NL9000748A - Brandbeveiligingssysteem. - Google Patents

Description

BRANDBEVEILIGINGSSYSTEEM ......................—

De uitvinding heeft betrekking op een brandbeveiligingssysteem voor toepassing bij ten minste één, boven een vloer lopende leiding met een daarin aanwezige brandbare vloeistof.

Een dergelijk brandbeveiligingssysteem, bijvoorbeeld in de vorm van een rondom de leiding aan te brengen beschermmantel, is algemeen bekend.

De boven de vloer lopende leiding met de daarin aanwezige brandbare vloeistof is bijvoorbeeld een in transformator-stations van energiebedrijven gevoerde hoogspanningskabel.

Deze hoogspanningskabel, die is gevuld met als elektrische isolator fungerende, onder druk staande olie, heeft een meeraderige kern. De meeraderige kern is omwikkeld met verscheidene lagen papier, terwijl deze lagen papier op hun beurt zijn omgeven door een loden mantel. Over de gehele lengte van de hoogspanningskabel bevindt zich circa 70 liter olie onder een (over)druk van circa 0,8 bar. In een transformator-station zijn verscheidene hoogspanningskabels, als geheel ook wel "velden" genoemd, aangesloten op een centrale schakelinstallatie. Bij een plaatselijke brand in een transformator-station bestaat het gevaar dat één of meer hoogspanningskabels vlam vatten. Wanneer de loden mantel door het vuur is aangetast, zal de in de hoogspanningskabel aanwezige, onder druk staande olie naar buiten stromen. Deze olie zal dan vervolgens eveneens tot ontbranding komen, zodat een brandende olievlek zich over de gehele vloer zal verspreiden. Wanneer vervolgens een hoogspanningskabel van een naast liggend veld wordt bereikt, zal ook deze tot ontbranding komen, en zal het vuur zich verder verspreiden. Daar een transformator-station verscheidene velden heeft, en elk veld circa 70 liter olie bevat, kunnen bij een calamiteit enkele honderden liters olie in brand raken. De door de brandende olie veroorzaakte hitte kan vervolgens tot ontsteking van andere brandbare materialen in het transformator-station leiden.

Een bezwaar van het bekende brandbeveiligingssysteem is dat dit, in het geval van een plaatselijke brand nabij de boven de vloer lopende leiding met de daarin aanwezige brandbare vloeistof, onvoldoende de omgeving van de leiding tegen brand beveiligt.

Het is het doel van de uitvinding een brandbeveiligingssysteem te verschaffen dat bij brand de omgeving van de bovengenoemde leiding - dat wil zeggen, in het geval van een transformator-station, bijvoorbeeld naast de leiding liggende aangrenzende hoogspanningskabels - uitstekend tegen brand beveiligt.

Hiertoe heeft een brandbeveiligingssysteem van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een boven, op of althans gedeeltelijk in de vloer aanbrengbare vloeistofopvanginrichting bevat, die in aangebrachte toestand zich langs althans een deel van de lengte van de leiding uitstrekt. Hierdoor wordt voorkomen dat bij brand rond de leiding al direct na lekking van bijvoorbeeld olie uit de leiding, deze zich over de gehele vloer verspreidt.

Een uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de vloeistofopvanginrichting is voorzien van ten minste twee, tegen elkaar aanliggende reservoirs. Door de uit de leiding lekkende, brandbare vloeistof bij opvanging over de afzonderlijke reservoirs te verdelen, zal in het geval van brand een aantal kleine vuurhaarden ontstaan.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de ten minste twee reservoirs onderling verschillende volumina bezitten, en dat tussen de ten minste twee reservoirs een overloop aanwezig is. Hierdoor kan worden bewerkstelligd dat de in de reservoirs opgevangen brandbare vloeistof buitenwaarts - gezien vanaf de positie van de leiding - kan worden weggeleid, zodat de vloeistof zo ver mogelijk van de leiding kan worden weggehouden. Opgemerkt wordt dat de onderling verschillende volumina van de ten minste twee reservoirs wordt gerealiseerd door deze reservoirs met onderling verschillende diepten uit te voeren, doch bij voorkeur wordt gerealiseerd door de overlopen zodanig uit te voeren dat het ene respectievelijk het andere reservoir - zonder over te lopen - bijvoorbeeld twee respectievelijk drie liter brandbare vloeistof kan bevatten.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de vloeistofopvanginrichting is voorzien van ten minste vijf tegen elkaar aanliggende reservoirs met een onderlinge overloop, waarbij tussen de wanden van aangrenzende reservoirs een warmte isolerend pakkingsmiddel aanwezig is, en waarbij de ten minste vijf reservoirs zodanig onderling uitgevoerde overlopen bezitten, dat uit de leiding in de reservoirs lekkende vloeistof via de diverse overlopen buitenwaarts kan worden weggeleid. De aldus bewerkstelligde verspreiding van de brandbare vloeistof vanaf een reservoir - via een overloop - naar een ander reservoir, heeft een brandvertragend effect, juist doordat de brandbare vloeistof "cascade-achtig" wordt verspreid over de diverse reservoirs.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding het kenmerk dat ten minste één van de buitenste reservoirs van de vloeistofopvanginrichting via een overloop in verbinding staat met een althans in hoofdzaak gesloten opvangeenheid. Bij voorkeur staat elk buitenste reservoir van de vloeistof-opvanginrichting in verbinding met een bijbehorende opvangeenheid, waarbij de betreffende opvangeenheden één langs de vloeistofopvanginrichting lopend, in hoofdzaak gesloten kanaal vormen, zodat, wanneer brandbare vloeitof in deze buitenste reservoirs overloopt, deze vloeistof in dit kanaal stroomt. Deze vloeistof kan in het kanaal geen vlam vatten, daar in het kanaal niet voldoende zuurstof aanwezig is.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een in de vloeistofopvanginrichting aanbrengbare stof bevat, die onder vorming van water chemisch kan reageren met de brandbare vloeistof. Deze stof is bijvoorbeeld in de reservoirs te strooien hydropoeder. Door de vorming van water wordt een zodanige afkoeling bewerktstelligd, dat de in een reservoir ontstane vuurhaard wordt beperkt, respectievelijk wordt gedoofd.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een in de vloeistofopvanginrichting aanbrengbaar lichaam met een lager soortelijk gewicht dan dat van de brandbare vloeistof bevat. In het licht van dit lagere soortelijk gewicht, zal dit lichaam, dat bij voorkeur de vorm heeft van een plaatje, op de in een reservoir gelekte, brandbare vloeistof drijven, zodat een verkleining van de oppervlakte wordt verkregen waarover het bij brand ontstane vuur zich in het reservoir kan manifesteren.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het lichaam althans gedeeltelijk is voorzien van een, de brandbare vloeistof werende deklaag. Deze deklaag is bijvoorbeeld een coating van aluminiumfolie of van een moeilijk brandbare bitume. Vanwege de met name olie werende eigenschap van aluminiumfolie en de langdurige brandbestendigheid van aluminiumfolie, zal het lichaam bij brand lang op de in een reservoir gelekte olie kunnen drijven.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een althans gedeeltelijk langs de randen van de vloeistofopvanginrichting aanbrengbare, opstaande wand bevat, die in hoofdzaak is vervaardigd uit een brandwerend materiaal. Dit materiaal is tevens bij voorkeur hitte absorberend. Deze wand heeft bijvoorbeeld bij brand nabij een hoogspanningskabel in een transformator-station tot doel - de verspreiding van uit de hoogspanningskabel lekkende olie tot één veld te beperken, - de overdracht van stralingswarmte vanuit een vuurhaard naar aangrenzende hoogspanningskabels te voorkomen, - de uitbreiding van de vuurhaard tegen te gaan, totdat de totale hoeveelheid van circa 70 liter olie, die normaliter in de hoogspanningskabel aanwezig is, is opgebrand.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de wand is voorzien van op de vloer te bevestigen U-profielen, van loodrecht op deze U-profielen te bevestigen H-profielen, en van tussen deze H-profielen aan te brengen wandpanelen. Eventueel kan bijvoorbeeld een hoogspanningskabel in een transformator-station zodanig worden omgeven met brandwerende wandpanelen, dat bij brand ontstane vlammen ofwel geheel worden "opgesloten", ofwel zodanig naar een plaats worden geleid dat de schade aan het transformator-station tot een minimum wordt beperkt. Bij voorkeur zijn de wandpanelen losneembaar gemonteerd teneinde werkzaamheden aan bijvoorbeeld velden van een transformator-station gemakkelijk te kunnen uitvoeren.

Een verdere uitvoeringsvorm van een brandbeveiligingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem pakkingsmiddelen bevat die tussen de vloer en de U-profielen, en tussen de H-profielen en de wandpanelen kunnen worden aangebracht.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren waarbij - figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een brandbeveiligingssysteen overeenkomstig de uitvinding toont, toegepast bij een, in een transformator-station gevoerde hoogspanningskabel; - figuur 2 een schematisch zijaanzicht van het brandbeveiligingssysteem van figuur 1 langs de lijn A-A daarvan weergeeft; - figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht toont van een, in het brandbeveiligingssysteem van figuur 1 toegepaste vloeistofopvanginrichting; - figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een reservoir van de vloeistofopvanginrichting van figuur 3 weergeeft; - figuur 5 en 6 enkele details van de in figuur 1 weergegeven brandbeveiligingsinrichting tonen; - figuur 7 zeer schematisch een aantal reservoirs volgens figuur 4 weergeeft die in verbinding staan met een in hoofdzaak gesloten kanaal.

In figuren 1 en 2 onderscheidt men een door een muur 1 van een transformator-station gevoerde hoogspanningskabel 2, waaronder een vloeistofopvanginrichting 3 in de vorm van tegen elkaar aanliggende reservoirs 4 zich (op de vloer 5 van het transformator-station) bevindt. De hoogspanningskabel 2 is via, aan weerszijden van de muur 1 aangebrachte flensdoorvoerbuizen 6 door deze muur 1 geleid. De reservoirs 4 hebben zodanig onderling uitgevoerde overlopen, dat uit de hoogspanningskabel 2 en in de reservoirs 4 lekkende olie - via deze tussen de reservoirs 4 aanwezige overlopen - buitenwaarts overeenkomstig de aangegeven pijlen wordt weggeleid. Langs de randen van de vloeistofopvanginrichting 3 is een opstaande wand 7 uit een brandwerend materiaal aangebracht. Deze wand 7 is voorzien van op de vloer 5 met behulp van bijvoorbeeld ankerbouten bevestigde ü-profielen 8, van loodrecht op deze ü-profielen 8 bevestigde H-profielen 9, en van tussen deze H-profielen 9 aangebrachte, losneembare wandpanelen 10. Tussen de vloer 5 en de U-profielen 8 bevindt zich een rubberen pakking 13.

Figuur 3 geeft de vloeistofopvanginrichting 3. met reservoirs 4 van de figuren l en 2 in perspectief weer. Tussen enkele reservoirs 4 zijn overlopen 11 aangebracht. Om de hoogspanningskabel 2 is eventueel een brandwerende tape 12 aangebracht teneinde de hoogspanningskabel 2 te beschermen en de uitlekking van olie te vertragen.

Figuur 4 toont in perspectief een vloeistof reservoir 4 met verschillend uitgevoerde overlopen 11.

Figuur 5 laat het in figuur 1 met een gestippelde cirkel 14 aangeduide detail vergroot zien. Tussen de wanden van aangrenzende reservoirs 4 is een warmte isolerend pakkingsmiddel 15 (figuur 5a) aangebracht, terwijl de diverse reservoirs 4 met behulp van een klemprofiel 16 (figuur 5b) aan elkaar zijn bevestigd.

Figuren 6a en 6b geven schematisch een bovenaanzicht respectievelijk een zijaangezicht weer van de bevestiging van een wandpaneel (10) in een H-profiel (9), respectievelijk een U-profiel (8) door middel van een moer (17).

In figuur 7 is zeer schematisch weergegeven dat buitenste reservoirs 4 van de vloeistofopvanginrichting in verbinding staan - via overlopen ll - met een kanaal 18 dat langs de vloeistofopvanginrichting loopt.

Opgemerkt wordt dat een brandbeveiligingssysteem overeenkomstig de uitvinding niet alleen kan worden toegepast bij in een transformator-station gevoerde hoogspanningskabels, doch ook bij in de industrie gebruikte hydraulische leidingen of brandstofleidingen enz.

Claims (11)

1. Brandbeveiligingssysteem voor toepassing bij ten minste éénf boven een vloer lopende leiding met een daarin aanwezige brandbare vloeistof, met het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een boven, op of althans gedeeltelijk in de vloer aanbrengbare vloeistofopvanginrichting bevat, die in aangebrachte toestand zich langs althans een deel van de lengte van de leiding uitstrekt.

2. Brandbeveiligingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vloeistofopvanginrichting is voorzien van ten minste twee, tegen elkaar aanliggende reservoirs.

3. Brandbeveiligingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de ten minste twee reservoirs onderling verschillende volumina bezitten, en dat tussen de ten minste twee reservoirs een overloop aanwezig is.

4. Brandbeveiligingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de vloeistofopvanginrichting is voorzien van ten minste vijf tegen elkaar aanliggende reservoirs met een onderlinge overloop, waarbij tussen de wanden van aangrenzende reservoirs een warmte-isolerend pakkingsmiddel aanwezig is, en waarbij de ten minste vijf reservoirs zodanig onderling uitgevoerde overlopen bezitten, dat uit de leiding in de reservoirs lekkende vloeistof via de diverse overlopen buitenwaarts kan worden weggeleid.

5. Brandbeveiligingssysteem volgens 2, 3 of 4, met het kenmerk dat ten minste één van de buitenste reservoirs van de vloeistofopvanginrichting via een overloop in verbinding staat met een althans in hoofdzaak gesloten opvangeenheid.

6. Brandbeveiligingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een in de vloeistofopvanginrichting aanbrengbare stof bevat, die onder vorming van water chemisch kan reageren met de brandbare vloeistof.

7. Brandbeveiligingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een in de vloeistofopvanginrichting aanbrengbaar lichaam met een lager soortelijk gewicht dan dat van de brandbare vloeistof bevat.

8. Brandbeveiligingssysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het lichaam althans gedeeltelijk is voorzien van een, de brandbare vloeistof werende deklaag.

9. Brandbeveiligingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem een althans gedeeltelijk langs de randen van de vloeistofopvanginrichting aanbrengbare, opstaande wand bevat, die in hoofdzaak is vervaardigd uit een brandwerend materiaal.

10. Brandbeveiligingssysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de wand is voorzien van op de vloer te bevestigen U-profielen, van loodrecht op deze ü-profielen te bevestigen H-profielen, en van tussen deze H-profielen aan te brengen vandpanelen.

11. Brandbeveiligingssysteem volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het brandbeveiligingssysteem pakkingsmiddelen bevat die tussen de vloer en de U-profielen, en tussen de H-profielen en de wandpanelen kunnen worden aangebracht.