NL8802974A

NL8802974A - Werkwijze voor het bereiden van strooibare meststoffen en/of substraten voor de aerobe vastestof fermentatie uit dierlijke excrementen.

Info

Publication number: NL8802974A
Application number: NL8802974A
Authority: NL
Original assignee: Ve Kom Ind Tierproduktion
Priority date: 1987-12-07
Filing date: 1988-12-02
Publication date: 1989-07-03

Description

- I - τ &

Werkwijze voor het bereiden van strooibare meststoffen en/of substraten voor de aerobe vastestof fermentatie uit dierlijke excrementen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van strooibare meststoffen en/of van substraten voor de aerobe vastestof fermentatie van dierlijke excrementen.

5 Het is bekend, dat uit dierlijke excrementen, die pasteus of met water vermengd als gier gebruikt worden, zonder of met toepassing van vreemde toeslagstoffen een strooibare meststof kan worden bereid. Zonder toevoeging van vreemde toeslagstoffen wordt dit bereikt, doordat 10 aan de pasteuze, dierlijke excrementen of de mest droge stof, zgn. residu, wordt toegemengd in een zodanige verhouding, dat een brokkelig substraat ontstaat. Indien dit substraat belucht wordt, stijgt de temperatuur tot boven 70°. Daarbij wordt een aanzienlijke hoeveelheid 15 warmte-energie vrijgegeven, die bij goed gestruktureerde substraten, die gelijkmatig worden doorstroomt, kan worden gewonnen.

Om de gelijkmatige doorstroming en zuurstofvoorziening van het substraat te verkrijgen, wordt volgens 20 het Duitse Offenlegungsschrift 2.316.476 het mengsel van dierlijke excrementen of mest en residu na het mengen tot strengen en holle strengen vervormd. Na de fermentatie wordt het deel van het substraat, dat als residu met de vers in te zetten dierlijke excrementen, respectievelijk 25 de mest moet worden gemengd, gedroogd in gegranuleerde vorm. Het vormen voorafgaand aan het drogen is ook volgens het Zwitserse octrooischrift 636.329 noodzakelijk, om bij de gebruikte schachtdrogers een zodanige struktuur van het te drogen residu te verkrijgen, dat dit gelijk-30 matig kan worden doorstroomt met droge lucht en dat daarbij de stort een lagere stromingsweerstand heeft en het energieverbruik van de benodigde ventilatoren niet te groot wordt.

Na het drogen wordt het residu gemengd met 35 -dierlijke excrementen of gier. Het mengen vindt plaats •8802974

'V

- 2 - in dubbelasmengers of met behulp van peddelschroeven, waardoor het residu voor het mengen kan worden gemalen.

Aan deze werkwijze zijn de nadelen verbonden, enerzijds, dat het residu fijn moet worden gemalen en 5 daarvoor, alsook voor de vervorming zelf, een hoog elektrisch energieverbruik vereist is, en anderzijds, dat bij het malen van het residu frakties fijne stof optreden, die aanzienlijke belastingen voor het bedieningspersoneel en een enorme vervuilingsgraad van de installaties met 10 zich meebrengen. Deze werkwijze heeft verder het nadeel, dat de noodzakelijke menginrichtingen slechts berekend zijn op gebruik van specifieke, voor de soort eigen residu.

Het is nu het doel van de uitvinding om uit aan 15 de soort eigen residu en/of vreemde toeslagstoffen en dierlijke excrementen of gier een brokkelig, strooibaar substraat te mengen, bij de bereiding waarvan in vergelijking tot bekende bereidingen het energieverbruik en de stofontwikkeling kleiner zijn, en dat ook kan worden 20 gebruikt voor de energiewinning door middel van aerobe vastestof fermentatie.

De uitvinding heeft zich tot opgave gesteld de procescondities voor het bereiden van strooibare meststoffen en/of van susbtraten voor de aerobe vastestof 25 fermentatie uit dierlijke excrementen zodanig vast te stellen, dat deze bereiding mogelijk is met gering verbruik aan energie en zonder stofontwikkeling.

Volgens de uitvinding wordt deze opgave vervult, doordat soorteigen residu, dat als eindtrap van een 30 aëroob vastestof fermentatieproces ongedroogd of gedroogd wordt verkregen en/of vreemde toeslagstoffen, zoals stro, turf,schorsafval,zaagsel of as, met behulp van een vastestof doseerinrichting op een continu-transporteur, bij voorkeur een transportband, wordt gedoseerd en daar 35 bevochtigd met de dierlijke excrementen of gier. Door het voorafgaand bevochtigen van het residu, voor de dosering waarvan een transportschroef wordt gebruikt, komt het tot geen enkele stofontwikkeling. De materiaalstroom wordt gemengd in een trogschroef en bereikt daarna 40 een inrichting, die bestaat uit een roterende, met straal- .8802974 < - 3 - £ vormig aangebrachte slagelementen uitgeruste trommel volgens fig. 1 en een geschikt huis, waarbij in deze inrichting de fasen van kleinmaken van het residu en mengen worden verenigd.

5 Door de keuze van een geschikt toerental van de trommel en de huisconstructie wordt een homogeen mengsel verkregen, dat getransporteerd wordt in een continu-transporteur, bij voorkeur een trogschroef. Dit mengsel wordt als meststof en/of als substraat voor 10 aerobe vastestof fermentatie gebruikt. Het maakt tegelijk matige doorstroming van de stort met lucht mogelijk, alsook kan de vrijgekomen fermentatiewarmte worden opgevangen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan 15 de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening. In de tekening toont: fig. 1 een van slagelementen voorziene trommel voor het kleinmaken en mengen van het residu, en fig. 2 een uitvoeringsvorm van een inrichting 20 voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding.

Zoals getoond in fig. 2, omvat de basisconstructie van de inrichting een vastestof doseerinrich-ting 1 met een voorraadhouder, een aan de bodem aangebrachte damkettingtransporteur, alsmede een aantal 25 roterende freeswalsen, een transportband 2, een transportschroef 3, een voorraadput 4, een inrichting 5, bestaande uit een met straalvormig aangebrachte slagelementen roterende trommel 8, 9, zoals getoond in fig. 1, een trogschroef 6, die het bevochtigde residu toevoert 30 aan de inrichting 5, en een afgedekte trogschroef 7.

Met behulp van de vastestof doseerinrichting 1 wordt 3, 5 ton/uur residu op de transportband 2 gedoseerd.

Uit de transportschroef 3, die induikt in de voorraadput 4, wordt het residu gelijkmatig met 5,5 ton/uur gier, 35 welke een gehalte aan droge stof van bij voorkeur 20 % bezit, bevochtigd. De materiaalstroom wordt continu door middel van de trogschroef 6 toegevoerd naar de inrichting 5, waarin de met straalvormig aangebrachte slagelementen uitgeruste trommel 8, 9 roteert. In de 40 trogschroef 6 wordt residu en gier zonder ontwikkeling .8802974 'i - 4 - van stof voorgemengd. Door de werking van de roterende trommel 8 wordt een homogeen gemengd, brokkelig substraat uit het huis van de inrichting 5 in de afgedekte trog-schroef 7 geworpen. Deze transporteert het substraat zonder 5 verdichting verder. Door middel van verder daarachter aangebrachte transportelementen wordt het substraat ingébracht in een fermentator. Het substraat, in totaal 30 ton, wordt na inbrengen in de fermentatoren gedurende 120 uur belucht, waarbij op alle plaatsen in het substraat 10 temperaturen hoger dan 70°C maximaal kunnen worden bereikt. De met de afvoerluchtstroom uit de fermentatiehouder uitgevoerde hoeveelheid warmte-energie bedraagt 1076 kJ/kg in gezette dierlijke excrementen. De fermentatielucht-hoeveelheid bedraagt maximaal 1000 m /uur. De drukval 15 is kleiner of gelijk aan 30 Pa per meter storthoogte van het substraat. Na beëindiging van het fermentatie-proces wordt het substraat ingébracht in een droogvat 3 en doorstroomd met een luchthoeveelheid van 300-600 m 2 per m droogoppervlak per uur. De drukval over het te 20 drogen substraat is kleiner of gelijk aan 150 Pa per meter storthoogte.

Het voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder daarin gelegen, dat een losser, goed doorstroombaar substraat wordt verkregen, dat ook 25 bij het drogen van het residu slechts een geringe drukval veroorzaakt, en dat ten opzichte van bekende processen een geringer gebruik van elektrische energie nodig is.

Een verder voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat bij het kleinmaken van het residu geen 30 stofontwikkeling optreedt. Bovendien kan als voordeel worden genoemd, dat de werkwijze zowel bij toepassing van residu alsook vreemde toeslagstoffen kan worden gebruikt, derhalve de direkte menging van strooibare meststoffen uit dierlijke excrementen of gier en fermen-35 tatiesubstraten volgens dezelfde werkwijze mogelijk maakt, Een ander voordeel is, dat bij het mengen van fermentatie-substraten volgens de werkwijze van de uitvinding een grote hoeveelheid warmte-energie kan worden gewonnen door aerobe vastestof fermentatie.

.8802974 « - 5 - $

Overzicht betekenis verwijzingscijfers: 1. Vastestof doseerinrichting 2. Transportband 3. Transportschroef 4. Voorraadput 5. Slagtrommelinrichting 6. Trogschroef 7. Afgedekte trogschroef 8. Roterende trommel 9. Slagelementen.

- conclusie - .8802374

Claims

- 6 - 4 Λ -Conclusie- Werkwijze voor het bereiden van strooibare meststoffen en/of substraten voor de aerobe vastestof fermentatie, welke gemengd worden uit dierlijke excrementen of gier met aan de soort eigen residu en/of 5 vreemde toeslagstoffen, met het kenmerk, dat aan de soort eigen residu, dat als eindtrap van een aëroob vastestof fermentatieproces ongedroogd of gedroogd wordt verkregen en/of vreemde toeslagstoffen zoals stro, turf,schorsafval,zaagsel of as, door middel 10 van een vastestof doseerinrichting (1) op een continu transporteur, bij voorkeur een transportband (2) wordt gedoseerd en voorafgaand aan het eigenlijke mengen met dierlijke excrementen of gier wordt bevochtigd, waarbij de dosering van de dierlijke excrementen of gier door 15 middel van een transportschroef (3) plaatsvindt·, en door een inrichting (5), die bestaat uit een roterende trommel (8) met straalvormig aangebrachte slagelementen (9) en een constructief geschikt huis, de processtappen kleinmaken van het residu en mengen tegelijk worden 20 uitgevoerd, zodat bij keuze van een geschikt toerental van de roterende trommel (8) het mengsel uit de inrichting (5) in een continu-transporteur, bij voorkeur een trogschroef (7) wordt geworpen. .8802374