NL8901881A - Drainagekoppelelement. - Google Patents

Description

DRAINAGEKOPPELELEMENT

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op eenkoppelelement voor het met een drainageslang koppelen vansteenwol.

Uit EP-A-0 300 536 is het bekend planten te telenop substraat, dat gevormd wordt door steenwol.

Deze literatuurplaats beschrijft verder een systeemvoor het toevoeren van water, eventueel vermengd met voe¬dingsstoffen aan het substraat, om een zo goed mogelijk ge¬dijen van de plant te bevorderen. Het is gebruikelijk eenovermaat aan water toe te voeren.

Hiervoor bestaan verschillende redenen, zoals: hetvoorkomen van ophoping van ballastzouten, het compenseren vandebietverschillen in toevoerorganen van water, het compense¬ren van verschillen in het watergebruik van verschillendeplanten, en het herstellen van de juiste verhouding van deals voedingsstoffen toegevoerde (chemische) elementen.

Hierbij zij opgemerkt, dat volgens het systeem, zo¬als het in EP-A-0 300 536 is beschreven, het mogelijk is deovermaat aan water aanzienlijk te beperken, aangezien met be¬hulp van meting van de vochtigheidsgraad van het steenwolsub-straat het mogelijk is een redelijke afschatting van de wa¬terbehoefte van de planten vast te stellen. Desondanks zalhet nodig zijn een overmaat water af te voeren.

Om deze overmaat aan water af te voeren, is eendrainagesysteem aangebracht, dat volgens de genoemde litera¬tuurplaats gevormd wordt door een aantal zich tot in hetsteenwolsubstraat uitstrekkende dunne slangen, die op eendrainagebuis met een grotere diameter zijn aangesloten. Indeze drainagebuis wordt een zekere onderdruk gehandhaafd, zo¬dat, mede afhankelijk van de capillaire eigenschappen van dedrainageslangen, de overmaat water uit het steenwolsubstraatwordt afgevoerd.

Dit bekende systeem lijdt aan het nadeel, dat de wortels van de planten, die in het substraat worden geteeldde neiging hebben naar de drainageslangen te groeien en zelfstot in de drainageslangen te groeien, zodat deze worden afge¬sloten en geen goede werking meer wordt verkregen.

Verder bestaat het gevaar, dat de drainageslangen,die in het algemeen zonder meer in het substraat zijn gesto¬ken, uit hun goede positie worden getrokken. Deze drainage¬slangen zijn immers slechts zonder meer tot in het steenwol-substraat gestoken, zodat zij gemakkelijk uit hun goede posi¬tie getrokken kunnen worden en dan hun werking niet meer goeduitoefenen, of zelfs geheel zonder meer van het steenwolsub-straat kunnen worden getrokken.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het ver¬mijden van tenminste één van bovengenoemde nadelen.

Dit doel wordt bereikt door een koppelelement voorhet met een drainageslang koppelen van steenwol, waarbij hetkoppelelement gevormd wordt door een tenminste gedeeltelijkin de steenwol aangebracht poreus lichaam, dat van een met dedrainageslang gekoppelde holte is voorzien.

Door het koppelelement volgens de onderhavige uit¬vinding, dat van een poreus materiaal is vervaardigd, ont¬staat een barrière voor de plantwortels, zodat deze niet totin de drainageslang kunnen groeien en deze kunnen afsluiten.Alhoewel groei van wortels tot in de poriën niet geheel kanworden uitgesloten, wordt door de fixatie van het materiaalvan het koppelelement en de hieruit volgende vormvastheidvoorkomen, dat de wortels ver tot in de poriën groeien. Ver¬der zijn er zoveel poriën, dat zij niet alle door bijvoor¬beeld een wortel kunnen worden afgesloten.

Verder wordt een betere fixatie van de drainage¬slang in het steenwolsubstraat verkregen, aangezien de drai¬nageslang vast met het koppellichaam is verbonden, en dedrainageslang dus niet uit het substraat kan worden verwij¬derd zonder het koppellichaam mee te nemen. Het koppellichaamis als gevolg van de wrijvingskrachten tussen het steenwol¬substraat en het koppellichaam moeilijk te verwijderen.

De dimensionering van het koppelelement is overi¬gens zodanig, dat de berekende overmaat aan water gemakkelijk kan worden afgevoerd. Volgens een voorkeursuitvoeringsvormvan de uitvinding kan de diepte, waarmee de slang zich tot inde holte van het element uitstrekt, worden veranderd, zodatdaarmee het maximale debiet van het element kan worden aange¬past.

Opgemerkt wordt, dat het bekend is drain&gelei-dingen met poreus materiaal te omwikkelen, om te voorkomendat substraat in de drainageleiding terecht komt.

Bij steenwol· bestaat dit gevaar niet. Het doel vande onderhavige uitvinding is dan ook voornamelijk te voorko¬men, dat wortels tot in het drainagesysteem groeien.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding wordentoegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarinvoorstellen: fig. 1: een perspectivisch aanzicht van een stuksteenwol, waarop afzonderlijke blokken steenwol geplaatstzijn, waarin planten zijn aangebracht, en waarbij water aanhet basisstubstraat wordt toegevoerd volgens het systeem, zo¬als dat in EP-A-0 300 536 is beschreven; fig. 2: een schematisch doorsnede-aanzicht van eenkas, waarin substraatteelt wordt toegepast, en waarbij de on¬derhavige uitvinding wordt gebruikt; fig. 3: een schematisch aanzicht van een stuk sub¬straat, waarin een koppelelement volgens de onderhavige uit¬vinding is toegepast; en fig. 4: een doorsnede-aanzicht van een andere uit¬voeringsvorm van een koppelelement volgens de onderhavigeuitvinding.

Fig. 1 toont een stuk steenwol 1, waarop vier af-i zonderlijke stukken steenwol 2 zijn geplaatst, waarin planten3 zijn aangebracht. Het wortelgestel van de planten 3 strektzich binnen de stukken steenwol 2 uit en tevens tot in hetgrote stuk steenwol 1, aangezien de het stuk steenwol 2 om¬hullende folie ter plaatse van de stukken steenwol is onder-' broken. Het in het grote stuk steenwol 1 aanwezige water dif¬fundeert overigens tot in de kleine stukken steenwol 2.

Voor het toevoeren van water aan het steenwol 1 is een pomp 4 aangebracht, die door middel van leidingen 5 en 6verbonden is met twee zich over de gehele lengte van het stuksteenwol 1, en zich daarbinnen uitstrekkende verdeelleidingen 7. Op regelmatige afstanden van elkaar zijn in de tekeningniet weergegeven openingen in de verdeelleidingen 7 aange¬bracht. De pomp 4 wordt bestuurd door een besturingsorgaan 8,dat ingangssignalen ontvangt van een vochtigheidsmeter 9, diede vochtigheidsgraad van het steenwolsubstraat 1 meet. Voorafvoer van de overmaat aan toegevoerd water zijn drie draina-geslangen 12 aangebracht.

Het tot nu toe beschreven systeem komt overeen methet systeem, zoals dat genoemd is in EP-A-0 300 536.

De onderhavige uitvinding wijkt hiervan af door hetaanbrengen van koppelelementen 13, die zich in het substraat1 uitstrekken, en die een verbinding vormen tussen het steen¬wolsubstraat 1 en de drainageleiding 12.

Deze configuratie is in doorsnede in fig. 2 afge¬heeld. Hierbij zijn stukken steenwol 14, die op hellendevlakken 15 zijn geplaatst. Deze hellende vlakken bevindenzich binnen een kas 16. In dit geval zijn de planten 17 di¬rect in het stuk steenwol 14 geplaatst, zonder tussenkomstvan afzonderlijke stukken steenwol. Verder zijn watertoevoer-buizen 18 aangebracht, die door middel van watertoevoer-slangen 19 met het substraat zijn verbonden. Ook hier wordthet overtollige water door middel van drainageslangen 20 endrainagepijpen 21 afgevoerd. De werking van dit systeem komtoverigens geheel overeen met het in fig. 1 afgeheelde sys¬teem.

Fig. 3 toont een schematisch aanzicht van een kop-pelelement 13 volgens de onderhavige uitvinding, dat zich inhet onderhavige geval geheel binnen een stuk steenwol 1 uit¬strekt. Het koppelelement 13 wordt gevormd door een torpedo¬vormig lichaam, waarvan één einde is afgerond, en waarvan hetandere einde van een boring 22 is voorzien, die zich over na¬genoeg de gehele lengte van het koppelelement uitstrekt. Inde boring 22 is een stuk van een drainageslang 12 gestoken,waarbij deze drainageslang 12 door middel van een rand kit 23 tegen het kopeinde van het koppelelement is bevestigd.

Voor het aanbrengen van het koppelelement 13 in hetstuk steenwol 1 worden op de daartoe betreffende plaatsen ga¬ten geboord, waarin de koppelelementen 13 worden gestoken.

Bij het onderhavige voorbeeld strekt het koppelelement 13zich over zijn gehele lengte binnen het stuk steenwol 1 uit;het is zeer wel mogelijk, dat het zich slechts gedeeltelijkbinnen het stuk steenwol 1 uitstrekt, zoals in het uitvoe-ringsvoorbeeld van fig. 4 is getoond. Het maximale debiet vanhet koppelelement neemt hierdoor echter af.

Het in fig. 4 getoonde koppelelement 13 is overi¬gens van een punt 24 voorzien, zodat het bij deze uitvoe¬ringsvorm niet meer noodzakelijk is vooraf gaten te boren inde stukken steenwol; hierbij kunnen de koppelelementen di¬rect, eventueel draaiend tot in de steenwol worden gedrukt.Verder komt deze uitvoeringsvorm overeen met de in fig. 3 ge¬toonde uitvoeringsvorm.

Bij voorkeur zijn de koppelelementen vervaardigdvan steenwol met een grotere dichtheid dan steenwol, die alssubstraat wordt gebruikt. De ervaring heeft geleerd, dathiermee de beste resultaten worden verkregen.

Het is evenwel niet uit te sluiten dat andere po¬reuze materialen, zoals gebakken klei, die veelal voor plant¬potten wordt gebruikt, als basismateriaal worden toegepast.Ook is het mogelijk gesinterde poreuze metalen toe te passen.

Een aantal parallel aan elkaar aangebrachte naaldenbezit eveneens een structuur, die geschikt is voor een kop¬pelelement volgens de onderhavige uitvinding.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt delengte van het koppelelement 65 mm, de diameter 15 mm en isde diameter van de holte 6 mm.

Een voordeel van het gebruik van een van steenwolvervaardigd element van de beschreven dichtheid is, dat eendergelijk element vochtiger blijft dan de omringende steen¬wol. Hierdoor wordt voorkomen dat lucht in het verdere drai-nagekanaal terecht komt. Lucht in het drainagekanaal ver¬stoort immers de zuigwerking van de met het drainagekanaal gekoppelde pomp.

Verder wordt de steenwol bij voorkeur gefixeerddoor een bindmiddel, zodat het koppelelement vormvast is.

Claims (11)

1. Koppelelement .voor het met een drainageslangkoppelen van minerale wol, waarbij het koppelelement gevormdwordt door een tenminste gedeeltelijk in de minerale wol aan¬gebracht poreus lichaam, dat van een met de drainageslang ge¬koppelde holte is voorzien.

2. Koppelelement volgens conclusie 1, met het ken¬merk, dat het poreuze lichaam door zodanig geperste mineralewol wordt gevormd, dat de dichtheid hiervan groter is dan dedichtheid van de niet-geperste minerale wol.

3. Koppelelement volgens conclusie 2, met het ken¬merk, dat de dichtheid van de geperste minerale wol tussen10% en 20% ligt.

4. Koppelelement volgens conclusie 2 of 3, met hetkenmerk, dat de minerale wol door middel van een bindmiddelis gefixeerd.

5. Koppelelement volgens conclusie 1, met het ken¬merk, dat het poreuze lichaam door keramisch materiaal wordtgevormd.

6. Koppelelement volgens een van de conclusie 1-5,met het kenmerk, dat het koppelelement hoofdzakelijk cilin¬dervormig is.

7. Koppelelement volgens conclusie 6, met hetkenmerk, dat het vrije einde snijdend is.

8. Koppelelement volgens conclusie 7, met hetkenmerk, dat het vrije einde puntig is.

9. Koppelelement volgens een van de voorafgaandeconclusies, met het kenmerk, dat de drainageslang zich tot inde holte uitstrekt, en dat de diepte, waarmee deze zich totin de holte uitstrekt, instelbaar is.

10. Koppelelement volgens een van de conclusies1-7, met het kenmerk, dat de drainageslang langs zijn uit-treerand aan het koppelelement door middel van kit bevestigdis.

11. Koppelelement volgens een van de voorafgaandeconclusies, met het kenmerk, dat de lengte tussen 50 en 80 mmligt, de diameter tussen 10 en 20 mm ligt en dat de diametervan de holte tussen 3 en 10 mm ligt.