NL8902617A

NL8902617A - Methode en inrichting voor het enerzijds verbinden van een anderzijds met een geaard systeem verbonden apparaat met een uit meer aansluitingen van een enkel- of meerfasig elektriciteitsnet die ten opzichte van de overige aansluiting resp. aansluitingen de kleinste impedantie naar aarde bezit.

Info

Publication number: NL8902617A
Application number: NL8902617A
Authority: NL
Original assignee: Nederland Ptt
Priority date: 1989-10-23
Filing date: 1989-10-23
Publication date: 1991-05-16
Also published as: EP0425038A1; EP0425038B1

Description

Methode en inrichting voor het enerzijds verbinden van een anderzijds met een geaard systeem verbonden apparaat met één uit meer aansluitingen van een enkel- of meerfasig elektriciteitsnet die ten opzichte van de overige aansluiting resp. aansluitingen de kleinste impedantie naar aarde bezit.

A. ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

1. Gebied van de uitvinding

De uitvinding betreft een methode voor het enerzijds verbinden van een anderzijds met een geaard systeem verbonden apparaat met één uit meer aansluitingen van een enkel— of meerfasig elektriciteitsnet die ten opzichte van de overige aansluiting resp. aansluitingen de kleinste impedantie naar aarde bezit. Verder betreft de uitvinding een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke methode.

In het bijzonder betreft de uitvinding een methode en inrichting voor het verbinden van een gespreksduurteller bij telefoonabonnees met de nul-aansluiting (nul-fase) van het openbare elektriciteitsnet.

2. Problematiek

In het Nederlandse telefoonnet wordt een gespreksduurteller bij een telefoonabonnee vanuit de telefooncentrale bestuurd door middel van een wisselspanningspuls (75 Volt, 50 Hz), die wordt aangelegd tussen enerzijds de a- en de b-draad van de telefoonverbinding en anderzijds aardpoten^ tiaal. Op deze wijze is de telpuls onhoorbaar voor de telefoonabonnees. Indien een abonnee een gespreksduurteller wenst te gebruiken, bijv. ter bewaking van zijn telefoon-uitgaven, is het noodzakelijk dat de telefoonaansluiting van die abonnee voorzien is van een aardaansluiting, zodat de gespreksduurteller kan worden aangesloten tussen enerzijds de a- en b-draad (via een impedantie) en anderzijds die aardaansluiting. Hoewel in veel gevallen deze aardaansluiting wel aanwezig is, is deze echter doorgaans niet afgewerkt in de telefoon-wandcontactdoos. Dit maakt het noodzakelijk om, indien een telefoonabonnee een gespreks-duurteller aanschaft, er door een monteur van het telefoonbedrijf (PTT) nagegaan moet worden of de abonneeaansluiting wel is voorzien van een aardaansl uiting. Als er geen aard-aansluiting aanwezig is, moet deze alsnog worden gerealiseerd.

B. SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Teneinde het gebruik van gespreksduurtellers aan te moedigen, voorziet de uitvinding in een methode voor het verkrijgen van een aardaansluiting via het openbare elektriciteitsnet. Verder voorziet de uitvinding in een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke methode.

In het algemeen wordt de methode volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt dat elk der aansluitingen van het elektriciteitsnet wordt gekoppeld met het geaarde systeem; dat voor elk der aansluitingen de stroom wordt gedetecteerd die vloeit tussen het elektriciteitsnet en het geaarde systeem; dat wordt gedetecteerd voor welke van de aansluitingen de stroom minimaal is; en dat die aansluiting waarbij de stroom minimaal is, met het apparaat wordt verbonden. Door deze werkwijze wordt dus van de aansluitingen van het elektriciteitsnet — doormiddel van het meten van;. de resp. stromen tussen die aansluitingen en het telefoonnet (waarvan de a- en b-draden via impedanties met aarde zijn verbonden) — vastgesteld van welke ervan de spanning (en dus de impedantie) t. o. v. aarde het laagste is.

De inrichting voor het uitvoeren van de bovengenoemde methode wordt er bij voorkeur door gekenmerkt dat het genoemde apparaat een gespreksduurteller is en dat het genoemde geaarde systeem een telefoonnet is, waarvan één of beide abonneedraden met aarde zijn verbonden. Het stroomdetectieorgaan kan daarbij hetzij de verschillende stromen simultaan meten (meervoudig stroomdetectieorgaan), hetzij dit sequentieel doen (enkelvoudig stroomdetectieorgaan) , in welk laatste geval het stroomdetectieorgaan — d. m. v. een selectieorgaan — achtereenvolgens met de verschillende aansluitingen van het elektriciteitsnet moet worden verbonden. In overeenstemming daarmee wordt de inrichting volgens de uitvinding er bij voorkeur verder door gekenmerkt door een stroomdetectieorgaan (R3/D) dat enerzijds is verbonden met één of meer aansluitingen van het elektriciteitsnet en dat anderzijds is verbonden met het geaarde systeem, en voorts door een door het stroomdetectieorgaan bestuurbaar selectieorgaan (S) dat enerzijds is verbonden met het genoemde apparaat (T) en anderzijds met de aansluitingen van het elektriciteitsnet, welk selectieorgaan onder besturing van het stroomdetectieorgaan die aansluiting van het elektriciteitsnet met het apparaat verbindt waarbij de gedetecteerde stroom minimaal is. In het bijzonder is het genoemde geaarde systeem een telefoonnet, waarvan één of beide abonneedraden (via een impedantie) met aarde zijn verbonden.

C. REFERENTIES

Geen

D. UITVOERINGSVOORBEELDEN

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding. De inrichting omvat een tweetal weerstanden R1 en R2, een tweetal condensatoren Cl en C2, via welke de inrichting is verbonden met de a— en b—draad van het telefoonnet. Verder een tweetal condensatoren C3 en C4, via welke de inrichting — door middel van een con-tactsteker P — is verbonden met het elektriciteitsnet. De inrichting omvat voorts een weerstand R3 met parallel daaraan een spanningsdetector D en een (elektronisch of mechanisch) schakelorgaan S. Het schakelorgaan S is bestuurbaar door de spanningsdetector D. In de figuur is voorts een gespreksduurteller T getoond die is aangesloten ter weerszijden van weerstand R3. De a- en b-draad van het telefoonnet zijn elk via spoelen LI resp. L2 met aarde verbonden.

De werking is als volgt. Zodra oontactsteker P contact maakt met het elektriciteitsnet zal, afhankelijk van de stand van het schakelorgaan S door het detectieorgaan D worden gedetecteerd of over weerstand R3 een spanning staat. Indien weerstand R3 via schakelorgaan S verbonden is met een aansluiting van het elektriciteitsnet waarop ten opzichte van aarde geen (of slechts een geringe) spanning staat (in de figuur stand 2 van het schakelorgaan S), is de stroom door R3 0 (of klein). Indien dit het geval is, geeft de spanningsdetector D géén besturingssignaal aan het schakelorgaan S, waardoor de weerstand R3 dus met die aansluiting van het elektriciteitsnet verbonden blijft. Daar die aansluiting een geringe impedantie heeft ten opzichte van aarde, is die bruikbaar om te dienen als aardaansluiting voor de gespreksduurteller T, die anderzijds — via Rl/Cl en R2/C2 — met de a- en b-draad van de telefoonaansluiting is verbonden en daardoor telpulsen kan ontvangen van een in de telefooncentrale aanwezige telpulsgenerator G (via een transformator T; de telpulsge-nerator G wordt gestuurd d. m. v. stuurpulsen t). Indien weerstand R3 via schakelorgaan S verbonden is met een aansluiting van het elektriciteitsnet waarop ten opzichte van aarde wel spanning staat (in de figuur stand 1 van het schakelorgaan S), is de stroom door R3 relatief groot. Indien dit het geval is, geeft de spanningsdetector D een besturingssignaal aan het schakelorgaan S waardoor deze de andere stand (stand 2) inneemt. Weerstand R3 wordt daardoor met die aansluiting van het elektriciteitsnet verbonden met de relatief geringe spanning (en impedantie) t. o. v. aarde, waardoor de teller T dus weer verbonden is met de gewenste aansluiting.

Opgemerkt wordt dat het schakelorgaan S ook een meer-standen-schakelorgaan kan zijn, ingeval de inrichting op een meerfasig elektriciteitsnet zou moeten worden aangeslo ten. In dat geval wordt de weerstand R3 via het schakelorgaan S achtereenvolgens met de verschillende aansluitingen van het elektriciteitsnet verbonden, totdat een aansluiting wordt gevonden waarbij de spanning over R3 nul is of een geringe waarde heeft.

Claims

1. Methode voor het enerzijds verbinden van een anderzijds met een geaard systeem verbonden apparaat met één uit meer aansluitingen van een enkel- of meerfasig elektriciteitsnet die ten opzichte van de overige aansluiting resp. aansluitingen de kleinste impedantie naar aarde bezit, met het kenmerk dat elk der aansluitingen van het elektriciteitsnet wordt gekoppeld met het geaarde systeem; dat voor elk der aansluitingen de stroom wordt gedetecteerd die vloeit tussen het elektriciteitsnet en het geaarde systeem; dat wordt gedetecteerd voor welke van de aansluitingen de stroom minimaal is; en dat die aansluiting waarbij de stroom minimaal is, met het apparaat wordt verbonden.

2. Methode volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het genoemde apparaat een gespreksduurteller is en dat het genoemde geaarde systeem een telefoonnet is, waarvan één of beide abonneedraden met aarde zijn verbonden.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de methode volgens conclusie 1, gekenmerkt door een stroomdetectieorgaan (R3/D) dat enerzijds is verbonden met één of meer aansluitingen van het elektriciteitsnet en dat anderzijds is verbonden met het geaarde systeem, en voorts door een door het stroomdetectieorgaan bestuurbaar selectieorgaan (S) dat enerzijds is verbonden met het genoemde apparaat (T) en anderzijds met de aansluitingen van het elektriciteitsnet, welk selectieorgaan onder besturing van het stroomdetectieorgaan die aansluiting van het elektriciteitsnet met het apparaat verbindt waarbij de gedetecteerde stroom minimaal is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het stroomdetectieorgaan (R3/D) en het selectieorgaan (S) in serie met elkaar zijn opgenomen tussen het elektriciteitsnet en het geaarde systeem en dat het gemeenschappelijke verbindingspunt (x) van die organen koppelbaar is met het genoemde apparaat (T).