NL9000406A - Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam. - Google Patents

Description

Inrichting voor het ondersteunen van het menseli.ik lichaam

De uitvinding betreft een inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam, zoals een ondermatras voor een bed of een stoel, voorzien van een gestel alsmede een elastisch steunvlak dat aan tenminste twee tegenover elkaar liggende randen bevestigd is aan telkens een profiel van het gestel. Dergelijke inrichtingen zijn algemeen bekend. Zo is bijvoorbeeld uit NL-A-7405460 een ondermatras bekend waarbij het uit een elastisch netwerk bestaande steunvlak door middel van tand-profielen opgespannen is in het gestel.

Aan deze bekende inrichtingen kleeft een aantal nadelen, die samenhangen met de wijze waarop het steunvlak en het gestel met elkaar verbonden zijn. Als eerste wordt genoemd dat de gezamenlijke afmetingen van de gestelprofielen en de tandprofielen waarmee het steunvlak bevestigd is, aanzienlijk zijn in vergelijking met de afmeting van het steunvlak zelf. Vooral bij een dwarsgespannen steunvlak doet zich dit nadeel gelden. De gecombineerde gestelprofielen en tandprofielen vormen daarbij aan weerszijden van het steunvlak een brede, stijve en daarom oncomfortabele strook.

Als verder nadeel wordt genoemd dat de bevestiging minder aantrekkelijk is. Een ander nadeel is dat de samengestelde ondermatras slechts in zijn geheel afgewerkt kan worden, zodat alle onderdelen noodzakelijkerwijze dezelfde kleur bezitten. Eén en ander vormt een beperking indien men bijvoorbeeld gestel en steunvlak verschillende kleuren zou willen geven, teneinde een breed assortiment te bieden.

Doel van de uitvinding is daarom een inrichting zoals hiervoor beschreven te verschaffen waarbij steunvlak en gestel op gunstiger wijze aan elkaar bevestigd zijn. Dit wordt bereikt doordat elke bevestigings-rand van het steunvlak het bijbehorende gestelprofiel tenminste gedeeltelijk omgeeft. Volgens de uitvinding loopt nu het steunvlak t.o.v. het bijbehorende gestelprofiel verder door dan tot nu toe gebruikelijk is, en kan daarbij dat gestelprofiel gedeeltelijk omgeven. Gevolg daarvan is dat de totale afmeting van het vrij verplaatsbare deel van het steunvlak groter is bij eenzelfde onderlinge afstand van de gestelprofielen. Die afmeting is nu tenminste gelijk aan de afstand tussen de naar elkaar toegekeerde zijden van de profielen, terwijl daarentegen volgens de stand van de techniek die afmeting altijd kleiner is tengevolge van de aanwezigheid van verbindingsmiddelen zoals het tandprofiel. Volgens de uitvinding kan nu bij een dwarsgespannen ondermatras een verhoudings gewijze breed, verend verplaatsbaar steunvlak met verhoudingsgewijze smalle, stijve zijstroken verkregen worden. Volgens een uitvoeringsvorm is voorzien dat de bevestigingsranden van het elastisch steunvlak opliggen op de bijbehorende gestelprofielen. Daarbij wordt verzekerd dat de gestelprofielen min of meer verborgen zijn onder het elastische steunvlak. Het ui terlijk van die gestelprofielen is in dat geval van minder belang; dit betekent dat dergelijke profielen dan bijvoorbeeld louter op grond van hun sterkte- en stijfheidseigenschappen geselecteerd kunnen worden.

Het steunvlak kan een meer of minder groot deel van de gestelprofielen omgeven. In alle gevallen kan daarbij voorzien zijn dat het uiteinde van elke bevestigingsrand bevestigd is aan het bijbehorende gestelprofiel. De bevestiging aan het gestelprofiel kan bijvoorbeeld geschieden met een tandprofiel of een klemprofiel. Indien een dergelijk profiel aangebracht wordt aan de niet zichtbare binnen-of onderzijde van de gestelprofielen, kan ook in dit opzicht een aantrekkelijk uiterlijk verkregen worden.

Volgens een alternatief kan elke bevestigingsrand van het steunvlak door middel van een randlijst bevestigd zijn aan het bijbehorende gestelprofiel. Anders dan bij de hiervoor genoemde bevestigings-profielen, wordt de randlijst juist wel op een zichtbare plaats aangebracht, teneinde het uiterlijk van de inrichting te beïnvloeden.

In dit geval is bij voorkeur voorzien dat elke randlijst door middel van een haakverbinding samenwerkt met het bijbehorende gestelprofiel. Een dergelijke haakverbinding bezit een aanvaardbare gedaante en verzekert verder een voldoend grote sterkte.

Aangezien de randlijst slechts spankrachten hoeft door te leiden, en geen bijdrage hoeft te leveren tot het draagvermogen (bijvoorbeeld buigstijfheid), bestaat er een grote keuzevrijheid met betrekking tot de vorm en het materiaal daarvoor. Voor de randlijst kan bijvoorbeeld een hoogwaardig of apart afgewerkt materiaal worden gebruikt, waardoor de kwaliteitsindruk van de gerede ondermatras versterkt wordt.

Dit effect kan in het bijzonder worden verkregen indien de randlijst om de van het netwerk afgekeerde zijde van het betreffende gestelprofiel gehaakt is.

De betreffende zijde van het gestelprofiel kan daarbij geheel bedekt worden door de randlijst, zodat alleen de laatste zichtbaar is.

De randlijst kan echter ook een eenvoudige, goedkope strook zijn.

Volgens de uitvinding kan ook voorzien zijn dat het gestelprofiel aan de van het steunvlak afgekeerde zijde een langsrichel bezit, en de randlijst aan de overeenkomstige zijde een omgebogen rand bezit die gehaakt is in de langsrichel. Op deze wijze kan een bijzonder betrouwbare en stevige haakverbinding tussen randlijst en gestel worden verkregen, die in stand gehouden wordt door de spankracht in het elastische steunvlak.

Tevens kan de ondermatras volgens de uitvinding zo zijn uitgevoerd, dat de randlijst een omgebogen langsrand bezit die gehaakt is in een zich in de bovenzijde van het betreffende gestelprofiel bevindende langssleuf. Evenals bij de hiervoor genoemde uitvoeringen ligt daarbij de bovenzijde van het steunvlak vrijwel gelijk met de bovenzijde van het gestel, hetgeen eveneens een gunstige invloed heeft op het uiterlijk.

Zoals hiervoor reeds genoemd, kan de randlijst uit verschillende materialen bestaan. Bij voorkeur is echter voorzien dat de randlijsten uit flexibel materiaal bestaan. Een dergelijke randlijst is gemakkelijk aanpasbaar aan verschillende contouren, wat vooral bij matrassen met een verstelbaar hoofd- of voeteneind van belang is.

Onder "flexibel materiaal" wordt daarbij een materiaal verstaan dat op zich buigbaar is, doch waarbij de stijfheid verkregen wordt door het onderliggende gestel.

Het steunvlak kan bestaan uit een uit in elkaar grijpenden schroeflijnen bestaand netwerk, of uit een elastisch vel van bijvoorbeeld een veerkrachtig textielweefsel, een rubber vel of kruisbanden uit textiel.

Bij voorkeur bezitten de gestelprofielen aan de naar het steunvlak gekeerde zijde een van het steunvlak af en naar binnen verlopende wand. Bij deze uitvoering kan de afstand waarover het steunvlak verend beweegbaar is, zo groot mogelijk zijn.

Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van enkele uitvoerings-voorbeelden nader toegelicht worden.

Figuur 1 toont een schematische weergave van een bedgestel.

Figuur 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van een bevestiging van het steunvlak van het bedgestel aan een gestelprofiel.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm.

Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm.

Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm.

Figuur 6 toont een vijfde uitvoeringsvorm.

Het in figuur 1 weergegeven bedgestel bestaat op bekende wijze uit een hoofdgestel 1 alsmede een verstelbaar hoofdeinde 2 en een verstelbaar voeteneinde 3· Beide zijn op bekende, niet afgeheelde wijze ondersteund door bijvoorbeeld een gasveer-hefboom-bedieningsinrichting. Er wordt echter gewezen op het feit dat de uitvinding niet beperkt is tot een ondermatras met een verstelbaar hoofd- danwel voeteneinde. De uitvinding kan net zo goed toegepast worden op een volkomen starre ondermatras, waarbij hoofd- noch voeteneinde verstelbaar zijn. Ook stoelen en dergelijke kunnen uitgevoerd worden met een dergelijk gestel.

De zijprofielen 4 van het gestel zijn onderling verbonden door naar beneden doorgebogen verlopende dwarsstaven 5« Tussen de zijprofielen 4 is een (niet getoond) steunvlak gespannen. Bedacht moet evenwel worden dat de uitvinding ook toegepast kan worden op bekende onderma-trassen waarop een steunvlak zoals een netwerk gespannen is in de leng-te-richting van het gestel.

Zoals in figuur 2 weergegeven, kunnen de gestelprofielen bijvoorbeeld bestaan uit een buis met een cirkelvormige doorsnede. Verder kan het steunvlak 6 bestaan uit een netwerk van in elkaar gedraaide elastische schroeflijnen, doch dat sluit niet uit dat het netwerk ook uit een elastisch vel, bijvoorbeeld van textielmateriaal kan bestaan. Aan de bevestigingsrand is het steunvlak 6 voorzien van een randlijst 7, die de contour van de buis 4 volgt. Aan de tegenoverliggende zijde van het steunvlak 6 is dit op overeenkomstige wijze bevestigd aan de tegenoverliggende buis. Door de voorspanning in het steunvlak 6 worden de rand-lijsten 7 stevig vastgeklemd op de bijbehorende buizen. Uit de figuur is duidelijk dat de effectieve breedte (of lengte) van het steunvlak 6 waarover dit elastisch vrij verplaatsbaar is, groter is dan de onderlinge afstand van de naar elkaar toegekeerde vlakken van de buizen. Daardoor wordt een verhoudingsgewijze groot steunvlak verkregen, terwijl de door de buizen gevormde starre randen daarvan verhoudingsgewijze smal zijn. Verder wordt de buis geheel bedekt door het randprofiel 7* waardoor de buis een minder aantrekkelijk uiterlijk kan bezitten zonder dat dat afbreuk doet aan het ui terlijk van de ondermatras in zijn geheel. Ook wordt aldus een volkomen vlakke bovenzijde verkregen. Daartoe wordt bij voorkeur voor de randlijst 7 een hoogwaardig materiaal gekozen, of een randlijst die aantrekkelijk afgewerkt is. Op één gestel kunnen verschillende netwerken worden toegepast, waardoor een breed assortiment kan worden geboden.

In figuur 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij een gestelprofiel 8 is toegepast dat een bijzondere langsgroef bezit waarin de dwarsverstijvingsprofielen 5 kunnen worden opgenomen. Verder is dit gestelprofiel voorzien van een richel 9, waarin een randlijst 10 gehaakt kan worden bevestigd aan het steunvlak 6. Ook deze uitvoeringsvorm is in esthetisch opzicht aantrekkelijk: de randlijst 10 en het gestelprofiel 8 kunnen nu bijvoorbeeld contrasterende kleuren bezitten waardoor speciale effecten bereikt kunnen worden. In deze uitvoeringsvorm moet natuurlijk ook het gestelprofiel 8 een goed uiterlijk bezitten, aangezien dit goed zichtbaar is.

Zoals weergegeven in figuur 4 kan het steunvlak 6 ook bevestigd worden aan de bijbehorende gestelprofielen zonder dat daartoe een aparte randlijst wordt toegepast. Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 4 is daartoe het steunvlak 6 geheel over de buitenzijde van het profiel 11 geleid. Dit profiel 11 is verder voorzien van een langssleuf 12, waarin het uiteinde 13 van het netwerk kan worden opgenomen. Verder bezit profiel 11 een lip 14, die de tegenoverliggende rand van het profiel 11 overlapt. Door nu de lip 14 bijvoorbeeld door middel van schroeven 15 vast te klemmen op de tegenoverliggende rand van het profiel 11, kan het netwerk 6 op betrouwbare wijze worden vastgeklemd.

Bij de uitvoeringsvorm in figuur 5 is wederom een randlijst 16 toegepast, waarmee het steunvlak 6 bevestigd is aan een gestelprofiel 17. Dit gestelprofiel 17 bezit een naar buiten wijzende lip 18, waarom de randlijst 16 gehaakt is. Verder bezit het gestelprofiel 17 aan de binnenzijde een naar beneden verlopend vlak 19. Aldus wordt verzekerd dat het steunvlak 7 over een zo groot mogelijke breedte of lengte vrij naar beneden beweegbaar is.

Tenslotte is in figuur 6 nog een mogelijke uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij een open cirkelvormig profiel 20 is toegepast. Het steunvlak 6 loopt ook in deze uitvoeringsvorm geheel over de buitenzijde van het gestelprofiel 20. Aan zijn uiteinde is het steunvlak 6 voorzien van een randlijst 21, die gehaak is om een naar binnen gebogen lip 22 van het gestelprofiel. Aangezien de lip 22 en de randlijst 21 zich aan de binnenzijde van het gestelprofiel 20 bevinden, wordt ook hierdoor een in esthetisch opzicht acceptabel gestel verschaft.

Claims (13)

1. Inrichting voor het ondersteunen van het menselijk lichaam, zoals een ondermatras voor een bed of een stoel, voorzien van een gestel alsmede een elastisch steunvlak dat aan tenminste twee tegenover elkaar liggende randen bevestigd is aan telkens een profiel van het gestel, met het kenmerk, dat elke bevestigingsrand van het steunvlak het bijbehorende gestelprofiel tenminste gedeeltelijk omgeeft.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beves-tigingsranden van het elastisch steunvlak opliggen op de bijbehorende gestelprofielen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het uiteinde van elke bevestigingsrand bevestigd is aan het bijbehorende gestelprofiel.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsranden elk door middel van een randlijst bevestigd zijn aan het bijbehorende gestelprofiel.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke randlijst door middel van een haakverbinding samenwerkt met het bijbehorende gestelprofiel.

6. Inrichting volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat elke randlijst om de van het steunvlak af gekeerde zijde van het betreffende gestelprofiel gehaakt is.

7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het gestelprofiel aan de van het steunvlak afgekeerde zijde een langs-richel bezit, en de randlijst aan de overeenkomstige zijde een omgebogen rand bezit die gehaakt is om de langsrichel.

8. Inrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de randlijst een omgebogen langsrand bezit die gehaakt is in een zich in de bovenzijde van het betreffende gestelprofiel bevindende langssleuf.

9. Inrichting volgens conclusie 4 of 5» met het kenmerk, dat de langsrand van de randlijst verdikt is en gehaakt is in een ondergesneden langssleuf.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de randlijsten uit een flexibel materiaal bestaan.

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunvlak een uit in elkaar grijpende schroeflijnen bestaand netwerk is.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1 t/m 10, met het kenmerk, dat het steunvlak een elastisch vel is.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gestelprofielen aan de naar het steunvlak gekeerde zijde een van het steunvlak af en naar binnen verlopende wand bezitten.