NL8802603A - Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte. - Google Patents
Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8802603A NL8802603A NL8802603A NL8802603A NL8802603A NL 8802603 A NL8802603 A NL 8802603A NL 8802603 A NL8802603 A NL 8802603A NL 8802603 A NL8802603 A NL 8802603A NL 8802603 A NL8802603 A NL 8802603A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air
- extracted
- time
- space
- ventilation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F11/00—Control or safety arrangements
- F24F11/0001—Control or safety arrangements for ventilation
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Ventilation (AREA)
Description
Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ventileren van een ruimte, met name een woonruimte, waarbij lucht via een afzuigkanaal uit de ruimte afzuigbaar is.
De huidige woonhuisventilatiesystemen bestaan in het algemeen uit een ventilator, die via een kanalenstelsel met een aantal ruimtes in verbinding staat en die naar wens in- en uitschakelbaar is. Dergelijke bekende woonhuisventilatiesystemen bezitten een aantal nadelen. Zo zal de bewoner van een van een dergelijk systeem voorziene woning er veelvuldig toe overgaan om de ventilator uit te schakelen. Enerzijds is dit een gevolg van de veelal niet geringe geluidsoverlast van een ingeschakelde ventilator. Een dergelijke geluidsoverlast kan het gevolg zijn van een te hoog gekozen toerental van de ventilator, maar kan eveneens veroorzaakt zijn door te hoge luchtsnelheden in de afzuigkanalen en af-zuigroosters, waardoor hoge luchtweerstanden in het totale afzuigsysteem ontstaan. Anderzijds zijn bewoners van mening, dat een ingeschakeld ventilatiesysteem niet strookt met het streven naar energiebesparing, aangezien bij een ingeschakeld ventilatiesysteem een gedeelte van de warmte uit de woning wordt verwijderd.
In het kader van de gevoerde campagnes met betrekking tot het beperken van het energieverbruik zijn de eisen betreffende de isolatiewaarden van woningen zodanig aangescherpt, dat een natuurlijke ventilatie door bouwkundige, niet-afsluitbare openingen niet of nauwelijks kan plaatsvinden. Bovendien dragen de bewoners hieraan bij door het dichten van als ventilatie-opening fungerende kieren en spleten. Een en ander heeft tot gevolg, dat de bekende ventilatiesystemen niet altijd effectief zijn, aangezien reeds snel een lichte onderdruk in de te ventileren ruimte wordt gecreëerd, zonder dat de afgezogen lucht wordt vervangen door buitenlucht. Op deze wijze wordt het verder afzuigen van verontreinigde lucht bemoeilijkt. Een dergelijke ondoelmatige ventilatie leidt onder andere tot een overmatige vochtbelas-ting van de woningen, hetgeen een groot aantal vochtklachten van de bewoners tot gevolg heeft. Dit kan zich uiten in vochtplekken, schimmelvorming, bedorven lucht, lichamelijke problemen bij de bewoners (aantasting van de huid, aandoeningen van luchtwegen en bronchiën door schimmelsporen) i alsmede een verhoogde sporenconcentratie van de huisstofmijt en dergelijke.
Samenvattend is gebleken, dat de huidige ventilatiesystemen niet altijd voldoen aan de moderne vereisten, welke worden gesteld aan met name woningen. De invloed van de bewoners op dergelijke systemen is hiervoor te groot.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor het ventileren van een ruimte te verschaffen, waarmee de in het voorgaande genoemde nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze worden opgeheven.
Hiertoe bezit de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat altijd ten minste een minimum luchthoeveelheid per tijdseenheid wordt afgezogen en dat in het afvoerkanaal voortdurend een bemonstering van de afgezogen lucht plaatsvindt, waarbij, wanneer de meetwaarden een bepaalde drempelwaarde overschrijden, de af gezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid wordt verhoogd en waarbij gelijktijdig met het verhogen van de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid extra ventilatieopeningen tussen de te ventileren ruimte en de omgeving worden geopend, die in de minimum afzuig-situatie gesloten zijn.
Doordat ervoor wordt gezorgd, dat altijd ten minste een minimum luchthoeveelheid per tijdseenheid wordt afgezogen wordt een bepaalde minimale mate aan ventilatie gewaarborgd. Wanneer een verhoogde hoeveelheid verontreinigingen in de af-gezogen lucht worden geconstateerd wordt de hoeveelheid afgezogen lucht per tijdseenheid automatisch verhoogd, waarbij gelijktijdig een dergelijke versnelde afvoer mogelijk wordt gemaakt door het openen van extra ventilatie-openingen, waardoor de afgezogen lucht snel en effectief kan worden vervangen door buitenlucht. De bewoner kan op dit ventilatiesysteem geen enkele invloed uitoefenen, terwijl dit systeem volkomen objectief werkt en niet langer afhankelijk is van de subjectieve waarneming van de bewoners. Doordat dit systeem verder geheel automatische werkend wordt uitgevoerd, kan de dimensionering van de diverse afzuigkanalen, de ventilator en de luchtroosters optimaal worden afgestemd op de betreffende ruimte, met name woonruimte, waardoor een minimaal geluiddrukniveau kan worden gewaarborgd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt ervoor gezorgd, dat een verdere verhoging van de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid plaatsvindt wanneer na verloop van een bepaalde tijdsduur de meetwaarden niet tot onder de drempelwaarde zijn gedaald.
Wanneer na verloop van een bepaalde tijdsduur wordt geconstateerd, dat de meetwaarden niet tot onder de drempelwaarde zijn gedaald kan door een verdere verhoging van de af-gezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid toch worden bereikt, dat de meetwaarden tot onder de drempelwaarde zullen dalen.
Het is mogelijk, dat de relatieve vochtigheid van de afgezogen lucht als meetwaarde dient, terwijl tevens de verontreinigingsgraad van de afgezogen lucht als meetwaarde kan dienen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een ventilatiesysteem voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding, met een afzuigventilator en een met de af te zuigen ruimte in verbinding staand afzuigkahaal. Dit ventilatiesysteem volgens de uitvinding is gekenmerkt door een regel-eenheid voor het regelen van het toerental van de afzuigventilator, ten minste een, op deze regeleenheid aangesloten, in het afzuigkanaal geplaatste sensor voor het bemonsteren van de afgezogen lucht, alsmede door de regeleenheid bestuurbare, ventilatieopeningen tussen de te ventileren ruimte en de buitenomgeving openende en sluitende luchtroosters.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de enige figuur, welke schematisch een uitvoeringsvorm van een ventilatiesysteem volgens de uitvinding toont.
Hét in de figuur weergegeven ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte 1 (of een aantal ruimten, zoals een woning) bestaat in eerste instantie uit een met de betreffende ruimte in verbinding staand afzuigkanaal 2 en een in dit afzuigkanaal geplaatste afzuigventilator 3. In het afzuigkanaal 2 zijn in de getoonde situatie twee sensoren 4 en 5 voor het bemonsteren van de afgezogen lucht geplaatst. Alhoewel deze beide sensoren 4 en 5 zich in de getoonde uitvoeringsvorm stroomopwaarts van de ventilator 3 bevinden is het tevens mogelijk dat deze sensoren 4 en 5 stroomafwaarts van de ventilator 3 in het afzuigkanaal 2 zijn geplaatst.
De te ventileren ruimte 1 is verder voorzien van bestuurbare luchtroosters 6, welke in een geopende stand ventilatie-openingen tussen de te ventileren ruimte 1 en de buitenomgeving vrijgeven en in een gesloten stand deze ventilatieopeningen afsluiten.
Het ventilatiesysteem omvat verder een regeleenheid 7, die via leidingen 8 en 9 de meetsignalen van de sensoren 4 respectievelijk 5 ontvangt en die via stuurleidingen 10 en 11 in verbinding staat met de motor 12 van de ventilator respectievelijk de aandrijfeenheid 13 van de luchtroosters 6.
De werking van het in de figuur getoonde ventilatiesysteem is als volgt:
De regeleenheid 7 voorziet de motor 12 van de ventilator 3 in de uitgangspositie van een zodanig stuursignaal, dat de ventilator 3 met een bepaalde minimumsnelheid wordt aangedreven en altijd ten minste een minimum luchthoeveelheid per tijdseenheid door de ventilator 3 via het afzuigkanaal 2 uit de te ventileren ruimte wordt afgezogen. Er zal dus altijd een vooraf bepaalde minimale ventilatie plaatsvinden.
Tijdens genoemde minimum luchtafzuiging bemonsteren de sensoren 4 en 5, welke bijvoorbeeld een hygrostaat en een luchtverontreinigingsopnemen omvatten, voortdurend de afgezogen lucht. Zolang de meetwaarden van de sensoren 4 en 5 onder bepaalde, vooraf gekozen, drempelwaarden blijven verandert de situatie niet en blijft de ventilator 3 met dezelfde snelheid draaien. Wanneer evenwel een der sensoren (of beide sensoren) een overschrijding van de betreffende drempelwaarde constateert reageert de regeleenheid 7 hierop met een stuursignaal aan de motor 12 van de ventilator 3, waardoor het toerental van de ventilator 3 wordt verhoogd en de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid toeneemt. Gelijktijdig wordt via de stuurleiding 11 een stuursignaal aan de aandrijfeenheid 13 van de luchtroosters 6 toegevoerd, waardoor deze luchtroosters 6, welke zich in de uitgangspositie in een gesloten stand bevinden naar een geopende stand worden bewogen. Op deze wijze worden extra ventilatie-openingen tussen de te ventileren ruimte 1 en de buitenomgeving geopend hetgeen het per tijdseenheid afzuigen van een grotere hoeveelheid lucht uit de ruimte 1 waarborgt.
Na verloop van een bepaalde tijdsduur, bijvoorbeeld dettie seconden nadat de afzuigsnelheid is verhoogd, worden de door de sensoren 4 en 5 geregistreerde waarden opnieuw vergeleken met de vooraf ingestelde drempelwaarden. Wanneer een van de geregistreerde waarden nog steeds boven een van de genoemde drempelwaarden ligt geeft de regeleenheid 7 een nieuw stuursignaal aan de motor 12, waardoor de snelheid hiervan nogmaals wordt verhoogd en de afgezogen luchthoeveel-heid per tijdseenheid nogmaals toeneemt. De thans afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid is hierbij bij het ontwerp van het ventilatiesysteem zodanig ontworpen, dat thans in ieder geval een verlaging van de concentratie ongewenste stoffen in de lucht plaats zal vinden.
Wanneer in tegenstelling tot het voorgaande, na verloop van de genoemde tijdsduur, dus bijvoorbeeld na dertig seconden, de meetwaarden onder de drempelwaarden zijn gedaald zorgt de regeleenheid 7 voor het nog gedurende een bepaalde tijdsduur (bijvoorbeeld tien minuten) handhaven van de hogere afzuigsnelheid, en vervolgens voor het verlagen van de snelheid van de motor 12 en het door middel van de aandrijfeenheid 13 sluiten van de luchtroosters 6, zodat de uitgangssituatie wordt bereikt. Dit vindt tevens plaats, wanneer een tweede verhoging van de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid heeft plaatsgevonden en na enige tijd de meetwaarden onder de drempelwaarden zijn gedaald.
Met behulp van het ventilatiesysteem volgens de uitvinding vindt de ventilatie van de betreffende ruimte geheel automatisch plaats zonder dat een ingrijpen van buitenaf noodzakelijk of zelfs mogelijk is. Het openen van de ventilatie-openingen tussen de te ventileren ruimte en de buitenomgeving vindt automatisch plaats, bijvoorbeeld door elektrisch bestuurde draaiventilatieroosters, welke aandrijfbaar zijn door draaimagneten of elektromotoren. Op deze wijze wordt een optimaal functioneren van het ventilatiesysteem te allen tijde gewaarborgd.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, welke binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.
Claims (8)
1. Werkwijze voor het ventileren van een ruimte, met name een woonruimte, waarbij lucht via een afzuigkanaal uit de ruimte afzuigbaar is, met het kenmerk, dat altijd ten minste een minimum luchthoeveelheid per tijdseenheid wordt afgezogen en dat in het afvoerkanaal voortdurend een bemonstering van de afgezogen lucht plaatsvindt, waarbij, wanneer de meetwaarden een bepaalde drempelwaarde overschrijden, de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid wordt verhoogd en waarbij gelijktijdig met het verhogen van de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid extra ventilatieopeningen tussen de te ventileren ruimte en de omgeving worden geopend, die in de minimum afzuigsituatie gesloten zijn.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een verdere verhoging van de afgezogen luchthoeveelheid per tijdseenheid plaatsvindt wanneer na verloop van een bepaalde tijdsduur de meetwaarden niet tot onder de drempelwaarde zijn gedaald.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het k e n m e r k, dat de hogere afzuiging na het onder de drempelwaarde zakken van de meetwaarden nog gedurende enige tijd wordt voortgezet.
4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-3, m e t h e t kenmerk, dat de relatieve vochtigheid van de afgezogen lucht als meetwaarde dient.
5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de verontreinigingsgraad van de afgezogen lucht als meetwaarde dient.
6. Ventilatiesysteem voor toepassing·van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met een afzuig-ventilator en een met de af te zuigen ruimte in verbinding staand afzuigkanaal, gekenmerkt door een regeleen-heid voor het regelen van het toerental van de afzuigventi-lator, ten minste een, op deze regeleenheid aangesloten, in het afzuigkanaal geplaatste sensor voor het bemonsteren van de afgezogen lucht, alsmede door de regeleenheid bestuurbare, ventilatieopeningen tussen de te ventileren ruimte en de buitenomgeving openende en sluitende luchtroosters.
7. Ventilatiesysteem volgens conclusie 6, met h e t kenmerk, dat de luchtroosters elektrisch bestuurde draaiventilatieroosters omvatten, die aandrijfbaar zijn door draaimagneten.
8. Ventilatiesysteem volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de luchtroosters elektrisch bestuurde draaiventilatieroosters omvatten, die aandrijfbaar zijn door elektromotoren.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8802603A NL8802603A (nl) | 1988-10-21 | 1988-10-21 | Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8802603 | 1988-10-21 | ||
NL8802603A NL8802603A (nl) | 1988-10-21 | 1988-10-21 | Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8802603A true NL8802603A (nl) | 1990-05-16 |
Family
ID=19853097
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8802603A NL8802603A (nl) | 1988-10-21 | 1988-10-21 | Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8802603A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1991012149A1 (de) * | 1990-02-14 | 1991-08-22 | Robert Bosch Gmbh | Belüftungsgebläse |
-
1988
- 1988-10-21 NL NL8802603A patent/NL8802603A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO1991012149A1 (de) * | 1990-02-14 | 1991-08-22 | Robert Bosch Gmbh | Belüftungsgebläse |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2007218220B2 (en) | Controls for ventilation and exhaust ducts and fans | |
CA2245135A1 (en) | Air distribution fan and outside air damper recycling control | |
EP3169941B1 (en) | Air circulation and ventilation system | |
WO1993013881A1 (en) | Ventilation system | |
KR20020093826A (ko) | 전기적으로 조절되어 자체 제어되는 통풍장치 | |
KR101505642B1 (ko) | 풍량 조절기능을 갖는 전동댐퍼 | |
EP3667176B1 (en) | Fume extractor hood, method for operating a fume extractor hood | |
NL8802603A (nl) | Werkwijze en ventilatiesysteem voor het ventileren van een ruimte. | |
KR20050111144A (ko) | 압력조절 환기 시스템 | |
JP3861223B2 (ja) | 換気装置 | |
JP3450988B2 (ja) | 換気装置 | |
JPH10253106A (ja) | 室内換気装置と換気方法 | |
JP3473127B2 (ja) | 空調換気扇 | |
JPS6023262B2 (ja) | 空気調和における室内圧制御方法 | |
JP4352905B2 (ja) | 換気装置 | |
JP2008170123A (ja) | 浴室換気乾燥装置 | |
JP3002349B2 (ja) | 空気浄化システム | |
CN213362757U (zh) | 一种智能建筑节能通风装置 | |
GB1111261A (en) | Improvements in ventilating systems | |
JP3439984B2 (ja) | 台所の換気装置 | |
JPH11287489A (ja) | 換気装置 | |
JPH01239330A (ja) | 多室用換気装置 | |
Raymer | A systems approach to spot ventilation. | |
KR930002758A (ko) | 분리형 룸에어컨디셔너의 제습장치 | |
JPS6229849A (ja) | 換気装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: TKE-VENTO B.V. |
|
BC | A request for examination has been filed | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: TOTAAL KOMFORT EDE B.V. |
|
BV | The patent application has lapsed |