NL8803194A - Voertuigwielophangingsspelingdetector. - Google Patents

Voertuigwielophangingsspelingdetector. Download PDF

Info

Publication number
NL8803194A
NL8803194A NL8803194A NL8803194A NL8803194A NL 8803194 A NL8803194 A NL 8803194A NL 8803194 A NL8803194 A NL 8803194A NL 8803194 A NL8803194 A NL 8803194A NL 8803194 A NL8803194 A NL 8803194A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
frame
movement
wheel plate
lever
Prior art date
Application number
NL8803194A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190736B (nl
Original Assignee
Halbe Wietse Scheper
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL8800298A external-priority patent/NL8800298A/nl
Application filed by Halbe Wietse Scheper filed Critical Halbe Wietse Scheper
Priority to NL8803194A priority Critical patent/NL190736B/nl
Publication of NL8803194A publication Critical patent/NL8803194A/nl
Publication of NL190736B publication Critical patent/NL190736B/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01MTESTING STATIC OR DYNAMIC BALANCE OF MACHINES OR STRUCTURES; TESTING OF STRUCTURES OR APPARATUS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • G01M17/00Testing of vehicles
    • G01M17/007Wheeled or endless-tracked vehicles
    • G01M17/06Steering behaviour; Rolling behaviour

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Description

♦ •· T-3 VOERTUIGWIELOPHANGINGSSPELINGDETECTOR.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig omvattende een gestel/ twee aan het gestel gelagerde/ in bedrijf in hoofdzaak in een horizontaal vlak beweegbare 5 wiel-ondersteuningsplaten en aandrijfmiddelen voor het ten opzichte van elkaar in tegengestelde richtingen over beperkte afstanden bewegen van de wiel-ondersteuningsplaten.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Belgische octrooischrift 772.697. Voor het detecteren van speling in 10 de wielophanging wordt een voertuig met zijn voorwielen op de een onderdeel van een vaste testbank vormende wiel-ondersteuningsplaten geplaatst. Door het bedienen van de aandrijf-middelen worden de wielen in ten opzichte van elkaar tegengestelde richtingen gedwongen/ zodat speling in wielophangings-15 punten voelbaar of zichtbaar wordt.
Een bezwaar van de bekende inrichting is dat deze niet op zekere wijze elke speling in de wielophanging merkbaar maakt. Een ander bezwaar van deze bekende inrichting is dat deze lastig in het gebruik is en omvangrijk en duur van 20 constructie.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen waarmee op zekere wijze alle mogelijke spelingen in een voertuigwielophanging aangetoond kunnen worden en die bovendien eenvoudig uit te voeren 25 is.
Dit doel wordt bij een inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de wielplaten elk zowel draaibaar om een verticale aslijn als langsbeweegbaar/ dwars op een denkbeeldige verbindingslijn tussen de twee platen/ zijn gela-30 gerd en de aandrijfmiddelen deze draaiing en langsbeweging onafhankelijk van elkaar afzonderlijk zowel als gelijktijdig kunnen veroorzaken. Hierdoor kunnen met de inrichting op de 88 03 194 Γ Ί 2 wielen zowel langs- als draaiingskrachten worden uitgeoefend en; wanneer de wielen buiten de verticale aslijn op de platen worden gezet/ bovendien dwarskrachten. Door deze verschillende belastingsmogelijkheden kunnen alle bij het rij-5 den optredende belastingen worden uitgeoefend/ zodat alle roogelijke spelingen gedetecteerd kunnen worden.
Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Hierdoor kunnen aanmerkelijke dwarskrachten worden uitgeoefend/ terwijl de draaiingsbelasting/ die in het bij-10 zonder wordt toegepast voor het detecteren van speling in de stuurinrichting goed opgewekt kan blijven worden.
Zoals nog zal blijken/ is het door de combinatie van de draaibeweegbaarheid en de langsbeweegbaarheid mogelijk de inrichting eenvoudig en dus economisch te vervaardigen. De 15 inrichting komt hierdoor binnen het bereik van kleinere/ minder kapitaalkrachtige bedrijven die gewoonlijk niet kunnen investeren in dure/ vaste testbanken.
In dit verband wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 3 toegepast. De gehele inrichting bestaat hierdoor 20 uit twee afzonderlijke eenheden/ die op een willekeurige plaats op een vlakke ondergrond of bij voorkeur op een hef-brug kunnert worden neergelegd. Deze eenheden kunnen draagbaar zijn. Hierdoor kunnen deze ook door controlerende instanties op een willekeurige plaats worden gebruikt/ bijvoor-25 beeld bij een verkeerscontrole.
Een gunstige uitvoering wordt , daarbij gekenmerkt door de maatregel van conclusie 4.
De 'inrichting is daarbij eenvoudig te bedienen wanneer de maatregel van conclusie 5 wordt toegepast.
30 Een bedrijfszekere en onderhoudsarme constructie wordt verkregen met de maatregel van conclusie 6. Op geschikte wijze wordt daarbij de maatregel van conclusie 7 toegepast.
Zoals eerder opgemerkt kan de inrichting volgens de 35 uitvinding eenvoudig worden uitgevoerd. Een dergelijke eenvoudige uitvoering wordt bereikt roet de maatregelen van conclusie 8 en 9. Met de maatregel van conclusie 8 wordt bereikt dat het aangrijpingspunt voor de aandrijving van de langs- 8803 1947 f* 3 bewegingsrichting tegelijkertijd het draaipunt vormt voor de draaiingsbeweging. Met conclusie 9 wordt bereikt dat de be-dieningsarm voor de draaibeweging tegelijkertijd een langsge-leidingsfunctie voor de langsbeweging vervult.
5 De uitvinding zal in de volgende beschrijving aan de hand van de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont in schematisch perspectivisch aanzicht met weggebroken delen de helft van een inrichting volgens 10 een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 2 toont de gehele inrichting schematisch in bovenaanzicht.
Fig. 3 en 4 verduidelijken schematisch de bewegingsmogelijkheden van de wieldraagplaten van de in fig. 1 en 2 15 getoonde inrichting.
De inrichting 1 voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig omvat twee in principe spiegelbeeldig uitgevoerde wielondersteuningseenheden, waarvan er één in fig. 1 is weergegeven.
20 De getoonde eenheid omvat een wielondersteunings- plaat 2 die in een horizontaal vlak beweegbaar op een gestel-plaat 13 is gelagerd. De lagering wordt in het getoonde uit-voeringsvoorbeeld gevormd door vier glijdstukken 3. Elk van deze glijdstukken omvat een metalen blokje 4 met aan zijn 25 naar de wielplaat 2 toegekeerde zijde een laag materiaal met een geringe wrijvingscoëfficiënt/ zoals bijvoorbeeld teflon.
Dit blokje 4 is aan zijn ondereinde voorzien van een uitsparing waarin de kop van een in de gestelplaat 13 geschroefde inbusbout 6 valt. Om de schacht van de bout 6 is een aantal 30 ringen 7 aangebracht/ zodat de hoogte van de kop van de inbusbout 6 en dus van het glijdstuk 3 ingesteld kan worden door het toevoegen of verwijderen van ringen 7.
De wielplaat 2 ligt los op de glijdstukken 3 en wordt in de inrichting opgesloten door middel van een opsluitcon-35 structie 8. Deze omvat een aan de gestelplaat 13 vastgelaste of met bouten bevestigde onderbeugel 9 en een onder deze onderbeugel 9 grijpende bovenbeugel 10. De bovenbeugel 10 is met behulp van bouten 11 met verzonken koppen tegen de onder- 8803194 Γ 'i 4 zijde van de wielplaat 2 geschroefd. Tussen de beugel 10 en de onderzijde van de wielplaat 2 is om elke bout 11 een aantal schotelveren 12 aangebracht. Door verdraaiing van de bouten 11 kan de hoogte van de bovenbeugel 10 eenvoudig worden 5 ingesteld zodanig dat deze juist geen contact maakt met de onderbeugel 9. Op deze wijze kan de wielplaat 2 dus in een horizontaal vlak vrij over beperkte afstanden bewegen zonder daarbij los te kunnen komen van het gestel 13/ terwijl bovendien de glijdstukken 3 op betrouwbare wijze opgesloten blij-10 ven.
Volgens de uitvinding kan de wielplaat 2 zowel een draaibeweging om een verticale aslijn als een langsbeweging dwars op een denkbeeldige verbindingslijn tussen de twee platen van de inrichting uitvoeren. Zoals uit fig. 2 blijkt is 15 deze langsbeweging in fig. 1 gezien in hoofdzaak van links beneden naar rechts boven en terug. Het aandrijfmechanisme dat deze langsbeweging kan veroorzaken is aangegeven met 15. Dit langsbewegingsmechanisme 15 omvat een hefboom 16 die bij 17 aan de gestelplaat 13 is gelagerd en bij 18 aan de wiel-20 plaat 2. Aan het andere einde van de hefboom 16 grijpt een dubbelwerkende pneumatische zuiger-cilindereenheid 19 scharnierend aan. Deze zuiger-cilindereenheid 19 is met zijn andere einde gemonteerd aan een steun 26. Het scharnierpunt 18 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een tegen de onderzijde 25 van de wielplaat 2 gelaste bout die door een in de hefboom 16 aangebrachte boring steekt en op het einde waarvan ter opsluiting een moer is aangebracht.
Het zal duidelijk zijn dat wanneer de zuigerstang van de cilinder 19 ingetrokken wordt/ de wielplaat 2 in fig. 1 30 gezien naar links wordt bewogen. De beweging van de wielplaat 2 wordt daarbij verder bepaald door een arm 21 van het nog nader te beschrijven draaibewegingsmechanisme 20. Deze arm 21 is bij 22 scharnierend verbonden met de wielplaat 2 en wordt bij niet-geactiveerd draaibewegingsmechanisme 20/ met 35 zijn andere einde stationair aan een hefboom 23 zwenkbaar gesteund .
Bij het activeren van de cilinder 19 en het naar links bewegen van het scharnierpunt 18 en dus van de wiel- 8803 194.1 > 5 plaat 2, zal het scharnierpunt 22 van de wielplaat 2 om het andere einde van de arm 21 zwenken. Gezien de relatief grote lengte van deze arm 21 beweegt de wielplaat 2 hierbij dus nagenoeg evenwijdig aan zichzelf.
5 Het draaibewegingsmechanisme 20 omvat de eerder be schreven arm 21 die dus met zijn ene einde in het scharnierpunt 22 verbonden is met de wielplaat 2, en met zijn andere einde scharnierend is verbonden met een hefboom 22, die weer bij 24 scharnierend verbonden is met de gestelplaat 13. Zo-10 als getoond is de hefboom 23 gehoekt uitgevoerd/ zodat de be-dieningscilinder 25 voor het draaibewegingsmechanisme 20 naast de bedieningscilinder 19 voor het langsbewegingsmecha-nisme geplaatst kon worden. Het gedeelte van de hefboom 23 dat zich uitstrekt tussen het met de gestelplaat 13 verbon-15 den scharnier 24 en de scharnierende verbinding met de arm 21 strekt zich in hoofdzaak uit in de langsbewegingsrichting/ en in hoofdzaak dwars op de arm 21.
Wanneer nu de cilinder 25 van het draaibewegingsmechanisme wordt geactiveerd/ zodanig dat de zuigerstang naar 20 buiten wordt geduwd/ zal de hefboom 23 in fig. 1 gezien tegen de richting van de klok in verdraaien en daarbij de arm 21 naar rechts trekken. Deze naar rechts gerichte beweging wordt in het scharnierpunt 22 overgebracht op de wielplaat 2.
Bij niet geactiveerd langsbewegingsmechanisme 15 25 wordt het scharnierpunt 1β door de hefboom 16 op een vaste plaats gehouden. Bij het activeren van het draaibewegingsmechanisme draait de wielplaat 2 dus om deze scharnierverbin-ding 18.
De cilinders 19 en 25 zijn/ zoals eerder opgemerkt/ 30 dubbelwerkend en kunnen dus onder krachtuitoefening zowel inschuiven als uitschuiven. Zowel de langsbeweging als de draaibeweging kunnen dus heen- en weergaand worden teweeggebracht. Aangezien de cilinders 19 en 25 afzonderlijk bediend kunnen worden/ kunnen de langsbeweging en de draaibeweging 35 afzonderlijk worden opgewekt/ maar ook gezamenlijk.
De cilinders 19 en 25 zijn elk gemonteerd aan een vast met de gestelplaat 13 verbonden steun 26. Deze steun is voorzien van een boring waardoorheen een schroefdraadeinde 88 03 194.' ✓ * 6 29 van de cilinders steekt. Op dit schroefdraadeinde is een moer 30 geschroefd. Aan weerszijden van de steun 26 is om het schroefdraadeinde 29 een 0-ring 28 aangebracht/ zodat in de gemonteerde toestand de de cilinders niet volledig zijn 5 gefixeerd maar een beperkte beweeglijkheid hebben/ die voldoende is om de beperkte hoekverdraaiing ten gevolge van de verbinding met resp. de hefbomen 16 en 23/ bij het uit- en inbewegen daarvan/ op te nemen.
In fig. 2 zijn beide eenheden van de inrichting vol-10 gens de uitvinding naast elkaar weergegeven. De rechter eenheid is reeds aan de hand van fig. 1 in detail beschreven. De linker eenheid is geheel spiegelbeeldig uitgevoerd en behoeft derhalve niet nader beschreven te worden. In de ge-bruikstoestand worden de twee eenheden op een zodanige af-15 stand van elkaar geplaatst dat twee wielen van één as, in het bijzonder de vooras, op de respectieve wielplaten geplaatst kunnen worden.
Bij het controleren van de wielophanging op speling, wordt de rem van het voertuig in werking gesteld. Door nu de 20 pneumatische cilinders van het langs- en draaibewegingsmecha-nisme op geschikte wijze synchroon te bedienen, kunnen de wielen in langs-, dwars- en draairichting heen- en weergaand worden belast. Hierdoor wordt eventuele speling kenbaar.
Hoewel de rechter eenheid spiegelbeeldig uitgevoerd 25 is aan de linker eenheid, zijn de cilinders 19 resp. 19' van het langsbewegingsmechanisme omgekeerd geschakeld, dat wil zeggen, de cilinder 19 van de rechter eenheid verkeert in de ruststand in uitgeschoven toestand, terwijl de cilinder 19' van de linker eenheid in ruststand ingeschoven is. Opdat de 30 wielplaat in de rusttoestand in de juiste positie ten opzichte van de gestelplaat staat, is het vaste scharnierpunt 17' ten opzichte van het vaste scharnierpunt 17 van de rechter eenheid op geschikte wijze verplaatst.
De bedieningsmiddelen voor de inrichting volgens de 35 uitvinding omvatten enerzijds langsbewegings-bedieningsmidde-len die beide cilinders 19 resp. 19' voor de langsbeweging gelijktijdig, doch tegengesteld activeren, dat wil dus zeggen, wanneer de zuigerstang van de cilinder 19 naar binnen 88031947 • ( 7 bewogen wordt# wordt die van 19’ naar buiten bewogen en omgekeerd. Hierdoor verkrijgen de wielplaten tegengestelde bewegingen zoals schematisch aangeduid in fig. 3.
De bedieningsmiddelen omvatten verder draaiings-be-5 dieningsmiddelen die beide cilinders 25 voor de draaibewe-ging gelijktijdig en in dezelfde zin bedienen. Door het uitschuiven van deze cilinders zwenken de wielplaten om de respectieve scharnierpunten 18 van elkaar af, naar de met stippellijnen in fig. 2 aangeduide stand.
10 Door het gelijktijdig bedienen van zowel de de langs- bewegings-bedieningsmiddelen als de draaiings-bedieningsmid-delen kunnen deze twee bewegingen worden gecombineerd, zoals schematisch aangeduid is in fig. 4. De verschillende mogelijke combinaties van bewegingen zijn uitgebreider omschreven 15 in de prioriteitsaanvrage.
In de reële uitvoeringsvorm worden de pneumatische cilinders beschermd door een kap. De eenheden van de inrichting volgens de uitvinding kunnen op de in fig. 2 getoonde wijze gebruikt worden, waarbij de cilinders zich aan de 20 buitenzijde van de inrichting bevinden. Deze opstelling is in het bijzonder geschikt wanneer de inrichting volgens de uitvinding toegepast wordt op een hefbrug.
Het zal duidelijk zijn dat een andere opstelling van de cilinders mogelijk is.
8803194Γ

Claims (10)

4
1. Inrichting voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig omvattende een gestel/ twee aan het gestel gelagerde/ in bedrijf in hoofdzaak in een horizontaal vlak beweegbare wiel-ondersteuningsplaten en aan- 5 drijfmiddelen voor het ten opzichte van elkaar in tegengestelde richtingen over beperkte afstanden bewegen van de wiel-ondersteuningsplaten/ met het kenmerk/ dat de wielplaten elk zowel draaibaar om een verticale aslijn als langsbeweegbaar/ dwars op een denkbeeldige verbindingslijn 10 tussen de twee platen/ zijn gelagerd en dat de aandrijfmidde-len deze draaiing en langsbeweging onafhankelijk van elkaar afzonderlijk zowel als gelijktijdig kunnen veroorzaken.
2. Inrichting volgens conclusie 1/ met het kenmerk/ dat de wielplaten draaibaar om een verticale aslijn 15 nabij een in de langsbewegingsrichting voorste einde zijn gelagerd.
3. Inrichting volgens conclusie 1/ met het kenmerk/ dat het gestel gedeeld is uitgevoerd en voor elke wielplaat een afzonderlijk deel omvat/ zodanig dat elke wiel- 20 plaat met een bijbehorend gesteldeel en de bijbehorende aandri jfmiddelen een afzonderlijke wielplaat-eenheid vormt.
4. Inrichting volgens conclusie 3/ met het kenmerk/ dat de aandrijfmiddelen van elke wielplaat-eenheid voor de aandrijving van de draaibeweging en voor de aandrij- 25 ving van de langsbeweging een afzonderlijke dubbelwerkende pneumatische zuiger-cilindereenheid omvat.
5. Inrichting volgens conclusie 4gekenmerkt door bedieningsmiddelen omvattende langsbewegings-bedienings-middelen die beide cilinders voor de langsbeweging gelijktij- 30 dig bedienen en draaiings-bedieningsmiddelen die beide cilinders voor de draaibeweging gelijktijdig bedienen.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies/ met het kenmerk/ dat elke wielplaat rust op omhoog van het gestel uitstekende glijdstukken. 88031947 ¢-
7. Inrichting volgens conclusie 6/ met het kenmerk# dat de glijdstukken aan hun bovenvlak van een materiaal met geringe wrijvingscoëfficiënt zoals PTFE-houdend materiaal is voorzien.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu sies# met het kenmerk# dat de langsbewegingsaandrij-ving een aan het gestel en de wielplaat gelagerde hefboom omvat# die zich in hoofdzaak dwars op de langsbewegingsrich-ting uitstrekt# waarvan het scharnierpunt met de wielplaat 10 de verticale aslijn voor de draaibeweging bepaalt en waarbij op het tegenoverliggende einde de pneumatische cilinder aangrijpt.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies# met het kenmerk# dat de draaibewegingsaandrij- 15 ving een aan het gestel gelagerde hefboom omvat# aan één einde waarvan een zich dwars op de langsbewegingsrichting uitstrekkende arm scharnierend aangrijpt# die met zijn andere einde scharnierend aangrijpt op de wielplaat en waarbij althans het gedeelte van de hefboom tussen de scharnierpunten 20 met het gestel en de arm zich in hoofdzaak in de langsbewegingsrichting uitstrekt en op het tegenoverliggende einde van de hefboom de pneumatische cilinder aangrijpt.
10. Inrichting volgens conclusie 8 en 9# met het kenmerk# dat ten minste één van de hefbomen gehoekt is 25 uitgevoerd en de cilinders nabij en evenwijdig aan elkaar aan het gestel zijn gemonteerd. 8603 194 Γ
NL8803194A 1988-02-09 1988-12-28 Inrichting voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig. NL190736B (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8803194A NL190736B (nl) 1988-02-09 1988-12-28 Inrichting voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8800298 1988-02-09
NL8800298A NL8800298A (nl) 1988-02-09 1988-02-09 Speling-detector (hacon speling detector).
NL8803194 1988-12-28
NL8803194A NL190736B (nl) 1988-02-09 1988-12-28 Inrichting voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8803194A true NL8803194A (nl) 1989-09-01
NL190736B NL190736B (nl) 1994-02-16

Family

ID=26646345

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8803194A NL190736B (nl) 1988-02-09 1988-12-28 Inrichting voor het detecteren van speling in de wielophanging van een voertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL190736B (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2446387C1 (ru) * 2010-08-20 2012-03-27 Федеральное Государственное Автономное Образовательное Учреждение Высшего Профессионального Образования "Сибирский Федеральный Университет" Способ определения технического состояния переднего моста автомобиля
PL422024A1 (pl) * 2017-06-26 2019-01-02 Sosnowski Spółka Z Ograniczoną Odpowiedzialnością Spółka Komandytowa Sposób oceny luzów elementów podwozia, zwłaszcza zawieszenia i układu kierowniczego, w pojazdach mechanicznych

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2405480A1 (fr) * 1977-10-07 1979-05-04 Moniot Philippe Dispositif pour deplacer un plateau dans deux directions perpendiculaires
EP0011100A1 (de) * 1978-09-16 1980-05-28 Fischer-Stahlbau Karl Josef Fischer Vorrichtung zur Ermittlung einer relativen Beweglichkeit zwischen Teilen des Fahrwerks oder der Lenkung bei einem Fahrzeug
FR2571495A1 (fr) * 1984-10-09 1986-04-11 Ouest Centre Tech Apave Appareil pour la detection des jeux des trains et la verification de la direction d'un vehicule automobile

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2405480A1 (fr) * 1977-10-07 1979-05-04 Moniot Philippe Dispositif pour deplacer un plateau dans deux directions perpendiculaires
EP0011100A1 (de) * 1978-09-16 1980-05-28 Fischer-Stahlbau Karl Josef Fischer Vorrichtung zur Ermittlung einer relativen Beweglichkeit zwischen Teilen des Fahrwerks oder der Lenkung bei einem Fahrzeug
FR2571495A1 (fr) * 1984-10-09 1986-04-11 Ouest Centre Tech Apave Appareil pour la detection des jeux des trains et la verification de la direction d'un vehicule automobile

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2446387C1 (ru) * 2010-08-20 2012-03-27 Федеральное Государственное Автономное Образовательное Учреждение Высшего Профессионального Образования "Сибирский Федеральный Университет" Способ определения технического состояния переднего моста автомобиля
PL422024A1 (pl) * 2017-06-26 2019-01-02 Sosnowski Spółka Z Ograniczoną Odpowiedzialnością Spółka Komandytowa Sposób oceny luzów elementów podwozia, zwłaszcza zawieszenia i układu kierowniczego, w pojazdach mechanicznych

Also Published As

Publication number Publication date
NL190736B (nl) 1994-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0944509B1 (en) Suspension and braking assembly
US5237920A (en) Apparatus for supporting a cylinder in a rotary printing unit
NL8401732A (nl) Statief met een voor de hoogteverstelling zwenkbare dwarsarm.
EP0558088B2 (en) Rear wheel steering device for rear wheel steering
RU2005127038A (ru) Управляемый блок односкатного колеса для прицепов
US4265147A (en) Working pit with articulated tool arm assembly
US4865341A (en) Apparatus for varying a vehicle wheelbase
NL8803194A (nl) Voertuigwielophangingsspelingdetector.
WO1988004044A1 (en) Brake torque loading linkage fixture
EP0554723B1 (en) Rear wheel steering device
US4660843A (en) Method and apparatus for varying a vehicle wheelbase
US5601032A (en) Apparatus for opening and closing railroad hopper car discharge doors
US5513937A (en) Lift mechanism for lifting refuse containers
US5788016A (en) Lifting frame for an industrial truck
US4966376A (en) Vehicle wheel suspension clearance detector
US4531753A (en) Method and apparatus for varying a vehicle wheelbase
CA1069383A (en) Trackside door closing arrangement for railway hopper cars
GB2284186A (en) Rail profile following rail cleaning unit
NL8602890A (nl) Voertuig geschikt voor rijden op de weg en op de rails.
US4258797A (en) Scraper blade undercarriage mounting assembly
NL8800534A (nl) Mechanisme voor het instellen van de afstand tussen een aanhanger en het trekkende voertuig, bij veranderingen in rijrichting of bereden helling.
NL8100551A (nl) Voertuig.
US3945472A (en) Lever actuated brake assembly
CA2313342C (en) Rail brake
NL2017838B1 (nl) Platform met steunsysteem voor verplaatsing van het platform

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
R1B Notice of opposition during period of laying open
BI The patent application has been withdrawn
R2I Withdrawn after publication