NL8802264A - Centreerinrichting voor een gepolijste staaf en/of een zich onder het oppervlak bevindende kopzuigersteel. - Google Patents

Centreerinrichting voor een gepolijste staaf en/of een zich onder het oppervlak bevindende kopzuigersteel. Download PDF

Info

Publication number
NL8802264A
NL8802264A NL8802264A NL8802264A NL8802264A NL 8802264 A NL8802264 A NL 8802264A NL 8802264 A NL8802264 A NL 8802264A NL 8802264 A NL8802264 A NL 8802264A NL 8802264 A NL8802264 A NL 8802264A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotatable member
pipe
rotatable
longitudinal axis
tubular structures
Prior art date
Application number
NL8802264A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192888B (nl
NL192888C (nl
Original Assignee
Intevep Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Intevep Sa filed Critical Intevep Sa
Publication of NL8802264A publication Critical patent/NL8802264A/nl
Publication of NL192888B publication Critical patent/NL192888B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192888C publication Critical patent/NL192888C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B17/00Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
    • E21B17/10Wear protectors; Centralising devices, e.g. stabilisers
    • E21B17/1057Centralising devices with rollers or with a relatively rotating sleeve

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

f * N035378 1 *
Centreerinrichting voor een gepolijste staaf en/of een zich onder het oppervlak bevindende kopzuigersteel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op de produktie van olie en in het bijzonder op een centreerinrichting voor het centreren van buisvormige constructies en/of gereedschappen in een putpijp.
Olie wordt aan onderaardse formaties onttrokken via een buisvor-5 mige produktiepijp gevormd door een streng buizen die zich naar het oppervlak uitstrekt. De olie wordt door de pijp naar boven gebracht door de werking van een zich beneden het gat bevindende pomp bediend door een streng buisvormige constructies, omvattende een veelheid van zui-gerstangen en/of ten minste een gepolijste staaf.
10 Onlangs zijn gerichte en afgebogen putten zeer populair geworden in vele olievelden. Voor zware en extra zware ruwe olie wordt eveneens stoominjectie gebruikt om olieproduktie te verbeteren. Bij veel van deze putten is een gepolijste staaf aanwezig die door een pakkingbus beweegt. Vaak falen deze gepolijste staaf alsmede de zuigersteel beho-15 rend bij de zich onder het oppervlak of beneden in het gat bevindende pomp omdat de reciprocerende krachten werkend op de zuigerstangstreng niet perfect in lijn zijn en gecentreerd ten opzichte van de pakkingbus en/of de zich onder het oppervlak bevindende pomp. Als resultaat worden ongewenste radiale krachten opgewekt, die niet gelijkmatige slijtage 20 van de verscheidene onderdelen veroorzaken en tot olieverspilling alsmede voortijdig falen van de pomp leiden.
Verscheidene inrichtingen voor centrerende en geleidende stangen en/of buisvormige constructies zoals zuigstangen binnen een buisvormige produktiepijp zijn in de stand der techniek bekend. Een soort inrich-25 ting heeft een veelheid van rollen voor het raken van de buisvormige pijp en het handhaven van een gewenste afstand tussen de buisvormige pijp en de reciprocerende buisvormige constructie of gereedschap.
US-A-2.466.239 ten name van Holcombe, US-A-2.601.478 ten name van Weir en US-A-4.577.327 ten name van Kinley c.s. tonen dergelijke inrichtin-30 gen.
Centrerende en geleidende inrichtingen met vaste raakelementen zijn eveneens in de stand der techniek bekend. In US-A-2.722.462 ten name van Tschirley wordt een elastomere kraag getoond met een reeks bobbels of uitsteeksels bevestigd aan een boorpijp. De uitsteeksels 35 helpen het handhaven van een gewenste scheiding tussen de pijp en het 2 omgevende omhulsel. Uit US-A-3.938.853 ten name van Jurgens c.s. is een overeenkomstige stabiliseerinrichting bekend bevestigd aan een boorkraag. De inrichting omvat een inwendige huls en een uitwendige huls met een reeks zich in langsrichting uitstrekkende schroefvormige 5 ribben. Het belangrijkste nadeel van het gebruik van elementen met vaste aanraking zoals deze is de neiging daarvan snel door wrijving te slijten.
Meer onlangs is een centreen'nrichting ontwikkeld omvattende een koppel inrichting met een cilindrisch lichaam en een veelheid van lens-10 achtige wielen aangebracht binnen sleuven in het lichaam om het wrij-vingsprobleem te overwinnen. Om aanvreten van de buiswand te beperken zijn de wielorganen gevormd uit een hard, niet-slijpend materiaal zoals hard nylon. In US-A-4.621.690 ten name van Klyne wordt een dergelijke inrichting getoond.
15 Vele van deze inrichtingen bleken, bij beproeving in putten met een temperatuur boven 500°F te falen bij het geven van een aanzienlijke bedrijfslevensduur. Vaak zijn de niet-metallische onderdelen van de inrichting de zwakke schakels omdat deze de kritische omstandigheden in de olieputten niet kunnen weerstaan. In de van wielen voorziene inrich-20 tingen is falen vaak het resultaat van te weinig wielen in aanraking met het buizenstelsel van de produktiepijp.
Dienovereenkomstig is het een doeleinde van de onderhavige uitvinding in een centreerinrichting te voorzien, die bij verschillende olie-putconstructies of gereedschappen gebruikt kan worden om de construc-25 ties binnen de produktiepijp te centreren.
Het is een ander doeleinde van de onderhavige uitvinding om in een centreerinrichting zoals hierboven te voorzien, die wrijvingskrachten beperkt tussen de constructies en de omgevende produktiepijp.
Het is een verder doeleinde van de onderhavige uitvinding om in 30 een centreerinrichting zoals hierboven te voorzien die weerstand kan bieden aan typische bedrijfsomstandigheden in een olieput.
Deze en andere doeleinden en voordelen zullen duidelijker worden uit de onderstaande beschrijving en tekeningen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een centreerinrich-35 ting, die gebruikt kan worden om een gepolijste staaf en/of de zuiger-steel van een zich onder het oppervlak bevindende pomp binnen een produktiepijp te centreren. De centreerinrichting omvat een langwerpig in hoofdzaak cilindrisch lijforgaan met een langssymmetriehartlijn, waarbij ten minste een sleuf zich uitstrekt door het orgaan en een draai-40 baar orgaan binnen elke sleuf is excentrisch aangebracht ten opzichte ,8802264 * 3 van de langshartlijn. Bij een voorkeursuitvoering heeft het lijforgaan * een veelheid van op afstand liggende sleuven en omvat de inrichting een veelheid van draaibare organen binnen die sleuven. Bij een bedrijfs-wijze waar de voorkeur aan gegeven wordt zijn alle draaibare organen in 5 gelijktijdige aanraking met de pijpwand.
De centreerinrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt bovendien gekenmerkt door inwendig van draad voorziene, zich in langs-richting uitstrekkende boringen bij elk einde om deze te kunnen verbinden met een veelheid van buisvormige of niet-buisvormige constructies.
10 De centreerinrichting kan bijvoorbeeld geplaatst worden tussen een gepolijste staaf en een zuigerstang om de gepolijste stang te centreren binnen de produktiepijp wanneer de staaf in een pakkingbus beweegt. De centreerinrichting kan eveneens geplaatst worden tussen een zuigerstang en een zuigersteel van een zich onder het aardoppervlak bevindende pomp 15 om deze te centreren en passend in lijn te brengen binnen de produktie-pijp.
Gebleken is dat de centreerinrichting volgens de onderhavige uitvinding de niet-gewenste radiale wrijvingskrachten beperkt, die kunnen leiden tot falen van de verschillende constructies en gereedschappen 20 gebruikt bij olieputproduktie. Bovendien kan de centreerinrichting volgens de onderhavige uitvinding hetzij in warme hetzij in koude put-omgevingen gebruikt worden.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld beschreven worden. Daarin toont: 25 Fig. 1 een schematisch aanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de centreerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Fig. 2 een aanzicht in doorsnede genomen langs de lijn A-A een wiel aangebracht in een sleuf tonend.
Fig. 3 een aanzicht in doorsnede, dat het verband toont tussen de 30 wielen en de produktiebuis.
Fig. 4 een schematisch aanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een deel van de centreerinrichting uit fig. 1 de bevestiging van een wiel binnen een sleuf tonend,
Fig. 5 een dwarsdoorsnede-aanzicht van een deel van de centreer-35 inrichting volgens fig. 1 waarbij het excentrisch aanbrengen van het wiel binnen een sleuf getoond wordt, en
Fig. 6 een dwarsdoorsnede-aanzicht van een uitvoering van het wiel waar de voorkeur aangegeven wordt.
Zoals reeds beschreven kan de centreerinrichting 10 volgens de on-40 derhavige uitvinding gebruikt worden om een aantal verschillende onder- .8&U164 * 4 delen of gereedschappen binnen een olieproduktiepijp te plaatsen. Deze kan bijvoorbeeld aangebracht worden nabij de benedenverbinding van een buisvormige constructie 12 zoals een gepolijste staaf om enig niet in lijn zijn van het stelsel op te nemen. Deze kan eveneens aangebracht 5 worden bij de bovenverbinding van een buisvormige constructie 14 zoals een zuigersteel om deze te centreren.
Uit de figuren blijkt dat de centreerinrichting 10 gevormd wordt door een langwerpig in hoofdzaak cilindrisch lijforgaan 16 met enige gewenste lengte en diameter. Het orgaan 16 kan bijvoorbeeld in dia-10 meterafmetingen gemaakt worden van 3/4", 7/8", 1", 1 1/8", 1 1/4" en 1 1/2" om te passen bij commercieel verkrijgbare gepolijste staven en zuigerstelen. Het orgaan 16 kan uit elk materiaal gevormd worden geschikt voor gebruik in warme en koude putten zoals afgeschrikt en warmte behandeld staal.
15 Het lijforgaan 6 is voorzien van een of meer platte oppervlakken of delen 28 voor het met gereedschap aangrijpen van de centreerinrichting. Bovendien heeft het orgaan 16 inwendig van schroefdraad voorziene, zich in de langsrichting uitstrekkende holten 30 bij elk einde om de centreerinrichting te kunnen verbinden met elk gewenst gereedschap, 20 toerustingsdeel of buisvormige constructie met parende van schroefdraad voorziene peneinden.
Een veelheid van sleuven 18 is door bewerken aangebracht binnen het lijforgaan 16 voor het opnemen van een veelheid van draaibare organen 20, zoals wielen of rollen, die dienen voor het centreren van de 25 centreerinrichting en enige verbonden constructies binnen het produk-tiebuizenstelsel 22. Elke sleuf 18 strekt zich bij voorkeur dwars door het orgaan 16 uit en is georiënteerd om de langsafmeting daarvan in hoofdzaak evenwijdig aan de langssymmetriehartlijn A van het orgaan 16 te hebben. Hoewel elke sleuf elke gewenste breedte kan hebben, wordt er 30 de voorkeur aan gegeven dat deze net iets breder is dan de dikte t van een in het midden liggend deel van het draaibare orgaan 20 teneinde draaiing van het orgaan 20 naar een vlak in hoofdzaak evenwijdig aan de hartlijn A in hoofdzaak te beperken.
De sleuven 18 strekken zich uit langs de omtrek van het lijforgaan 35 16 en zijn bij een voorkeursinrichting ingesteld met een hoek van ongeveer 45° tussen aangrenzende sleuven. Bij deze voorkeursinrichting zijn deze eveneens bovendien ingericht om een spiraal vormige reeks te vormen. Gebleken is dat door in een dergelijke reeks te voorzien het totale draaibare orgaanoppervlak in aanraking met het produktiebuizenstel-40 sel verbeterd wordt. Bovendien nemen de krachten die per draaibaar or- o 8802264 5 gaan werken wezenlijk af, waardoor de bedrijfslevensduur van zowel de centreen nrichting 10 als het produktiebuizenstelsel verbeterd wordt. Bovendien wordt de waarschijnlijkheid van falen van het draaibare orgaan beperkt in vergelijking met andere inrichtingen, aangezien de 5 krachten normaliter in hoofdzaak loodrecht op het draaibare orgaan werken.
In fig. 2 en 5 is een draaibaar orgaan 20 getoond, draaiend aangebracht in elke sleuf 18 om een hartlijn B die op afstand ligt van of excentrisch is ten opzichte van de langshartlijn A. De verplaatste af-10 stand D tussen de langshartlijn A en de draaiÏngshartlijn B is een functie van het materiaal dat het draaibare orgaan 20 vormt en het materiaal en de diameter van de produktiepijp 22. Bij de meeste toepassingen ligt de verplaatste afstand in het bereik van ongeveer 1 tot ongeveer 15 mm, in het bijzonder tussen ongeveer 5 en ongeveer 10 mm.
15 De draaiïngshartlijn B voor elk draaibaar orgaan 20 wordt be grensd door een pen 24 waarvan de einden in boringen 26 aangebracht zijn. Elk passend middel (niet afgebeeld) bekend in de stand der techniek kan gebruikt worden om pen 24 op zijn plaats te vergrendelen. Bij voorkeur is elke pen 24 in hoofdzaak dwars ten opzichte van de langs-20 hartlijn A georiënteerd evenals de langsafmeting van de sleuf. Hoewel pen 24 uit elk passend materiaal bekend in de stand der techniek gevormd kan worden, wordt er de voorkeur aangegeven om de pen te vormen uit afgeschrikt en warmte-behandeld staal.
Elk draaibaar orgaan 20 is draaiend aangebracht om de stationaire 25 pen 24 via een gietijzeren glijlager 27. Gebleken is dat het gebruik van een dergelijk lager de bedrijfslevensduur van het draaibare orgaan gedeeltelijk vergroot als gevolg van de aanzienlijke slijtweerstand van het lager.
Uit fig. 6 blijkt dat het draaibare orgaan 20 een in het midden 30 liggend deel 32 heeft met een dikte t die voldoende groot is om als druklager te functioneren voor het beperken van wrijvingskrachten tussen het cilindrische lijforgaan 16 en het orgaan 20. Het orgaan 20 wordt bovendien gekenmerkt door tussenliggende delen 34 aan elke zijde van het in het midden liggende deel 32 met een dikte T en een einddeel 35 36 dat bij voorkeur half-cirkelvormige in dwarsdoorsnede is en een straal in hoofdzaak gelijk aan de helft van de dikte T. Gebleken is dat door in dergelijke half-cirkelvormige einddelen te voorzien het raak-oppervlak per draaibaar orgaan maximaal gemaakt wordt.
De diameter van elk orgaan 20 is vanzelfsprekend een functie van 40 de verplaatste afstand D en de diameter van het buizenstelsel 22. Zoals ^ 8802264 4 6 in fig. 3 afgebeeld werkt de de centreen'nrichting 10 doordat de einddelen 36 van de draaibare organen 20 in gelijktijdige aanraking zijn met de binnenwand van het buizenstelsel 22.
Gebleken is dat de levensduur van zowel de centreennrichting 10 5 als het produktiepijpbuizenstelsel 22 verbeterd kunnen worden door elk draaibaar orgaan 20 te vormen uit een materiaal met een hardheid die bij de bedrijfstemperaturen in een put, in hoofdzaak boven 300°F, ten minste ongeveer 50 Brinnel-hardheid (HB) tot ongeveer 150 HB, bij voorkeur ongeveer 50 HB kleiner is dan de hardheid van het materiaal dat 10 het produktiebuizenstelsel vormt. Gebleken is dat door het gebruik van een dergelijk hardheidverschil de schade aan het produktiebuizenstelsel voorkomen kan worden. De draaibare organen 20 kunnen gevormd zijn uit een non-ferro-materiaal zoals thermohardende en/of thermoplastische polymeren of een metallisch materiaal zoals een ferro- of niet-ferro-15 metaal of metaal legering. Passende metallische materialen omvatten koperlegeringen met een hardheid in het bereik van ongeveer 50 HB tot ongeveer 200 HB en austenitische en ferritische roestvaste staalsoorten zoals AISI 316, maar zijn daartoe niet beperkt. Het onderhavige materiaal gekozen voor de organen 20 hangt natuurlijk af van de puttempera-20 tuur en corroderend vermogen, hardheid van het produktiepijpstelsel en putdiepte. Het produktiepijpstelsel 22 kan gevormd worden uit API J55. Naast het verbeteren van de bedrijfslevensduur is gebleken dat het bovengenoemde hardheidsverschil slijtage door wrijving van het buizenstelsel door de draaibare organen beperkt.
25 Hoewel het orgaan 16 elk gewenst aantal sleuven 18 kan hebben en de inrichting 10 elk aantal draaibare organen 20, wordt er de voorkeur aangegeven dat acht sleuven en acht draaibare organen aanwezig zijn.
Indien gebruikt als een centreerinrichting voor gepolijste staven, wordt de inrichting 10 zo dicht mogelijk nabij het benedeneinde van de 30 gepolijste staaf aangebracht. Indien gebruikt als centreerinrichting voor zuigerstelen wordt de inrichting 10 zo dicht mogelijk nabij de zuigersteel van de niet afgebeelde beneden het aardoppervlak aangebrachte pomp verbonden.
Het is duidelijk dat in overeenstemming met de onderhavige uitvin-35 ding in een centreerinrichting voorzien is voor een gepolijste staaf en/of een zich onder het oppervlak bevindende pompzuigersteel, die volledig voldoet aan de doeleinden, middelen en voordelen die hiervoor uiteengezet zijn. Hoewel de uitvinding in combinatie met bijzondere uitvoeringen daarvan beschreven is, is het vanzelfsprekend dat veel al-40 ternatieven, wijzigingen en variaties duidelijk zullen zijn voor dege- .8802264 7 nen bekwaam in de stand der techniek in het kader van het bovenstaande. Dienovereenkomstig omvat de onderhavige uitvinding al dergelijke alternatieven, wijzigingen en variaties voorzover deze binnen de gedachte en het bereik van de uitvinding liggen.
5 88012.64

Claims (11)

1. Inrichting voor het centrereen van constructies binnen een pro-5 duktiepijp voor het onttrekken van olie uit een onderaardse formatie, met het kenmerk, dat deze omvat een langwerpig in hoofdzaak cilindrisch lijforgaan met een langssymmetriehartlijn, ten minste een sleuf die zich uitstrekt door dat orgaan en een draaibaar orgaan binnen elke sleuf excentrisch ten opzichte van die langshartlijn aangebracht voor 10 het in aanraking komen met een wand van die pijp om die constructies binnen die pijp te centreren.
2. Inrichting volgens conclusie I, met het kenmerk, dat deze omvat een veelheid van sleuven en een excentrisch aangebracht draaibaar orgaan in elke sleuf.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat alle draaibare organen in gelijktijdige aanraking met die pijpwand zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk draaibaar orgaan draaibaar om een. hartlijn aangebracht is, die in hoofdzaak dwars op die langshartlijn staat en die ligt in een vlak in hoofdzaak 20 evenwijdig aan een vlak dat die langshartlijn bevat.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke draai 1ngshartlijn begrensd wordt door een pen aangebracht binnen dat lijforgaan;
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk draai- 25 baar orgaan draaibaar op die pen aangebracht is via een gietijzeren gl ijlager.
7. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk draaibare orgaan gevormd is uit een materiaal met een hardheid die ten minste ongeveer 50 Brinnel-hardheid minder is dan de hardheid van het ma- 30 teriaal dat die produktiepijp vormt om die produktiepijp te beschermen.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dat lijforgaan inwendig van schroefdraad voorziene zich in langsrichting uitstrekkende boringen heeft bij elk einde voor het ver- 35 binden van die inrichting met een veelheid van buisvormige constructies.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een van de buisvormige constructies een gepolijste staaf is en de andere van die buisvormige constructies een zuigerstang is en waarbij de inrichting 40 die gepolijste staaf centreert. t 88 02.2.64
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een van die buisvormige constructies een zuigerstang is en de andere van die buisvormige constructies een zuigersteel is voor een zich onder het aardoppervlak bevindende pomp en waarbij die inrichting die zuigersteel 5 centreert.
11. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk draaibaar orgaan een halfcirkelvormig einddeel heeft teneinde in een verhoudingsgewijs groot raakoppervlakgebied te voorzien. 6802264
NL8802264A 1987-09-21 1988-09-14 Inrichting voor het centreren van constructies binnen een productiepijp voor oliewinning. NL192888C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US9855387 1987-09-21
US07/098,553 US4793412A (en) 1987-09-21 1987-09-21 Centralizer for a polished bar and/or a substance pump piston stem

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8802264A true NL8802264A (nl) 1989-04-17
NL192888B NL192888B (nl) 1997-12-01
NL192888C NL192888C (nl) 1998-04-02

Family

ID=22269818

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802264A NL192888C (nl) 1987-09-21 1988-09-14 Inrichting voor het centreren van constructies binnen een productiepijp voor oliewinning.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4793412A (nl)
DE (1) DE3830814A1 (nl)
FR (1) FR2620767B1 (nl)
GB (1) GB2210084B (nl)
NL (1) NL192888C (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2241009B (en) * 1987-09-21 1992-03-04 Intevep Sa Sucker rod guide centraliser.
US5358040A (en) * 1992-07-17 1994-10-25 The Kinley Corporation Method and apparatus for running a mechanical roller arm centralizer through restricted well pipe
WO2000043629A1 (en) * 1999-01-22 2000-07-27 Weatherford/Lamb, Inc. Friction reducing tool and method for its use in a wellbore
GB0117178D0 (en) * 2001-07-13 2001-09-05 B D Kendle Engineering Ltd Improvements to roller subs
US20050224123A1 (en) 2002-08-12 2005-10-13 Baynham Richard R Integral centraliser
DE20213994U1 (de) * 2002-09-11 2004-02-12 Reiku Gmbh Verschleißring zur Anbringung an einem Rohr, Schlauch, Kabel o.dgl. und mit dem Verschleißring versehene Wellrohranordnung
GB0417937D0 (en) * 2004-08-12 2004-09-15 Wireline Engineering Ltd Downhole device
US7188671B2 (en) * 2004-10-05 2007-03-13 Saudi Arabian Oil Company System, method, and apparatus for survey tool having roller knuckle joints for use in highly deviated horizontal wells
AR066071A1 (es) * 2008-04-16 2009-07-22 Siderca Sa Ind & Com Un centralizador para elementos tubulares fabricado apartir de dos materiales y un procedimiento para fabricar dicho centralizador.
US9200487B2 (en) 2010-12-13 2015-12-01 Baker Hughes Incorporated Alignment of downhole strings
GB2547471B (en) * 2016-02-19 2019-12-11 Well Deploy Ltd Wheel securing system and method of use
US10890035B2 (en) * 2017-10-06 2021-01-12 Malcolm GOFF Sucker rod rolling centralizer guide
NO345438B1 (no) 2018-06-19 2021-02-01 Well Conveyor As Rørledningstrekkeverktøy og en fremgangsmåte for aktivering av et rørledningstrekkeverktøy
US10907420B1 (en) * 2019-07-23 2021-02-02 Michael Brent Ford Roller coupling apparatus and method therefor
US11028654B2 (en) * 2019-07-23 2021-06-08 Michael Brent Ford Roller coupling apparatus and method therefor

Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US713723A (en) * 1901-10-14 1902-11-18 W G Leale Mfg & Dev Company Protector for reciprocating rods.
US1508845A (en) * 1923-06-04 1924-09-16 Walter D Giles Coupling for sucker rods
US1827835A (en) * 1928-04-28 1931-10-20 Black William Leslie Antifriction guide roller
US2198720A (en) * 1938-07-11 1940-04-30 Robert B Mohr Antifriction sucker rod guide
GB596413A (en) * 1945-06-21 1948-01-02 Arthur John Thatcher Improvements in transmitting rods for deep well pumping
US2466239A (en) * 1944-07-24 1949-04-05 Samuel M Holcombe Combination paraffin scraper and sucker rod guide
US2601478A (en) * 1946-07-16 1952-06-24 Charlie T Weir Sucker rod guide
GB894117A (en) * 1959-10-26 1962-04-18 Halliburton Tucker Ltd Improvements relating to means for lowering equipment into oil wells
US4620802A (en) * 1985-08-09 1986-11-04 Tellin, Incorporated Guide for rotating sucker rods
US4621690A (en) * 1985-04-12 1986-11-11 Diversified Drilling Services Ltd. Sucker rod coupling
WO1986006784A1 (en) * 1985-05-16 1986-11-20 R.C.R. Oilfield, Inc. Well tool for use with down-hole drilling apparatus
CA1231866A (en) * 1986-11-03 1988-01-26 Joseph Rezewski Sucker rod centralizer
US4779678A (en) * 1984-05-02 1988-10-25 White Richard C Sucker rod guide

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1281756A (en) * 1918-10-15 William L Black Antifriction hollow-tube sucker-rod for deep wells.
US712901A (en) * 1901-11-07 1902-11-04 William L Black Antifriction device for sucker-rods and couplings.
US712487A (en) * 1902-02-06 1902-11-04 William Leslie Black Antifriction device for sucker-rods.
US712488A (en) * 1902-03-25 1902-11-04 William L Black Antifrictin device for sucker-rods or the like.
US2722462A (en) * 1952-03-20 1955-11-01 Norman K Tschirley Drill pipe protector
US3938853A (en) * 1974-05-01 1976-02-17 Christensen Diamond Products Company Shrink-fit sleeve apparatus for drill strings
US4557327A (en) * 1983-09-12 1985-12-10 J. C. Kinley Company Roller arm centralizer

Patent Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US713723A (en) * 1901-10-14 1902-11-18 W G Leale Mfg & Dev Company Protector for reciprocating rods.
US1508845A (en) * 1923-06-04 1924-09-16 Walter D Giles Coupling for sucker rods
US1827835A (en) * 1928-04-28 1931-10-20 Black William Leslie Antifriction guide roller
US2198720A (en) * 1938-07-11 1940-04-30 Robert B Mohr Antifriction sucker rod guide
US2466239A (en) * 1944-07-24 1949-04-05 Samuel M Holcombe Combination paraffin scraper and sucker rod guide
GB596413A (en) * 1945-06-21 1948-01-02 Arthur John Thatcher Improvements in transmitting rods for deep well pumping
US2601478A (en) * 1946-07-16 1952-06-24 Charlie T Weir Sucker rod guide
GB894117A (en) * 1959-10-26 1962-04-18 Halliburton Tucker Ltd Improvements relating to means for lowering equipment into oil wells
US4779678A (en) * 1984-05-02 1988-10-25 White Richard C Sucker rod guide
US4621690A (en) * 1985-04-12 1986-11-11 Diversified Drilling Services Ltd. Sucker rod coupling
WO1986006784A1 (en) * 1985-05-16 1986-11-20 R.C.R. Oilfield, Inc. Well tool for use with down-hole drilling apparatus
US4620802A (en) * 1985-08-09 1986-11-04 Tellin, Incorporated Guide for rotating sucker rods
CA1231866A (en) * 1986-11-03 1988-01-26 Joseph Rezewski Sucker rod centralizer

Also Published As

Publication number Publication date
FR2620767B1 (fr) 1995-08-04
GB2210084B (en) 1991-07-24
FR2620767A1 (fr) 1989-03-24
DE3830814A1 (de) 1989-04-06
GB8820863D0 (en) 1988-10-05
DE3830814C2 (nl) 1991-09-26
US4793412A (en) 1988-12-27
NL192888B (nl) 1997-12-01
GB2210084A (en) 1989-06-01
NL192888C (nl) 1998-04-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8802264A (nl) Centreerinrichting voor een gepolijste staaf en/of een zich onder het oppervlak bevindende kopzuigersteel.
AU703197B2 (en) A Friction Reducing Tool
US4871020A (en) Sucker rod centralizer
US4757861A (en) Oil well sucker rod coupling assembly
US6484803B1 (en) Dual diameter centralizer/sub and method
US2715552A (en) Drill string bushing tool
CA2193519C (en) Downhole swivel
JP5433864B2 (ja) ドリルストリング要素、ドリルパイプおよび対応するドリルパイプセクション
US20020139537A1 (en) Method for enabling movement of a centralized pipe through a reduced diameter restriction and apparatus therefor
CA2508270C (en) Wear rings for downhole pump
US7156171B2 (en) Dual diameter and rotating centralizer/sub
US20140224546A1 (en) Drill stem element and corresponding drill pipe
US10392875B2 (en) Gripper assembly for continuous rod and methods of use thereof
US2601478A (en) Sucker rod guide
US4913230A (en) Sucker rod centralizer
US20070163778A1 (en) Casing Centralizer Coupling
CA2017997C (en) Well tool
EP1162344A1 (en) Friction reducing drillstring component
US10676995B2 (en) Drill stem element with fluid activation zone
GB2241009A (en) Sucker rod centralizer
US6516877B2 (en) Sucker rod protector
US10890035B2 (en) Sucker rod rolling centralizer guide
US5269570A (en) Flexible casing for well boreholes
CA2268511C (en) Rod guide with wear gauge
RU2237792C2 (ru) Соединительное устройство для колонны насосных штанг

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040401