NL8902984A

NL8902984A - Werkwijze voor het extraheren van vet/olie uit vette vis.

Info

Publication number: NL8902984A
Application number: NL8902984A
Authority: NL
Original assignee: Sildolje & Sildemelind Forsk
Priority date: 1988-12-05
Filing date: 1989-12-04
Publication date: 1990-07-02
Also published as: GB2226044A; DK609989A; IS1628B; GB2226044B; NO885394D0; DE3940239A1; NO165764B; IS3523A7; NO165764C; NO885394L; GB8927237D0; DK609989D0

Description

V.O. 0002371

Werkwijze voor het extraheren van vet/olie uit vette vis.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het extraheren van vet/olie uit vette vis.

Volgens de bekende praktijk wordt de olie van vis geëxtraheerd door warmtebehandeling en persen van fijngemaakte vis (vismateriaal). Hierdoor wordt ëên oliefractie verkregen welke olie bevat uit de verschillende delen van de vis.

De olie/het vet bezit echter een variërende samenstelling afhankelijk van waar de olie/het vet in de vis aanwezig is, b.v. in het visvlees of in de ingewanden.

Voor bepaalde applicaties moet daarom een fysische scheiding van visvlees en -ingewanden of een latere scheiding van de olie worden uitgevoerd, iets wat zowel erg gecompliceerd als duur kan zijn.

Een doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een werkwijze waarbij de extractie van de olie alvast een zekere scheiding geeft.

Dienovereenkomstig ligt de onderhavige uitvinding in een werkwijze welke omvat het heel houden van de vis in warm water, tot hij een temperatuur van 40 - 100°C bereikt heeft, waarbij een eerste oliefractie uit de vis geïsoleerd wordt en van het warme water afgescheiden wordt, en het verwijderen van de warme, hele vis uit het water en persen van de vis, waarbij een oliebevattende persvloeistof gevormd wordt waaruit een tweede oliefractie afgescheiden wordt.

Temperaturen van ten minste 40°C worden gebruikt, zodat enzymen in de vis geïnactiveerd zullen blijven. Bij voorkeur wordt de werkwijze uitgevoerd boven 60°C omdat het merendeel van het waterbindende proteïne coaguleert bij dergelijke temperaturen.

Door de hele vis in warm water te houden, komt de geïsoleerde olie voornamelijk van het visvlees (de spieren), terwijl de tweede oliefractie, welke uit de persvloeistof geëxtraheerd wordt, resterende olie van het visvlees samen met olie van de ingewanden en buikinhoud bevat.

De eerste fractie bezit een blekere kleur dan de tweede fractie, iets dat te wijten is aan vet-oplosbare pigmenten van de buikinhoud en de ingewanden, die eerst in de tweede fractie losgelaten worden.

Het gehalte aan niet-verzeepbare bestanddelen is het laagst in de eerste fractie en het verschil kan groot zijn, iets wat duidelijk uit een van de onderstaande voorbeelden naarvoren komt.

Uit lodde (Mallotus villosus) en haring wordt tot aan 40 gewichtsprocent van het vet van de vis geïsoleerd in de eerste fractie.

Het is mogelijk middels de werkwijze volgens de uitvinding vet/olie uit vis te fractioneren op een relatief eenvoudige wijze en daarbij de speciale samenstelling van elke fractie op een betere wijze dan tot dusver, waar één fractie verkregen werd, te gebruiken. De voorwaarden is wel dat vette vis gebruikt wordt omdat deze vis vet in het visvlees heeft.

De uitvinding zal nu geïllustreerd worden aan de hand van de volgende Voorbeelden:

Voorbeeld 1.

100 kg aas-vrije haring werd in ca. 250 1. water in een container bij een temperatuur van ongeveer 90°C gedurende zo'n 0,30 uur gehouden. Daarna werd de warme haring, welke 90 kg woog, uit de container genomen. Uit het overblijvende water werd 7 kg olie in een separator geïsoleerd als eerste fractie. De olie was een beetje goud van kleur.

De verwijderde haring werd in een pers gelegd, waarbij 18 kg olie uit de gevormde persvloeistof geëxtraheerd werd als tweede fractie. Deze olie was goud van kleur.

Resultaten:

Fractie 1 Fractie 2

Hoeveelheid olie: 7 kg 18 kg

Kleur: transparant/goud goud

Vrije vetzuren: 0,3% .0,4%

Niet-verzeepbaar materiaal: 0,4% 0,6%

Joodgetal: 152 151

Voorbeeld 2.

100 kg aasbevattende lodde werd in ca. 250 1. warm water gedurende zo'n 0,30 uur bij een temperatuur van ongeveer 80°C in een container gehouden. Daarna werd de lodde, welke 56 kg woog, uit de container genomen. Uit het water werd zo'n 6 kg olie geïsoleerd in een separator als eerste fractie. Deze fractie bezat een sterk gouden kleur.

De verwijderde lodde werd in een pers gelegd, en uit de gevormde persvloeistof werd ongeveer 8 kg olie geëxtraheerd als een tweede fractie. Deze olie was oranje van kleur, vanwege het gehalte aan het pigment astaxanthine.

Resultaten:

Fractie 1 Fractie 2

Hoeveelheid olie: 6 kg 8 kg

Kleur: goud/oranje rood/oranje

Vrije vetzuren: 1,2% 2,1%

Onverzeepbaar materiaal: 0,6% 2,1%

Joodgetal: 135 143

Cholesterol: 0,09% 0,37%

Vetzuur

Samenstelling 1 ^ 12:0 : 0,09% 0,07% 14:0 : 5,28% 5,02% 16:0 : 8,90% 9,37% 18:0 : 0,69% 0,76% 20:0 : 0,13% 0,06% 16 :1 ω7 : 5,93% 5,74% 18:1( ω9+ ω5) : 8,37% 8,67% 20:1( ω9+ ω7) : 18,43% 18,20% 22:1(ω11+ω9+ω7): 24,71% 24,65% 24:1ω9 : 0,57% 0,59% 16:2ω4 : 0,57% 0,56% 16:4ω1 : 0,80% 0,69% 18:2x6 : 1,24% 1,21% 18:3x6 : 0,10% 0,07% 18:3x3 : 0,67% 0,64% 18:4x3 : 5,61% 5,33% 20:2^6 : 0,26% 0,26% 20:3x6 : 0,06% 0,06% 20:4ω6 : 0,25% 0,25% 20:4x3 : 0,64% 0,61% 20:5x3 : 6,34% 6,80% 21:5ω2 (?) : 0,29% 0,30% 22:5ω3 : 0,47% 0,51% 22:6ω3 : 4,46% 5 Ζω3: 18,19% 18,80%

Zoals duidelijk blijkt uit Voorbeeld 2 bevindt ca. 40% van de olie zich in de eerste fractie.

In de werkwijze volgens de uitvinding wordt de hele vis gebruikt. Dit is nogal wezenlijk. Een leeghaalbewerking zal het mogelijk maken de visspierenzymen (lipasen, protea-sen) uit de ingewanden te leveren, iets wat de kwaliteit van het vet kan verminderen. Leeghalen/fileren wordt ook duur en begrenst de capaciteit, in het bijzonder voor lodde. Daarnaast zal zo'n bewerking de opbrengst, als je denkt aan onderhuidsvet, verminderen.

Vanwege de stabiliteit van de olie lijkt lodde in het bijzonder geschikt voor het proces. Maar ook haring, "tobbis" en andere vette vis kan gebruikt worden.

Claims

1. Werkwijze voor het extraheren van vet/olie uit vette vis, met het kenmerk, dat de vis heel wordt gehouden in warm water, tot hij een temperatuur van 40-100°C bereikt heeft, waarbij een eerste oliefractie uit de vis geïsoleerd wordt en van het warme water afgescheiden wordt, en de warme, hele vis uit het water verwijderd wordt en de vis geperst wordt, waarbij een oliebevattende persvloeistof gevormd wordt waaruit een tweede oliefractie afgescheiden wordt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vis in het warme water wordt gehouden tot hij een temperatuur van ca. 60°C bereikt heeft.