NL8902554A - Informatieopslag- en bewakingssysteem voor gezondheidscentra. - Google Patents

Description

Nedap N.V. / 125

Informatieopslag en -bewakingssysteem voor gezondheidscentra

De uitvinding betreft een informatieopslag en -bewakingssysteem voor gezondheidscentra gebaseerd op het koppelen van diverse medische informatie aan de patiënt met als doel het vermijden van verwisselingen van patiënt en informatie waarbij elektronische labels, ook responders genaamd, en handterminals worden gebruikt voor het zowel permanent als tijdelijk opslaan van medische informatie, bijvoorbeeld omtrent medicatie, bloedbepalingen en voedingsvoorwaarden. Deze informatie is van belang voor de behandeling van de patiënt.

In de medische wereld worden thans de medische gegevens van de patiënt op verschillende wijzen vastgelegd en bewaakt. Een belangrijk verschijnsel in ziekenhuizen is dat de medische gegevens van een bepaalde patiënt op verschillende lokaties in het ziekenhuis en op verschillende media zijn vastgelegd. Bekend is het patiëntdossier dat aan het voeteinde van het bed van de patiënt wordt bevestigd. De koppeling van de patiënt met dit dossier wordt gemaakt door het vergelijken van het patiëntnummer van het dossier met het patiënt-nummer dat, eventueel gecodeerd, staat vermeld op een armband. Een groot deel van de totale medische informatie van een patiënt, zoals bijvoorbeeld onderzoeksinformatie en medicatie wordt bewaard in een centrale verwerkingseenheid van het ziekenhuis.

Voor het diagnostiseren moet derhalve van diverse soorten gegevens die gedeeltelijk decentraal zijn opgeslagen gebruik worden gemaakt. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke praktijk arbeidsintensief is en de kans vergroot op fouten of verwisselingen. Daarnaast is belangrijk dat de controle, bewaking en behandeling van de patiënt, welke dient te geschieden op basis van alle medische gegevens, bemoeilijkt wordt en niet optimaal is door de betrekkelijk lange tijd die nodig is om telkens de relevante informatie te verzamelen.

Tenslotte kan door het beperkte aantal medici en verplegend personeel slechts een deel van de medische gegevens worden bijgehouden. Het ontbrekende deel van de gegevens kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het al dan niet uitgevoerd zijn van een bepaalde procedure, behandeling of medicatie.

De uitvinding beoogt de hierboven geschetste bezwaren te ondervangen en een meervoudige controle in de verschillende procedures in te bouwen.

Het informatieopslag en -bewakingssysteem voor gezondheidscentra volgens de uitvinding zal mede aan de hand van figuur 1 worden beschreven.

Figuur 1 toont een schema van de informatiestromen zoals die rond een patiënt opgenomen in een gezondheidscentrum plaatvinden.

Het informatieopslag en -bewakingssysteem is gebaseerd op de mogelijkheid om decentraal informatie bij de patiënt op te slaan bijvoorbeeld in een programmeerbare, moeilijk verwijderbare, armband voorzien van één of meerdere geïntegreerde elektronische circuits. Bij voorkeur zal men hierbij gebruik maken van contactloze informatieoverdracht gebaseerd op de elektromagnetische identificatieprin-cipes zoals die door aanvraagster zijn vastgelegd in octrooi 176404 en octrooiaanvrage 8601021. In het kort bestaat dit principe hieruit dat een elektronisch circuit voorzien van een resonantieketen in een door een zend/ontvanger opgewekt ondervraagveld wordt gebracht. Indien de resonantieketen op de frequentie van de zend/ontvanger wordt afgestemd kan de belasting van het elektromagnetische veld worden herkend door de zend/ontvanger. Voorts is in octrooiaanvrage 8601021 het principe beschreven waarmee met behulp van dezelfde zend/ontvanger herprogrammering van het geheugen van de responder mogelijk is,

In het informatieopslag en -bewakingssysteem volgens de uitvinding wordt de patiënt voorzien van een herprogrammeerbare elektronische responder, bijvoorbeeld in de vorm van een armband. In deze responder is in de eerste plaats vastgelegd het unieke

Identificatienummer eventueel tezamen met de personalia van de betreffende patiënt. Het identificatienummer en de personalia corresponderen met die welke zijn opgeslagen in de centrale computer van het ziekenhuis.

Achtereenvolgens zullen een aantal procedures rond de patiënt worden beschreven aan de hand van het schema in figuur 1, waarbij het belangrijk is dat de informatie decentraal wordt opgeslagen omdat procedures die verband met elkaar houden niet altijd op hetzelfde tijdstip worden uitgevoerd.

Voor de informatieoverdracht van de patiënt naar de centrale computer en vice versa wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een hand-terminal, voorzien van toetsenbord en display, die tijdelijk informatie kan opslaan en deze informatie bijvoorbeeld in een gecombineerd laad- en dataoverdrachtapparaat kan overdragen naar de centrale computer. Deze handterminal kan eveneens informatie van en naar de informatiedrager in de armband van de patiënt overdragen en heeft als extra mogelijkheid bepaalde informatie op papier te kunnen afdrukken ten behoeve van visuele controle ingeval van storingen in de apparatuur. Bij voorkeur zal in beide gevallen deze informatieoverdracht contactloos plaatsvinden.

Bij de beschrijving van de procedures wordt uitgegaan van één terminal. Dit kunnen evenwel meerdere zijn bijvoorbeeld voor de verschillende afdelingen.

Procedure A is de procedure waarbij een specialist vergezeld van verplegend personeel bij de patiënt een diagnose komt stellen en dit bevestigd wil zien aan de hand van een aantal uit te voeren bloed-bepalingen zoals bijvoorbeeld het glucosegehalte. Allereerst wordt de patiënt identificatie ingelezen vanuit de informatiedrager in de handterminal en vervolgens worden de gewenste laboratoriumonderzoeken en/of bepalingen met behulp van diagnoseapparatuur zoals bijvoorbeeld röntgen, ultrageluid en CT (computer tomografie), ingevoerd en opgeslagen.

Vervolgens wordt al deze informatie terug geschreven in de informatiedrager en wordt met behulp van de in de handterminal ingebouwde printer een afdruk gemaakt van deze informatie, die daarna wordt opgeborgen in het patiëntdossier.

Nadat op deze wijze een aantal patiënten zijn bezocht, en waarvan de informatie is opgeslagen in de handterminal, wordt deze handterminal in het gecombineerde laad- en dataoverdrachtapparaat geplaatst, waarna automatisch alle informatie wordt overgedragen aan de centrale computer.

Na deze overdracht wordt de informatie in de handterminal gewist en is deze weer gereed voor gebruik.

De betreffende specialist kan daarna evenuteel additionele informatie toevoegen aan de patiëntgegevens die zich reeds in de centrale computer bevinden. Van de toegevoegde of gewijzigde informatie dient melding te worden gemaakt aan de afdeling van de betreffende patiënt zodat later verificatie en aanpassing mogelijk is.

De handterminal kan eveneens worden voorzien van bijvoorbeeld bloeddruk- en hartslagmeter zodat ook deze informatie onverwisselbaar kan worden overgedragen aan de centrale computer.

Procedure B is het verzamelen van voor de laboratoriumbepalingen benodigde lichaamsvloeistoffen zoals bijvoorbeeld bloed. Vooraf wordt de identiteit en de in procedure A bepaalde medisch relevante informatie van de te bezoeken patiënten ingelezen vanuit de centrale computer in de handterminal. Wanneer het verplegend personeel bij een bepaalde patiënt komt, worden de handelingen, zoals in procedure A bepaald, van de informatiedrager in de handterminal ingelezen en vergeleken met de van de centrale computer afkomstige informatie. In het geval dat additionele informatie is toegevoegd of wijzigingen zijn aangebracht wordt na verificatie deze informatie toegevoegd aan of gewijzigd in de informatiedrager.

Ingeval van een bloedmonsterafname wordt alle relevante informatie overgedragen aan een met het bloedmonsterafnamebuisje verbonden informatiedrager. Op deze wijze is de informatie decentraal verbonden aan het bloedmonster en kan niet worden verwisseld met bloedmonsters van andere patiënten.

In het laboratorium worden van de betreffende bloedmonsters vaak meerdere bepalingen gedaan. Hiervoor moeten de monsters dikwijls worden opgesplitst. Bij deze opsplitsing is het van belang dat de betreffende informatie telkens decentraal aan alle opgesplitste monsters wordt verbonden. De analyse apparatuur is uitgerust met een leessysteem die de informatie van de monsterbuisjes kan uitlezen, zodat deze analyse apparatuur volledig bestuurd kan worden door de decentrale informatie in de met deze monsterbuisjes verbonden informatiedragers. Op deze wijze is verwisseling ook hier uitgesloten. In de analyse apparatuur, die eventueel verbonden is met de centrale computer, kan dan weer een verificatie plaatvinden, waarna de gevonden meetwaarden weer naar de centrale computer worden teruggezonden .

Tevens worden deze meetwaarden door de analyse apparatuur of door het laboratoriumpersoneel in een rapport afgedrukt.

Procedure C is de diagnose en behandeling van de patiënt met bijvoorbeeld röntgenapparatuur, CT of radiologische apparatuur ten behoeve van bestralingen. Hierbij kan gekoppeld aan deze apparatuur de informatiedrager van de patiënt worden uitgelezen en een verificatie worden gedaan of de juiste patiënt de juiste behandeling krijgt. Tevens kunnen de resultaten van de diverse diagnose- en behandelingssystemen automatisch worden gekoppeld aan de identiteit van de patiënt.

Procedure D is de medicijnverstrekkings- alsmede de voedselver-strekkingsketen. De medicijnen worden bijvoorbeeld verpakt in daarvoor bestemde containers die eveneens voorzien zijn van een informatiedrager. De relevante informatie wordt vanuit de centrale computer overgedragen aan de informatiedrager aan de container. Bij de patiënt vindt via een handterminal weer een verificatie plaats van de informatie in de medicijncontainer en die van de patiënt. Via de handterminal kan deze verificatie eveneens worden doorgegeven aan de centrale computer zodat geregistreerd wordt of deze verificatie heeft plaatsgevonden.

Voor voedselverstrekking in het geval van kritische diëten kan dezelfde werkwijze worden gehanteerd.

Claims (4)

1. Een informatieopslag en -bewakingssysteem voor gezondheidscentra met het kenmerk dat de informatieopslag zowel centraal in de centrale computer als decentraal in een met de patiënt verbonden informatiedrager geschiedt, alsmede decentraal in alle containers die in relatie staan met deze patiënt, zoals bijvoorbeeld containers voor bloedmonsters, containers voor medicijnen en containers voor voedsel, waarbij bij alle voorkomende processen en procedures in de gezondheidszorg, ter voorkoming van verwisselingen, de decentrale informatie kan worden geverifieerd aan de hand van de centrale informatie en waarbij tevens de decentrale informatie kan worden gebruikt om genoemde processen en procedures te besturen en te koppelen zodat ook hier verwisselingen zijn uitgesloten.

2. Een informatieopslag en -bewakingssysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de koppeling tussen de decentrale informatiedrager aan de patiënt en de decentrale informatiedragers aan de diverse containers alsmede de koppeling tussen deze decentrale informatiedragers en de centrale computer tot stand komt via een handterminal, die de informatie kan opslaan en overdragen van en naar de decentrale informatiedragers en de centrale computer en waarbij tevens deze handterminal kan worden gebruikt voor de invoer van op de patiënt betrekking hebbende informatie zoals bijvoorbeeld uit te voeren bloedonderzoek of andere diagnostische informatie.

3. Een informatieopslag en -bewakingssysteem volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de informatieoverdracht tussen de handterminal en de decentrale informatiedragers en/of tussen de handterminal en de centrale computer contactloos plaatsvindt.

4. Een informatieopslag en -bewakingssysteem volgens één of meerdere voorgaande conclusies met het kenmerk dat de informatiedrager van de patiënt bestaat uit een armband met hierin geïntegreerd één of meerdere elektronische circuits waarbij de sluiting van deze armband zodanig is uitgevoerd dat verwijdering niet zonder meer door de patiënt kan geschieden doch uitsluitend mogelijk is met daarvoor bestemd gereedschap.