NL8902789A

NL8902789A - METHOD AND APPARATUS FOR TRANSMITTING THE CALL DATA OBTAINED BY THE CALL BUTTONS TO THE CONTROL SYSTEM OF AN ELEVATOR

Info

Publication number: NL8902789A
Application number: NL8902789A
Authority: NL
Original assignee: Kone Elevator Gmbh
Priority date: 1989-02-02
Filing date: 1989-11-10
Publication date: 1990-09-03
Also published as: GB8920582D0; FI894577A0; NO893870L; GB2227856B; SE9000306D0; FR2642548B1; DK487089A; BE1005030A3; MX172019B; IT8912417A0; FI894577A; GB2227856A; TR25352A; ATA242789A; FR2642548A1; BR9000431A; DE3935392A1; SE9000306L; NO893870D0; DK487089D0

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET OVERBRENGEN VAN DE DOOR DE OPROEPTQETSEN VERKREGEN OPROEPGEGEVENS NAAR HET BESTURINGSSYSTEEM VAN EEN LIFTMETHOD AND APPARATUS FOR TRANSFERRING THE CALL DATA OBTAINED BY THE CALL QUOTES TO THE CONTROL SYSTEM OF AN ELEVATOR

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het overbrengen van de door de op-roeptoetsen verkregen oproepgegevens naar het besturingssysteem van een lift.The present invention relates to a method and an apparatus for transferring the call data obtained by the call buttons to the control system of an elevator.

Bij op dit moment gebruikte liftbesturingssystemen worden de oproepgegevens van alle oproeptoetsen op de verdiepingen en in de liftkooien overgebracht naar een afzonderlijke ingang in het liftbesturingssysteem. Een dergelijke oplossing is ingewikkeld en duur.In currently operating elevator control systems, the call data from all call buttons on the floors and in the elevator car are transferred to a separate entrance in the elevator control system. Such a solution is complicated and expensive.

Het doel van de onderhavige uitvinding is deze nadelen te verhelpen. De werkwijze volgens de uitvinding voor het overbrengen van de door de oproeptoetsen verkregen oproepgegevens naar het besturingssysteem van een lift wordt gekenmerkt doordat de door de oproeptoetsen verkregen oproepgegevens die betrekking hebben op één verdieping om de beurt worden overgebracht naar een besturingssysteemingang overeenkomend met de betreffende verdieping.The object of the present invention is to overcome these drawbacks. The method according to the invention for transferring the call data obtained by the call buttons to the operating system of an elevator is characterized in that the call data obtained by the call buttons relating to one floor are alternately transferred to an operating system input corresponding to the relevant floor.

De voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding worden in de andere conclusies beschreven.The preferred embodiments of the invention are described in the other claims.

De uitvinding maakt het mogelijk om het aantal geleiders en ingangs- en uitgangssignalen dat nodig is voor het overbrengen van de oproepgegevens te verminderen.The invention makes it possible to reduce the number of conductors and input and output signals required to transfer the call data.

Hierna wordt de uitvinding in detail beschreven met behulp van voorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen:In the following, the invention is described in detail by means of examples with the aid of the attached drawings:

Fig. 1 toont de schakeling welke de oproeptoetsen en de indicatielampen met het besturingssysteem voor de lift verbindt.Fig. 1 shows the circuit connecting the call buttons and the indicator lamps to the elevator control system.

Fig. 2a-2c tonen de transistorstuursignalen die verkregen worden van verschillende oproeptoetsen.Fig. 2a-2c show the transistor control signals obtained from different call buttons.

Fig. 3 is een blokschema van een subroutine.Fig. 3 is a block diagram of a subroutine.

Fig. 1 toont een liftbesturingseenheid 2 en de oproeptoet-sen BC1, BCi die aangebracht zijn in de liftkooi, overeenkomend met verschillende verdiepingen l,i van het gebouw en de op-oproeptoetsen BUI, BUi en neer-oproeptoetsen BD1, BDi, die zich op de verdiepingen bevinden. In serie met elke oproeptoets is een indicatielamp LCI, LCi, LUI, LUi, LD1, LDi en een diode Dei, DCi, DU1, DUi, DD1, DDi geschakeld. Onderling corresponderende oproeptoetsen van verschillende verdiepingen zijn door gemeenschappelijke geleiders WCP, WOT, WUP, WUN, WDP, WDN met de besturingseenheid 2 verbonden. Bovendien zijn de oproeptoetsen en de indicatielampen betrekking hebbend op elke verdieping met een en dezelfde geleider Wl, Wi verbonden met een ingang-floor, floor 1, floor i, van de besturingseenheid, die voor de betreffende verdieping gemeenschappelijk is.Fig. 1 shows an elevator control unit 2 and the call buttons BC1, BCi arranged in the elevator car, corresponding to different floors 1, i of the building and the call buttons BUI, BUi and down call buttons BD1, BDi, which are located on the floors. An indicator lamp LCI, LCi, LUI, LUi, LD1, LDi and a diode Dei, DCi, DU1, DUi, DD1, DDi are connected in series with each call button. Corresponding call buttons of different floors are connected to the control unit 2 by common conductors WCP, WOT, WUP, WUN, WDP, WDN. In addition, the call buttons and the indicator lamps relating to each floor with one and the same conductor W1, Wi are connected to an input floor, floor 1, floor i, of the control unit, which is common to the floor in question.

De besturingseenheid 2 omvat transistoren TCP, TUP en TDP voor het leveren van een positieve spanning V+ aan de geleiders WCP, WUP en WDP, en transistors TCN, TUN en TDN, die op overeenkomstige wijze de geleiders WCN, WUN, WDN met aarde verbinden. De ingangen floor 1 en floor i van de besturingseenheid omvatten transistoren Tl, Ti, die eveneens verbonden zijn met de positieve bedrijfsspanning V+ via weerstanden Rl, Ri.The control unit 2 includes transistors TCP, TUP and TDP for supplying a positive voltage V + to the conductors WCP, WUP and WDP, and transistors TCN, TUN and TDN, which similarly connect the conductors WCN, WUN, WDN to ground. The inputs floor 1 and floor i of the control unit comprise transistors T1, Ti, which are also connected to the positive operating voltage V + via resistors R1, Ri.

Wanneer de werking van een schakeling zoals die van fig- 1 wordt beschouwd voor het controleren van de oproeptoetsen en het besturen van de indicatielampen wanneer de transistoren TCP en TCN worden bestuurd door het signaal CC in fig. 2a, de transistoren TUP en TUN door signaal CU in fig. 2b en de transistoren TDP en TDN door signaal CD in fig. 2c. De transistorbestu-ringssignalen CC, CU en CD alterneren periodiek op een zodanige wijze dat tijdens het interval 0 - tl het signaal CC instaat, tijdens het interval tl - t2, het signaal CU, tijdens het interval t2 - t3, het signaal CD, enz.When the operation of a circuit such as that of FIG. 1 is considered for controlling the call buttons and controlling the indicator lamps when the transistors TCP and TCN are controlled by the signal CC in FIG. 2a, the transistors TUP and TUN by signal CU in Figure 2b and the transistors TDP and TDN by signal CD in Figure 2c. The transistor control signals CC, CU and CD periodically alternate in such a way that during the interval 0 - t1 the signal CC is turned on, during the interval t1 - t2, the signal CU, during the interval t2 - t3, the signal CD, etc. .

Op moment t=0, activeert het stuursignaal CC een liftkooi-oproep-controleproces teneinde te controleren of een van de oproeptoetsen BCI, BCi in de liftkooi ingedrukt is. Wanneer een toets is ingedrukt, wordt de informatie in het (niet getoonde) geheugen van de besturingseenheid 2 bijgewerkt met de informatie "liftkooi opgeroepen door deze toets" (floor 1, floor i), waarna deze informatie wordt gebruikt voor het besturen van de indicatielamp LCI, LCi, overeenkomend met de betreffende op- roeptoets. Wanneer geen liftkooi-oproeptoets ingedrukt is, wordt de indicatielamp bestuurd op basis van de op dat moment in het geheugen aanwezige informatie, ofwel "liftkooi opgeroepen door deze toets" of "liftkooi niet opgeroepen door deze toets". Op het moment t=tl deactiveert het stuursignaal CC het liftkooioproep-controleproces en activeert het signaal CU een op-oproepcontroleproces, dat gelijk is aan het liftkooioproep-controleproces met die uitzondering dat dit betrekking heeft op de op-oproeptoetsen bij BUI, BUi en de bijbehorende indicatie-lampen LUI, LUi. Op overeenkomstige wijze wordt op moment t=t2 het op-oproepcontroleproces gedeactiveerd en een neer-oproep-controleproces betrekking hebbend op de neer-oproeptoetsen BD1, BDi en indicatielampen LD1, LDi, geactiveerd. Het neer-oproep-controleproces wordt gedeactiveerd op moment t=t3 waarna de werking terugkeert naar de oorspronkelijke situatie. Wanneer de oproepen hebben voldaan, dat wil zeggen wanneer de lift op de verdieping is aangekomen waarheen deze werd opgeroepen, vervangt de besturingseenheid de met de oproep overeenkomende informatie door de informatie "liftkooi niet opgeroepen door deze toets". Het geheugen van de besturingseenheid kan ook worden gebruikt om ander indicatielampen voor dezelfde verdieping in te schakelen, indien dit is gewenst. De oproepgegevens van de oproeptoetsen zijn transistorstuursignalen die gebruik worden voor het besturen van verschillende oproeptoetsen.At instant t = 0, the control signal CC activates an elevator car call control process to check whether one of the call buttons BCI, BCi has been pressed in the elevator car. When a key is pressed, the information in the memory (not shown) of the control unit 2 is updated with the information "elevator car called by this key" (floor 1, floor i), after which this information is used to control the indicator lamp LCI, LCi, corresponding to the appropriate call button. When no car call button is pressed, the indicator lamp is controlled based on the information currently in memory, either "car called by this button" or "car not called by this button". At time t = tl, the control signal CC deactivates the elevator call checking process and the signal CU activates a call-up checking process, which is the same as the elevator call checking process, except that it relates to the call buttons at BUI, BUi and the corresponding indicator lamps LUI, LUi. Similarly, at time t = t2, the on-call control process is deactivated and a down-call control process relating to the down-call buttons BD1, BDi and indicator lamps LD1, LDi is activated. The down-call control process is deactivated at time t = t3 after which operation returns to the original situation. When the calls have been fulfilled, that is, when the elevator has arrived on the floor where it was called, the control unit replaces the information corresponding to the call with the information "elevator car not called by this key". The control unit memory can also be used to turn on other indicator lights for the same floor, if desired. The call data of the call buttons are transistor control signals that are used to control different call buttons.

Beschouwd wordt een ander voorbeeld om de werking van de schakeling van fig. 1 te verduidelijken. Aangenomen wordt dat de toets BUi ingedrukt is. Tijdens het op-oproepcontroleproces, wanneer de transistoren TUP en TUN geleiden, wordt de spanning overeenkomend met de oproep via geleider WI ingelezen in de ingangfloor i van de besturingseenheid. De verdiepingsgegevens overeenkomend met verdieping i in het geheugen van de besturingseenheid wordt veranderd van 0 in 1. Transistor Ti, die wordt bestuurd door een signaal Ci dat verkregen wordt van een verwerkingseenheid in de besturingseenheid, wordt geleidend gemaakt en gehouden gedurende de aanwezigheid van de "op" pulsen. In deze toestand loopt een stroom van de positieve spanning V+ via transistor TUP, diode DUi, lamp LUi en transistor Ti naar aarde. Lamp LUI is dus verlicht. Op de andere verdiepingen, bijvoorbeeld verdieping 1, is lamp LUI uit omdat de transistor Tl niet geleidend is en de weerstand Rl op de in-gangfloor 1 een positieve spanning houdt.Another example is considered to illustrate the operation of the circuit of FIG. 1. It is assumed that the BUi key has been pressed. During the on-call control process, when the transistors TUP and TUN conduct, the voltage corresponding to the call is conducted through conductor WI into the input floor i of the control unit. The storey data corresponding to storey i in the memory of the control unit is changed from 0 to 1. Transistor Ti, which is controlled by a signal Ci obtained from a processor in the control unit, is made conductive and maintained during the presence of the " on "pulses. In this state, a current from the positive voltage V + flows through transistor TUP, diode DUi, lamp LUi and transistor Ti to ground. The LUI lamp is therefore illuminated. On the other floors, for example floor 1, lamp LUI is off because the transistor T1 is not conductive and the resistor R1 on the input floor 1 maintains a positive voltage.

Vervolgens wordt het blokschema van fig. 3 bezien, dat de onderbrekingroutine (interruptroutine) van het liftbestunngs-systeem weergeeft, in het geval van een systeem dat gebruik maakt van een enkele oproeptoets op elke verdieping in plaats van afzonderlijke op-oproep en neer-oproeptoetsen. De routine controleert de toestand van de oproeptoetsen in periodes van bijvoorbeeld 10 ms. Op de eerste plaats kiest de routine, op basis van de vlaggen BK en BC die de verdieping-oproeptoetsen en liftkooi-oproeptoetsen vertegenwoordigen, de te controleren toets. Een van deze vlaggen is altijd 0, terwijl de andere altijd 1 is. In het geval van een liftkooitoets (BC=1, BK-0), leest de routine eerst de toestand van de toets en slaat deze op. Vervolgens wordt de vlag die de liftkooitoets vertegenwoordigd op BC=0 gesteld, waarna, op basis van de verdiepinggege-vens (LK), de indicatielampen overeenkomend met de verdiepmg-toetsen op de juiste wijze in/uitgeschakeld worden en de vlag voor de betreffende verdieping wordt op BK=1 gezet, waarna de routine terugkeert naar het hoofdbesturingsprogramma. In het geval van een verdiepingoproeptoets (BK=1, BC=0), leest de routine op overeenkomstige wijze eerst de toestand van de verdiepingoproeptoets en slaat deze op. Vervolgens wordt de vlag die verdieping weergeeft op BK=0 gesteld, waarna op basis van de verdiepinggegevens LK, de indicatielampen betrekking hebbend op de liftkooi-oproepttoetsen op de juiste wijze worden ïn/ui-tgeschakeld en de vlag die de betreffende lichtkooidruktoets vertegenwoordigt wordt op BC=1 gesteld, waarna de routine terugkeert naar het hoofdbesturingsprogramma. Een overeenkomstig blokschema kan ook worden getekend voor een systeem dat gebruik maakt van afzonderlijke op-oproep- en neer-oproeptoetsen op de verdiepingen.Next, the block diagram of Fig. 3 is shown, showing the interrupt routine (interrupt routine) of the elevator order system, in the case of a system using a single call button on each floor instead of separate call and down call buttons. . The routine checks the state of the call buttons in periods of, for example, 10 ms. First, based on the flags BK and BC representing the floor call buttons and elevator car call buttons, the routine selects the button to be checked. One of these flags is always 0, while the other is always 1. In the case of an elevator car key (BC = 1, BK-0), the routine first reads and stores the state of the key. Subsequently, the flag representing the elevator car key is set to BC = 0, after which, based on the floor data (LK), the indicator lamps corresponding to the floor keys are switched on / off correctly and the flag for the floor concerned is set to BK = 1, after which the routine returns to the main control program. In the case of a floor call button (BK = 1, BC = 0), the routine correspondingly first reads and stores the state of the floor call button. Then, the flag representing floor is set to BK = 0, after which, based on the floor data LK, the indicator lamps relating to the elevator car call buttons are switched on / off in the correct manner and the flag representing the relevant light car button is set to BC = 1, after which the routine returns to the main control program. A corresponding block diagram can also be drawn for a system that uses separate on-call and down-call buttons on the floors.

Het is voor een vakman op het betreffende gebied vanzelfsprekend dat de verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding niet beperkt zijn tot de bovenbeschreven voorbeelden, maar dat deze in plaats daarvan binnen het kader van de volgende conclusies gevarieerd kunnen worden.It is obvious to a person skilled in the art that the various embodiments of the invention are not limited to the above-described examples, but can instead be varied within the scope of the following claims.

Claims

Method for transferring call data obtained by call buttons to the operating system of an elevator, characterized in that the call data of the call buttons (BC1, BUI, BD1, BCi, BUi, BDi) relate to one floor (1, i ) are taken in turn to an input corresponding to the floor concerned (floor 1, floor i) of the control system.

Method according to claim 1, characterized in that for checking the state of the call buttons, a voltage controlled by control pulses (CC, CU, CD) is applied simultaneously over mutually corresponding call buttons of different floors and that, at the different intervals between the control pulses, a voltage is applied in a corresponding manner across the other call buttons, while a signal representing the state of the checked call buttons is read into a corresponding input (floor 1, floor i) of the control system during the presence of the check pulses.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the call buttons are connected in series with indicator lamps (LC1, LUI, LD1, LCi, LUi, LDi) which are controlled by a switch (T1, Ti) the inputs (floor 1, floor i) corresponding to each floor of the control system are included in such a way that, when a particular floor is called up by pressing a call button, a circuit is set up in which a current is supplied via the switch and the indicator lamp corresponding to the relevant call button flows, so that the relevant indicator lamp is switched on during the presence of the pulses controlling the call button.

Device for carrying out the method according to claim 1, intended for transferring the call data obtained by the call buttons to an elevator control unit 2, characterized in that the device is provided with floor-specific input signal conductors (W1, Wi ) through which the call data of the call buttons (BC1, BUI, BDl, BCi, BUi, BDi) corresponding to one floor are alternately transferred to the input (floor 1, floor i) for the relevant floor of the control system.

Device according to claim 4, characterized in that it has conductors (WCP, WUP, WDP, WCN, WUN, WDN) for supplying a voltage at least to the call buttons, and semiconductor switches (TCP, TUF, TOP, TCN, TUN, TDN), which simultaneously apply voltage to the control pulses (CC, CU, CD) across mutually corresponding call buttons of different floors to check their condition, while applying voltage to the other call buttons in turn. intervals between the control pulses, during which a signal representing the state of the controlled call buttons is read into the corresponding input (floor 1, floor i), during the presence of the control pulses.

Device according to claim 4 or 5, characterized in that it is provided with semiconductor switches (Tl, Ti) included in each floor-specific control system input (floor 1, floor i) and indicator lamps (LC1, LUI, LD1, LCi , LUi, LDi) connected in series with the call buttons and controlled by the switches (Tl, Ti) in the floor-specific control system inputs (floor 1, floor i) in such a way that when a specific floor is called up by a call button in a circuit is set up in which a current flows through the switch and the indicator lamp corresponding to the respective call button, so that the relevant indicator lamp is switched on during the presence of the call button controlling pulses.

Device according to any one of claims 4-6, characterized in that it is provided with diodes (DC1, DU1, DD1, DCi, DUi, DDi) connected in series with each call button and indicator lamp.

Device according to any one of claims 4-7, characterized in that the semiconductor switch (T1, Ti) is connected to the operating voltage via a resistor (R1, Ri) in each floor-specific control system input (floor 1, floor i).