NL8902340A - Klepeenheid voor het doseren van een kleurstof. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Klepeenheid voor het doseren van een kleurstof

De uitvinding heeft betrekking op een klepeenheid voor het doseren van een kleurstof, omvattende een kamer waarin een kleurstofaanvoerleiding uitmondt en met een in de bodem ervan gevormde doorgang, en een aan een hefstang van een hefmechanisme verbonden afsluitorgaan dat door het hefmechanisme vertikaal verplaatsbaar is tussen een positie in de doorgang waarbij het de doorgang afsluit en een hoge positie waarbij het de doorgang vrijgeeft voor het door de doorgang doorlaten van kleurstof uit de kamer.

Een klepeenheid van deze soort is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2060563. Bij de bekende klepeenheid heeft de doorgang in de bodem van de kamer een relatief grote doorsnede en is afsluitbaar door een vertikaal verplaatsbaar afsluitorgaan met een centrale doorgang die afsluitbaar is door een ander vertikaal verplaatsbaar afsluitorgaan met een centrale doorgang die afsluitbaar is door weer een ander vertikaal verplaatsbaar afsluitorgaan. Door de klepeenheid doorgelaten kleurstof wordt opgevangen in een onder de klepeenheid aanwezige houder, waarbij de door de klepeenheid doorgelaten hoeveelheid kleurstof door meting van het gewicht van de houder bepaald kan worden. Afhankelijk van het verschil tussen een gewenste hoeveelheid doorgelaten kleurstof en de gemeten doorgelaten hoeveelheid kleurstof worden de afsluitorganen door het hefmechanisme verplaatst. De doorgang kan daarbij volledig gesloten worden of met drie verschillende openingen geopend worden. Tijdens het doseren zal, wanneer een relatief grote hoeveelheid kleurstof gedoseerd moet worden, eerst de grootste opening vrijgegeven worden, vervolgens de kleinere, dan de kleinste doorgang, en tenslotte zal de kleinste doorgang gesloten worden. Omdat de kleinste doorgang slechts geopend of gesloten kan zijn, zonder tussenstand, kan een nauwkeurige dosering slechts plaatsvindenwanneer het afsluitorgaan met de kleinste doorsnede zeer snel in de binnen de kamer aanwezige kleurstof verplaatst kan worden, en/of de kleinste doorgang een zeer kleine doorsnede heeft. Omdat tegenwoordig vaak tamelijk visceuse kleurstoffen gebruikt worden kan het afsluitorgaan niet voldoende snel verplaatst worden, terwijl naarmate de kleinste doorsnede kleiner gekozen wordt, het langer duurt voordat een gewenste hoeveelheid doorgelaten is. In een praktische uitvoeringsvorm is de klepeenheid daarom niet in staat voor tamelijk visceuse kleurstoffen nauwkeurig en snel een gewenste hoeveelheid kleurstof door te laten, wat voor sommige kleurstoffen, in het bijzonder zwart, een zeer nadelige invloed op een in de houder verkregen mengsel van kleurstoffen voor het vormen van een verf kan hebben.

Verder heeft de bekende klepeenheid als bezwaar dat door de aanwezigheid van een aantal verschillende concentrische afsluitorganen en instelmiddelen daarvoor, de klepeenheid ingewikkeld en duur is.

De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende klepeenheid op te heffen.

Deze doelstelling wordt voor de klepeenheid van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding bereikt doordat de doorsnede van de doorgang in de gesloten positie bij de onderkant van het afsluitorgaan gelijk is aan de doorsnede van het afsluitorgaan en dat de doorsnede naar boven geleidelijk toeneemt. Hierdoor wordt een eenvoudige, goedkope klepeenheid verkregen, waarvan het debiet traploos instelbaar is, zodat het afsluitorgaan tijdens het doseren naar elke positie verplaatsbaar is voor het geleidelijk, maar toch snel, nauwkeurig bereiken van de gewenste hoeveelheid doorgelaten kleurstof.

De doorgang in de bodem van de kamer van de klepeenheid kan verschillende vormen hebben, maar is bij voorkeur afgeknot kegelvormig, welke vorm eenvoudig en goedkoop gevormd kan worden.

Wanneer bij de klepeenheid, als op zich bekend, de hefstang op afdichtende wijze door de bovenkant van een kamer gevoerd is en de bovenkant van de hefstang een aanslagorgaan heeft dat zodanig samenwerkt met een ander, vertikaal verplaatsbaar aanslagorgaan van het hefmechanisme dat het aanslagorgaan van de hefstang bij voldoende heffing van het andere aanslagorgaan door het andere aanslagorgaan mee omhoog verplaatst wordt is, volgens de uitvinding, de hoogte van een van de aanslagorganen bij voorkeur instelbaar. Hierdoor kan het hefmechanisme op dezelfde wijze voor verschillende klepeenheden voor verschillende kleurstoffen gebruikt worden, waarbij het regeltraject echter instelbaar is, zodat van een klepeenheid voor een kleurstof met grote invloed, zoals zwart, de doorgang minder maximaal geopend kan worden dan bij andere klepeenheden.

Het in hoogte verstelbare aanslagorgaan van de hefstang is echter ook gunstig voor een uitvoeringsvorm waarbij de bodem van de kamer twee of meer soortgelijke doorgangen met verschillende doorsneden heeft die afsluitbaar zijn door corresponderende soortgelijke afsluitorganen, die vertikaal verplaatsbaar zijn door middel van soortgelijke hefstangen. Door geschikte instelling van de aanslagorganen van de hefstangen is het hierbij mogelijk dat wanneer de grotere doorgang afgesloten is de kleinere doorgang geopend is en de effectieve doorsnede ervan ingesteld kan worden door het heffen van de corresponderende hefstang voor fijnregeling van de gewenste hoeveelheid doorgelaten kleurstof.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, die een doorsnede toont van een uitvoeringsvorm van de klepeenheid volgens de uitvinding.

De getoonde klepeenheid omvat een huis 1 met een kamer 2 waarin een leiding 3 voor het aanvoeren van een kleurstof uitmondt en die een uitstroomopening heeft die uitmondt in een leiding 4 voor het afvoeren van de kleurstof. De kleurstof wordt door niet getoonde middelen vanuit een niet getoonde houder via de aanvoerleiding 3, de kamer 2 en de afvoerleiding 4 rondgepompt om de kleurstof homogeen te houden.

In de bodem van de kamer 2 zijn twee sluitstukken 5, 6 met mondstukken 7, 8, met een doorgang of uitlaatopening 9, 10 gedraaid.

In de doorgangen 9, 10 steken onderste uiteinden 11, 12, van hefstangen 13, 14, die elk op afdichtende wijze ten opzichte van de kamer 2 vertikaal verplaatsbaar zijn. Het huis 4 is door middel van bevestigingsmiddelen, zoals een tapeind 15 met moeren 16 t/m 19 aan een steundeel 20 van een verder niet getoond gestel verbonden. De hefstangen 13, 14 zijn door een uit steundeel 20 gevormde doorgangen gevoerd en hebben in een bovenste uiteinde van schroefdraad voorziene boringen 21, 22, waarin een bout 23, 24 gedraaid is, die geborgd is door middel van een moer 25, 26.

Tussen een schouder 27, 28 van de hefstangen 13, 14 en het steundeel 20 is een drukveer 29, 30 concentrisch om de hefstangen 13, 14 aangebracht, waardoor de hefstangen 13, 14 naar beneden gedrukt worden, waarbij, in de onderste stand ervan, de uiteinden 11, 12 de doorgangen 9, 10 afsluiten. De uiteinden 11, 12 van de hefstangen 13, 14 vormen daarom afsluitorganen voor de doorgangen 9, 10.

Een niet getoond hefmechanisme omvat heforganen 31, 32 met aanslagorganen 33, 34 die, wanneer de heforganen 31, 32 geheven worden, de koppen of aanslagorganen 35, 36 aan de bovenkant van de hefstang 13, 14 ondersteunen en bij verder heffen mee omhoog verplaatsen en daardoor de uiteinden 11, 12 omhoog uit de doorgangen 9, 10 verplaatsen.

De doorsnede van de doorgangen 9, 10 is aan de onderkant zodanig dat in de getoonde situatie de uiteinden 11, 12 de doorgangen 9, 10 volledig sluiten. Vanaf de onderkant van de doorgangen 9, 10 naar boven neemt de doorsnede geleidelijk toe. Naarmate een hefstang 13, 14 verder omhoog verplaatst wordt zal daardoor de effectieve doorgang voor het doorlaten van de kleurstof geleidelijk groter worden, waardoor het debiet ook groter wordt. Omdat de doorgangen 9, 10 een naar boven geleidelijk toenemende door- snede hebben kan hierdoor, tijdens het wegen van de doorgelaten hoeveelheid kleurstof de doorlaatopening en dus het debiet afhankelijk van het bereikte gewicht traploos ingesteld worden voor het nauwkeurig en snel bereiken van de gewenste hoeveelheid doorgelaten kleurstof.

De klepeenheid kan volgens de uitvinding uitgevoerd zijn met een enkele doorgang, zoals 9, in de bodem van de kamer 2 of met meer doorgangen, zoals de grotere doorgang 9 en de kleinere doorgang 10 om een zeer fijne regeling te verkrijgen. De aanslagen 35, 36 aan de bovenkanten van de hefstangen 13, 14 kunnen daarbij zodanig ingesteld zijn dat wanneer de heforganen 31, 32 tegelijk verplaatst worden, fijnregeling van kleurstof door de doorgang 10 nog mogelijk is terwijl de doorgang 9 volledig gesloten is.

Door de hefstang 14 door middel van het heforgaan 32 snel op en neer te verplaatsen, in het bijzonder van het uiteinde 12 binnen de doorgang 10, kan een nog fijnere dosering van kleurstof verkregen worden.

Claims (4)

1. Klepeenheid voor het doseren van een kleurstof, omvattende een kamer waarin een kleurstofaanvoerleiding uitmondt en met een in de bodem ervan gevormde doorgang, en een aan een hefstang van een hefmechanisme verbonden afsluit-orgaan dat door het hefmechanisme vertikaal verplaatsbaar is tussen een positie in de doorgang waarbij het de doorgang afsluit en een hogere positie waarbij het de doorgang vrijgeeft voor het door de doorgang doorlaten van kleurstof uit de kamer, met het kenmerk, dat de doorsnede van de doorgang in de gesloten positie bij de onderkant van het afsluitorgaan gelijk is aan de doorsnede van het afsluitorgaan en dat de doorsnede naar boven geleidelijk toeneemt.

2. Klepeenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorgang geheel afgeknot kegelvormig is.

3. Klepeenheid volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hefstang op afdichtende wijze door de bovenkant van de kamer gevoerd is en de bovenkant van de hefstang een aanslagorgaan heeft dat zodanig samenwerkt met een ander, vertikaal verplaatsbaar aanslagorgaan van het hefmachanisme dat het aanslagorgaan van de hefstang bij voldoende heffing van het andere aanslagorgaan door het andere aanslagorgaan mee omhoog verplaatst wordt, met het kenmerk, dat de hoogte van een van de aanslagorganen instelbaar is.

4. Klepeenheid volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de bodem van de kamer twee of meer soortgelijke doorgangen met verschillende doorsneden heeft die afsluitbaar zijn door corresponderende soortgelijke afsluitorganen, die vertikaal verplaatsbaar zijn door middel van soortgelijke hefstangen.