NL8902881A - Buisleiding voorzien van buisvormige binnenbekleding met aftakverbinding. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Buisleiding voorzien van buisvormige binnenbekleding met aftakverbinding.

Door Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd A.G.H. Meijers te Zwolle.

De uitvinding heeft betrekking op een buisleiding met tenminste een zijleiding met zijleidingbinnenwand, waarbij tenminste in de buisleiding een buisvormige binnenbekleding is opgenomen, welke buisvormige binnenbekleding ter plaatse van een zijleiding voorzien is van een doorboring, en waarbij een buitenoppervlak van een vanaf de binnenzijde van de buisleiding ingebracht aftakzadel samenwerkt met de binnenzijde van de binnenbekleding en de spruit van dit aftakzadel zich door de doorboring uitstrekt in een zijleiding, terwijl met een buiswand en het aftakzadel samenwerkende bevestigingsmiddelen het buiszadel fixeren.

Een dergelijke buisleiding met daarin een van buitenaf aangebrachte buisvormige binnenbekleding, voor renovatie of reparatie van de buisleiding, en een vanaf de binnenzijde van de buisleiding door een doorboring in de binnenbekleding naar buiten gestoken aftakzadel is bekend. Hierbij wordt het zadel vanaf de buitenzijde door middel van een op een buitendraad van de spruit aangebrachte en bewegende moer en een schouderorgaan tegen de buisvormige binnenbekleding aangetrokken.

Deze bekende aftakverbinding heeft het grote nadeel dat men vrijwel altijd een put moet graven om de aftakverbinding te vormen, daar men moeilijk deze verbinding kan vormen in bestaande ondergronds liggende zijleidingen, zoals dit algemeen voorkomt bij bestaande rioleringslei-dingen van beton en dergelijke.

Bovendien zou bij toepassing van een dergelijke aftak- verbinding zonder opgraven een aanzienlijke vermindering van de bestaande doorvoer van of naar de bestaande zijleiding optreden.

Tenslotte is het niet uitgesloten dat bij de bekende aftakverbinding geen goede afdichting tussen een kunststof-zadel en kunststofbinnenbekleding tot stand komtf waardoor door dergelijke buisleidingen, getransporteerd medium, zoals water, binnen kan dringen in de ruimte tussen buisvormige binnenbekleding en binnenzijde van de buisleiding.

Aangezien men echter juist dergelijke buisvormige binnenbekledingen aanbrengt in buisleidingen, meer in het bijzonder rioleringsleidingen die in de loop der jaren beschadigd zijn geraakt is dit vanuit milieutechnisch oogpunt onaanvaardbaar.

Bovendien zou voor rioolleidingen die onder grond-waterniveau liggen de bestaande ongewenste situatie, dat door lekkage gronddeeltjes en water in de buis spoelen met risiko's van verzakkingen en ongewenste belasting van rioolwaterzuiveringsinstallaties, niet of onvoldoende worden opgeheven.

De uitvinding beoogt nu een buisleiding van het hierbovengenoemde type te verschaffen waarbij deze nadelen niet optreden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de uitsluitend vanaf de binnenzijde van de kombinatie van buisleiding en zijleiding(en) inwerkende bevestigingsmiddelen samenwerken met een zich binnen de kombinatie van buisleiding en vast hiermee verbonden zijleidingen uitstrekkende wand en afdichtmiddelen aangebracht zijn tussen buitenoppervlak van het aftakzadel en binnenzijde van de binnenbekleding.

Op deze wijze is gewaarborgd dat geen vloeibaar medium aan de buitenzijde van de binnenbekleding terecht kan komen of deeltjes of grondwater vanuit de omliggende grond in de buisleiding.

Anderzijds ontstaat geen belangrijke vernauwing in de doorvoer en is een gelijkmatige overgang mogelijk naar een zijleiding wanneer deze zijleiding een geheel vormt met de buisleiding.

Door een dergelijk zadel van binnenuit de leiding aan te brengen zijn bovendien geen plaatselijke opgravingen nodig.

Met voordeel bestaan de afdichtmiddelen uit een afdichting van elastisch materiaal, meer in het bijzonder uit een onder invloed van door de buisleiding getransporteerd medium, zoals water, zwelbaar elastisch materiaal.

Door een goede bevestiging van het aftakzadel kan de afdichting van elastisch materiaal tussen zadel en binnenzijde van de binnenbekleding goed gedeformeerd worden en komt op deze wijze een onberispelijke afdichting tot stand.

De bevestigingsmiddelen kunnen bestaan uit een lijm of lasverbinding. Met voordeel vormen de bevestigingsmiddelen tezamen met de afdichtingsmiddelen één verbinding, waarin tegelijkertijd fixering van het zadel en afdichting gecombineerd zijn.

Doelmatig zijn de bevestigingsmiddelen gekozen uit een thermisch/mechanische verbinding tussen de buitenwand van het zadel en de binnenwand van de buisvormige binnenbekleding en/of de binnenwand of de buisvormige binnenbekleding van een zijleiding, een mechanische verbinding met de binnenzijde van een zijleiding, en een klemmende samenwerking tussen de spruit van het aftakzadel en een binnenwand van een zijleiding.

Voor het aanbrengen van het aftakzadel wordt in een tevoren in een buisleiding, ter bescherming van deze buisleiding, aangebrachte buisvormige binnenbekleding ter plaatse van een zijleiding door een robot een opening gesneden en daarna wordt de spruit van een aftakzadel door deze opening in de zijleiding gedrukt, terwijl tegelijkertijd doelmatig afdichtingsmateriaal is aangebracht tussen de buitenzijde van het buiszadel en de binnenzijde van de buisvormige binnenbekleding afwezig kan zijn.

Het spreekt vanzelf dat bij het toepassen van een las-verbinding of lijmverbinding ook een dergelijk elastisch afdichtingsmiddelmateriaal tussen aftakzadel en binnenzijde van binnenbekleding afwezig kan zijn.

Zeer doelmatig is het spruitstuk aan de buitenzijde omgeven door elastisch materiaal dat een afdichting vormt tussen de buitenzijde van de spruit en de binnenzijde van de zijleiding, waarbij men niet alleen moet streven naar een goede afdichting, doch bovendien naar een goed geleidelijk verloop tussen spruit en zijleidingswand.

Met voordeel is het zadel uitgevoerd met een enigszins flexibele plaat, waardoor de aansluiting ook kan plaatsvinden als de uitwendige diameter van het zadel en de inwendige diameter van de binnenbekledingsbuis niet volledig overeenstemmen, dan wel wanneer de aansluiting niet volledig radiaal plaatsvindt.

Met veel voordeel is de verbetering tussen spruit en zadel enigszins flexibel zodat kleine variaties in de aansluithoek kunnen worden opgevangen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van een tekening, waarin: Fig. 1 - een doorsnede toont van een eerste uitvoeringsvorm van een buisleiding met zijleiding en aftakverbinding volgens de uitvinding;

Fig. 2 - een variant van een aftakverbinding;

Fig. 3 - een andere uitvoeringsvorm van een buisleiding volgens de uitvinding;

Fig. 4, 5, 6, 7, 8 en 9- verschillende varianten van de afdichting tussen de spruit van een aftakzadel en binnenzijde van een zijleiding of de binnenbekleding van een zijleiding.

In fig. 1 is een buisleiding 1, bijvoorbeeld een betonnen rioleringsleiding, aangegeven met een hiermee vast verbonden zijleiding 2.

Om lekkage door beschadigingen in de leiding 1 te voorkomen, is in de binnenzijde van de buisleiding 1 een buisvormige binnenbekleding 3 aangebracht waardoor door de leiding 1 getransporteerd rioolwater niet meer door deze beschadigingen in de omgevende grond terecht kan komen.

Voor het inbrengen van een dergelijke buisvormige binnenbekleding 3 kan deze buigzame binnenbekleding in platgedrukte toestand via een mangat in de buisleiding gebracht en vervolgens door verwarming weer uitgezet worden tot de gewenste buisvorm.

Ook andere werkwijzen zijn mogelijk, zoals het inschuiven van de buisvormige binnenbekleding 3 in de stijve ronde vorm, waarbij de dan gevormde ruimte tussen de binnenzijde van de buisleiding en de nieuw ingebrachte binnenbekleding na aanbrengen van de aftakking dient te worden opgevuld. Als materiaal voor de binnenbekleding komen in het bijzonder thermoplastische thermoplastische kunststoffen als polyetheen en polyvinylchloride in aanmerking, echter ook thermohardende kunststoffen, zoals vezel-versterkte polyester zijn toepasbaar. De keuze is echter niet tot deze materialen beperkt.

Ter plaatse van een zijleiding 2 wordt de buisvormige binnenbekleding 3 door een robot voorzien van een doorboring 4.

Het buitenoppervlak 5 van een, vanaf de binnenzijde 15 van de buisleiding 1 aangebracht, aftakzadel 6 ligt tegenover de binnenzijde 7 van de binnenbekleding 3, terwijl de spruit 8 van aftakzadel 6 zich door de doorboring 4 uitstrekt in de zijleiding 2. Tussen de buitenzijde 5 van aftakzadel 6 en binnenzijde 7 van buisvormige binnenbekleding 3 is een afdichting 11 van elastisch materiaal aangebracht, in het bijzonder elastisch materiaal dat onder invloed van water zwelt. Vanzelfsprekend kan men hiervoor ook een opschuimbare rubber massa gebruiken die men na aanbrengen met behulp van verwarmingsmiddelen opschuimt.

Voor het fixeren van het aftakzadel 6 zijn thermisch/ mechanische bevestigingsmiddelen 9 aanwezig zoals spijkertjes, nageltjes, schroefjes met eventueel weer-haakjes, die zonodig van te voren warm gemaakt zijn voor een betere indringing in de binnenbekleding 3. Dit verdient vooral de voorkeur bij polyetheen meer dan bij polyvinylchloride.

Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen verenigd met afdichtmiddelen tot een lasverbinding 12 of een lijmverbinding 13.

In gevallen waarbij niet volledig zeker is dat de lasverbinding 12 of lijmverbinding 13 een volledige afdichting rondom kan garanderen, is toepassing van afzonderlijke afdichtmiddelen 11 voordelig.

In plaats van een thermische/mechanische verbinding 9 kan men ook de spruit 8 vastzetten door een klikverbinding 9' tussen de rand 24 van binnenbekleding 3 en spruit 8 van het aftakzadel. In elk geval moet daarbij de opening in de binnenbekleding 3 kleiner zijn dan in de buisleiding 1 (fig. 3).

Vanzelfsprekend kan men het zadel ook vastzetten met behulp van een mechanische verbinding aan de binnenzijde van de zijleiding, bijvoorbeeld door stalen tanden met weerhaak jes of een klemverbinding met konisch gedeelde klemring.

Een zeer geschikte afdichting tussen het aftakzadel en de zijleiding kan verkregen worden door voor inbrengen de spruit 8 in diameter te krimpen en na aanbrengen te verwarmen waardoor de spruit 8 tengevolge van het thermoplastisch geheugen van thermoplastische kunststoffen weer zijn oorspronkelijke vorm zal innemen onder klemmend samenwerken van de binnenwand 10 van zijleiding 2 met buitenwand 23 van spruit 8 (fig. 1).

Bij de overgang van de spruit 8 op de binnenzijde van de zijleiding 2, die al dan niet ook voorzien is van een buisvormige binnenbekleding 3a, verdient het aanbeveling om een vloeiende overgang te verkrijgen om aankoeken en eventueel verstoppen van dergelijke zijleidingen, vooral bij rioolleidingen, zoveel mogelijk tegen te gaan.

Afdichting met alleen een rubberafdichtring is weliswaar mogelijk maar minder aantrekkelijk daar men dan bovendien gebonden is aan één maat rubberring, terwijl geringe variaties van de inwendige diameter van de zijleiding toch opgevangen moeten worden, zodat zeer vele uitvoeringen van het aftakzadel 6 met verschillende diameters van spruit 8 nodig zouden zijn. Bovendien is altijd een ring van betrekkelijk grote afmetingen nodig, die tot weinig flexibiliteit leidt en tot een te grote diameter-reduktie tussen zijleiding en spruit 8.

Voor het verkrijgen van een goede vloeiende overgang kan men de ruimte tussen de buitenzijde van de spruit 8 en de binnenwand 10 van de zijleiding 2 volschuimen met schuimstof-materiaal 14.

Men kan echter ook met voordeel (zie fig. 5) gebruik maken vaneen door een expandeerbare klemring 16 aanvankelijk in gecomprimeerde toestand gehouden rubberafdichting, welke ring 16 men na inbrengen van het zadel laat expanderen tot de toestand 16', zodat de rubber afdichting 15 tegen de binnenwandvan de zijleiding wordt gedrukt. De klemring 16 kan bijvoorbeeld een gespannen verend element (zoals een veer) zijn die mechanisch, of elektrisch door smelten van een soldeerverbinding, gelost wordt.

Met bijzonder voordeel kan men ook gebruik maken van een spruit met goed stromingsprofiel 22 en in water opzwel-bare rubberring 17 voor de afdichting (zie fig. 6) waardoor een groter diameterbereik met een bepaald aftakzadel 6 mogelijk is. Bovendien kunnen hierdoor spelingen goed opgevangen worden.

Voor het verkrijgen van een goed vloeiend verloop en goede afdichting en bevestiging vanhet uiteinde van spruit 8 met de binnenzijde 10 van de zijleiding 2 kan men ook gebruik maken van een eventueel konisch toelopende spruit 8a die men na aanbrengen van het zadel 6 optrompt met een ballon 18 met drukmedium (zie fig. 4) tot de opgetrompte spruit 8 aanligt tegen de binnenwand 10 van zijleiding 2.

Bij het optrompen wordt spruit 8a vanzelfsprekend in situ verwarmd, bijvoorbeeld met eenelektrisch geleidend ingebouwd element, of met een elektrisch geleidende kunststof of dergelijke.

Fig. 9 toont een nog andere uitvoeringsvorm waarbij in de zijleiding 2 een binnenbekleding 3a is opgenomen in de vorm van een ribbenbuis met ribben 21 en uitwendige groeven 19. In een groef 19 is een afdichtring 20 opgenomen die afdichtend samen kan werken met de binnenwand 21 van spruit 8.

De voorbeelden tonen alle een aansluiting onder een hoek van 90° tussen buisleiding 1 en zijleiding 2, het is echter duidelijk dat ook aansluitingen onder andere hoeken, bijvoorbeeld onder een hoek van 45°, mogelijk zijn.

Fig. 7 toont een nog andere uitvoeringsvorm waarbij een rubberririg 25 in een groef 26 in de spruit 8 afdicht op de buitenwand 27 van een gladde losliggende binnenbekleding 28 in de zijleiding 2. Ook een aansluiting tussen spruit 8 en binnenbekleding 3a door middel van een krimpkous is mogelijk.

Het zadel 6 is hier gefixeerd door een of meer vast met de spruit 8 verbonden tanden 9 die tegen de binnenwand 10 van zijleiding 8 aanliggen en terugtrekken van het zadel 6 verhinderen.

Tenslotte toont fig. 8 een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm.

Hierbij is de zijleiding 2 voorzien van een binnenbekleding 3a in de vorm van een ribbenbuis met ribben 21 en uitwendige groeven 19. In een groef 19 is een afdichtring 20 opgenomen die afdichtend samenwerkt met een huls 29. Het uiteinde van de huls 29 is voorzien van afdichtmiddelen 30 die samenwerken met de spruit 8 van het zadel 6.

De huls 29 kan bijvoorbeeld met een klikverbinding op de binnenbekleding 3a bevestigd zijn. De fixatie van zadel 6 kan weer door middel van bijvoorbeeld een lasverbinding 12, of met tandjes in de zijleiding of dergelijke plaatsvinden. Deze variant heeft als voordeel dat de inwendige diameters van binnenbekleding 3a en spruit 8 nagenoeg gelijk kunnen zijn wat stromingstechnische voordelen biedt en de uitwendige diameter van spruit 8 zo klein mogelijk is, waardoor de opening na binnenbekleding 3 in de buisleiding 1 zo klein mogelijk is en bovendien zadel 6 gemakkelijk ingebracht kan worden. Gewoonlijk zal hierbij de binnenbekleding 3a kompleet met huls 29 in de zijleiding 2 worden gebracht, waarna het zadel 6 wordt gemonteerd.

Claims (17)

1. Buisleiding (1) met tenminste een zijleiding (2) met zijleidingbinnenwand (10), waarbij tenminste in de buisleiding (1) een buisvormige binnenbekleding (3) is opgenomen, welke buisvormige binnenbekleding (3) ter plaatse van een zijleiding (2) voorzien is van een doorboring (4), en waarbij een buitenoppervlak (5) van een vanaf de binnenzijde (15) van de buisleiding ingebracht aftakzadel (6) samenwerkt met de binnenzijde van de binnenbekleding (3) en de spruit (8) van dit aftakzadel (6) zich door de doorboring (4) uitstrekt in eenzijleiding (2), terwijl met een buiswand en het buiszadel (6) samenwerkende bevestigingsmiddelen (9) het buiszadel fixeren, met het kenmerk, dat de uitsluitend vanaf de binnenzijde van de combinatie van buisleiding en zijleiding(en) in werkende bevestigingsmiddelen (9) samenwerken met een zich binnen de kombinatie van buisleiding en vast hiermee verbonden zijleidingen uitstrekkende wand (7, 10. en afdichtmiddelen (11) aangebracht zijn tussen buitenoppervlak (5) van het aftakzadel en binnenzijde (7) van de binnenbekleding.

2. Buisleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (9) een lasverbinding vormen.

3. Buisleiding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bevestigingsmiddelen (9) tezamen met de afdichtmiddelen een lasverbinding (12) vormen.

4. Buisleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (9) een lijmverbinding (13) vormen.

5. Buisleiding volgens conclusie 1 of 4, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (9) tezamen met de afdichtmiddelen (11) een lijmverbinding (13) vormen.

6. Buisleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (9) een thermisch/mechanische verbinding (9') vormen met de binnenbekleding (3).

7. Buisleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (9) een mechanische verbinding vormen met een binnenzijde van een zijleiding (2).

8. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenzijde van spruit (8) klemmend samenwerkt met een binnenwand van de zijleiding (2).

9. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdichtmiddelen (11) een elastisch materiaal omvatten, bij voorkeur een onder invloed van een door het door het door de buisleiding getransporteerd medium opzwellend elastisch materiaal bestaan.

10. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spruit (8) met haar binnenzijde afdichtend samenwerkt met de buitenzijde (27) van een in een zijleiding aangebrachte buisvormige binnenbekle-ding (28).

11. Buisleiding volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de spruit (8) met haar binnenzijde samenwerkt met een afdichtring (20) aangebracht in een groef (19) van een buisvormige binnenbekleding met ribben (21) op haar buitenzijde.

12. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spruit met haar buitenzijde afdichtend samenwerkt met de binnenzijde (10) van een zijleiding (2) of een in de zijleiding aangebrachte binnenbekleding (3a).

13. Buisleiding volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een stromingstechnisch vloeiend overgangsgebied tussen de binnenzijde (10) van de zijleiding (2) of een in zijleiding aangebrachte binnenbekleding (3a) en het uiteinde (22) van de spruit (8) is gerealiseerd.

14. Buisleiding volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afdichting tussen de buitenzijde van spruit (8) en de daartegenover liggende binnenwand (10) van de zijleiding (2) bestaat uit een rubber afdichting (15) die tijdens het inbrengen van het buiszadel samengedrukt was en na het aanbrengen geëxpandeerd.

15. Buisleiding volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een in zijleiding (2) geplaatste huls (29) enerzijds samenwerkt met een eerste, met de buitenzijde van de spruit (8) samenwerkende afdichting (30) en anderzijds met een tweede met de buitenzijde van een binnenbekleding (3a, 28) in de zijleiding samenwerkende, afdichting (20).

16. Buisleiding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zadel (6) flexibel is uitgevoerd.

17. Buisleiding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aansluiting tussen zadel (6) en spruit (8) enigszins flexibel is.