NL8802685A - Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels. - Google Patents

Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels. Download PDF

Info

Publication number
NL8802685A
NL8802685A NL8802685A NL8802685A NL8802685A NL 8802685 A NL8802685 A NL 8802685A NL 8802685 A NL8802685 A NL 8802685A NL 8802685 A NL8802685 A NL 8802685A NL 8802685 A NL8802685 A NL 8802685A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
percutaneous
subcutaneous
implant
percutaneous implant
skin
Prior art date
Application number
NL8802685A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stichting Biomaterials Science
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stichting Biomaterials Science filed Critical Stichting Biomaterials Science
Priority to NL8802685A priority Critical patent/NL8802685A/nl
Priority to DE89202763T priority patent/DE68906856T2/de
Priority to ES198989202763T priority patent/ES2041977T3/es
Priority to EP19890202763 priority patent/EP0367354B1/en
Priority to AT89202763T priority patent/ATE90001T1/de
Publication of NL8802685A publication Critical patent/NL8802685A/nl
Priority to GR930400656T priority patent/GR3009561T3/el

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/02Access sites
    • A61M39/0247Semi-permanent or permanent transcutaneous or percutaneous access sites to the inside of the body
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/02Access sites
    • A61M39/0247Semi-permanent or permanent transcutaneous or percutaneous access sites to the inside of the body
    • A61M2039/0261Means for anchoring port to the body, or ports having a special shape or being made of a specific material to allow easy implantation/integration in the body
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M39/00Tubes, tube connectors, tube couplings, valves, access sites or the like, specially adapted for medical use
    • A61M39/02Access sites
    • A61M39/0247Semi-permanent or permanent transcutaneous or percutaneous access sites to the inside of the body
    • A61M2039/0282Semi-permanent or permanent transcutaneous or percutaneous access sites to the inside of the body with implanted tubes connected to the port

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Gastroenterology & Hepatology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Description

Titel: Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels.
De uitvinding heeft betrekking op een percutaan implantaat, en op een werkwijze voor het implanteren van dergelijke implantaten.
Een percutaan implantaat kan gedefinieerd worden als een voorwerp dat via een chirurgisch gecreëerde opening blijvend door de huid reikt. Via de penetratie door de huid bestaat er dus een verbinding tussen het milieu interieur en het milieu exterieur van het lichaam.
Percutane implantaten worden veelvuldig toegepast, o.a. voor de overbrenging van energie (bijvoorbeeld ten behoeve van een kunsthart) of informatie; de aansluiting van haemodialyse-apparatuur op het bloedvatensysteem (nier- en peritoneaal dialyse); kunstmatige voeding buiten de slokdarm om; intrahepatische chemotherapie; de stimulatie van spieren of delen van het centrale zenuwstelsel; de bevestiging van gehoorapparaten; de bevestiging van ledematen.
Tot nu toe zijn de resultaten van klinische experimenten met percutane implantaten die gedurende langere tijd moeten kunnen functioneren, niet erg hoopgevend. Meestal mislukten de experimenten na een tijdsperiode van ongeveer drie maanden, o.a. door infectie of marsupialisatie van het implantaat. Infectie kan ontstaan door een influx van bacteriën, debris, etc., langs het implantaat de weefsels in. Marsupialisatie kan veroorzaakt worden door een migratie van de epidermis langs het implantaat, resulterend in een totale epidermale afkapseling van het implantaat.
De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat het klinisch succes van percutane implantaten afhankelijk is van de vorming van een stabiele aanhechting van de huid aan het implantaatoppervlak, en dat vermindering van de relatieve beweging tussen implantaat en huid de kans op een succesvol percutaan implantaat doet stijgen.
Het is bekend dat een dergelijke vermindering van de beweeglijkheid van de huid kan worden bereikt door percutane implantaten: 1) stabiel te verankeren in bot, of 2) te implanteren in gebieden waar de huid zich vrij dicht in de buurt van botoppervlak bevindt.
Echter, niet alle percutane implantaten kunnen gestabiliseerd worden door middel van botweefsel.
Het is aldus een doelstelling van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een percutaan implantaat dat geschikt is om gedurende langere tijd te kunnen functioneren in zachte weefsels, ook wanneer geen botweefsel aanwezig is om het percutaan implantaat te stabiliseren.
Hiertoe omvat een percutaan implantaat volgens de uitvinding een subcutaan deel en een percutaan deel, waarbij het subcutaan deel een gedeelte omvat bestaand uit vezelgaas.
Een belangrijk voordeel van het percutaan implantaat volgens de uitvinding is, dat er bindweefselingroei en vaatingroei kan plaatsvinden in de poriën van het gaas. Deze combinatie nu van bindweefsel en vezelgaas vormt een dermate stabiel geheel, dat de relatieve beweging tussen implantaat en huid wordt verminderd, zodat ingroei van epitheel langs het percutaan deel van het implantaat wordt voorkomen.
Bij voorkeur is het vezelgaas vervaardigd van gesinterde metaalvezel. De unieke eigenschap van het metaalvezel gaas is de combinatie van de eigenschappen van metaal met de eigenschappen van vezelproducten, waardoor van metaalvezel vervaardigd gaas tegelijkertijd stevig en poreus is.
Bij voorkeur wordt de porositeit van de vezelstructuur gekozen tussen 70 en 90 %.
Geschikte materialen om als metaalvezel in een gaas volgens de uitvinding gebruikt te worden, zijn: 316 roestvrij staal
Inconel 601 (handelsmerk van Inco)
Hastalloy X (handelsmerk van Cabot USA) - Carpenter 20 CB 3 (handelsmerk van Carpenters Technologies USA)
Nichrome 80-20 - Fecralloy (handelsmerk van UKAEA)
Titaan waarbij bij voorkeur titaan gebruikt wordt vanwege de excellente eigenschappen van dit metaal (zie: D.F. Williams, Biocompatibility of Clinical Implant Materials, Vol.l, CRC Press Inc., Boca Raton, 9-44, 1981). Titaan is namelijk een zeer licht metaal met een smeltpunt van ongeveer 1665 °C. Het gebruik van titaan als implantatie-materiaal is op zich bekend, o.a. voor maxillofaciale, orale, cardiovasculaire, orthopaedische, en neurale chirurgie. De basis voor het gebruik van titaan als implantatiemateriaal berust op de hoge corrosieweerstand. Deze corrosieweerstand is het gevolg van de aanwezigheid van een zeer inerte en sterk passiverende laag op het metaaloppervlak. De mechanische eigenschappen van titaan kunnen eventueel nog verbeterd worden door legeren; bij voorkeur is het gebruikte materiaal een legering van titaan met 6% aluminium en 4% vanadium (T16A14V).
Het is een verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een werkwijze voor het implanteren van een percutaan implantaat, zodanig dat dit gedurende langere tijd kan functioneren in zachte weefsels, ook wanneer geen botweefsel aanwezig is om het percutaan implantaat te stabiliseren.
Daartoe omvat een werkwijze volgens de uitvinding de volgende stappen: in een eerste operatieve zitting: het openen van de huid, het creëren van onderhuidse ruimte, het aanbrengen van het subcutaan deel van een implantaat volgens de uitvinding, het sluiten van de huid; in een tweede operatieve zitting: het nogmaals openen van de huid, het bevestigen van het percutaan deel aan het subcutaan deel, het sluiten van de huid.
Volgens de uitvinding is het mogelijk om in een uit vezelgaas bestaande mat weefselingroei te laten plaatsvinden buiten het lichaam van een patiënt. Het in te groeien weefsel is bij voorkeur botweefsel van de betreffende patiënt. Wanneer een dergelijke vezelmat, voorzien van ingegroeid weefsel, wordt gebruikt in het subcutaan deel van een percutaan implantaat, wordt de stevigheid bevorderd en de benodigde wachttijd ♦russen de twee operatieve zittingen bekort.
In het hierna volgende zal de uitvinding nader verduidelijkt worden onder verwijzing naar de tekening; hierin toont: fig.l een schematisch bovenaanzicht van een subcutaan deel van een percutaan implantaat volgens de uitvinding; fig.2 een schematisch zijaanzicht van een voorkeurs- uitvoeringsvorm van een percutaan implantaat volgens de uitvinding; fig.3A-D een schematisch zijaanzicht van een percutaan implantaat volgens de uitvinding, in opeenvolgende stadia bij het implanteren met behulp van een werkwijze volgens de uitvinding; fig.4 een schematisch zijaanzicht van een percutaan implantaat volgens de uitvinding in een mogelijke toepassing.
In fig.l is een subcutaan deel van een percutaan implantaat volgens de uitvinding in zijn algemeenheid aangegeven met het verwijzingscijfer 1. Het subcutaan deel 1 omvat een gaas 2 van gesinterd metaalvezel.
Met succes is gebruik gemaakt van standaard leverbaar vezelgaas, dat o.a. is ontwikkeld voor toepassing als warmte-isolatie, geluidsabsorptie, botimplantaat, en bij een gasbrander. De vezeldiameter wordt bij voorkeur gekozen tussen 2 en 25 μπι, terwijl de afmetingen van het gaas bij voorkeur tussen 12 cm en 15 cm gekozen worden.
Centraal in het subcutaan deel 1 is een bevestigingsdeel 3 aangebracht, omvattende een rond gat voorzien van een schroefdraad 4. Met behulp van deze schroefdraad 4 kan een percutaan deel stevig en stabiel verankerd worden in het subcutaan deel 1. Wanneer een subcutaan deel 1 wordt geïmplanteerd met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding, is het van de schroefdraad 4 voorziene gat in het subcutaan deel 1 afgesloten door een hulpschroef 5, teneinde ingroei van weefsel in dit gat te voorkomen.
In fig.2 is een percutaan implantaat volgens de uitvinding schematisch weergegeven, waarbij een aan een subcutaan deel 1 verankerd percutaan deel 10 door de huid 20 reikt.
Het percutaan deel 10 omvat een massieve of buisachtige structuur, bij voorkeur eveneens vervaardigd van het metaal titaan of de legering TÏ6A14V, en is voorzien van een schroefdraad 14 die correspondeert met de schroefdraad 4 in het subcutaan deel 2. Het percutaan deel 10 is eventueel, voorzien van een hydroxylapatiet laag, die bijvoorbeeld middels een plasma-spray proces is aangebracht op het metaaloppervlak.
Voor het percutaan deel 10 hebben deze genoemde metalen de voorkeur, gezien de goede biologische en fysische eigenschappen ervan. De materialen worden als biocompatibel beschouwd (zie Biocompatibility of Clinical Implant Materials, Vol. 1 en 2, CRC Press Inc., Boca Raton, 1981) . Voor deze materialen is tevens beschreven dat zich hemidesmosomen kunen vormen in het grensvlak tussen implantaat en huid (zie J.A. Jansen, academisch proefschrift, KU Nijmegen, 1984). Hemidesmosomen worden beschouwd als specifieke celstructuren, die een rol spelen bij de hechting van epitheelcellen aan een oppervlak of aan het onderliggende bindweefsel. Voor een voor een percutaan implantaat geschikt materiaal is het een eerste vereiste dat het materiaal de potentie heeft om epitheelcellen hemidesmosomen te laten vormen op die plaats waar de huid in contact komt met het implantaatoppervlak; de genoemde materialen voldoen aan deze eis.
Een belangrijk voordeel van titaan en TÏ6A14V boven tal van andere implantatiematerialen is ook, dat deze materialen het mogelijk maken het percutaan deel 10 in diverse vormen te vervaardigen: de vorm van het percutaan deel 10 is namelijk afhankelijk van de toepassing van het implantaat. Voor aansluiting van bijvoorbeeld dialyseapparatuur zal een holle structuur noodzakelijk zijn, terwijl voor de overbrenging van energie of informatie volstaan kan worden met een nagenoeg massieve structuur. De goede fysische eigenschappen van de genoemde materialen garanderen een voldoende stevigheid van het percutaan implantaat, ongeacht de vorm waarin het wordt toegepast. De eventueel aan te brengen hydroxylapatietcoating zorgt mogelijk nog voor een verdere verbetering van de biologische eigenschappen van het implantaat, terwijl de fysische eigenschappen niet worden beïnvloed.
In fig. 3A is weergegeven dat in een eerste stap in de implantatdeprocedure volgens de uitvinding het subcutaan deel 1 van het implantaat wordt aangebracht. Het centrale gat in het hevestigïngsdeel 3 van het subcutaan deel 1 van het implantaat is in deze fase afgesloten door middel van de hulpschroef 5, teneinde ingroei van weefsel in dit gat te voorkomen.
Vervolgens wordt de wond gesloten door middel van hechting 21 (fig.3B), waarna weefselingroei in het gaas 2 van het subcutaan deel 1 plaats kan vinden. Na verloop van 2 a 4 maanden is de weefselingroei dusdanig vergevorderd, dat een voldoende stabiliteit van het subcutaan deel 1 ten opzichte van de huid 20 is bereikt.
Dan wordt in een tweede stap in de implantatieprocedure volgens de uitvinding (fig. 3C) een percutane passage 22 in de huid gecreëerd boven het centrale gat in het bevestigings-deel 3 van het subcutaan deel 1. De in het subcutaan deel 1 aangebrachte hulpschroef 5 wordt verwijderd, en het percutaan deel 10 van het implantaat wordt dan middels de schroefdraad 4 in het centrale gat in het bevestigingsdeel 3 van het subcutaan deel 1 gefixeerd. De wond wordt daarna gesloten door aan weerszijden van het percutaan deel 10 (niet weer- gegeven) hechtingen aan te brengen, waarbij het percutaan deel 10 door de huid 20 steekt. Tijdens het genezingsproces zal de huid 20 aan het percutaan deel 10 hechten, op een wijze die vergelijkbaar is met de wijze waarop tandvlees aan een tand hecht.
Op deze wijze zijn percutane implantaten volgens de uitvinding succesvol geïmplanteerd, zoals aan de hand van enkele voorbeelden nader zal worden toegelicht.
Voorbeeld 1:
Percutane implantaten zijn geplaatst in de rug van proefdieren (konijnen). Na sedatie van de konijnen wordt de rug aan beide zijden van de wervelkolom geschoren, onthaard, en gewassen en ontsmet met jodium. Vervolgens wordt een longitudinale incisie gemaakt door de huid heen, evenwijdig aan de wervelkolom. De lengte van de incisie is ± 2-3 cm. Hierna wordt een subcutane pocket gecreëerd middels ondermijning van de huid met een schaar. Het subcutaan deel van het implantaat, een titaanvezel gaas (grootte 3-4 cm) , wordt in deze subcutane pocket geplaats, en de wond wordt gesloten met niet-resorbeerbare hechtingen.
Na drie maanden wordt de huid boven de subcutane component opnieuw geïncideerd (incisie ± 1 cm lang). Op het subcutane titaanvezel gaas wordt dan een percutaan deel geplaatst dat vervaardigd is van hydroxylapatiet. Tenslotte wordt de wond gesloten middels hechtingen.
De operatieprocedure is schematisch weergegeven in fig. 3.
Het percutaan implantaat blijft 3-6 maanden in situ.
Gedurende deze tijd zijn de implantaten wekelijks klinisch geïnspecteerd en gereinigd. Na afloop van deze periode zijn de proefdieren opgeofferd, en de implantaten met de omringende weefsels zijn verwerkt voor histologisch onderzoek (lichtmicroscopie en transmissie-electronenmicroscopie). Klinisch werd gedurende de implantatieperiode een ongestoorde wondgenezing waargenomen zonder teken van ontsteking of migratie van de huid. Histologisch werd geconstateerd, dat het subcutane deel van het implantaat omgeven was door fibreus kapsel. In de poriën van het titaangaas had ingroei van bindweefsel en bloedvaten plaatsgevonden. Er werden geen inflammatoire celreacties waargenomen (zoals plasmacellen, macrophagen, leucocyten). Langs het percutaan deel van het implantaat bleek geen epidermale ingroei plaats gevonden te hebben. Er waren ook geen tekenen van een ontstekingsreactie rond de percutane doorvoer. Electronenmicroscopisch onderzoek laat zien dat de aanhechting van het epitheel aan het implantaatoppervlak sterke overeenkomst vertoont met de aanhechting van gingiva-epitheel aan tandoppervlak. In het scheidingsvlak tussen epitheel en implantaatoppervlak werden hemidesmosomen waargenomen.
VQQrfaesld-2
Een toepassing van de uitvinding is haemodialyse. Voor deze toepassing dient bij de patiënt een voorziening aangebracht te worden die het mogelijk maakt de dialyseapparatuur op het bloedvatenstelsel van de patient aan te sluiten. Een dergelijke voorziening (waarvan het ontwerp schematisch is weergegeven in fig. 2 en 4) kan bestaan uit een in de buik van de patiënt geplaatst percutaan implantaat volgens de uitvinding. Het subcutaan deel 1 van het implantaat heeft voor deze toepassing een· afmeting van 4x4 cm. Centraal in het subcutaan deel 1 bevindt zich het bevestigingsdeel 3 met een van schroefdraad voorzien rond gat met een diameter van 0,5-1 cm. Het percutaan deel 10 van het implantaat is van titaan vervaardigd, en omvat een S-vormige holle buis 30 die bij voorkeur ook van titaan is vervaardigd. De aansluiting van de dialyseapparatuur 40 vindt middels deze holle buis plaats.
Het zal een deskundige duidelijk zijn dat het mogelijk is wijzigingen of aanpassingen aan te brengen in de beschreven uitvoeringsvormen, zonder de uitvindingsgedachte of de beschermingsomvang te verlaten. Zo is het binnen het kader van de uitvinding bijvoorbeeld mogelijk om een bajonet-bevestiging toe te passen in plaats van de schroefbevestiging 4, of een combinatie van beide.

Claims (15)

1. Percutaan implantaat, gekenmerkt' door een subcutaan deel en een percutaan deel, waarbij het subcutaan deel een gedeelte omvat bestaand uit vezelgaas.
2. Percutaan implantaat volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het vezelgaas vervaardigd is van gesinterde metaalvezel.
3. Percutaan implantaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de porositeit van het vezelgaas 70-90% bedraagt.
4. Percutaan implantaat volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat het metaal titaan bevat.
4. Percutaan implantaat volgens één der conclusies 2 t/m 3, met het kenmerk dat het metaal de titaanlegering T16A14V bevat.
6. Percutaan implantaat volgens één der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk dat het percutaan implantaat voorzien is van een doorvoeropening.
7. Percutaan implantaat volgens één der conclusies 1 t/m 6, gekenmerkt door een vasthoudorgaan, bestemd om het percutaan deel te fixeren ten opzichte van het subcutaan deel.
8. Percutaan implantaat volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het vasthoudorgaan een schroefdraad omvat.
9. Inrichting, kennelijk bestemd om te fungeren als subcutaan deel in een percutaan implantaat volgens één der conclusies 1 t/m 8.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het vezelgaas voorzien is van ingegroeid weefsel.
11. Werkwijze voor het implanteren van een percutaan implantaat; gekenmerkt door: in een eerste operatieve zitting: het openen van de huid, het creëren van onderhuidse ruimte, het aanbrengen van het subcutaan deel van een implantaat volgens één der conclusies 1 t/m 8, het sluiten van de huid; - in een tweede operatieve zitting: het nogmaals openen van de huid, het bevestigen van het percutaan deel aan het subcutaan deel, het sluiten van de huid.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de tweede operatieve zitting tenminste twee maanden, bij voorkeur tenminste drie maanden, na de eerste zitting plaatsvindt teneinde in de tussentijd weefselingroei in het vezelgaas te laten plaatsvinden.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk dat in het subcutaan deel gebruik is gemaakt van vezelgaas dat voorzien is van ingegroeid weefsel.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het bevestigen van het percutaan deel aan het subcutaan deel plaats vindt door middel van een schroefdraad.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk: dat het subcutaan deel vóór de tweede zitting voorzien is van een hulpschroeforgaan, teneinde te voorkomen dat weefselingroei in de doorvoeropening in het subcutaan deel plaatsvindt; en dat het hulpschroeforgaan wordt verwijderd alvorens het percutaan deel wordt bevestigd aan het subcutaan deel.
NL8802685A 1988-11-02 1988-11-02 Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels. NL8802685A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802685A NL8802685A (nl) 1988-11-02 1988-11-02 Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels.
DE89202763T DE68906856T2 (de) 1988-11-02 1989-11-01 Perkutanes Implantat.
ES198989202763T ES2041977T3 (es) 1988-11-02 1989-11-01 Impplante percutaneo.
EP19890202763 EP0367354B1 (en) 1988-11-02 1989-11-01 A percutaneous implant
AT89202763T ATE90001T1 (de) 1988-11-02 1989-11-01 Perkutanes implantat.
GR930400656T GR3009561T3 (nl) 1988-11-02 1993-06-30

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802685 1988-11-02
NL8802685A NL8802685A (nl) 1988-11-02 1988-11-02 Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8802685A true NL8802685A (nl) 1990-06-01

Family

ID=19853149

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802685A NL8802685A (nl) 1988-11-02 1988-11-02 Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0367354B1 (nl)
AT (1) ATE90001T1 (nl)
DE (1) DE68906856T2 (nl)
ES (1) ES2041977T3 (nl)
GR (1) GR3009561T3 (nl)
NL (1) NL8802685A (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2033336A1 (en) * 1989-06-02 1990-12-03 Michael D. Hallett Porous percutaneous access device
US5082005A (en) * 1990-12-18 1992-01-21 New England Deaconess Hospital Surgical access device
US5865842A (en) * 1996-08-29 1999-02-02 Medtronic, Inc. System and method for anchoring brain stimulation lead or catheter
JPH10309321A (ja) * 1997-03-11 1998-11-24 San Medical Gijutsu Kenkyusho:Kk 皮膚ボタン
BE1011244A3 (nl) 1997-06-30 1999-06-01 Bekaert Sa Nv Gelaagde buisvormige metaalstructuur.
US6365092B1 (en) * 1999-06-23 2002-04-02 Abb Lummus Global, Inc. Method for producing a sintered porous body
US7731697B2 (en) 2003-04-12 2010-06-08 Incumed Llc, A Nevada Limited Liability Co. Apparatus and method for percutaneous catheter implantation and replacement
US7794431B2 (en) 2003-04-12 2010-09-14 Incumed Llc Apparatus and method for facilitating the replacement of an implanted catheter
EP1613252B1 (en) * 2003-04-12 2016-03-09 IncuMed LLC Percutaneously implantable medical device configured to promote tissue ingrowth
US8021340B2 (en) 2006-07-05 2011-09-20 Incumed, Llc Enhanced apparatus for percutaneous catheter implantation and replacement
WO2008034452A1 (en) * 2006-09-20 2008-03-27 Bmc Ventures A/S Percutaneous implant
FR2907017A1 (fr) * 2006-10-16 2008-04-18 Cie Euro Etude Rech Paroscopie Site implantable avec embase amovible
SE531177C2 (sv) 2007-05-24 2009-01-13 Cochlear Ltd Distans för implantat
AU2010200485A1 (en) 2010-02-10 2011-08-25 Cochlear Limited Percutaneous implant
WO2012024567A1 (en) * 2010-08-20 2012-02-23 Thoratec Corporation Assembly and method for stabilizing a percutaneous cable
AU2016201561B2 (en) * 2015-03-11 2020-10-15 OzLobsters Pty Ltd Implantable interface device
ES2588951B2 (es) * 2016-09-19 2017-09-21 Universitat Politècnica De València Dispositivo para exo-protetización de extremedidades y otras aplicaciones percutáneas
EP3735280B1 (en) * 2018-01-02 2022-05-04 Tc1 Llc Fluid treatment system for a driveline

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1264674A (en) * 1984-10-17 1990-01-23 Paul Ducheyne Porous flexible metal fiber material for surgical implantation
SE445518B (sv) * 1985-02-27 1986-06-30 Inst Applied Biotechnology Bukveggsgenomforing
JPS62120403A (ja) * 1985-11-20 1987-06-01 Permelec Electrode Ltd 表面多孔質体チタン複合体の製造方法

Also Published As

Publication number Publication date
GR3009561T3 (nl) 1994-02-28
EP0367354B1 (en) 1993-06-02
DE68906856D1 (de) 1993-07-08
EP0367354A1 (en) 1990-05-09
ES2041977T3 (es) 1993-12-01
ATE90001T1 (de) 1993-06-15
DE68906856T2 (de) 1993-10-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8802685A (nl) Percutaan implantaat bestaande uit twee componenten, en een werkwijze om een dergelijk percutaan implantaat te implanteren in zachte weefsels.
US5861032A (en) Medical device having a biocompatible coating and oxidation method of coupling therefor
Williams Titanium for medical applications
EP1207916B1 (en) Medical devices with metal/polymer composites
Bobyn et al. Effect of pore size on the peel strength of attachment of fibrous tissue to porous‐surfaced implants
Williams A model for biocompatibility and its evaluation
JP5039539B2 (ja) ナノ構造表面の医療装置応用
US5834051A (en) Intramuscular stimulation lead with enhanced infection resistance
EP1613252B1 (en) Percutaneously implantable medical device configured to promote tissue ingrowth
Linder et al. Incorporation of stainless steel, titanium and vitallium in bone
WO1997027821A9 (en) Medical device having a biocompatible coating and oxidation method of coupling therefor
EP2033667A3 (en) Porous medicated stent
Li et al. The applications and research progresses of nickel–titanium shape memory alloy in reconstructive surgery
Kang et al. In vivo result of porous TiNi shape memory alloy: bone response and growth
Takeshita et al. Histomorphometric analysis of the response of rat tibiae to shape memory alloy (nitinol)
Lemons et al. Biocompatibility studies on surgical‐grade titanium‐, cobalt‐, and iron‐base alloys
US20060178737A1 (en) Coated medical apparatus
Desai et al. Metallic and ceramic biomaterials: current and future developments
Williams Advanced applications for materials implanted within the human body
Assad et al. A new porous titanium–nickel alloy: part 2. Sensitization, irritation and acute systemic toxicity evaluation
US5080671A (en) Method of treating a metal prosthetic device prior to surgical implantation to enhance bone growth relative thereto following implantation
Park et al. Introduction to biomaterials
US6099564A (en) Self-tapping pegs for orbital implants
Sharma et al. Biomaterials and their applications
Suvaneeth et al. Biomaterials and biocompatibility

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed