NL9001592A - Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding. - Google Patents

Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding. Download PDF

Info

Publication number
NL9001592A
NL9001592A NL9001592A NL9001592A NL9001592A NL 9001592 A NL9001592 A NL 9001592A NL 9001592 A NL9001592 A NL 9001592A NL 9001592 A NL9001592 A NL 9001592A NL 9001592 A NL9001592 A NL 9001592A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electrical conductor
conductor
cable
wall
electrical
Prior art date
Application number
NL9001592A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to NL9001592A priority Critical patent/NL9001592A/nl
Priority to EP91201811A priority patent/EP0466276A1/en
Publication of NL9001592A publication Critical patent/NL9001592A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L25/00Constructive types of pipe joints not provided for in groups F16L13/00 - F16L23/00 ; Details of pipe joints not otherwise provided for, e.g. electrically conducting or insulating means
    • F16L25/01Constructive types of pipe joints not provided for in groups F16L13/00 - F16L23/00 ; Details of pipe joints not otherwise provided for, e.g. electrically conducting or insulating means specially adapted for realising electrical conduction between the two pipe ends of the joint or between parts thereof
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/44Mechanical structures for providing tensile strength and external protection for fibres, e.g. optical transmission cables
    • G02B6/4439Auxiliary devices
    • G02B6/4459Ducts; Conduits; Hollow tubes for air blown fibres
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/46Processes or apparatus adapted for installing or repairing optical fibres or optical cables
    • G02B6/56Processes for repairing optical cables
    • G02B6/562Processes for repairing optical cables locatable, e.g. using magnetic means

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Processing Of Terminals (AREA)

Description

Korte aanduiding: Verbinding van een kabelbuis van thermo plastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding.
Als uitvinders worden genoemd O.R. Offringa te Hardenberg, G.M. Gaikema en 0. Schut te Dedemsvaart.
De uitvinding heeft betrekking op een verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element.
Een dergelijke verbinding voor het vormen van huisaan-sluitingen van glasvezel-telefoonkabels, waarbij een glasvezel-telefoonkabel in een dergelijke kabelbuis is opgenomen is algemeen bekend.
Bij toepassing van een glasvezelkabelnet in telefooncentrales is het gebruikelijk ringleidingen aan te leggen met meeraderige glasvezelkabels van waaruit op gewenste afstanden uit verdeelputten met enkeladerige glasvezelkabels steeds een maximaal aantal huizen kan worden aangesloten. Ter bescherming worden bij deze huisaansluitingen de glasvezelkabels aangebracht in kabelbuizen van ongeveer 20 mm uitwendige diameter en een wanddikte van 3,5 mm.
Vanwege het ontbreken van metaaldelen in de kabelbuis en in de glasvezelkabel is het zeer moeilijk om een buis te kunnen detecteren zonder opgraven.
Voor dit doel is reeds bekend om in een kabelbuis van thermoplastische kunststof van het bovengenoemde type bij het extruder en van de buis in de wand een of meer koperdraadjes op te nemen die het mogelijk maken de buis te kunnen detecteren zonder opgraven.
Gebruikmakend van reflectietijdmeting in een dergelijke koperdraad kan men ook een eventuele breukplaats gemakkelijk bepalen, zodat voor herstel in één keer gericht gegraven kan worden.
Deze bekende verbinding heeft echter het nadeel dat wel een kabelbuis met een andere kabelbuis of met een verdeelput goed afdichtend verbonden kan worden, doch verbinding van de elektrische geleider in een kabelbuis met een andere elektrische geleider in een andere kabelbuis of in een verdeelput zeer lastig is. Dit geldt temeer daar het onmogelijk is om een dergelijke verbinding in een koppelstuk van de buisverbinding te vormen, respektievelijk op te nemen.
De uitvinding beoogt nu een verbinding van het bovengenoemde type te verschaffen waarbij een eerste elektrische geleider in een kabelbuis van thermoplastische kunststof goed verbonden is met tenminste een andere elektrische geleider die zich buiten genoemde kabelbuis in een ander hiermee verbonden element bevindt.
Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de kabelbuis voorzien is van tenminste één in axiale richting verlopende in de buiswand ingebedde langwerpige eerste elektrische geleider, welke eerste elektrische geleider op afstand van het vrije einde en op afstand van de verbinding van deze buis verbonden is met een zich buiten de buis uitstrekkende elektrische door-verbindingsgeleider met tenminste één andere elektrische geleider die in het andere element gelegen is.
Op deze wijze kan men gemakkelijk een goede en eenvoudige aan te brengen elektrische geleiding waarborgen tussen genoemde eerste elektrische geleider en een andere elektrische geleider in een ander element zonder nadelige beïnvloeding van het verbindings-koppelstuk van een dergelijke verbinding.
Doelmatig is de positie van de eerste elektrische geleider in een kabelbuis in omtreksrichting op de buitenwand van de buis door een markering in lengterichting aangegeven.
Dit biedt de mogelijkheid om gemakkelijk de plaats van de eerste elektrische geleider vast te stellen en dientengevolge ook gemakkelijker de verbinding tot stand te brengen met de elektrische doorverbindingsgeleider.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vormen van een verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis te verbinden element.
Een dergelijke werkwijze is ook algemeen bekend en voor het verbinden van de eerste elektrische geleider in een kabelbuis met tenminste een andere elektrische geleider in een ander met de kabelbuis te verbinden element wordt volgens de uitvinding voorgesteld dat van de kabelbuis voorzien van tenminste één in axiale richting verlopende in de buiswand ingebedde eerste elektrische geleider de eerste elektrische geleider van de buis op afstand van het vrije einde en op afstand van de verbinding van deze buis via een zich buiten de buitenzijde van de buiswand uitstrekkende elektrische doorverbindingsgeleider, verbonden wordt met tenminste een andere elektrische geleider die in het andere met de buis te verbinden element gelegen is.
Bij het uitvoeren van deze werkwijze ondervindt men vaak het bezwaar dat het bij de extrusie vrijwel onmogelijk is om de eerste elektrische geleider op een konstante afstand van de buitenzijde van de wand van de kabelbuis in te bedden.
Zeer doelmatig wordt derhalve op afstand van het vrije einde van de kabelbuis en op afstand van de verbinding van deze kabelbuis plaatselijk een gedeelte van de de buitenlaag van de wand van kabelbuis verwijderd door een kuns t stof ver wi jderings-argaan tot tenminste een gedeelte van de eerste elektrische geleider is blootgelegd, waarna de elektrische doorverbindingsgeleider met dit blootgelegde gedeelte verbonden wordt.
Bij voorkeur wordt tenminste een gedeelte van een buitenlaag van de wand boven de elektrische geleider met behulp van een heet mesvormig snijorgaan afgeschild onder blootleggen van de elektrische geleider ter plaatse van de inwerking van het heet mesvormig snijorgaan.
Doelmatig kan ook tenminste een gedeelte van de buitenlaag van de wand boven de elektrische geleider verwijderd worden met behulp van een geleidelijk dieper in de wand indringende afschilbeitel, bij voorkeur zodanig dat de elektrische geleider doorgesneden wordt, waarna het daarbij verkregen eindgedeelte van de elektrische geleider die zich in de kabelbuis naar zijn andere einde uitstrekt met de elektrische doorverbindingsgeleider verbonden wordt.
Doelmatig kan de kunststof van de buitenlaag van de buiswand boven de eerst elektrische geleider ook verwijderd worden met behulp van een mantelfrees.
Tenslotte is het mogelijk om de eerste elektrische geleider te verbinden met een vanaf de buitenzijde in de buiswand gedreven, bij voorkeur konische, stift.
Volgens een zeer doelmatige uitvoeringsvorm wordt een dun plaatvormig deel loodrecht op de axiale richting van de buis in radiale richting in de buiswand gedrukt tot kontakt tot stand komt tussen genoemd plaatvormig deel en genoemde eerste elektrische geleider.
Om er zeker van te zijn dat de elektrische verbindings-geleider in goed kontakt gebracht kan worden met de eerste elektrische geleider in de buiswand en anderzijds beschadiging van deze elektrische geleider door een kunststofverwijderings- of indringingsorgaan te voorkomen, verdient het aanbeveling om een signaalinrichting te gebruiken die bij kontakt van het genoemde kunststofverwijderings- of indringingsorgaan met eerste geleider een signaal afgeeft, bijvoorbeeld lichtsignaal, geluidssignaal of een elektrisch signaal waardoor de inwerking van het bewerkings-orgaan of indringingsorgaan gestopt wordt.
De uitvinding heeft derhalve eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding die gekenmerkt is doordat deze een kunststofverwi jderingsorgaan omvat dat gekoppeld is met een signaalgever die in werking treedt bij kontakt van het kunststofverwi jderingsorgaan met een in een wand van een kabelbuis ingebedde eerste elektrische geleider alsmede op een inrichting die gekenmerkt is doordat de inrichting voorzien is van indrukmiddelen om een elektrisch geleidend orgaan in een buiswand te drukken alsmede een met genoemd elektrisch geleidend orgaan en een in een buiswand ingebedde eerste elektrische geleider verbonden signaalgever die bij kontakt van orgaan en geleider in werking treedt.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin: Fig. 1 een uitvoeringsvorm toont van een verbinding van een kabelbuis volgens de uitvinding;
Fig. la een verbinding van een kabelbuis met een kabelver-deelput;
Fig. 2 een deel van een kabelbuis toont met gedeeltelijk bloot- gelegde elektrische geleider;
Fig. 2a een gedeelte van een kabelbuis voor een verbinding volgens de uitvinding toont met gedeeltelijk blootgelegde eerste elektrische geleider na doorsni jden van deze elektrische geleider;
Fig. 3 een zijaanzicht toont van een kunststofverwijderings-inrichting voor het blootleggen van een dergelijke elektrische geleider;
Fig. 4 een kunststofverwijderingsinrichting met speciale schilbeitel weergeeft ter verwijdering van kunststof van de buiswand onder doorsnijden van de eerste elektrische geleider; Fig. 4a een aanzicht van een schilbeitel als toegepast bij een inrichting volgens fig. 4;
Fig. 5 een dwarsdoorsnede toont van een kabelbuis voor een verbinding volgens de uitvinding met ingedrongen plaatvormig sni jorgaan dat kontakt maakt met de eerste elektrische geleider;
Fig. 6 eenzelfde kabelbuis als weergegeven in fig. 5 waarbij de eerste elektrische geleider in kontakt is met een ingedreven schroefvormig orgaan;
Fig. 7 een freesinrichting voor het verwijderen van een gedeelte van kunststoflaag 20;
Fig. 8 een kabelbuis toont voor toepassing bij een verbinding volgens de uitvinding met in de wand gedrukte kontaktstift die kontakt maakt met de eerste elektrische geleider. In fig. 1 is een verbinding volgens de uitvinding weergegeven omvattende een kabelbuis 1 van polyetheen waarin een glasvezelkabel 12 is opgenomen.
In de wand van de kabelbuis 1 is op geringe afstand van de buitenzijde tijdens het extruderen een eerste elektrische geleider 2 ingebed. De elektrische geleider in de vorm van bijvoorbeeld twee koperdraadjes van 0,5 mm dikte ligt op ongeveer 0,6 mm vanaf de buitenwand van de kabelbuis 1 en is derhalve bedekt met een kunststofbuitenlaag 20.
De kabelbuis 1 bezit een uitwendige diameter van bijvoorbeeld 20 mm en een wanddikte van 3,5 mm.
De diepte waarop zich de koperdraadjes 2 ten opzichte van de buitenzijde van kabelbuis 1 bevinden, kan in geringe mate variëren, daar het vrijwel onmogelijk is om bij het extruderen een exakte nauwkeurige positie van de elektrisch geleidende koperdraad jes 2 in de buiswand van kabelbuis 1 te waarborgen.
De kabelbuis 1 is verbonden met een andere kabelbuis 3 voorzien van een andere elektrische geleider 7 eveneens in de vorm van elektrische koperdraadjes.
Beide kabelbuizen 1 en 3 zijn met elkaar verbonden door een buiskoppelstuk 10.
Voor het verkrijgen van een goede elektrisch geleidende verbinding tussen de eerste elektrische geleider 2 en andere elektrische geleider 7 is de elektrische geleider 2 plaatselijk verbonden met een elektrische doorverbindingsgeleider 6 die eveneens aangesloten is op de andere elektrische geleider 7. Zoals men ziet, ligt de verbinding tussen elektrische doorverbindingsgeleider 6 en elektrische geleider 2 respektievelijk 7 op afstand van het vrije einde 5 respektievelijk 5a van kabelbuis 2 respektieveli jk 3 en op afstand van het koppelstuk 10.
Door middel van de elektrische doorverbindingsgeleider 6 wordt een goede elektrische verbinding tussen elektrische geleiders 2 en 7 gewaarborgd en kan men snel bij breuk van de kabelbuis 1 of 3 vaststellen waar zich de breuk bevindt door leiden van een kleine elektrische stroom door de elektrische geleiders 2 en 3. Desgewenst kan de gehele konstruktie van buiseinden 1 en 3, koppeling 10 en elektrische doorverbindingsgeleider 6 met een krimpkous afgesloten worden.
In fig. la is een kabelverdeelput 21 weergegeven van waaruit glasvezelkabels 12 verdeeld worden over verschillende huisaansluitingen. Een kabelbuis 1 is afdichtend verbonden bij 4 met de verdeelput 21. Het kopse einde 5 van de kabelbuis ligt op afstand van de verbinding 4.
Op afstand van verbinding 4 en kops einde 5 is eerste elektrische geleider 2 verbonden met een doorverbindingsgeleider 6, die anderzijds verbonden is met een andere elektrische geleider in een steker 9 die de andere elektrische geleider l'bevat.
Via de steker 9 kan bijvoorbeeld meetapparatuur worden aangesloten.
In fig. 2 en 3 is aangegeven op welke wijze men de eerste elektrische geleider 2 bloot kan leggen voor het vormen van de verbinding met de elektrische doorverbindingsgeleider 6. Voor het verwijderen van een gedeelte van kunststof buitenlaag 20 boven de eerste elektrische geleider 2 wordt gebruik gemaakt van een plat verwarmd mes 19 dat kunststof boven de elektrische draadjes 2 over een bepaalde breedte wegsnijdt (zie fig. 3). Zodra de eerste elektrische geleider of koperdraad 2 bereikt is, wordt het dunne mes 19 onder de elektrische geleider 2 gedrukt waardoor een geleidergedeelte 7a wordt blootgelegd.
Hierna kan bijvoorbeeld door solderen, lassen of klemmen de verbinding 6a tot stand gebracht worden met de elektrische doorverbindingsgeleider 6. Het zal duidelijk zijn dat hierbij een zeer goede verbinding verkregen kan worden vanwege de goede toegankelijkheid van elektrische geleider 2.
Het verwarmd mes 19 bestaat bij voorkeur uit een gasbrander 22 voorzien van een speciale platte mond. Bij het ontwerp van de platte brandermond 19 moet op de volgende aspékten gelet worden: 1. Een zo plat mogelijke mond 19 om niet meer buismateriaal te beschadigen dan nodig is.
2. Afronden van de zijkanten van de mond om koperdraad 2 niet te beschadigen.
3. De brandermond 19 niet uit te hard materiaal vervaardigen om beschadiging van de koperdraad te voorkomen.
4. De vlam 24 van de gasbrander 22 dient zodanig afgesloten te kunnen worden dat de open vlam 24 de kabelbuis 1 niet kan beschadigen.
5. De massa van de brandermond 19 niet onnodig groot gemaakt wordt om de opwarmtijd niet te groot te laten worden.
Het spreekt vanzelf dat een dergelijke mond 19 ook elektrisch opgewarmd kan worden, zoals bij een soldeerbout. Men geeft er echter de voorkeur aan om bij bewerken van dergelijke kabelbuizen stroomloos te werken.
In fig. 2a is weergegeven dat koperdraadgedeelte 7a doorgesneden is, waarna gedeelte 2a met doorverbindingsgeleider 6 verbonden is. Het gedeelte 2b doet geen verdere dienst.
Volgens een andere uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in fig. 4 en 4a, kan een gedeelte van kunststofbuitenlaag 20 boven de eerste elektrische geleider 2 verwijderd worden met behulp van een speciale schilbeitel 18 in een schilapparaat 23.
Dit schilapparaat 23 omvat een over de kabelbuis te schuiven huls 27 en een heen en weer beweegbaar beitelbedie-ningsorgaan 25 dat beitel 18 draagt. Onder verwijdering van kunststof van buitenlaag 20 dringt beitel 18 geleidelijk verder in de kunststofbuiswand.
Door de beitel 18 aan het diepst binnendringende beitel-einde een uitsteeksel 18a te geven, kan bij het bereiken van de koperdraad 2 deze gemakkelijk worden doorgesneden, voordat het overige gedeelte van de beitel 18 de rest van de koperdraad 2 ernstig kan beschadigen. Na doorsnijden van de koperdraad 2 kan deze over een bepaalde lengte warden losgetrokken en verbonden met de doorverbindingsgeleider 6.
Volgens een andere uitvoeringsvorm (zie fig. 5) wordt gewerkt met een dunne sni jplaat 13 verbonden met om de kabelbuis vallende klemmen 29, welke dunne plaat 13 dwars op de richting van het koperdraad 2 in de kabelbuis gedrukt wordt tot kontakt met koperdraad 2 tot stand komt.
Eventueel kunnen twee op korte afstand van elkaar gelegen evenwijdige platen 13 worden toegepast.
In plaats van een dunne plaat kan ook gewerkt worden met een scherp gepunte schroef of opgewarmde schroef 14 (zie fig. 6).
Om te waarborgen dat een goed kontakt tot stand komt tussen dunne plaat of dunne platen 13, respektievelijk gepunte schroef of opgewarmde schroef 14, met geleider 2 verdient het aanbeveling om gebruik te maken van een signaalinrichting die bij kontakt een lichtsignaal, geluidssignaal of elektrisch signaal voor het stopzetten van de verdere indringing van de plaat of platen 13 respektievelijk, gepunte schroef of opgewarmde schroef 14 afgeeft.
Volgens een nog andere uitvoeringsvorm (zie fig. 7) wordt het gedeelte van de kunststof van de buiswand boven de elektrische geleider 2 verwijderd door frezen met freesinrichting 23 tot de koperdraad 2 geraakt wordt door frees 16. Daarna kan de koperdraad 2 eruit worden getrokken, worden doorgeknipt en worden verbonden met de elektrische doorverbindingsgeleider 6.
Om de koperdraad 2 niet te beschadigen wordt de frees voorzien van twee van elkaar geïsoleerde schijfjes 30, 30a die met elkaar kontakt maken zodra de koperdraadjes 2 worden geraakt
Een signaalgever 12 zal dan een lichtsignaal, geluidssignaal of elektrisch signaal voor het afslaan van de freesin-richting 23 afgeven.
Tenslotte kan men doelmatig in de buiswand een konische pen 15 slaan die in aanraking gebracht wordt met de elektrisch geleidende koperdraad 2 (zie fig. 8) . Deze pen 15 wordt dan door middel van doorverbindingsgeleider 6 verbonden met een andere geleider 7.

Claims (17)

1. Verbinding (4) van een kabelbuis (1) van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis (1) verbonden element (3) , met het kenmerk, dat de kabelbuis voorzien is van tenminste één in axiale richting verlopende in de buiswand ingebedde langwerpige eerste elektrische geleider (2) , welke eerste elektrische geleider (2) op afstand van het vrije einde (5) en op afstand van de verbinding (4) van deze buis (1) verbonden is met een zich buiten de buis uitstrekkende elektrische doorverbindings-geleider (6) met tenminste één andere elektrische geleider (9) die in het andere element (3) gelegen is.
2. Verbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de positie van de eerste elektrische geleider (2) in een kabelbuis (1) in omtreksrichting op de buitenwand van de buis door een markering in lengterichting is aangegeven.
3. Werkwijze voor het vormen van een verbinding (4) van een kabelbuis (1) van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis te verbinden element (3) , met het kenmerk, dat van de kabelbuis voorzien van tenminste één in axiale richting verlopende in de buiswand ingebedde eerste elektrische geleider (2) de eerste elektrische geleider (2) van de buis op afstand van het vrije einde (5) en op afstand van de verbinding (4) van deze buis (1) via een zich buiten de buitenzijde van de buiswand uitstrekkende elektrische doorverbindingsgeleider (6), verbonden wordt met tenminste een andere elektrische geleider (9) die in het andere met de buis te verbinden element (3) gelegen is.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat op afstand van het vrije einde (5) van de kabelbuis (1) en op afstand van de verbinding (4) van deze kabelbuis plaatselijk een gedeelte van de de buitenlaag (20) van de wand van kabelbuis (1) verwijderd wordt door een kunststofverwijderings-orgaan (16, 18, 19) tot tenminste een gedeelte (7) van de eerste elektrische geleider is blootgelegd, waarna de elektrische doorverbindingsgeleider (6) met dit blootgelegde gedeelte (7) verbonden wordt.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat na verwijdering van de kunststof van de buitenlaag (20) boven de eerste elektrische geleider (2) deze elektrische geleider (2) wordt doorgeknipt en het einde (2a) van de zich in axiale richting naar het andere einde van de kabelbuis uitstrekkende eerste elektrische geleider (2) verbonden wordt met de elektrische doorverbindingsgeleider (6).
6. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een gedeelte van de buitenlaag (20) van de wand boven de elektrische geleider met behulp van een verwarmd mesvormig snijorgaan (19) verwijderd wordt onder blootleggen van een gedeelte (7) van de elektrische geleider ter plaatse van de inwerking van het verwarmde mesvormig snijorgaan (19).
7. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een gedeelte van een buitenlaag (20) van de de wand van een kabelbuis (1) verwijderd wordt met behulp van een geleidelijk dieper in de wand van de kabelbuis (1) dringende afschilbeitel (18) .
8. Werkwijze volgens conclusie 7f met het kenmerk, dat bij het inwerken van de afschilbeitel (18) de eerste elektrische geleider (2) wordt doorgesneden en vervolgens de elektrische doorverbindingsgeleider (6) verbonden wordt met het einde (2a) van de zich in axiale richting naar het andere einde van de kabelbuis uitstrekkende eerste elektrische geleider (2).
9. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een gedeelte (7) van de eerste elektrische geleider blootgelegd wordt met behulp van een mantelfrees (16).
10. Werkwijze volgens een of meer der conclusies 3-9, met het kenmerk. dat bij de kunststofverwijderingsbewerking bij kontakt van het kunststofverwi jderingsorgaan met de eerste elektrische geleider een signaal afgegeven wordt.
11. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elektrisch geleidend orgaan (13, 14, 15) in radiale richting vanaf de buitenzijde in de buiswand word gedrukt tot kontakt met de eerste elektrische geleider (2) en dit elektrisch geleidend orgaan (13, 14, 15) met de doorverbindingsgeleider verbonden wordt.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het elektrisch geleidend orgaan een dunne plaat (13) is of twee evenwijdige platen die na loodrecht plaatsen op de axiale richting van de kabelbuis in radiale richting door de wand van de kabelbuis gedrukt wordt tot kontakt met de eerste elektrische geleider (2).
13. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het elektrisch geleidend orgaan een al dan niet verwarmde schroef (14) is die in radiale richting in de buiswand gedrukt wordt tot kontakt met de eerste elektrische geleider (2).
14. Werkwijze volgens conclusie 3-10, met het kenmerk, dat vanaf de buitenzijde in de buiswand, een bij voorkeur konische, stift (15) gedrukt wordt tot deze in aanraking is met de genoemde eerste elektrische geleider (2).
15. Werkwijze volgens een of meer der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat bij kontakt van de eerste elektrische geleider (2) met het elektrisch geleidend orgaan (13, 14, 15) een signaal afgegeven wordt.
16. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer der conclusies 3-10, met het kenmerk, dat deze een kunststofverwijderingsorgaan (16, 18, 19) omvat dat gekoppeld is met een signaalgever (12) die in werking treedt bij kontakt van het kunststofverwijderingsorgaan (16, 18, 19) met een in een wand van een kabelbuis (1) ingebedde eerste elektrische geleider (2) .
17. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van indrukmiddelen on een elektrisch geleidend orgaan (13, 14, 15) in een buiswand te drukken alsmede een met genoemd elektrisch geleidend orgaan en een in een buiswand ingebedde eerste elektrische geleider (2) verbonden signaalgever die bij kontakt van orgaan (13, 14, 15) en geleider (8) in werking treedt.
NL9001592A 1990-07-12 1990-07-12 Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding. NL9001592A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001592A NL9001592A (nl) 1990-07-12 1990-07-12 Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding.
EP91201811A EP0466276A1 (en) 1990-07-12 1991-07-10 Method and device used in making a connection of a cable duct of thermoplastic material to another element

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001592A NL9001592A (nl) 1990-07-12 1990-07-12 Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding.
NL9001592 1990-07-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001592A true NL9001592A (nl) 1992-02-03

Family

ID=19857408

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001592A NL9001592A (nl) 1990-07-12 1990-07-12 Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0466276A1 (nl)
NL (1) NL9001592A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
TR200100572T2 (tr) 1998-08-24 2001-07-23 Karin Daume Maschinenteile Gmbh & Co. Kg Bir koaksiyal kablonun bölüm bölüm izolasyonu açılmış dış iletkeninin eletrik iletken biçimde kontaktlanmasına yarayan alet
EP1050767A3 (de) 1999-05-04 2003-05-02 Siemens Aktiengesellschaft Optische Steckverbindung
DE19920452A1 (de) * 1999-05-04 2000-11-30 Siemens Ag Optische Steckverbindung

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3860742A (en) * 1973-04-04 1975-01-14 Jonas Medney Connection of plastic pipes with ground wires embedded therein
DE3577414D1 (de) * 1984-03-20 1990-06-07 Eupen Kabelwerk Verfahren zum aufbringen eines elektrisch leitfaehigen drahtes auf ein kabelschutzrohr.
DE3543233A1 (de) * 1985-12-06 1987-06-11 Wacker Chemie Gmbh Kontaktteil fuer schlaeuche mit metalleinlage

Also Published As

Publication number Publication date
EP0466276A1 (en) 1992-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR890000929B1 (ko) 프라이어
KR102579230B1 (ko) 전력 케이블, 또는 스트랜드 섹션의 단절을 위한 방법, 이를 위한 디바이스 및 절단 디바이스
EP1989525B1 (en) Fault detection system
EP2600474B1 (en) Cutting apparatus to cut a coating of a grooved tight buffered fiber
ATE312561T1 (de) Positionierung eines thermischen sensors in einem mikrowellenleiter
CN101719651B (zh) 导体中心设置光纤的复合电力电缆连接盒的使用方法
KR101719333B1 (ko) 광케이블 박피 및 재활용 장치어셈블리
EP0079106A2 (en) Fiber optic connector
FR2647970B1 (fr) Prise de raccordement pour cable, notamment pour cable pair blinde
NL9001592A (nl) Verbinding van een kabelbuis van thermoplastische kunststof met een ander met de kabelbuis verbonden element, alsmede werkwijze en inrichting toegepast bij het vormen van een dergelijke verbinding.
US6148521A (en) Method and apparatus for slitting optical power ground wires
JP5229544B2 (ja) 被覆電線の被覆剥き装置
CN216085990U (zh) 一种智能剥线器的绝缘刀具
CN218549344U (zh) 一种转动式电力绝缘线头剥皮器
US5257459A (en) Utility knife for electric cables
US7326852B2 (en) String device
US3858302A (en) Method of preparing the ends of cables for splicing
RU2741999C1 (ru) Универсальный ручной электроинструмент для снятия изоляции с проводов
JP3957119B2 (ja) 配線管路分岐用孔明け工法
JP2002310808A (ja) 電力ケーブル温度測定方法、電力ケーブル温度測定区間部構造、ならびに電力ケーブル温度測定区間部の構築方法
CN217281922U (zh) 一种电线剥皮机
CN219851861U (zh) 线缆屏蔽丝根部短切装置
CN212808689U (zh) 一种用于光纤活动连接器的光纤热剥装置
KR101370935B1 (ko) 광섬유용 스트리퍼
US20220320838A1 (en) Cable stripping tool

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed