NL8802430A - Luchtgordijn-inrichting. - Google Patents

Luchtgordijn-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8802430A
NL8802430A NL8802430A NL8802430A NL8802430A NL 8802430 A NL8802430 A NL 8802430A NL 8802430 A NL8802430 A NL 8802430A NL 8802430 A NL8802430 A NL 8802430A NL 8802430 A NL8802430 A NL 8802430A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
opening
outflow
elements
guide elements
Prior art date
Application number
NL8802430A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Biddle F H Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19852991&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8802430(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Biddle F H Bv filed Critical Biddle F H Bv
Priority to NL8802430A priority Critical patent/NL8802430A/nl
Priority to ES198989202490T priority patent/ES2040983T3/es
Priority to AT89202490T priority patent/ATE88805T1/de
Priority to EP89202490A priority patent/EP0362958B1/en
Priority to DE8989202490T priority patent/DE68906230T2/de
Publication of NL8802430A publication Critical patent/NL8802430A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/06Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • F24F13/075Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser having parallel rods or lamellae directing the outflow, e.g. the rods or lamellae being individually adjustable
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F9/00Use of air currents for screening, e.g. air curtains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Air-Conditioning Room Units, And Self-Contained Units In General (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)
  • Ventilation (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)

Description

LUCHTGORDIJN-INRICHTING.
De uitvinding heeft betrekking op een luchtgordijn-inrichting zoals beschreven in de kop van conclusie 1.
De gebouwen in de doorgangsopening waarvan gewoonlijk dergelijke inrichtingen worden toegepast zijn bijvoorbeeld winkels en warenhuizen. Het door de inrichting ter plaatse van de doorgangsopening opgewekte luchtgordijn is bedoeld om een scheiding in stand te houden tussen het klimaat in het gebouw en het klimaat daarbuiten. Door het luchtgordijn is het mogelijk een visueel geheel vrije doorgangsopening te hebben# zonder dat het energieverlies door het ontwijken van bijvoorbeeld verwarmde of gekoelde lucht uit het gebouw; ontoelaatbare vormen aanneemt. De uit de luchtuitstroomopening van de inrichting stromende lucht is gewoonlijk zelf verwarm-d of gekoeld. Aangezien uit een gebouw ten minste enige lucht ontsnapt; bijvoorbeeld door kieren en ventilatie-openingen; zal ter plaatse van de doorgangsopening in het gebouw lucht van buiten het gebouw naar binnen stromen. Hierbij wordt deze lucht gemengd met de lucht van het luchtgordijn; zodat deze op de gewenste temperatuur wordt gebracht. Op deze wijze komt een aanmerkelijk deel van de voor het op de gewenste temperatuur brengen van de luchtgordijn-lücht gebruikte energie ten gunste van het binnenklimaat van het gebouw.
Door het directe contact met de buitenlucht is een zeker energieverlies uiteraard onvermijdelijk.
De uitvinding beoogt nu om het energieverlies bij een luchtgordi.jn-inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verminderen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de kenmerkende maatregel van conclusie 1. Gebleken is dat hierdoor het grensvlak van de vlakke luchtstraal met de buitenlucht "gladder" blijft; waardoor minder lucht van het luchtgordijn zich met de buitenlucht vermengt en naar buiten ont- wijkt. Bovendien is gebleken dat bij een lagere turbulentie-graad van de uitstromende lucht de straal zich in neerwaartse richting minder snel verbreedt en dus dieper doordringt. Onder dezelfde omstandigheden kan hierdoor volstaan worden met een geringere hoeveelheid uitgeblazen lucht* om toch het gewenste scheidingseffect te bereiken.
Gezien de stromingsomstandigheden is het uiteraard niet mogelijk een volledig laminaire stroming te bereiken. Door de uitvinding is echter wel gebleken dat de turbulentie-graad van de uit een luchtgordijn-inrichting uitgeblazen lucht op een zodanige wijze kan worden verminderd* dat op grond van bovenomschreven mechanismen een aanmerkelijke energiebesparing kan worden bereikt.
Een praktische uitvoeringsvorm van de luchtgordijn-inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 2.
Wanneer de langsafmeting gelijk is aan of kleiner is dan de dwarsafmeting treedt eerder turbulentieversterking op dan -vermindering. Naarmate de verhouding van de langsafmeting en de dwarsafmeting groter is* is de turbulentievermin-dering beter.
Bij voorkeur wordt in dit verband de maatregel van conclusie 3 toegepast.
Met de maatregel van conclusie 4 wordt bereikt dat de gemiddelde snelheid in de uitstroomrichting gelijk blijft, hetgeen bijdraagt tot de demping van de luchtwervelingen.
Een zeer gunstige uitvoeringsvorm is gekenmerkt in conclusie 5. Gebleken is dat deze uitvoeringsvorm een zeer gunstig effect op de luchtwervelingen heeft* terwijl bovendien de stromingsweerstand beperkt is.
Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm treedt op in combinatie met de kenmerkende maatregelen van conclusie 6. Aangezien de ventilatoren in de langsrichting op een afstand van elkaar liggende uitlaatopeningen hebben* is de luchttoevoer ter hoogte van de ventilatoren ongelijkmatig. Gebleken is nu bij de strookvormige lei-elementen dat de ongelijkmatig toegevoerde lucht* de lei-elementen verlaat als een zeer aanzienlijk gelijkmatiger vlakke luchtstraal. Hier door wordt het dus mogelijk ventilatoren te kiezen die gezien het gevraagde debiet en de optredende drukverschillen een maximaal rendement hebben. Het feit dat de lucht daarbij de ventilatoren in de langsrichting van de inrichting gezien niet gelijkmatig verlaat/ is daarbij/ bij deze uitvoeringsvorm/ minder van belang. Doordat optimale ventilatoren gekozen kunnen worden wordt dus op deze wijze eveneens een energiebesparing bereikt.
Wanneer verder de maatregel van conclusie 7 wordt toegepast/ wordt de luchttoevoer per lengte-eenheid van de luchtuitstroomopening reeds gelijkmatiger. Na het passeren van de strookvormige lei-elementen is de vlakke luchtstroom dan ook in langsrichting nagenoeg volledig continu. Hierdoor wordt op gunstige wijze het turbulentieniveau verder gereduceerd.
Een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 8. Al naar gelang de gebruiksomstandigheden van de inrichting kan hierdoor de uit-stroomrichting van de vlakke luchtstraal enigszins worden gewijzigd. Deze kan bijvoorbeeld enigszins schuin naar buiten worden gericht.
De uitvinding zal verder worden verduidelijkt in de volgende beschrijving aan de hand van de in de figuren getoonde üitvoeringsvoorbeelden.
Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van schuin beneden/ van een luchtgordijn-inrichting volgens de uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm.
Fig. 2 toont een gedeeltelijk doorgesneden perspectivisch aanzicht volgens pijl II in fig. 1.
Fig. 3 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht# volgens pijl III in fig. 2# van een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 4 toont schematisch een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van turbulentie-verminderende elementen ter toepassing bij een luchtgordijn-inrichting volgens de uitvinding.
De in fig. 1 getoonde luchtgordijn-inrichting 1 wordt op een nog nader te beschrijven wijze gemonteerd boven een doorgangsopening in een gebouw 2. Deze doorgangsopening kan de ingang zijn of een verbindingsopening tussen twee ruimten van het gebouw.
De inrichting 1 omvat een huis 3 dat voorzien is van een langwerpige luchtuitstroomopening 6. Luchttoevoermidde-len/ die in de hier getoonde en beschreven uitvoeringsvorm worden gevormd door in het huis 3 van de inrichting 1 ondergebrachte ventilatoren zijn met de luchtuitstroomopening 6 verbonden. De lucht wordt aangezogen door inlaatroosters 5, die gevormd zijn in het huis 3 afsluitende deksels 4. In de uitstroomopening 6 zijn elementen 7 aangebracht die de turbulentie van de uitgeblazen lucht verminderen. De uit de opening 6 uittredende vlakke luchtstraal 8 dringt door tot aan de onderkant van de doorgangsopening en vormt aldus op verder op zichzelf bekende wijze een scheiding tussen de twee klimaten aan weerszijden van het luchtgordijn 8.
Fig. 2 toont meer in detail de constructie van de luchtgordijn-inrichting 1.
Het huis 3 van de inrichting 1 is aan een horizontaal zolderingoppervlak opgehangen door middel van montagestrips 10/ die zelf aan de zoldering van het gebouw 2 zijn vastgeschroefd en aan hun einden op uit de tekening blijkende wijze omgebogen zijn tot haken 11. In het huis 3 van de inrichting 1 zijn twee goten 12 gevormd/ aan één bovenrand waarvan een naar binnen uitstekende rand 13 van plaatmateriaal is gevormd. Na het bevestigen van de montagestrips 10 kan de inrichting eenvoudig aan de haken 11 daarvan worden opgehangen door de inrichting 1 zodanig te manipuleren dat de haken 11 in de goten 12 worden gestoken en achter de randen 13 komen te vallen. Na het instellen van de positie van de inrichting 1 door verschuiven in dwarsrichting van de montagestrips/ kan de uiteindelijke positie worden gefixeerd met behulp van borgschroeven 14. Deze montage met montagestrips 10 heeft het voordeel dat de montagepositie van de inrichting in verregaande mate onafhankelijk is van de draagconstructie in de zoldering. De strips kunnen eenvoudig op de geschikte posities in hun langsrichting aan de dragende delen worden bevestigd.
In het huis 3 van de inrichting 1 zijn achter de in-laatroosters 5 luchtfilterelementen 15 aangebracht. Deze fil-terelementen 15 kunnen worden verwisseld en zijn toegankelijk door het naar beneden wegzwenken van de deksels 4.
De luchttoevoermiddelen worden/ zoals eerder opgemerkt/ gevormd door een aantal ventilatoren 16. Tussen de luchtfilters 15 en de ventilatoren 16 is in het huis 3 een warmtewisselaar 23 opgenomen. De aangezogen lucht Wordt in deze warmtewisselaar verwarmd of gekoeld/ al naar gelang de gewenste toepassing.
Elke ventilator 16 omvat een elektromotor 17/ die een rotor 18 aandrijft. Om de rotor strekt zich het als een zogenaamd slakkenhuis gevormd ventilatorhuis 19 uit. De ventilator 16 is met het huis 19 gemonteerd op een montageplaat 27 van het huis 3. In deze plaat zijn met de ventilatoren corresponderende openingen 20 aangebracht.
Zoals getoond zijn de hier toegepaste ventilatoren 16 radiale ventilatoren met aanzuigopeningen aan weerszijden van het ventilatorhuis 19. Ventilatoren van dit type hebben voor de hier beoogde omstandigheden een gunstig rendement.
Het bezwaar van een aantal afzonderlijke/ naast elkaar opgestelde ventilatoren is echter dat de uitlaatopenin-gen 20 eveneens op een aantal discrete plaatsen liggen/ zodat de uit te blazen lucht niet gelijkmatig over de langs-richting van de uitstroomopening 6 vrijkomt. Een belangrijk nevenvoordeel van de uitvinding is dat deze eveneens deze bezwaren wegneemt.
Op de uitlaatopeningen 20 van de ventilatoren sluiten verdeelplaten 21 aan die zich uitstrekken tot de turbulentie-verrninderende elementen ter plaatse van de uitstroomopening 6. In het in fig. 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld worden deze elementen gevormd door lei-elementen 22 die worden gevormd door zich in de langsrichting van de luchtuitstroomopening 6 en evenwijdig aan elkaar uitstrekkende strookvormige elementen. De tussenafstand van de strookvormige lei-elementen is kleiner dan of gelijk aan ongeveer éénvijfde van de hoogte van deze strookvormige elementen 22. De lei-elementen zorgen in eerste instantie voor het volgens de uitvinding beoogde effect van het verminderen van de turbulentiegraad van de uitstromende lucht. In de getoonde uitvoeringsvorm/ dat wil zeggen met de strookvormige lei-elementen 22, zorgen deze bovendien voor een vereffening van de stromingsonregelmatighe-den van de de ventilatoren verlatende lucht/ in de langsrich-ting van de uitstroomopening 6. Dus hoewel de lucht uit de discrete uitlaatopeningenen 20 van de ventilatoren 19 onder variërende richtingen aan de lei-elementen wordt toegevoerd/ treedt een zodanige vereffening op dat de de lei-elementen 22 verlatende vlakke luchtstraal in langsrichting een grote mate van gelijkvormigheid heeft.
De in fig. 3 getoonde alternatieve uitvoering heeft onderdelen die identiek zijn aan die welke zijn getoond in fig. 2. Deze identieke onderdelen zijn met dezelfde verwij-zingscijfers aangegeven.
De uitvoeringsvorm van fig. 3 onderscheidt zich op kenmerkende wijze doordat de lei-elementen 22 met een aantal kamvormige steunen 33 samengesteld zijn tot een eenheid 30 die zwenkbaar om een aslijn 31 in het huis 3 is gemonteerd. De strookvormige lamellen 22 zijn door zich door deze en door elk van de kamvormige steunen 33 uitstrekkende bouten tot de eenheid 30 verbonden. De steunen 33 zijn met behulp van gaffels 32 scharnierend met het huis 3 verbonden. De eenheid 30 kan op de aangegeven wijze worden gezwenkt vanuit de getekende stand waarin de luchtstraal enigszins schuin naar buiten wordt gericht tot in de met stippellijnen aangegeven stand waarin de luchtstraal verticaal naar beneden wordt gericht. De lei-elementen 22 worden in de praktijk zodanig ingesteld dat optimale stromingsomstandigheden ontstaan. Wanneer bijvoorbeeld in het gebouw een relatief lagere druk kan ontstaan dan buiten het gebouw/ hetgeen gewoonlijk tot gevolg zal hebben dat het luchtgordijn naar binnen afbuigt/ kan de luchtstraal aanvankelijk enigszins naar buiten worden gericht.
Fig. 3 toont nog de wijze waarop het deksel 4 op het huis 3 aangrijpt. Het deksel 4 is voorzien van een aantal sleufvormige openingen 26 die over aan het huis 3 aangebrachte tongen 25 vallen.
Hoewel de uitvoering van de lei-elementen zoals in de beschreven figuren getoond/ in de vorm van evenwijdige strookvormige elementen de voorkeur heeft/ is de uitvinding daartoe zeker niet beperkt.
Fig. 4 toont niet uitputtend een aantal mogelijke andere uitvoeringsvormen van de lei-elementen volgens de uitvinding. Kenmerkend voor elk van deze uitvoeringsvormen is dat uitstroomkanalen worden bepaald die in de algemene uit-stroomrichting/ in de getoonde voorbeelden verticaal/ een langsafmeting hebben die een aantal malen groter is dan de kleinste afmeting dwars op deze richting. Zoals eerder opgemerkt is deze langsafmeting bij voorkeur ten minste vijfmaal zo groot als de dwarsafmeting. Door deze lei-elementen wordt de turbulentiegraad van de uittredende lucht zodanig verminderd dat het grensvlak met de buitenlucht relatief "glad" blijft/ zodat een minimale menging en afleiding van de lucht van het luchtgordijn naar buiten optreedt/ terwijl bovendien de verbreding van de luchtstraal bij toenemende afstand tot de uitstroomopening sterk wordt beperkt/ zodat de vlakke luchtstraal zich verder neerwaarts uitstrekt/ dan wanneer de turbulentiegraad van de lucht hoog is.
Het zal duidelijk zijn dat de inrichting volgens de uitvinding niet noodzakelijkerwijze geïntegreerde luchttoe-voermiddelen behoeft te hebben. De uitvinding is even goed toepasbaar bij een luchtgordijn-inrichting waarbij de lucht-toevoermiddelen extern zijn. Ook andere uitvoeringsvormen vallen binnen het kader van de bijgevoegde conclusies.

Claims (8)

1. Luchtgordijn-inrichting omvattende een nabij een doorgangsopening in een gebouw aan te brengen huis, dat voorzien is van een langwerpige luchtuitstroomopening, met de opening verbonden luchttoevoermiddelen en luchtgeleidingsmiddelen voor het gericht uit de opening doen uitstromen van door de luchttoevoermiddelen toegevoerde lucht, met het kenmerk, dat de luchtgeleidingsmiddelen ter plaatse van de luchtuitstroomopening, de turbulentie van de lucht verminderende elementen omvatten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtgeleidingsmiddelen ter plaatse van de opening lei-elementen omvatten, die uitstroomkanalen bepalen, welke in de algemene uitstroomrichting een langsafmeting hebben die een aantal malen groter is dan de kleinste afmeting dwars op deze richting.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de langsafmeting ten minste vijfmaal de dwarsaf-meting bedraagt.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de uitstroomkanalen in de uitstroomrichting in hoofdzaak een constante doorsnede hebben.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lei-elementen zich in langsrichting van de langwerpige luchtuitstroomopening en evenwijdig aan elkaar uitstrekkende strookvormige elementen zijn.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de luchttoevoermiddelen een aantal naast elkaar opgestelde ventilatoren omvatten, op onderlinge afstand liggende uitlaatopeningen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tussen de op afstand liggende uitlaatopeningen en de luchtuitstroomopening, de lucht gelijkmatig verdelende dwarse verdeelvlakken zijn aangebracht.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies/ met het kenmerk/ dat de lei-elementen samengesteld zijn tot een afzonderlijke eenheid die om een as in de langsrichting van de uitstroomopening zwenkbaar is.
NL8802430A 1988-10-04 1988-10-04 Luchtgordijn-inrichting. NL8802430A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802430A NL8802430A (nl) 1988-10-04 1988-10-04 Luchtgordijn-inrichting.
ES198989202490T ES2040983T3 (es) 1988-10-04 1989-10-02 Dispositivo de cortina de aire.
AT89202490T ATE88805T1 (de) 1988-10-04 1989-10-02 Luftvorhanggeraet.
EP89202490A EP0362958B1 (en) 1988-10-04 1989-10-02 Air curtain device
DE8989202490T DE68906230T2 (de) 1988-10-04 1989-10-02 Luftvorhanggeraet.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8802430 1988-10-04
NL8802430A NL8802430A (nl) 1988-10-04 1988-10-04 Luchtgordijn-inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8802430A true NL8802430A (nl) 1990-05-01

Family

ID=19852991

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802430A NL8802430A (nl) 1988-10-04 1988-10-04 Luchtgordijn-inrichting.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0362958B1 (nl)
AT (1) ATE88805T1 (nl)
DE (1) DE68906230T2 (nl)
ES (1) ES2040983T3 (nl)
NL (1) NL8802430A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0554481B1 (de) * 1992-02-05 1995-05-03 GESELLSCHAFT FÜR LUFTSCHLEIERANLAGEN mbH Luftschleieranlage
US5590537A (en) * 1995-09-07 1997-01-07 The Perkin-Elmer Corporation Dry gas curtain for cryogenic surface
FR2740205B1 (fr) * 1995-10-23 1998-01-09 Unir Ultra Propre Nutrition In Dispositif de protection contre l'aerocontamination
FI112533B (fi) * 1999-05-21 2003-12-15 Jeven Oy Menetelmä ilmanvaihdon järjestämiseksi ja ilmanvaihtojärjestely
DE10017019C1 (de) 2000-04-05 2001-07-05 Lks Israel Gmbh Klimatechnisch Schlitzauslass für Luftschleier-Anlagen
DE10142502A1 (de) 2001-08-30 2003-03-20 Bsh Bosch Siemens Hausgeraete Fruchtpresse
DE102004001765A1 (de) * 2004-01-12 2005-08-04 Jochen Schanze Luftschleieranlage
NL1031200C2 (nl) * 2006-02-21 2007-08-22 Biddle B V Uitblaasrooster en een luchtgordijn-inrichting.
DE102008050546B4 (de) 2008-10-06 2012-03-08 Airbus Operations Gmbh Side-Feeder-Luftführungselement für eine Flugzeugklimaanlage
PL387085A1 (pl) * 2009-01-21 2010-08-02 Flowair Głogowski I Brzeziński Spółka Jawna Kurtyna powietrzna ze strumieniem pomocniczym
DE102014114491B3 (de) * 2014-10-07 2015-10-01 Arwus Gmbh Schlitzauslass für Luftschott-Anlagen mit Strömungsumlenkung
US11015824B2 (en) 2016-09-02 2021-05-25 Inertechip Llc Air curtain containment system and assembly for data centers
DE102016116832A1 (de) 2016-09-08 2018-03-08 Arwus Gmbh Schlitzauslass für Luftschott-Anlagen
NL2018444B1 (en) * 2017-03-01 2018-09-19 H Opdam Man B V An air curtain, and a vehicle comprising an air curtain

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2057494A (en) * 1936-05-18 1936-10-13 Hart & Cooley Mfg Company Adjustable directional grille
US3229609A (en) * 1964-01-15 1966-01-18 Nat Ind Equipment Co Multiple air screen for use with a doorway
US3291027A (en) * 1965-02-10 1966-12-13 Dual Jet Refrigeration Co Air outlet nozzles for an air curtain device
US3332334A (en) * 1965-08-09 1967-07-25 Melzer Herman Air curtain apparatus
US3327935A (en) * 1965-08-31 1967-06-27 Sigmund F Berlant Air curtain
US3362469A (en) * 1966-01-03 1968-01-09 Berner Ind Inc Air curtain
DE8716517U1 (de) * 1987-12-15 1988-02-11 Löbig, Rolf, 5653 Leichlingen Vorrichtung zum Erzeugen eines Luftschleiers od. dgl.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0362958A1 (en) 1990-04-11
DE68906230D1 (de) 1993-06-03
ATE88805T1 (de) 1993-05-15
DE68906230T2 (de) 1993-08-12
EP0362958B1 (en) 1993-04-28
ES2040983T3 (es) 1993-11-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8802430A (nl) Luchtgordijn-inrichting.
US4730551A (en) Heat distributor for suspended ceilings
EP0528696B1 (en) Directional air diffuser panel for clean room ventilation system
FI58971B (fi) Ventilationsanordning saerskilt koeksflaekt
US5251608A (en) Air canopy ventilation system
US20010049927A1 (en) Ceiling mounted air circulation unit with filtration
US5107687A (en) Air conditioning system
US5163871A (en) Floor register grill
US6174342B1 (en) High filter efficiency, low energy consumption, and low noise fan filter unit
US5167681A (en) Air filtration unit
CA1234312A (en) Gaseous fluid distribution devices
US3101038A (en) Air and light distributor unit
US4315415A (en) Plenum type variable air volume mounting curb
US5001967A (en) Modular air bar
US20160131380A1 (en) Method and System for Eliminating Air Pockets, Eliminating Air Stratification, Minimizing Inconsistent Temperature, and Increasing Internal Air Turns
US3673946A (en) Air diffuser
GB1562906A (en) Method of ventilating a space with air and a space so ventilated
US3170385A (en) Air screen structure components and method of operation
US4436022A (en) Fume hood incorporating high efficiency auxiliary air plenum
DE4115171C2 (de) Ventilator-Filtereinheit für Reinraumdecken
US4163416A (en) Slotted outlet for the ventilation of interior spaces
WO2020202012A1 (en) Extractor unit
US3511163A (en) Diffuser
US2955521A (en) Air screen door
US2467297A (en) Ventilating apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed