NL8901558A - Tweepolige niet opnieuw aansluitbare steker. - Google Patents

Description

Tweepolige niet opnieuw aansluitbare steker.

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van steekverbindingen. Zij betreft een tweepolige niet opnieuw aansluitbare steker, omvattende een sokkel als kontakt-drager en een afdekkap, die samen met een.flexibele elektrische leiding een ondeelbare eenheid vormen, en gefixeerde contactstiften en een schermkontakt die geschikt zijn voor het tot stand brengen van een klemverbinding met de aansluit-draden.

Niet opnieuw aansluitbare stekers zijn bekend.Zij vormen een eenheid samen met de aangesloten flexibele elektrische leiding. De steker van dit type mag noch met de hand onder gebruikmaking van een werktuig, noch de flexibele leiding van hem gescheiden kunnen worden, zonder dat dit materiaal daardoor voor het verdere gebruik onbruikbaar wordt.

Voor bevestiging, d.w.z. voor mechanische en elektrische verbinding van de elektrische aansluitdraden van de flexibele leiding met de kontaktstiften is, naast soldeer- en lasver-bindingen, ook het klemmen voor het tot stand brengen van deze verbinding bekend (DE-3.241.431) .

Voor het realiseren van deze klemverbindingen wordt een uit een aambeeld en een stempel bestaand klemgereedschap toegepast. Daarbij moet het aambeeldgedeelte van het gereedschap door zich in de sokkel bevindende openingen worden ingébracht in het binnenste van de steker. Dit maakt het vervaardigen van de sokkel ingewikkelder, en vereist een ingewikkeld positioneren van het aambeeldgedeelte.

Voor het positioneren en fixeren van de kontaktstiften zijn enkele constructieve varianten bekend. Uit het DE-AS 1.965.056 is een stekerstift bekend met een ringgroef en een zich daarvoor bevindende verdikking, die ingrijpt in een corresponderende uitsparing van de sokkel.

In het DE-OS 3.516.532 wordt beschreven, dat een stekerstift wordt gestuikt en daardoor in een uitsparing van de boring in de behuizing axiaal wordt gefixeerd.

Een waarborg tegen een radiaal verdraaien wordt niet gegeven.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een steker van het bovengenoemde type, waarbij de klem-verbindingen eenvoudiger tot stand gebracht kunnen worden en ae contactstiften tegen een beweging in alle richtingen zijn geborgd.

De opgave van de uitvinding bestaat daarin, een tweepolige niet opnieuw aansluitbare steker te verschaffen, waarbij door constructieve verandering het doel van de uitvinding kan worden bereikt.

De steker bestaat uit een sokkel als contactdrager en een afdekkap, die samen met een flexibele elektrische leiding een ondeelbare eenheid vormen. De gefixeerde contactstiften en een beschermcontact zijn geschikt voor het tot stand brengen van een klemverbinding met de aansluit-draden.

Volgens de uitvinding is de sokkel bij de bodem daarvan voorzien van een in de vormstof geïntegreerde en aan een contactstift toegevoegd klemaandeel. Bovendien is aan het bruggedeelte van de sokkel onder de klemaansluit-mogelijkheid van het beschermkontakt eveneens een in de vormstof van de sokkel geïntegreerd klemaambeeld aanwezig.

De van klemaansluitvlaggen voorziene, gerolde holle kon-taktstiften zijn elk in het bovenste naadgedeelte daarvan voorzien van een groef, waarin in de samengestelde toestand van de steker steeds een corresponderend contourelement ingrijpt. Het contourelement bevindt zich in de de kontakt-stiften opnemende ronde gaten, die in de sokkel zijn aangebracht en is gevormd uit de vormstof van de sokkel.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de klemaansluitvlaggen omgebogen over 85° tot loodrecht.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader verduidelijkt door beschrijving van een uitvaeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een doorsnede I-I toont van de steker van fig. 2; fig.2 een bovenaanzicht toont op de sokkel van de steker; fig. 3 een doorsnede II-II toont van de steker volgens fig. 2; fig. 4 een uitgesneden deel III-III toont uit fig. 3.

Een steker, waarvan de basis-bouwgroepen op bekende wijze zijn uitgevoerd, moet op een nieuwe manier worden uitgevoerd voor het klem-aansluiten van de kontakten daarvan. Als basisbouwgroepen kunnen de sokkel 3, die als drager van alle kontaktelementen fungeert, en de afdekkap genoemd worden. De flexibele elektrische leiding moet door een klem-proces worden aangesloten op de kontaktstif ten 1 respectievelijk aan het beschermkontakt 2.

De kontaktstiften 1 bestaan uit een messingband, die op een pers met een rol-gereedschap gevormd is tot een holle stift. De kontaktstiften zijn elk voorzien van een klemaansluitvlag 5. Het schermkontakt is eveneens voorzien van een klemaansluiting 5a (fig.l). De klemaan- sluitvlaggen maken het klemmen mogelijk van aansluitdra- 2 den# met een draaddoorsnede van 0,5-2,5 mm , bij voorkeur 1,0 mrrr. De klemaansluitvlag is voorzien van een invoerings-kraag, die een gemakkelijker inbrengen van de aansluitdraden mogelijk maakt. In het bovenste naadgedeelte is elke kontaktstift voorzien van een groef. De in de sokkel aangebrachte ronde gaten 11, waarin de kontaktstiften 1 worden ingevoerd, bezitten aan hun wandgedeelte een uit de vorm-stof van de sokkel aangevormd contourelement 7. Het inbrengen van de holle stiften vindt zodanig plaats, dat deze in een opnemend gedeelte worden aangebracht en daarna de sokkel 3 op de stiften wordt gestoken. Dat wil zeggen, dat de stiften van de buitenkant door drukken worden ingébracht. Bij de inbrengprocedure grijpt het contourelement 3 in in de groef, waardoor voor de kontaktstift de borging tegen draaien en de axiale fixering in de verbindings-richting is gewaarborgd. Na de montage van de stiften vindt het ombuigen van de klemaansluitvlaggen plaats over 85° tot loodrecht. Door deze ombuiging is de holle stift gezekerd tegen een uittrekken tegen de verbindingsrichting.

Op de bodem van de sokkel 3 zijn op corresponderende plaatsen verhogingen aangevormd, die als klemaambeeld 6 dienen voor het tot stand brengen van de klemverbinding tussen de kontakstift en de aansluitdraad (fig. 4). Een op corresponderende wijze uitgevoerd klemaambeeld 10 op de sokkelbrug 3a is aangebracht voor het tot stand brengen van de klemverbinding tussen de aansluitdraad en het schermkontakt 2.

Voor de eigenlijke kleinhandeling worden de afzonderlijke aansluitdraden 9 op de over de klemaambeelden 6,10 omgebogen klemaansluitvlaggen 5,5a gelegd (met de hand of jeautomatiseerd) en aansluitend door middel van een afzonderlijke gemechaniseerde klempers (stempelgereedschap 4) of geïntegreerd in een geautomatiseerde vervaardigingsstraat wordt de vervorming gerealiseerd. Het corresponderende aambeeld daarbij is zo uitgevoerd, dat het de vervorming opneemt, maar dat van buiten ook geen zichtbare vervormingen van de sokkelbodem kunnen worden waargenomen. De vervorming mag niet zodanig worden overschreden, dat de tegenkracht niet voldoende is om een betrouwbare klemverbin-ding 8 tot stand te brengen. In het bijzonder moet de trekvastheid van de klemverbinding gewaarborgd zijn.

Voor het kiemproces moet de isolatie van de draad-einden worden verwijderd.

Samenvattend leidt de uitvinding tot de volgende voordelen: - het zekeren van de holle stiften tegen verschuiving en verdraaiing; - het verminderen van de kosten en inspanningen bij het klemmen door een nieuwe uitvoering en positioneren van het klemaambeeld.

Claims (2)

1. Tweepolige niet-opnieuw aansluitbare steker, omvattende een sokkel als kontaktdrager en een afdekkap, die samen met een flexibele elektrische leiding een ondeelbare eenheid vormen, en gefixeerde kontaktstiften en een schermkontakt die geschikt zijn voor het tot stand brengen van een klemverbinding met de aansluitdraden, met het kenmerk, dat de sokkel (3) aan zijn bodem steeds een aan een kontaktstift (1) toegevoegde, in dë vormstof van de sokkel geïntegreerd klemaambeeld (6) bezit, dat aan het bruggedeelte (3a) van de sokkel onder de klem-aansluitmogelijkheid (5a) van het schermkontakt (2) eveneens een in de vormstof van de sokkel geïntegreerd klemaambeeld (10) aanwezig is, en dat de van klemaansluit-vlaggen voorziene, gerolde holle kontaktstiften elk in het bovenste naadgedeelte daarvan voorzien zijn van een groef waarin in de samengestelde toestand van de steker steeds een corresponderend contourelement (7) uit vormstof van de de kontaktstiften opnemende ronde gaten(11) in de sokkel (3) ingrijpt.

2. Steker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klemaansluitvlaggen zijn omgebögen over 85° tot loodrecht.