NL8903077A - Werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van niet-zwellend deeltjesvormig materiaal. - Google Patents

Werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van niet-zwellend deeltjesvormig materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8903077A
NL8903077A NL8903077A NL8903077A NL8903077A NL 8903077 A NL8903077 A NL 8903077A NL 8903077 A NL8903077 A NL 8903077A NL 8903077 A NL8903077 A NL 8903077A NL 8903077 A NL8903077 A NL 8903077A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
particulate material
fluid
paste
swelling
suspension
Prior art date
Application number
NL8903077A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Baker Hughes Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Baker Hughes Inc filed Critical Baker Hughes Inc
Publication of NL8903077A publication Critical patent/NL8903077A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/60Compositions for stimulating production by acting on the underground formation
    • C09K8/84Compositions based on water or polar solvents
    • C09K8/845Compositions based on water or polar solvents containing inorganic compounds
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F23/00Mixing according to the phases to be mixed, e.g. dispersing or emulsifying
    • B01F23/50Mixing liquids with solids
    • B01F23/51Methods thereof
    • B01F23/511Methods thereof characterised by the composition of the liquids or solids
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/80Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/834Mixing in several steps, e.g. successive steps
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/02Well-drilling compositions
    • C09K8/32Non-aqueous well-drilling compositions, e.g. oil-based
    • C09K8/34Organic liquids
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B21/00Methods or apparatus for flushing boreholes, e.g. by use of exhaust air from motor
    • E21B21/06Arrangements for treating drilling fluids outside the borehole
    • E21B21/062Arrangements for treating drilling fluids outside the borehole by mixing components

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Silicates, Zeolites, And Molecular Sieves (AREA)
  • Colloid Chemistry (AREA)
  • Detergent Compositions (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Description

Werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van niet-zwellend deeltjesvormig materiaal.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een suspensie in een bepaald fluïdum van een niet-zwellend deeltjesvormig materiaal. De suspensie wordt gebruikt voor het tot stand brengen van verhoogde en gecontinuëerde viscositeit in het fluïdum, dat gebruikt wordt voor boren, voltooien of opnieuw bewerken van een ondergrondse olie of gasbron.
Een roterend systeem is de meest gebruikelijke vorm van het boren van een ondergrondse bron. Dit systeem hangt af van de rotatie van een kolom of boorpijp op de bodem waarvan is bevestigd een boorbeitel met meerdere vorken. De boorbeitel snijdt in de aarde en doet de snijdsels zich verzamelen naar mate het boren voortschrijdt. Als resultaat moet een boorfluïdum worden gebruikt om deze snijdsels naar het oppervlak te dragen voor verwijdering, en de bodem van het gat te allen tijde schoon en vrij van snijdsels kan worden gehouden.
In het algemeen gesproken zijn fluïda gebruikt voor het boren, voltooien of opnieuw bewerken van ondergrondse bronnen ofwel van het water-in-olie emulsietype ofwel op waterige basis geweest, waarin kraanwater, zeewater, een pekel, of dergelijke wordt gebruikt als het overwegende basisfluïdum waaraan een verzwaringsmiddel wordt toegevoegd zoals bariet, een kleiachtige stof, zoals bentoniet voor "lichaam", filtratieregelende middelen, dispergeermiddelen, ontvlokkende middelen en andere toevoegingen, die aan de deskundige welbekend zijn.
Recentelijk hebben omgevingsoverwegingen het gebruik van invert emulsies en andere fluïda op koolwater-stofbasis sterk beperkt en onder sommige omstandigheden zelfs verboden, in het bijzonder bij buitengaatse boortoepassingen. In sommige gevallen is het aan de industrie beschikbare alternatief, d.w.z. het gebruik van de conventionele fluïda op waterbasis, niet geheel bevredigend geweest wegens bijvoorbeeld het gebrek aan smeermiddelen, filtratieregelende middelen, en dergelijke, die werkzaam zijn bij de hogere temperaturen en drukken in omgevingen die men zo vaak tegenkomt in de booractiviteiten van vandaag. Derhalve heeft de industrie > aanzienlijk belang bij zogenaamde "synthetische” waterige fluida die niet-milieuverontreinigend zijn en die vele van de gunstige eigenschappen vertonen van de fluida op koolwaterstof basis, zoals smering, filtratieregeling en dergelijke, alles bij aanzienlijk hogere temperaturen dan de typische bedrijfsparameters van fluida op waterbasis. Sommige van dergelijke synthetische fluida worden beschreven in de eveneens ingediende octrooiaanvrage serialnr. 07/128,798, ingediend 4 december 1987, getiteld "Modified Non-Polluting Liquid Phase Shale Swelling Inhibition Drilling Fluid and Method of Using Same", welke beschrijving en conclusies worden geacht hierin te zijn opgenomen. Dergelijke fluida omvatten een vloeibare fase, waaraan een in water oplosbare component is toegevoegd. De vloeibare fase kan verswater, zeewater, pekel, gesimuleerde pekel, of mengsels daarvan zijn. De in water oplosbare component kan een poly-alcohol, glycerine, een glycol, een glycolether, een polypropyleenglycol, een polyethyleen-glycol, een ethyleenoxide-propyleenoxide copolymeer of een alcohol-geïnitiëerde ethyleenoxide-propyleenoxide copolymeer of mengsels daarvan zijn of andere overeenkomstige bestanddelen bevatten, met de in water oplosbare component vormend tussen ongeveer 5 en ongeveer 50 vol.% van het totaal van de vloeibare fase van het fluïdum.
Dergelijke "synthetische" fluida vereisen vaak de toevoeging van bepaald vezelachtig niet-zwellend deeltjesvormig materiaal, zoals asbest, attapulgiet, sepioliet, en andere mineralen en materialen, die de deskundige algemeen bekend zijn en die worden gebruikt voor het opbouwen van viscositeit, en voor andere bekende doeleinden. Dergelijk deeltjesvormig materiaal is relatief ongevoelig voor oppervlaktehydratatie, zwellen van de inwendige laag en osmotische zwelling. In contrast met kleiachtige en andere stoffen die wel zwellen in vloei stoffen, heeft een dergelijk niet-zwellend deeltjesvormig materiaal geen structuur van het roostertype die het toelaat dat een vloeistof wordt geabsorbeerd tussen de lagen evenals op het deeltj esoppervlak. Bovendien is een dergelijk niet-zwellend deeltjesvormig materiaal ook verhoudingsgewijs ongevoelig voor osmotische zwelling die optreedt in structuren van het roostertype omdat de opper-vlakte-ionen meer geconcentreerd zijn dan in de vloeistof zelf.
Opgemerkt werd dat bij het pogen een suspensie te verschaffen van dergelijk niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in oplosmiddelen daarvoor voor volgend inbrengen in dergelijke synthetische fluïda, aanzienlijke moeilijkheden worden ondervonden bij het vormen van een suspensie van het materiaal in het fluïdum. Afhankelijk van het gekozen fluïdum en het deeltjesvormig materiaal komt het soms voor dat aanvankelijk een suspensie zal worden gevormd, die echter niet stabiel is en waarbij het deel-tjesvormig materiaal uit de suspensie in het fluïdum met de tijd neerslaat. Het is noodzakelijk een suspensie te vormen van dergelijk deeltjesvormig materiaal om het materiaal te kunnen gebruiken voor verschillende toepassingen in het boorfluïdum, met inbegrip van het verbeteren en verhogen van de viscositeit.
Gevonden werd dat een stabiele suspensie van een dergelijk niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in uitgekozen synthetische boorfluïda kan worden verschaft door het in contact brengen van het niet-zwellend deeltjesvormig materiaal met een voldoende hoeveelheid van een lid dat bij voorkeur is gekozen uit de klasse bestaande uit water en glycerol, waarbij een "pasta" van dat deeltjesvormig materiaal wordt verschaft. Door het gebruik van het woord "pasta" wordt hierin bedoeld te verwijzen naar het resulterende produkt waarin een materiaal wordt blootgesteld aan een fluïdum in die mate dat het wordt bevochtigd onder vorming van een kleverig, plastisch type materiaal daarna, dat wordt gekneed met een resulterend vloeistofgehalte dat het deeltjesvormige materiaal doet worden tot een massa variërend van een stijf stopverfachtig materiaal tot een kleverige pasta, waarbij toch het contact met en het blootstellen aan de hoeveelheid van het lid, zoals water, enz., dat wordt gebruikt voor het vormen van de pasta onvoldoende is voor het deeltjesvormige materiaal om te worden gesuspendeerd of gedispergeerd of om te verschijnen om te worden gescheiden van het fluïdum.
Na de vorming van de pasta wordt een dergelijke pasta ingebracht in een vooraf bepaalde hoeveelheid van het synthetische boorfluïdum, onder roeren, ter vorming van een suspensie van het deeltjesvormige materiaal in een aanvankelijke pastavorm, zodat een toegenomen viscositeit kan worden tot stand gebracht en gehandhaafd in de tijd door de suspensie in het fluïdum.
Het niet-zwellend deeltjesvormige materiaal dat wordt gebruikt in de onderhavige uitvinding kan elk vezelachtig materiaal zijn dat geen structuur van het rooster-type heeft, zoals de structuur die typisch wordt aangetroffen in bentonitische en andere materialen van het kleiachtige type. Het deeltjesvormige materiaal kan ofwel een mineraal zijn ofwel een andere substituent, zoals asbest. Typisch voor dergelijke niet-zwellende mineralen zijn sepioliet en attapulgiet. De hoeveelheid deeltjesvormig materiaal dat gebruikt wordt in de suspensie, is niet even belangrijk als de hoeveelheid van het fluïde lid dat een oplosmiddel er voor kan zijn en dat wordt gebruikt voor het vormen van de pasta. De fluïda die in aanmerking komen voor gebruik in de onderhavige uitvinding omvatten water en glycerol, en mengsels daarvan. Wanneer water wordt gebruikt als gekozen fluïde lid, kan het ofwel een pekel zijn, brakwater, kraanwater, zeewater of dergelijke. In sommige gevallen kan gedeïoniseerd water worden gebruikt, maar zijn vermogen voor het vormen van een bevredigende pasta kan wat verlaagd zijn ten gevolge van gebrek aan de juiste ioni-satie. Hoewel dit niet volledig wordt begrepen wordt aangenomen dat ionenuitwisseling tussen het lidfluïdum en het deeltjesvormige materiaal iets te maken kan hebben met de reactie die optreedt tussen het deeltjesvormige materiaal en het gebruikte fluïdum lid voor het vormen van de pasta.
De hoeveelheid van het fluïde lid dat gebruikt wordt in de onderhavige uitvinding zal natuurlijk afhangen van het gekozen deeltjesvormige materiaal. In het algemeen gesproken moet het fluïde lid worden verschaft in een hoeveelheid van tussen ongeveer 1,3% tot ongeveer 20 gew.% van de totale hoeveelheid van de fluïdum/lidsamenstelling. In veldtoepassingen kan de hoeveelheid van het fluïde lid gemakkelijk worden berekend voorafgaande aan de vorming van de pasta, en kan het deeltjesvormige materiaal in contact worden gebracht met het fluïde lid door licht besproeien met een slang of een mondstuk en de oppervlakken van het deeltjesvormige materiaal bloot te stellen aan het lidfluï-dum, of op andere bekende en overeenkomstige wijzen te verzekeren dat slechts een pasta wordt gevormd.
De pasta kan worden ingebracht in de synthetische fluïde basis in een niet ter plaatse aanwezig vat voor opvolgende transportering naar de booropstelling, hetzij per boot, truck of anderszins, of kan worden ingebracht in een dergelijk fluïdum terwijl het in feite reeds wordt gecirculeerd in de bron, of op de plaats van de bron en in een gebruikelijke modder voorbereidende put of vultrechter. In ieder geval wordt de pasta ingébracht in een vooraf bepaalde hoeveelheid van het fluïdum onder roeren, zoals door gebruik van een in de handel verkrijgbaar modder "pistool". In de laboratoriumbereiding kan een Hamilton Beach roerder worden gebruikt. Het vaststellen van een bevredigende suspensie kan worden bepaald door visuele indicatie, of met viscositeitsgegevens die aanduiden dat de viscositeit is tot stand gebracht en gehandhaafd in de tijd. Typisch moet de viscositeit van een synthetisch fluïdum worden vergroot door de suspensie met ten minste ongeveer 4 maal hoger dan de viscositeit van het synthetische fluïdum zonder toevoeging van de suspensie, als bepaald met gebruikelijke beproeving, zoals aangegeven in het American Petroleum Institute Standard Bulletin 13-B, Paragraph 2.4, voor berekening en vaststelling van aanvangs- en 30 minuten gelpunten. In de hieronder aangegeven proeven is een dergelijke test gebruikt. Het uitvoeren van een dergelijke test en de berekening van dergelijke gelsterkten, zijn algemeen bekend aan de deskundige, en worden uiteengezet in het American Petroleum Institute Standard Bulletin L3-B, Paragraph 2.4, gedateerd 1 september 1988.
Hoewel andere bekende fluida kunnen worden i gebruikt voor het vormen van een synthetisch boorfluïdum onder toepassing van de suspensievestigende werkwijze van de onderhavige uitvinding, is de onderhavige uitvinding bijzonder nuttig voor het bereiden van een suspensie van dergelijk niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in een synthetisch fluïdum basis gekozen uit de klasse bestaande uit glycol, glycolethers, polypropyleenglycolen, polyethy-leenglycolen, glycerine, ethyleenoxide-propyleenoxide copolymeren, alcohol-geïnitieerde ethyleenoxide-propyleenoxide copolymeren en/of mengsels daarvan. Bij voorkeur wordt het tripropyleenglycol bodemprodukt gebruikt, waaraan de suspensie wordt toegevoegd die een niet-zwellend deel-tjesvormig materiaal in pastavorm bevat.
Voorbeeld 1
Proeven werden uitgevoerd en resultaten geëvalueerd ter bepaling van het vermogen van de onderhavige werkwijze voor het produceren van een stabiele suspensie van bepaald niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in lidfluïda die toegepast werden in de proef. Bij het beproeven werd een "blanco" proef uitgevoerd, waarin het niet-zwellend deeltjesvormig materiaal niet was voorbereid in de vorm van een pasta voor het inbrengen in een fluïdum in een poging voor het bereiden van de suspensie. Bij,de bereiding van een dergelijk "blanco" materiaal voor toepassing in een dergelijke werkwijze werden alle chemicaliën uitgewogen en werd tripropyleenglycol bodemprodukt toegevoegd aan een Hamilton Beach staafmenger. Het tripropyleenglycol bodemprodukt werd geroerd in een dergelijk mengsel gedurende 2 minuten, waarna kraanwater van Houston, Texas werd toegevoegd. Na deze toevoeging van het water werd het gekozen niet-zwellende deeltjesvormige materiaal toegevoegd en gemengd in de menger gedurende 20 minuten. De voor het beproeven gebruikte procedure waarin een pasta van het niet-zwellend deeltjesvormig materiaal eerst was bereid voor het inbrengen in de vloeistof was als volgt: alle chemische materialen werden gewogen waarna het tripropy-leenglycol bodemprodukt werd toegevoegd aan het mengsel en gemengd gedurende 2 minuten. Het gekozen niet-zwellende deeltjesvormige materiaal werd in contact gebracht met water van Houston, Texas, door dit licht te besproeien totdat een pasta werd gevormd. De pasta werd ingebracht in de menger voor het mengen gedurende 20 minuten. In alle gevallen werd 10% van het berekende fluïdum-1idvolume kraanwater gebruikt voor het vormen van de pasta. Na de vorming van de pasta werd deze ingebracht in het tripro-pyleenglycol bodemprodukt voorafgaande aan de meting van de reologische eigenschappen. Reologische eigenschappen van elk materiaal werden dan bepaald bij kamertemperatuur onder toepassing van een Fann 35 A viscometer, en reologische eigenschappen werden bepaald op een bekende wijze, te zamen met aanvangs- en 20 minuten gelsterkten. De hoeveelheid van het niet-zwellende deeltjesvormige materiaal dat was gebruikt voor het bereiden van zowel de "blanco" als het pastamateriaal was een hoeveelheid gelijk aan 10 pounds per barrel van een dergelijk deeltjesvormig materiaal.
Na de introductie van de pasta in het fluïdum, werd een suspensie daarvan onmiddellijk visueel genoteerd. Ook geen suspensie van het niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in het fluïdum in het "blanco" formaat werd genoteerd. De reologische aflezingen duidden erop dat viscositeittoename was vastgesteld en dat een stabiele suspensie was verschaft in de proefprocedure door gebruik van de pastavormingsmethode, d.m.v. aanvangs- en 30 minuten gelaflezingen, die aanzienlijk waren toegenomen boven de gelaflezingen voor de "blanco" proeven.
De resultaten van deze proef worden hieronder uiteengezet in tabel 1.
Tabel 1
Proefno 1 Proefno. 2 droge be- droge be- Toevoegsels in proef vochtigd bevochtigd 1 2 Produkten "blanco" "blanco" __ ___
600 OPM
aflezing 72 112 68 86 150 150 TPGB (g)
300 OPM
aflezing 38 68 39 53 P.V. cps 34 44 29 33 4,8 Sepioliet (g) y.p.
#/100 vierk.voet 4 24 10 20 aanw. gel 2 8 3 7 4,8 Attapul giet (g) 30 min. gel 3 12 4 8 17 17 Kraan water (g)
Voorbeeld II
Er werden proeven uitgevoerd en resultaten geëvalueerd als in voorbeeld I, waarbij de hoeveelheid sepioliet en attapulgiet werd veranderd, evenals de hoeveelheid kraanwater die gebruikt werd voor het vormen van de pasta. In één proef (proef 3-voorbeeld II) werd glycerol gebruikt in plaats van kraanwater voor het vormen van de pasta, en in een andere proef (proef 4-voorbeeld II) werd octanol (een materiaal dat niet binnen de omvang van de uitvinding ligt) gebruikt voor het vormen van de pasta. In al dergelijke proeven werd een bevredigende pasta gevormd en een suspensie in het tripropyleenglycol bodemprodukt materiaal werd visueel genoteerd voorafgaande aan het verkrijgen van reologische aflezingen. In alle proeven, behalve in proef 4, werden in vergelijking met het "blanco” preparaat en de proef, vergrote reologische aflezingen verkregen, en de aanvangs- en 30 minuten gels waren vergroot boven die van de "blanco" proef en het materiaal, hetgeen erop wees dat een bevredigende suspensie was vastgesteld in de tijd en dat een dergelijke suspensie had geresulteerd in een toegenomen viscositeit binnen een dergelijk tripropyleenglycol bodemprodukt fluïdum. De resultaten van deze proef worden uiteengezet in tabel 2, hieronder:
Tabel 2
Proefno. 1 Proefno. 2 Proefno. 3 Proefno. 4 droog/pasta droog/pasta droog/pasta droog/pasta "blanco” "blanco" "blanco" "blanco"
600 OPM
aflezing 78 153 68 124 68 163 63
300 OPM
aflezing 40 93 35 71 35 100 32 P.V. cps 38 60 33 53 33 63 31 Y.P.
#/100 vierk.voet 2 33 2 18 2 37 1
Aanw.gel 1 13 1 9 1 21 1 30 min.gel 1 21 2 19 2 41 2
Toevoegsel in proef #/bbl 1_2_3_4 _Produkten 150 150 150 150 TPGB (g) 4.4 4.4 4.4 Sepioliet (g) 4.4 Attapulgiet (g) 3 3 Kraanwater (g) 3.75 Glycerol (g) __ 3 Octanol (g) 2 en 2.4 gew.% bevochtigend toevoegsel 10 pounds per Barrel klei.
Voorbeeld III
Er werden proeven uitgevoerd en resultaten geëvalueerd voor het bepalen van het vermogen van de onderhavige methode om het mogelijk te maken niet-zwellend deeltjesvormig materiaal te vormen tot een suspensie in bepaalde fluïda voor het vergroten van de viscositeit. Behalve voor niet-zwellend deeltjesvormig materiaal dat gebruikt werd, d.w.z. sepioliet, werd de procedure ook toegepast op een materiaal dat niet een niet-zwellend deeltjesvormig materiaal is, d.w.z. bentoniet. De werkwijze had op een dergelijk zwelbaar klein materiaal met rooster-structuur geen enkel effect.
In het eerste deel van de proef werd een synthetisch boorfluïdum bereid uitgaande van tripropyleenglycol bodemprodukt als vloeibare fase, waaraan een gedeeltelijk gehydrolyseerd polyacrylamide ("PHPA") werd toegevoegd. In tabel 3A werden het sepioliet en het bentoniet niet bereid in de vorm van een pasta voorafgaande aan het inbrengen in het tripropyleenglycol bodemprodukt fluïdum. Wanneer de werk- wij ze volgens de onderhavige uitvinding werd gebruikt voor het vormen van een pasta van de bentoniet en sepioliet materialen, als in tabel 3B, nam een viscositeit toe en trad aanvankelijk visuele observatie op. Echter werd als aangegeven in tabel 3B hieronder bij het testen van bentoniet aanvankelijk gfeen visuele viscositeit zichtbaar terwijl een dergelijke viscositeit duidelijk was wanneer de procedure werd toegepast op een niet-zwellend deeltjesvormig materiaal, d.w.z. sepioliet. De resultaten van deze proef worden uiteengezet in de tabellen 3A , 3B en 3C hieronder:
Tabel 3A
Produkten g q g g g g PHPA 42,8 47,1 30 TPGB 100 100 100 100 50 180
Sepioliet 10 40 10,8
Bentoniet 20
Polyglycol E200 20
Verz. NaCl pekel 9,5
Visuele viscositeit nee nee nee nee gering nee
Tabel 3B
Na het bevochtigen van het sepioliet met pekel tot een pasta is gevormd
Produkten _g g g q q q PHPA 63 63 63 63 TPGB 135 137 133 120
Sepioliet klei 5,4 4 6,7 4 2% NaCl pekel 4,7 3,5 5,8 20,8 (3,3%) (2,5%) (4,2%) (14,7%)
Visuele viscositeit ja ja ja ja
Tabel 3C
Produkten g g g g g g PHPA 63,0 63,0 63,0 63,0 TPGB 137,0 137,0 94,0 128,0
Sepioliet klei 4,0 4,0 4,0 2,0
Bentoniet klei 12
Polyglycol E200 137,0 2% NaCl pekel 10,5 3,5 3,5 41,0 10,0 (7,1%) (2,5%) (2,5%) (30,3%) (7,2%)
Visuele viscositeit nee ja ja ja ja
Hoewel de uitvinding is beschreven in termen van specifieke uitvoeringsvoorbeelden die in detail zijn uiteengezet, wordt opgemerkt dat dit slechts ter illustratie is en dat de uitvinding niet noodzakelijk daartoe is beperkt, aangezien alternatieve uitvoeringsvormen en werkingstechnieken de deskundige duidelijk zullen worden met het oog op de onthulling. Dienovereenkomstig worden wijzigingen beoogd die kunnen worden gemaakt zonder de geest van de beschreven uitvinding te verlaten.

Claims (5)

1. Een werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van een niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in een fluïdum, met het kenmerk, dat een niet-zwellend deeltjesvormig materiaal in contact wordt gebracht met een voldoende hoeveelheid water, glycerol of mengsels daarvan, voor het verschaffen van een pasta van dit deeltjesvormig materiaal; en welke pasta wordt ingebracht in een vooraf bepaalde hoeveelheid van dit fluïdum, onder roeren, het verschaffen van een suspensie van deze pasta en toegenomen viscositeit kan worden vastgesteld en gehandhaafd door deze suspensie in dit fluïdum.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het niet-zwellend deeltjesvormig materiaal sepioliet, attapulgiet, asbest, of mengsels daarvan is.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoeveelheid water, glycerol of mengsel daarvan is van tussen 1,3% en 20 gew.% van de totale hoeveelheid van de samenstelling.
4. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 3, m e t het kenmerk, dat de toegenomen viscositeit ten minste 4 maal hoger is dan de viscositeit van het fluïdum zonder de toevoeging van deze suspensie.
5. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 4, m e t het kenmerk, dat dit fluïdum is glycerine, glycol, glycolethers, polypropyleenglycolen, polyethyleenglycolen, ethyleenoxide-propyleenoxide copolymeren, alcohol-geïni-tiëerde ethyleenoxide-propyleenoxide copolymeren en/of mengsels daarvan.
NL8903077A 1988-12-16 1989-12-15 Werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van niet-zwellend deeltjesvormig materiaal. NL8903077A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US28758388A 1988-12-16 1988-12-16
US28758388 1988-12-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8903077A true NL8903077A (nl) 1990-07-16

Family

ID=23103538

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8903077A NL8903077A (nl) 1988-12-16 1989-12-15 Werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van niet-zwellend deeltjesvormig materiaal.

Country Status (5)

Country Link
AU (1) AU4687389A (nl)
FR (1) FR2640520A1 (nl)
GB (1) GB2226964B (nl)
NL (1) NL8903077A (nl)
NO (1) NO895075L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5942468A (en) * 1998-05-11 1999-08-24 Texas United Chemical Company, Llc Invert emulsion well drilling and servicing fluids
US6451743B1 (en) * 2000-11-14 2002-09-17 Chevron Phillips Chemical Company Lp Stable liquid suspension compositions and method of making and use thereof
WO2019034476A1 (de) * 2017-08-17 2019-02-21 Basf Se Verfahren zur herstellung von flüssigen formulierungen enthaltend fasern
WO2019034472A1 (de) 2017-08-17 2019-02-21 Basf Se Verfahren zum transport und lagern von fasern

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1913640A1 (de) * 1968-03-22 1970-10-15 Columbian Carbon Pigmentdispersion und Verfahren zu ihrer Herstellung
DE3128477A1 (de) * 1981-07-18 1983-02-03 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Verfahren zur herstellung von waessrigen suspensionen von feinteiligem titandioxid
US4719021A (en) * 1984-11-28 1988-01-12 Sun Drilling Products Corporation Shale-stabilizing drilling fluids and method for producing same
US4780220A (en) * 1987-05-26 1988-10-25 Hydra Fluids, Inc. Drilling and completion fluid
US4830765A (en) * 1987-12-04 1989-05-16 Baker Hughes Incorporated Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid and method of using same
NO177011C (no) * 1988-03-14 1995-07-05 Shell Int Research Vannbasert borefluid

Also Published As

Publication number Publication date
FR2640520A1 (fr) 1990-06-22
GB2226964B (en) 1992-09-09
GB2226964A (en) 1990-07-18
GB8928476D0 (en) 1990-02-21
NO895075D0 (no) 1989-12-15
NO895075L (no) 1990-06-18
AU4687389A (en) 1990-06-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2039490C (en) Oil based synthetic hydrocarbon drilling fluid
US5587354A (en) Drilling fluid and drilling fluid additive
Fink Water-based chemicals and technology for drilling, completion, and workover fluids
CA2170569C (en) Improved water-based drilling fluids for reduction of water adsorption and hydration of argillaceous rocks
US8603951B2 (en) Compositions and methods for treatment of well bore tar
US4498995A (en) Lost circulation drilling fluid
AU628561B2 (en) Use of selected oleophilic ethers in water-based drilling fluids of the o/w emulsion type and corresponding drilling fluids with improved ecological acceptability
US4941981A (en) Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid
US4830765A (en) Modified non-polluting liquid phase shale swelling inhibition drilling fluid and method of using same
EP0453625B1 (en) Drilling methods and composition of fluid therefor
US4531594A (en) Method and compositions for fluid loss and seepage loss control
USH1611H (en) Glycols as internal phase in oil well drilling fluids
RU2698389C1 (ru) Высокоингибированный безглинистый эмульсионный буровой раствор
RU2072383C1 (ru) Водосмачивающаяся добавка для бурового раствора, способ ее получения и способ бурения скважины
US5678631A (en) Process for removing solids from a well drilling system
US5755295A (en) Modular drilling fluid system and method
US5942467A (en) Drilling fluid system containing a combination of hydrophilic carbon black/asphaltite and a refined fish oil/glycol mixture and related methods
Deville Drilling fluids
JPS5923748B2 (ja) 水性掘さく液
US3123559A (en) Hccjhio
NL8903077A (nl) Werkwijze voor het verschaffen van een stabiele suspensie van niet-zwellend deeltjesvormig materiaal.
US5843872A (en) Drilling fluid system and related methods
US3738934A (en) Oil base drilling fluid composition and process
US5773390A (en) Chemical additive for removing solids from a well drilling system
Igwilo et al. Evaluation of Pleurotus as Fluid Loss Control Agent in Synthetic Base Mud for Oil and Gas Drilling Operations

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed