NL8900135A

NL8900135A - Verlichtingssysteem voor reklamedoeleinden.

Info

Publication number: NL8900135A
Application number: NL8900135A
Authority: NL
Original assignee: Janse Lichtreklame Bv
Priority date: 1989-01-20
Filing date: 1989-01-20
Publication date: 1990-08-16
Also published as: EP0379244A1; US5065295A

Description

Janse Lichtreklame B.V.

Eindhoven

Verlichtingssysteem voor reklamedoeleinden.

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingssy-steem voor o.m. reklame-doeleinden. De uitvinding heeft voorts betrekking op een kabel, een houder, een lamphouder en een montagevoet welke geschikt zijn voor toepassing in het verlichtingssysteem.

Verlichtingssysternen voor reklameverlichting zijn algemeen bekend. Bekende reklameverlichtingssysternen worden toegepast in bijvoorbeeld letter- of andersoortig gevormde symbolen of logo's, zoals aangebracht op uithangborden of tegen gevels van winkels. Het verlichtingssysteem is hierbij gemonteerd aan de binnenzijde van een in het algemeen doosvormige ombouw, waarvan tenminste een zijde van een gekleurd lichtdoorlatend materiaal is voorzien. In de ombouw is een op kerstboomverlichting gelijkend samenstel van draden met lichtpunten erop aangebracht ondergebracht.

Deze bekende verlichtingssystemen hebben het nadeel, dat ze niet voldoende flexibel zijn, omdat zij een vaste afstand tussen de onderlinge lichtpunten bezitten. Bovendien is een nadeel dat de lichtpunten moeilijk verplaatsbaar zijn, omdat voor het verplaatsen veel handelingen noodzakelijk zijn. Een verder nadeel is dat voor montage en demontage van het verlichtingssysteem het gebruik van een of meerdere gereedschappen noodzakelijk is.

De uitvinding beoogt de genoemde bezwaren te ondervangen en stelt zich ten doel een flexibel verlichtingssysteem te realiseren, dat geschikt is voor o.m. reklamever-lichting, feestverlichting, etalageverlichting en bijvoorbeeld rondom-verlichting in plafonds of kolommen waarbij montage en demontage van het verlichtingssysteem op eenvoudige wijze plaats vindt.

Daartoe is het verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding daardoor gekenmerkt dat het verlichtingssysteem een kabel omvat met tenminste gedeeltelijk vrij toegankelijke electrische geleiders, tenminste een houder met klemmiddelen omvat voor het met de klemmiddelen losneembaar om de kabel klemmen van de houder, een montagevoet omvat voor montage van het verlichtingssysteem, en een losneembaar aan de houder aan te brengen lamphouder omvat, die in samengestelde toestand van het verlichtingssysteem in electrisch contact is met de electrische geleiders.

Voordeel van het verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is dat elke individuele houder, al dan niet voorzien van een lamp in de lamphouder, zonder dat daartoe gereedschap zoals een schroevendraaier of een tang moet worden gebruikt en zonder dat een aansnijden en blootleggen van de electrische geleiders van de .kabel daartoe noodzakelijk is, losneembaar, verplaatsbaar en herplaatsbaar is naar een andere plaats langs de kabel. Het verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is hierdoor bijzonder geschikt voor reklame-doeleinden, daar het op eenvoudige wijze is samen te stellen en bovendien de onderlinge afstand van de verschillende lamphouders naar wens en op eenvoudige wijze te variëren is van zeer klein naar groot. Hiertoe behoeft slechts handmatig de klemkracht, waarmede de houder om de kabel klemt gedeeltelijk te worden opgeheven, waarna de houder in de gewenste richting langs de kabel kan worden geschoven.

Voorts is van voordeel dat geen permanente beschadiging van de kabel, de electrische geleiders of de verschillende op de kabel aan te brengen of aangebrachte houders plaats vindt bij montage of demontage van het verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding. Zelfs vindt geen permanente beschadiging plaats bij herhaalde montage of demontage.

Een verder voordeel is, dat zowel de houders, de lamphouders als de kabel onderling van elkaar gescheiden zijn op te bergen, hetgeen het voor verkoop gereed zijnde, verpakte verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding een zeer beperkt volume verschaft.

De kabel voor toepassing in het verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding, welke kabel in een flexibele electrisch isolerende omhulling gelegen electrische geleiders bezit, bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de omhulling toegankelijke holten bevat, waarin de respectieve electrische geleiders zijn gelegen.

Het voordeel van de kabel overeenkomstig de uitvinding is dat de geleiders liggen ingebed in beschermende, maar toch toegankelijke, holten en dat ondanks de toegankelijkheid van de geleiders van buitenaf de kans op kortsluiting door eventueel op de kabel vallende metalen delen praktisch verwaarloosbaar is.

De houder voor toepassing in het verlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding en voor samenwerking met de kabel overeenkomstig de uitvinding, bezit volgens de uitvinding het kenmerk dat dat de houder een in hoofdzaak U-vormige doorsnede bezit, waarbij poten van de U-vorm van de doorsnede de als snaphaken uitgevoerde klemmiddelen vormen voor het tenminste gedeeltelijk om de kabel klemmen van de snaphaken.

Het voordeel van de houder volgens de uitvinding is dat de snaphaken op eenvoudige wijze handmatig op de kabel te drukken en los te nemen zijn.

Een speciale uitvoeringsvorm van de houder bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de houdmiddelen zijn uitgevoerd als holten met een Omega-vormige doorsnede, waarin de lamphouder losneembaar is aan te brengen voor het in vastgehouden toestand van de lamphouder toestaan van een verdraaiing van de lamphouder om een draaipunt, waarvan de draaiings-as centraal in de Omega-vormige holte is gelegen.

Door het toestaan van een verdraaiing van de lamphouder ontstaat, zoals nog nader zal worden toegelicht, de mogelijkheid om bij het uitvoeren van de lamphouder met contactveren, 'hiermede een contactdruk op het toegankelijk gedeelte van de electrische geleiders uit te oefenen.

De lamphouder voor toepassing in het verlichtingssysteem en voor samenwerking met de kabel en de houder overeenkomstig de uitvinding, bezit volgens de uitvinding het kenmerk dat de lamphouder wordt gevormd door een paar contactveren, die elk zodanig gevormd zijn dat eerste uiteinden van elk van de contactveren in samengestelde toestand van het verlichtingssysteem rusten tegen het toegankelijke gedeelte van de electrische geleiders en tussen tweede uiteinden van de contactveren een lamp is aan te brengen.

In de lamphouder overeenkomstig de uitvinding hebben de contactveren een dubbelfunctie, nl. enerzijds dienen zij voor de toevoer van electrische stroom vanuit de electrische geleiders naar de lamp, anderzijds functioneren de contactveren ook als mechanische inklemorganen voor de lamp. Door een passende vormgeving van de contactveren ontstaat de mogelijkheid om de lamp t.o.v. de kabel een gewenste positie te geven.

Voorts zij opgemerkt, dat met deze dubbelfunctie en het eventueel om een draaipunt draaibaar zijn van elk van de contactveren de mogelijkheid is gecreeerd om de kracht, die door de aanwezigheid van de lamp tussen de tweede uiteinden van de contactveren wordt uitgeoefend over te brengen naar een contactdruk, welke door de eerste uiteinden van de contactveren op het toegankelijk gedeelte van de electrische geleiders wordt uitgeoefend.

Een speciale uitvoeringsvorm van de lamphouder overeenkomstig de uitvinding bezit het kenmerk dat de respectieve afstanden van de respectieve eerste uiteinden van elk van de contactveren tot de respectieve draaipunten kleiner is dan de respectieve afstanden van de respectieve tweede uiteinden van elk van de contactveren tot de respectieve draaipunten.

Het voordeel van deze speciale uitvoeringsvorm van de lamphouder volgens de uitvinding is, dat binnen de mechanische belastingeigenschappen, die het gekozen materiaal waaruit de contactveren zijn vervaardigd bezit, de mogelijkheid ontstaat om door deze passende keuze van de genoemde respectieve afstanden de respectieve krachten, welke door de eerste uiteinden van de contactveren op het toegankelijk gedeelte van de electrische geleiders wordt uitgeoefend, groter te maken dan de kracht die op de tussen de tweede uiteinden van de contactveren aanwezige lamp wordt uitgeoefend.

Een eenvoudige montagevoet voor toepassing in het verlichtingssysteem en voor montage van de kabel, overeenkomstig de uitvinding, bezit volgens de uitvinding het kenmerk dat, de montagevoet een paar klemorganen bezit, welke de kabel voor tenminste een gedeelte, losneembaar klemmend, omvatten.

De uitvinding en haar verdere voordelen zullen nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin overeenkomstige elementen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont:

Figuur 1, een voorkeursuitvoeringsvorm van het verlichtingssysteem volgens de uitvinding;

Figuur 2, een gedeeltelijk in doorsnede weergegeven, rechter zijaanzicht van het in figuur 1 getoonde verlichtingssysteem;

Figuur 3, een isometrische weergave van de houder voor toepassing in het verlichtingssysteem volgens figuur 1;

Figuur 4a, een vooraanzicht van de in·de figuren 1 en 3 getoonde houder;

Figuur 4b, respectievelijk figuur 4c, doorsneden langs de lijn IVb, respectievelijk IVc. van de in figuur 4a getoonde houder;

Figuur 5a, respectievelijk figuur 5b, een bovenaanzicht van het paar in figuur 1 getoonde contactveren;

Figuur 6, een doorsnede van een mogelijke uitvoeringsvorm van de montagevoet en de daarin aangebrachte kabel voor toepassing in het verlichtingssysteem van figuur 1.

In figuur 1 is een gedeelte van een verlichtingssysteem 1 getoond. Dergelijke systemen worden in het algemeen ondergebracht in kast- of doosvormige reklameverlichtingsar-maturen. Het systeem 1 omvat een kabel 2 waarin electrische geleiders 3, 4 binnen een flexibele electrisch isolerende omhulling 5 zijn ondergebracht. Het verlichtingssysteem 1 omvat voorts een houder 6 met klemmiddelen.

In figuur 2 zijn de klemmiddelen 7 getoond welke zijn uitgevoerd ais snaphaken 7. De klemmiddelen 7 zijn in het algemeen zodanig uitgevoerd dat deze de houder 6 losneembaar om de kabel 2 klemmen. De snaphaken 7 zijn in het algemeen voorzien van afgeronde kanten om losnemen zonder gereedschap op eenvoudige wijze mogelijk te maken. Het verlichtings-systeem 1 omvat voorts een lamphouder in de vorm van contact-veren 8, 9. De eerste uiteinden 10 respectievelijk 11 van de contactveren 8 respectievelijk 9 drukken op vrij toegankelijke gedeelten van de geleiders 3 respectievelijk 4, terwijl tussen de tweede uiteinden 12 respectievelijk 13 een lamp 14 is aangebracht. Deze uiteinden 12, 13 zijn bij voorkeur cirkelvormig gebogen. In figuur 3 is de houder 6 op isome-trische wijze weergegeven. Figuur 4a toont een vooraanzicht van de houder 6 en de figuren 4b en 4c tonen doorsneden langs respectievelijk de lijnen IVb-IVb en IVc-IVc van figuur 4a.

De houder 6 bezit een in hoofdzaak ü-vormige doorsnede, waarbij binnen de ü-vorm houdmiddelen in de vorm van holten 15, 16 zijn aangebracht, welke een Omega-vormige doorsnede bezitten.

In de figuren 5a en 5b zijn bovenaanzichten van de afzonderlijke contactveren 8 en 9 getoond, zoals deze in combinatie zijn getoond in figuur 1. De respectievelijke gedeelten 17 en 18 van de contactveren 8 en 9 kunnen in de respectievelijke Omega-vormige holten 15 en 16 worden geklikt en worden hierin vastgehouden. Op deze wijze worden de contactveren 8 en 9 in de Omega-vormige holten 15 en 16 vastgehouden waarbij een verdraaiing van de contactveren 8 en 9 om de gedeelten 17 en 18 kan plaats vinden. Na het tussen de beide tweede uiteinden 12 en 13 aanbrengen van de lamp 14 wordt althans een gedeelte van een door de uiteinden 12 en 13 op de lamp 14 uitgeoefende kracht naar de eerste uiteinden 10 en 11 geleid en benut om deze eerste uiteinden 10 en 11 op de geleiders 3 en 4 te drukken. Door een passendé keuze van de afmetingen van de contactveren 8 en 9 alsmede door een passende vormgeving in de zin van passende hoeken tussen de verschillende delen van de contactveren 8 en 9 kan een vergrote kracht door de eerste uiteinden 10 en 11 op geleiders 3 en 4 worden uitgeoefend.

Figuur 6 toont een doorsnede van een montagevoet 19, waarin de kabel 2 wordt gehouden. De montagevoet 19 is voorzien van een paar klemorganen 20 en 21, welke vallen in in flanken 22 en 23 van de kabel aangebrachte uitsparingen 24 en 25. De in deze figuur getoonde kabel 2 bezit een in hoofdzaak H-vormige doorsnede. In de kabel zijn verwijde holten 26 en 27 aangebracht, welke toegankelijk zijn via kanalen 28 en 29. De holten 26 en 27 en de kanalen 28 en 29 kunnen zich in lengterichting aaneengesloten langs de kabel 2 uitstrekken. In de respectievelijke holten 26 en 27 zijn de respectievelijke geleiders 3 en 4 aangebracht. Het is, om een vergrote mechanische sterkte van de kabel 2 te bereiken ook mogelijk om de kanalen 28 en 29 niet in lengterichting aaneengesloten open te laten, doch deze kanalen lokaal openingen te laten vormen via welke de geleiders 3 en 4 vrij toegankelijk zijn. In dat geval zijn de door de houder 6 op de kabel 2 in te nemen posities voorgeschreven en kunnen deze dus niet in iedere gewenste positie worden aangebracht over de kabel 2.

Een dragend grondvlak 30 kan nog van snaphaken 31 zijn voorzien, waarmede de montagevoet 19 in een niet weergegeven grondplaat met gat kan worden gedrukt. Bij het aanbrengen van de houder 6 op de kabel 2 haken de snaphaken 7 over tenminste een gedeelte van de flank 22 van de kabel 2 en houden deze klemmend vast.

De contactveren zijn bij voorkeur uit fosforbrons vervaardigd. De omhulling 5 van de kabel 2, de houder 6 en de montagevoet 19 zullen in het algemeen uit een flexibele, doch voldoende stevige, kunststof zijn vervaardigd.

Ingeval de eerste uiteinden 10 en 11 van de contactveren· 8 en 9 de in figuur 1 getoonde enigszins gebogen vorm vertonen zullen, ook binnenvlakken 32, 33, en teneinde de houder 6 ook omgekeerd te kunnen gebruiken, ook binnenvlakken 34 en 35 zich naar binnen toe verengen. Ingeval deze uiteinden 10 en 11 recht zijn is een zich verengen van de binnenvlakken 32, 33, 34, 35 niet nodig en kunnen deze ook recht zijn.

Claims

1. Verlichtingssysteem voor in het bij zonder reklame-doeleinden, met het kenmerk dat het verlichtingssysteem een kabel omvat met tenminste gedeeltelijk vrij toegankelijke electrische geleiders, tenminste een houder met klemmiddelen omvat voor het met de klemmiddelen losneembaar om de kabel klemmen van de houder, een montagevoet omvat voor montage van het verlichtingssysteem, en een losneembaar aan de houder aan te brengen lamphouder omvat, die in samengestelde toestand van het verlichtingssysteem in electrisch contact is met de electrische geleiders.

2. Kabel voor toepassing in het verlichtingssysteem volgens conclusie 1, welke kabel in een flexibele electrisch isolerende omhulling gelegen electrische geleiders bezit, met het kenmerk dat de omhulling toegankelijke holten bevat, waarin de respectieve electrische geleiders zijn gelegen.

3. Kabel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de holten zich in lengterichting aaneengesloten langs de kabel uitstrekken.

4. Kabel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de holten via diametraal ten opzichte van elkaar gelegen kanalen afzonderlijk toegankelijk zijn.

5. Kabel volgens een van de conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk dat de kabel een in hoofdzaak H-vormige doorsnede bezit.

6. Houder voor toepassing in het vérlichtingssysteem volgens conslusie 1 en voor samenwerking met de kabel volgens een van de conslusies 2 t/m 5, met het kenmerk dat de houder een in hoofdzaak U-vormige doorsnede bezit, waarbij poten van de U-vorm van de doorsnede de als snaphaken uitgevoerde klemmiddelen vormen voor het tenminste gedeeltelijk om de kabel klemmen van de snaphaken.

7. Houder volgens conslusie 6, met het kenmerk dat de houder is voorzien van binnen de U-vorm aangebrachte houdmid-delen voor het vasthouden van de lamphouder door de houder.

8. Houder volgens conslusie 7, met het kenmerk dat de houdmiddelen zijn uitgevoerd als holten met een Omega-vormige doorsnede, waarin de lamphouder losneembaar is aan te brengen voor het in vastgehouden toestand van de lamphouder toestaan van een verdraaiing van de lamphouder om een draaipunt, waarvan de draaiings-as centraal in de Omega-vormige holte is gelegen.

9. Lamphouder voor toepassing in het verlichtingssy-steem volgens conclusie 1, voor samenwerking met de kabel volgens een van de conclusies 2 t/m 5 en voor samenwerking met de houder volgens een van de conslusies 6 t/m 8, met het kenmerk dat de lamphouder wordt gevormd door een paar contactveren, die elk zodanig gevormd zijn dat eerste uiteinden van elk van de contactveren in samengestelde toestand van het verlichtingssysteem rusten tegen het toegankelijke gedeelte van de electrische geleiders en tussen tweede uiteinden van de contactveren een lamp is aan te brengen.

10. Lamphouder volgens conslusie 9, met het kenmerk dat de respectieve afstanden van de respectieve eerste uiteinden van elk van de contactveren tot de respectieve draaipunten kleiner is dan de respectieve afstanden van de respectieve tweede uiteinden van elk van de contactveren tot de respectieve draaipunten.

11. Lamphouder volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat de tweede uiteinden van de contactveren cirkelvormig zijn gebogen.

12. Lamphouder volgens een van de conclusies 9 t/m 11, met het kenmerk dat de contactveren uit fosforbrons zijn vervaardigd.

13. Montagevoet voor toepassing in het verlichtingssysteem volgens conclusie 1 en voor montage van de kabel volgens een van de conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk dat de montagevoet een paar klemorganen bezit, welke de kabel voor tenminste een gedeelte, losneembaar klemmend, omvatten.

14. Montagevoét volgens conclusie 13, met het kenmerk dat ingeval de kabel een H-vormige doorsnede bezit de flanken van de H-vorm van met de klemorganen samen te werken uitsparingen is voorzien.

15. Montagevoet volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat de montagevoet een dragend grondvlak bezit met tenminste een uitstekende snaphaak voor het met de snaphaak bevestigen van de montagevoet in een gat van een grondplaat.