan een der hulsvormige delen en waarbij een der vrije uiteinden is voorzien van een nok, die in een uitsparing van het andere hulsvormige deel kan grijpen. De scharnierbare verbinding is daarbij zodanig uitgevoerd, dat deze een ruststand kent waarin bedoelde nok in bedoelde uitsparing grijpt en in die stand blijft zitten, zodat het tweede hulsvormige deel ten opzichte van het eerste hulsvormige deel wordt vastgehouden in de teruggetrokken stand. Lossen van het tweede hulsvormige deel vindt dan plaats door het drukken op het vrije uiteinde van het staafvormige deel gelegen tegenover het vrije uiteinde met de nok. Verder kunnen eerste en tweede hulsvormig deel ook door middel van verbreekbare materiaal-bruggetjes onderling zijn verbonden. Daarnaast zijn onder meer ook nog schroef- en bajonetkoppelingen zeer wel denkbaar.
In geval de naald eenmalig wordt gebruikt, kan het de voorkeur verdienen het tweede hulsvormige deel ten opzichte van de naald te borgen om zodoende het gevaar voor ongewild prikken of steken nog verder te verminderen. Voorbeelden hiervoor zijn weergegeven in de figuren 6-9.
In fig. 6 is het tweede hulsvormige deel in zijn de vrije punt van de naald 2 afdekkende’stand weergegeven. De getoonde naald 2 is nabij zijn vrije uiteinde naast zijn open uiteinde 2a voorzien van een extra opening 2b, zoals bijvoorbeeld bij nierdialyse-naalden gebruikelijk is. Om het tweede hulsvormige deel 5 in de weergegeven stand ten opzichte van de naald 2 te borgen is in de boring van dit hulsvormige deel 5 een in de boring reikende nok 5a aangebracht, die in de opening 2b reikt en zodoende het tweede hulsvormige deel 5 ten opzichte van de naald 2 borgt. Aanvullend, of bij naalden zonder extra opening 2b, kan voorzien zijn in een met een streep-lijn aangeduide nok 5b', die een terugwijkend vlak heeft, zodat de naaldpunt, nadat deze de nok is gepasseerd, bij het langs de naald terug trachten te drukken van het tweede hulsvormige deel 5 achter de nok 5b' grijpt en verdere verplaatsing van het tweede hulsvormige deel 5 ten opzichte van de naald 2 voorkomt. Een verdere of aanvullende borgmogelijkheid is het in fig. 6 met een streeplijn weergegeven afsluitdopje 5c, dat met een lipje 5d vastzit aan het tweede hulsvormige deel 5. Na gebruik van de naald 2 en het in de in fig. 6 getoonde stand komen van het tweede hulsvormige deel 5 is het bovenuiteinde daarvan af te sluiten door het daarin drukken van het dopje 5c, dat desgewenst nog kan zijn voorzien van middelen om in de afsluitende stand middels een insnapver-binding met het tweede hulsvormige deel 5 te worden geborgd.
Fig. 7 kan worden gezien als een dwarsdoorsnede van fig. 2 tussen het eerste en het tweede hulsvormige deel met dien verstande, dat de strips 6 een gewijzigde vorm hebben. Zoals uit fig. 7 moge blijken, hebben de veermiddelen de vorm van een halve cilinder met ovale doorsnede, zodat twee strips 6' in de uitgeveerde toestand een gesloten cilinder vormen, die zodoende ook tussen de beide hulsvormige delen de naald geheel van de omgeving afschermt.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de veermiddelen zijn deze eveneens te gebruiken als borgmiddelen voor het tweede hulsvormige deel in zijn de punt van de naald afdekkende stand, en wel door het aanbrengen van koppelmiddelen tussen de beide strips 6'. Een mogelijke uitvoeringswijze hiervan is getoond in de figuren 8 en 9. De ene strip is voorzien van een zwaluwstaartvormige uitsparing 6a* en de andere van een corresponderende nok 6b'. Na het in de in fig. 2 getoonde stand brengen van het tweede hulsvormige deel 5 zullen de strippen aanvankelijk de in fig. 8 getoonde stand innemen. Alsdan is, bij het ontbreken van verdere borgmiddelen, het tweede hulsvormige deel nog terug te drukken, bijvoorbeeld voor het deponeren van afgetapt bloed in een monsterflesje. Hoeft het tweede hulsvormige deel niet meer terug geschoven te worden, dan worden de strips 6' naar elkaar toe gedrukt, waardoor, zoals getoond in fig. 9, de nok of nokken 6b' in de uitsparing of uitsparingen 6a' snappen, waarmee het tweede hulsvormige deel in zijn afschermende stand wordt geborgd.
Het spreekt vanzelf dat er binnen het kader van de uitvinding nog vele andere wijzigingen en varianten als bovenstaand besproken mogelijk zijn, zodat de uitvinding niet beperkt mag worden geacht tot de genoemde en besproken uitvoe-ringsvoorbeelden.

Claims (16)

1. Afscherminrichting voor een injectienaald voorzien van een hulsvormig deel, dat de naald omgevend op afstand van het vrije uiteinde daarvan vastzetbaar is ten opzichte van die naald, gekenmerkt door een tweede hulsvormig deel, dat over en langs de injectienaald verschuifbaar is en middels veermidde-len is verbonden met het eerste hulsvormige deel, dat in de vastgezette stand althans de vrije punt en een daarop aansluitend deel van de naald niet afdekt, waarbij de veermiddelen het tweede hulsvormige deel ten opzichte van het vastgezette, eerste hulsvormige deel in de richting van de vrije punt van de naald dringen en zodanig zijn bemeten, dat in de uitgeveerde toestand de vrije punt van de naald binnen het tweede hulsvormige deel is gelegen.
2. Afscherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede hulsvormige deel onder het onder spanning brengen van de veermiddelen over de naald in de richting van het eerste hulsvormige deel schuifbaar en op afstand van de vrije punt van de naald vastzetbaar is.
3. Afscherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tweede hulsvormige deel in een op afstand van de vrije punt van de naald gelegen stand middels losbare kop-pelmiddelen te verbinden is met het eerste hulsvormige deel.
4. Afscherminrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen bestaan uit ten minste één aan het ene hulsvormige deel bevestigde veerkrachtige poot met aan zijn vrije uiteinde een zijdelings uitstekend nokorgaan, dat in een corresponderende uitsparing in het andere hulsvormige deel kan grijpen.
5. Afscherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede hulsvormige deel in de uitgeveerde stand borghaar is ten opzichte van de zich dan binnen dat deel bevindende vrije punt van de naald.
6. Afscherminrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede hulsvormige deel borghaar is door een nok, die in een boring in het tweede hulsvormige deel voor het doorlaten van de naald reikt.
7. Afscherminrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede hulsvormige deel borghaar is door het inveren van de veermiddelen te belemmeren.
8. Afscherminrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede hulsvormige deel borghaar is door het drukken van een dopje in een boring in het tweede hulsvormige deel voor het doorlaten van de naald.
9. Afscherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veermiddelen bestaan uit ten minste een strip, die vervaardigd is uit een veerkrachtig kunststofmateriaal.
10. Afscherminrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat in de uitgeveerde toestand elke strip zich volgens een rechte lijn evenwijdig aan de naald uitstrekt.
11. Afscherminrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat bij het toepassen van twee of meer strips deze in de uitgeveerde toestand in dwarsdoorsnede in hoofdzaak een ononderbroken kokerprofiel vormen.
12. Afscherminrichting volgens conclusie 7 en 10 of 11, met het kenmerk, dat bij het toepassen van twee of meer strips deze zijn voorzien van in de uit geveerde stand onderling kop-pelbare insnapmiddelen, die in de ingesnapte stand uiteenwijken van de strips, en zodoende verplaatsing van het tweede hulsvormige deel voorkomen.
13. Afscherminrichting volgens een der conclusies 9-12, met het kenmerk, dat elke strip is voorzien van ten minste een scharnier door een plaatselijke diktevermindering.
14. Afscherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat eerste en tweede hulsvormig deel met de veermiddelen eendelig zijn uitgevoerd in kunststofmateriaal .
15. Afscherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste hulsvormige deel eendelig is uitgevoerd met een een kop van een injectiespuit, waarin de naald is vastgezet.
16. Afscherminrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een langgerekte beschermdop aanwezig is, die in de stand waarin de vrije punt van de naald wordt omgeven door het tweede hulsvormige deel, tot ten minste het eerste hulsvormige deel reikt en in die stand vastzetbaar is.
NL9000909A 1990-04-17 1990-04-17 Afscherminrichting voor een injectienaald. NL9000909A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000909A NL9000909A (nl) 1990-04-17 1990-04-17 Afscherminrichting voor een injectienaald.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000909 1990-04-17
NL9000909A NL9000909A (nl) 1990-04-17 1990-04-17 Afscherminrichting voor een injectienaald.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000909A true NL9000909A (nl) 1991-11-18

Family

ID=19856949

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000909A NL9000909A (nl) 1990-04-17 1990-04-17 Afscherminrichting voor een injectienaald.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9000909A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0838227A3 (en) * 1996-09-26 1998-05-20 Becton, Dickinson and Company Needle assembly having locking enclosure

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0838227A3 (en) * 1996-09-26 1998-05-20 Becton, Dickinson and Company Needle assembly having locking enclosure

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11534557B2 (en) Safety device for a pre-filled syringe and injection device
EP2788052B1 (en) Syringe carrier
EP2080532B1 (de) Kartusche für ein Autoinjektor und System bestehend aus einer solchen Kartusche und einem Autoinjektor
CA2627467C (en) Single-handedly actuatable shield for needles
US20050113750A1 (en) Safety needle
KR920009423A (ko) 스냅체결식 피하주사기 홀더
US20200023141A1 (en) Medicament Injection Device
DE69938157T2 (de) Sicherheitsanordnung für Spritze vorgefüllt mit flüssigem Arzneimittel
EP1549215A1 (de) Aufnahmevorrichtung mit verstellbaren abdeckelement
EP2265308B1 (en) Needle protection assembly with radially movable locking element
US5163916A (en) Safety syringe with offset needle
EP3106191B1 (de) Sicherheitsvorrichtung für eine spritze
US20110137261A1 (en) Hypodermic needle protector
US5486164A (en) Passive protector for hypodermic needles
DE60317006T2 (de) Nadelhalter mit einer Sicherheitsnadelanordnung
JP2018520805A (ja) 注射ばねを含む液体製品自動注射デバイス
EP3738629A1 (de) Medizinische spritze mit nadelschutz
US9662455B2 (en) Segmented safety cover for needle delivery
NL9000909A (nl) Afscherminrichting voor een injectienaald.
EP3738628A1 (de) Medizinische spritze mit passivem nadelschutz
NL9001664A (nl) Naaldpunt-afscherminrichting.
EP3393550B1 (en) Disposable safety butterfly needle
EP2594309A1 (en) Needle for medical applications
WO2012022854A1 (fr) Dispositif sécurisé d'injection à usage unique
CN111529819A (zh) 安全笔针

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed