NL8901804A - Puinbreker. - Google Patents

Description

Puinbreker

De uitvinding heeft betrekking op een puinbreker,met twee in een gestel aangebrachte en een zich in hoofdzaakvertikaal uitstrekkend en taps versmallend puinkanaal vormen¬de persplaten, waarvan de ene persplaat onbeweegbaar is en deandere persplaat om een horizontale zwenkas ten opzichte vande ene persplaat heen en weer verzwenkbaar is, en met een opde verzwenkbare persplaat aangrijpend aandrijfmechanisme.

Puinbrekers worden gebruikt voor het in kleinestukken breken van puin, in het bijzonder bouwpuin zoalsbeton of dergelijke. Tijdens het in stukken breken van hetpuin wordt het mogelijk om eventueel hierin aanwezigewapeningselementen te verwijderen. Een bekende puinbrekervan de in de aanhef genoemde soort bezit een verzwenkbarepersplaat, waarvan de horizontale zwenkas ter plaatse van debovenrand van deze persplaat is gelegen en waarbij terplaatse van het tegenovergelegen uiteinde van deze persplaateen door een vliegwiel aangedreven excentriek aangrijpt.

De door de bekende puinbreker op het puin uitge¬oefende krachten kunnen ten gevolge van de traagheid van hetvliegwiel zeer groot zijn. Een nadeel hierbij is echter, datin sommige gevallen dergelijke grote krachten ongewenstzijn. Te denken valt hierbij aan de situatie, waarbij eenstuk puin, zoals beton, een ingegoten profielbalk bezit, diein staat is de door de persplaten uitgeoefende krachten teweerstaan. Aangezien echter de beweging van de persplatenten gevolge van de traagheid van het vliegwiel niet ofnauwelijks wordt gestopt kan de puinbreker in een dergelijkgeval grote beschadigingen oplopen of zelfs onherstelbaarworden vernield.

De uitvinding beoogt een puinbreker van de in deaanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit nadeel opeenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze is opgeheven.

Hiertoe bezit de puinbreker volgens de uitvindinghet kenmerk, dat het aandrijfmechanisme ten minste ééncilinder-zuigersamenstel omvat.

Wanneer de door het te bewerken puin op de pers- platen uitgeoefende krachten zeer groot worden zal hetcilinder-zuigersamenstel de verzwenkbare persplaat nietverder kunnen verzwenken. Op deze wijze wordt een beschadi¬ging van de puinbreker voorkomen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de puinbrekervolgens de uitvinding geldt, dat het aandrijfmechanisme eenaantal cilinder-zuigersamenstellen omvat, waarvan er éénvoortdurend werkzaam is en waarvan de andere al naar gelangde door het te breken puin op de persplaten uitgeoefendebelasting tijdelijk inschakelbaar zijn. Op deze wijze kan opgunstige wijze een aanpassing van de aandrijfkracht aan dedoor het te verwerken puin uitgeoefende krachten wordenverkregen. Vanzelfsprekend dient er hierbij echter voor teworden gezorgd, dat de totale, door alle cilinder-zuiger¬samenstellen samen, uitoefenbare aandrijfkracht kleiner isdan een kracht, waarbij een beschadiging of vernieling vande puinbreker kan optreden.

Verder is het gunstig, wanneer de persplaten tenopzichte van elkaar instelbaar zijn voor het variëren van dedwarsdoorsnede van het puinkanaal. Een dergelijke instellingvan de persplaten kan op eenvoudige wijze worden uitgevoerddoor het variëren van de slag van de cilinder-zuigersamen¬stellen en/of het kiezen van een andere nulstand daarvan.

De werking van de puinbreker kan op handige wijzehierdoor worden verbeterd, dat de persplaten een gegolfdoppervlak bezitten, waarbij de golftoppen respektievelijkgolfdalen zich in hoofdzaak in de lengterichting van de pers¬platen uitstrekken. Op deze wijze worden de krachten, dienodig zijn voor het breken van het puin verlaagd.

Hierbij kan het tevens van voordeel zijn, dat degolftoppen respectievelijk golfdalen een kleine hoek inslui¬ten met de lengterichting van de persplaten. Hierdoor kanworden voorkomen, dat een stuk puin tijdens de heen en weer¬gaande beweging van de verzwenkbare persplaat ten gevolgevan de tapsheid van het puinkanaal slechts op en neer wordtverschoven zonder dat dit stuk puin wordt gebroken.

Tengevolge van de enigszins hellend verlopende golftoppenrespectievelijk golfdalen zal dit stuk puin ten opzichte vande persplaten van stand veranderen, zodat uiteindelijk een stand wordt verkregen, waarin de persplaten op effectievewijze op dit stuk puin kunnen aangrijpen.

Verder is het van voordeel, wanneer overeenkomstigeen andere uitvoeringsvorm van de puinbreker volgens deuitvinding het oppervlak van de persplaten bestaat uit eenaantal regelmatig aangebrachte, losneembare bekledingsplaten.Wanneer één van deze bekledingsplaten is versleten, kan dezeop eenvoudige wijze worden vervangen door een nieuwe bekle-dingsplaat. Op deze wijze wordt voorkomen, dat de dure pers¬platen door slijtage of beschadigingen onbruikbaar worden enmoeten worden vervangen door nieuwe persplaten.

Verder is het van voordeel, wanneer de persplatenlosneembaar in het gestel zijn aangebracht. Dit is bijvoor¬beeld mogelijk, wanneer het gestel tenminste twee op dedwarsranden van de persplaten aansluitende zijwanden omvaten dat de zwenkas van de beweegbare persplaat zich aan debovenzijde van deze persplaat bevindt en deel uitmaakt vandeze persplaat, waarbij de zwenkas van de verzwenkbare pers¬plaat en montage-uitsteeksels van de onbeweegbare persplaatvanaf de bovenzijde aanbrengbaar zijn in, in de bovenrandvan de zijwanden van het gestel gevormde uitsparingen. Dezeconstructieve vormgeving verschaft de mogelijkheid om depersplaten uit de puinbreker te verwijderen, waardoor dezeminder zwaar wordt en eenvoudiger kan worden getransporteerd.

Teneinde het transport van de puinbreker nogverder te vereenvoudigen, is het mogelijk, dat het gestelgeheel demontabel is in transporteerbare delen. Op dezewijze kan de puinbreker worden getransporteerd naar elkegeschikte lokatie alwaar zich te verwerken puin bevindt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan dehand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van depuinbreker volgens de uitvinding is weergegeven.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van depuinbreker volgens de uitvinding in zijaanzicht;

Figuur 2 toont een doorsnede volgens de lijnenII-II in figuur 1?

Figuur 3 toont een gedeeltelijke doorsnede volgensde lijnen III-III in figuur 1, en

Figuur 4 toont op schematische wijze de manier van bevestiging van de bekledingsplaten op de persplaten.

De in figuur 1 getoonde puinbreker bezit twee pers¬platen l en 2. Deze persplaten 1 en 2 zijn aangebracht ineen gestel, dat geheel demontabel is opgebouwd uit diversedelen. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn dit twee op eenonderconstructie 3 geplaatste basisbalken 4, 5 die zich inde dwarsrichting van de puinbreker uitstrekken, twee nabijde uiteinden van deze basisbalken 4, 5 aangebrachte onderstezijplaten 6 en 7 alsmede op de onderste zijplaten 6 en 7geplaatste bovenste zijplaten, waarvan slechts zijplaat 8 infiguur 1 zichtbaar is. De onderste zijplaten 6 en 7 liggenopgesloten in uitsparingen 9 van de basisbalken 4, 5, zodatde onderlinge positie van deze onderste zijplaten 6, 7 en debasisbalken 4, 5 op een betrouwbare wijze is vastgelegd.

Tussen de onderste zijplaat 6 en de bovenstezijplaat 8 bevindt zich een koppelblok 10, dat een langs-verschuiving van deze twee zijplaten ten opzichte van elkaarvoorkomt. Een dwarsverplaatsing van het koppelblok 10 tenopzichte van de genoemde zijplaten wordt enerzijds voorkomendoor de persplaat 1 en anderzijds door opsluitlippen 11. Opovereenkomstige wijze bevindt zich een koppelblok tussen deonderste zijplaat 7 en de niet-weergegeven aan de tegenover¬gelegen zijde gelegen bovenste zijplaat.

Op niet nader in detail te beschrijven wijze zijnde persplaten 1, 2 met respectievelijke scharnierassen 12, 13 opgenomen in uitsparingen 14, 15 van de bovenstezijplaten. De positionering van deze scharnierassen 12, 13in de uitsparingen 14, 15 vindt in hoofdzaak plaats onderinvloed van de zwaartekracht.

De scharnierassen 12, 13 zijn in de respectieve¬lijke uitsparingen 14, 15 van de bovenste zijplatenopgesloten door middel van twee opsluitplaten, waarvanslechts opsluitplaat 16 zichtbaar is. De verbindingplaatstussen de opsluitplaat 16 en de betreffende bovenste zijplaat8 wordt gevormd door schuine vlakken 17 van beide platen,zodat de opsluitplaat 16 de bovenste uiteinden van debovenste zijplaat 8 in de richting van de scharnierassen 12en 13 belast. Op deze wijze wordt het buitenwaarts verbuigenvan deze bovenste gedeelten van de bovenste zijplaat 8 op effectieve wijze voorkomen.

Tevens is zichtbaar, dat in de getoonde stand deopsluitplaat 16 aangrijpt op een met de scharnierassen 12, 13 verbonden gedeelte 18 respectievelijk 19 van depersplaten. Dit is evenwel niet noodzakelijk, aangezien hetgewicht van de persplaten 1, 2 zodanig is, dat het risico ophet uit de uitsparingen 14, 15 lichten daarvan minimaal is.

De verbinding tussen de opsluitplaten 16 en debovenste zijplaten 8 wordt verkregen door een tweetalschalmen 20, waarvan de verbindingskracht door middel vaninstelbare excentrische assen 21 regelbaar is.

De in figuur 1 aan de linkerzijde weergegeven pers¬plaat 1 rust met zijn onderzijde tegen de basisbalk 4, zodatdeze persplaat 1 als het ware onbeweeglijk in het gestel isaangebracht. De andere persplaat 2 daarentegen is met zijnonderzijde bevestigd aan een drietal cilinder-zuigersamen-stellen 30, 30', die op hun beurt zijn bevestigd aan de ba¬sisbalk 5. Bekrachtiging van deze cilinder-zuigersamenstel-len leidt tot een beweging van de persplaat 2, namelijk eengedeeltelijke rotatie om zijn scharnieras 13. Voor het uit¬oefenen van zijn puinbrekende werking worden de cilinder-zuigersamenstellen zodanig bekrachtigd, dat de persplaat 2een heen en weergaande zwenkbeweging om zijn scharnieras 13uitvoert. Wanneer de beweegbare persplaat 2 naar de vastepersplaat 1 toebeweegt wordt het tussen beide persplatenaanwezige puin gebroken, terwijl dit gebroken puin tussenbeide persplaten door omlaag beweegt wanneer persplaat 2zich van persplaat 1 verwijdert.

Zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 1 vormen debeide persplaten 1, 2 tussen zich in een zich in hoofdzaakvertikaal uitstrekkend en taps versmallend puinkanaal 22. Inde getoonde uitvoeringsvorm is dit puinkanaal 22 aan zijnonderste uiteinde nagenoeg gesloten, wanneer de beweegbarepersplaat 2 zich in zijn het dichts bij de vaste persplaat 1gelegen positie bevindt. Evenwel is het mogelijk om door dekeuze van een andere instelling van de cilinder-zuigersamen-stellen 30, 30' de minimale opening aan de onderzijde vanhet tapse kanaal 22 groter te kiezen. Op deze wijze kanrekening worden gehouden met de afmetingen van het te verwerken puin. Tevens is het mogelijk om de slag van decilinder-zuigersamenstellen 30, 30' telkens aan te passenaan de gegeven omstandigheden.

Het geniet de voorkeur, wanneer slechts één dercilinder-zuigersamenstellen, in dit geval cilinder-zuiger-samenstel 30, wordt bekrachtigd voor het heen en weerbewegen van de beweegbare persplaat 2. Pas wanneer de opdeze persplaat 2 uitgeoefende krachten zeer groot wordenworden de andere cilinder-zuigersamenstellen 30' medebekrachtigd, hetgeen op niet nader getoonde wijze kanplaatsvinden door een automatisch besturingssysteem.

De persplaten zijn aan hun oppervlakte voorzienvan een aantal bekledingsplaten 23. Zoals met name blijktuit figuur 2 bezitten deze bekledingsplaten 23 een gegolfdoppervlak, waarbij de golven van naast elkaar gelegenbekledingsplaten op elkaar aansluiten. De vorm van de bekle¬dingsplaten 23 op de beide persplaten 1, 2 is zodaniggekozen, dat tegenoverelkaar gelegen bekledingsplatentelkens complementair zijn wat hun vorm betreft. Tevens isde vormgeving zodanig gekozen, dat voor het verkrijgen vanhet patroon, dat in figuur 2 is weergegeven, slechts tweeverschillende soorten bekledingsplaten vereist zijn.

Het in figuur 2 weergegeven golfpatroon van debekledingsplaten 23 is in figuur 3 gedetailleerder getoond.Hieruit blijkt, dat de bekledingsplaten naast het in figuur 2getoonde golfpatroon met een grote golflengte (in figuur 3gestippeld weergegeven), tevens een golfpatroon met eenkleinere golflengte bezitten. Deze kleinere golven 24 zijnzodanig aangebracht, dat hun golftoppen respectievelijk golf¬dalen het golfpatroon overeenkomstig het golfpatroon met degrotere golflengte beschrijven.

Zoals met name blijkt uit figuur 2 bedraagt debreedte van de persplaten 1, 2 twee-en-een-half keer degrotere golflengte, terwijl uit figuur 3 blijkt dat degrotere golflengte zes keer de kleinere golflengte van degolven 24 bedraagt. Bij voorkeur bedraagt de grotere golf¬lengte tien keer de kleinere golflengte.

De golftoppen respectievelijk golfdalen van debeide in het voorgaande beschreven golfpatronen met grotere en kleinere golflengte strekken zich in het algemeen inhoofdzaak in de lengterichting van de persplaten 1, 2 uit.Het is echter mogelijk, dat deze golftoppen respectievelijkgolfdalen een kleine hoek insluiten met de lengterichting> van de persplaten, zodat tijdens de heen en weergaande bewe¬ging van de beweegbare persplaat 2 rotatiekrachten op het teverwerken puin worden uitgeoefend, zodat wordt voorkomen datdit puin zonder van positie te veranderen slechts tenopzichte van de persplaten 1, 2 op en neer zou bewegen,i waarbij een brekende werking hierop niet plaatsvindt.

Elke bekledingsplaat 23 is aan zijn achterzijdevoorzien van twee uitsteeksels 25. Zoals blijkt uit figuur 4is elk uitsteeksel 25 opneembaar in een uitsparing 26 vaneen persplaat 1 respectievelijk 2. Elk uitsteeksel is verdervoorzien van een vanaf de voorzijde van de betreffendebekledingsplaat toegankelijke doorgaande boring 27 voor hetdoorvoeren van een bevestigingselement, zoals een bout 28,dat vastzetbaar is in de bodem van de uitsparing 26 in depersplaat 1 respectievelijk 2. Wanneer het bevestigings¬element 28 is aangebracht in de boring 27 en aldus de bekle¬dingsplaat 23 is bevestigd op de persplaat 1 respectievelijk2 wordt de boring 27 boven het bevestigingselement 28 afge¬sloten door een prop 29 uit kunststofmateriaal.

De uitvinding is niet beperkt tot de in hetvoorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kaderder uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

Claims (15)

1. Puinbreker, met twee in een gestel aangebrachteen een zich in hoofdzaak vertikaal uitstrekkend en tapsversmallend puinkanaal vormende persplaten, waarvan de enepersplaat onbeweegbaar is en de andere persplaat om eenhorizontale zwenkas ten opzichte van de ene persplaat heenen weer verzwenkbaar is, en met een op de verzwenkbarepersplaat aangrijpend aandrijfmechanisme, met hetkenmerk, dat het aandrijfmechanisme ten minste ééncilinder-zuigersamenstel omvat.

2. Puinbreker volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat het aandrijfmechanisme een aantalcilinder-zuigersamenstellen omvat, waarvan er één voort¬durend werkzaam is en waarvan de andere al naar gelang dedoor het te breken puin op de persplaten uitgeoefendebelasting tijdelijk inschakelbaar zijn.

3. Puinbreker volgens conclusie 1 of 2, methet kenmerk, dat de persplaten ten opzichte vanelkaar instelbaar zijn voor het variëren van de dwarsdoor¬snede van het puinkanaal.

4. Puinbreker volgens een der conclusies 1-3,met het kenmerk, dat de persplaten een gegolfdoppervlak bezitten, waarbij de golftoppen respektievelijkgolfdalen zich in hoofdzaak in de lengterichting van de pers¬platen uitstrekken.

5. Puinbreker volgens conclusie 4, met hetkenmerk, dat de golftoppen respectievelijk golfdaleneen kleine hoek insluiten met de lengterichting van de pers¬platen.

6. Puinbreker volgens conclusie 4 of 5, methet kenmerk, dat het golfpatroon van het gegolfdeoppervlak een golf met kleinere golflengte omvat, waarvan detoppen respektievelijk dalen een golf met grotere golflengtebeschrijven.

7. Puinbreker volgens conclusie 6, met hetkenmerk, dat de grotere golflengte tien keer de kleine¬re golflengte bedraagt, terwijl de breedte van de persplatentwee en een half keer de grotere golflengte bedraagt.

8. Puinbreker volgens een der conclusies 1-7,met het kenmerk, dat het oppervlak van de pers¬platen bestaat uit een aantal regelmatig aangebrachte, los¬neembare bekledingsplaten.

9. Puinbreker volgens conclusie 8 en conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de breedte van elkebekledingsplaat correspondeert met de helft van de groteregolflengte.

10. Puinbreker volgens conclusie 8 of 9, metihet kenmerk, dat elke bekledingsplaat aan zijn achterzijde is voorzien van tenminste twee uitsteeksels, dieopneembaar zijn in overeenkomstige uitsparingen in depersplaten en die een, vanaf de voorzijde van de bekledings¬platen toegankelijke doorgaande boring bezitten voor hetdoorvoeren van in de bodem van de uitsparingen vastzetbarebevestigingselementen voor de bekledingsplaten.

11. Puinbreker volgens een der conclusies 1-10,met het kenmerk, dat de persplaten losneembaarin het gestel zijn aangebracht.

12. Puinbreker volgens conclusie 11, met hetkenmerk, dat het gestel tenminste twee op de dwars-randen van de persplaten aansluitende zijwanden omvat en datde zwenkas van de beweegbare persplaat zich aan de bovenzijdevan deze persplaat bevindt en deel uitmaakt van dezepersplaat, waarbij de zwenkas van de verzwenkbare persplaaten montage-uitsteeksels van de onbeweegbare persplaat vanafde bovenzijde aanbrengbaar zijn in, in de bovenrand van dezijwanden van het gestel gevormde uitsparingen.

13. Puinbreker volgens conclusie 12, met hetkenmerk, dat de uitsparingen afsluitbaar zijn door eenop de bovenrand van elke zijwand monteerbaar afsluitdeel.

14. Puinbreker volgens conclusie 13, met hetkenmerk, dat elk afsluitdeel instelbaar is ten opzichtevan de betreffende zijwand, zoals door van een excentriekvoorziene koppelingsdelen tussen de afsluitdelen en de zij¬wanden.

15. Puinbreker volgens een der conclusies 1-14,met het kenmerk, dat het gestel geheel demon¬tabel is in transporteerbare delen.