NL9000574A - Eindaanslag voor schroefdop. - Google Patents

Description

Titel: Eindaanslag voor schroefdop.

De uitvinding heeft betrekking op een eindaanslag voor schroefdoppen, welke verhindert dat dat een dop voorbij een tevoren bepaalde grens wordt geschroefd.

De eindaanslag kan worden toegepast bij het type doppen dat uit kunststof is vervaardigd en kan worden geschroefd op de hals van een fles die bij voorbeeld koolzuurhoudende producten bevat, zoals frisdrank.

Plastic flesdoppen van de boven aangegeven soort hebben het nadeel dat, na enige malen te zijn gebruikt, reeds bij het uitoefenen van een matige draaikracht de weerstand van de de schroefdraad van de fles en van de dop zelf wordt overschreden en de toestand wordt bereikt van z.g.n "gekruiste schroefdraad". De dop en de fles zijn dan onbruikbaar geworden. Daarbij kan het voorkomen dat de flesinhoud of koolzuur ontsnapt met alle inherente nadelige gevolgen.

Om dit probleem het hoofd te bieden zijn enige eisen opgesteld waaraan dergelijke doppen moeten voldoen. Deze eisen betreffen minimale krachten waartegen doppen voor het afsluiten van flessen bestand moeten zijn.

Afhankelijk van het materiaal van de doppen kunnen deze bij bepaalde temperaturen door een juiste keuze van de afmetingen en het ontwerp aan de gestelde eisen voldoen. Boven een bepaalde temperatuur zal echter door de aard van het materiaal van de doppen een zelfde krachtuitoefening tot gevolg hebben dat de schroefdraad niet meer goed past.

Derhalve zijn dopfabrikanten gedwongen geweest doppen in hun geheel zwaarder uit te voeren, hetgeen technisch en economisch ongunstig is.

De uitvinding verschaft een dop van de beschreven soort met een eindaanslag waarmee de geschetste problemen en nadelen effectief worden vermeden, in het bijzonder de temperatuur geen invloed heeft op de effectiveteit van het sluitmechanisme.

Bij de dop volgens de uitvinding blijft de eindaanslag in de spoed van de schroefdraad op de fleshals en verhindert aldus het doordraaien van de dop totdat een overmatige kracht tegen de zijde van de schroefdraad wordt uitgeoefend.

De eindaanslag kan worden gebruikt bij plastic .doppen, in het bijzonder die waarbij het doplichaam is voorzien van inwendige schroefdraad welke kan aangrijpen op schroefdraad op de hals van een fles, waarbij als bijzonder aspect de dop bij voorkeur op de bodemrand is voorzien van een afdichtring en is uitgerust met een tand die aangrijpt in een dwarsribbe van de fies. _

Verder heeft deze dop een inwendige, ringvormige flens of tussenwand voor het instellen van de dop op de mond van een fles, m.a.w. blijft de bovenrand van de fles ingeschoven tussen de flens of concentrische tussenwand en de zijwand van de dop.

Wat de eindaanslag zelf betreft, deze bestaat uit een verdikking bij het binnencontour van de dop, bij voorkeur samenvallend met de binnenrand welke is gevormd tussen de bodem van de tussenwand of binnenflens van de dop, e.e.a. zodanig dat de verdikking op zijn plaats blijft bij de spoed van de eerste enkelvoudige winding van de schroefdraad op de hals van een fles en daar een obstakel vormt dat weerstand biedt ,bij het aandraaien van de dop in de laatste schroeffase.

Bij voorkeur bestrijkt de eindaanslag een boog van ongeveer 75° en is de binnenomtrek daarvan kleiner dan de helft van de buitendiameter van de schroefdraad op de .fleshals.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de eindaanslag voor een schroefdop worden beschreven.

Fig.l is een verticaal langsdoorsnede-aanzicht volgens de hartlijn van een dop die op een fleshals is geschroefd, welke dop is voorzien van de eindaanslag volgens de uitvinding; en fig.2 is een doorsnede-aanzicht in een horizontaal vlak, derhalve haaks op de hartlijn van het samenstel van de dop en de fleshals volgens fig.l.

Volgens de tekening is de eindaanslag volgens de uitvinding aangebracht bij een plastic dop 1 die kan worden geschroefd op overeenkomstige enkelvoudige schroefdraad 2 op de hals van een fles 3, in het bijzonder een fles bestemd voor vloeistoffen, zoals frisdrank en dergelijke.

De dop 1 is op gebruikelijke wijze bij de bodemrand voorzien van een afdichtring 4 met een ringvormige tand 5 die kan grendelen op een dwarsribbe 6 van de fles, terwijl in de bodem van de dop een concentrische tussenwand 7 is aangebracht tussen welke en de binnenwand van de dop de bovenrand van een fleshals past.

De eindaanslag bestaat uit een verdikking met het binnencontour van de dop 1, bij voorkeur aangebracht in de binnenrand tussen de bodem en de concentrische tussenwand 7, zoals blijkt uit het linker deel van de figuren 1 en 2.

Deze verdikking 8 is aangebracht bij de spoed van de eerste sectie 2' van de schroefdraad 2 op de hals van de fles 3 en vormt aldus een obstakel dat het draaien van de dop in de laatste inschroeffase tegenwerkt. Deze verdikking 8 bestrijkt een boog van ongeveer 75° en heeft een binnenomtrek bij de bodem die de helft bedraagt van de buitendiameter van de schroefdraad op de fleshals 3.

Wanneer derhalve de dop 1 wordt geschroefd op de hals van de fles 3, zal een punt worden bereikt waarbij de eerste sectie 2' van de schroefdraad zich bij de verdikking 8 bevindt en het voortbewegen daarvan wordt tegengewerkt totdat een zodanige weerstand wordt ondervonden dat de met de hand op de dop uitgeoefende kracht die nodig is om deze verder te schroeven, groter wordt dan de kracht die als veiligheidsstandaard is vastgesteld.

Het is duidelijk dat deze kracht uitsluitend wordt opgenomen door de verdikking 8 en door de eerste sectie 2' van de schroefdraad 2 van een fleshals 3 en wel zodanig dat de schoefdraad van de fles en natuurlijk ook die van de dop geen zijdelingse overdruk ondervindt, zodat een onbeperkte afdichting van de dop en conservering van de vloeistof m de fles zijn gegarandeerd en waarbij ook geen kans op lekkage aanwezig is.

Claims (2)

1. Eindaanslag voor schroefdoppen van de soort waarbij een dop (1) aan de binnenzijde is voorzien van schroefdraad welke past op schroefdraad (2) op de hals van een fles (3) en de dop (1) is voorzien van een passende afdichtring (4) en is uitgerust met een ringvormige tand (5) welke kan grendelen op een dwarsribbe (6) van de fles, waarbij de dop (1) eveneens is voorzien van een binnenflens (7) die instelbaar is op de mond van de fles (3), gekenmerkt doordat de eindaanslag bestaat uit een verdikking (8) in het binnencontour van de dop (1), bij voorkeur in de binnenrand welke is gevormd tussen de bodem en de binnenflens van de dop, bij de spoed van de eerste sectie (2') van de schroefdraad (2) van de hals van de fles (3), en een obstakel vormt dat het doordraaien van de dop in de laatste fase van het opschroeven tegenwerkt.

2. Eindaanslag volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdikking (8) een boog bestrijkt van ongeveer 75° en de binnenomtrek bij de bodem kleiner is dan de helft van de buitendiameter van de schroefdraad (2) van de hals van de fles (3) .