NL8801838A - Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8801838A
NL8801838A NL8801838A NL8801838A NL8801838A NL 8801838 A NL8801838 A NL 8801838A NL 8801838 A NL8801838 A NL 8801838A NL 8801838 A NL8801838 A NL 8801838A NL 8801838 A NL8801838 A NL 8801838A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
saucer
mold
pot
sliding parts
flowerpot
Prior art date
Application number
NL8801838A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Emperor Plastics B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19852655&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8801838(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Emperor Plastics B V filed Critical Emperor Plastics B V
Priority to NL8801838A priority Critical patent/NL8801838A/nl
Priority to EP19890201902 priority patent/EP0351030B2/en
Priority to DE8989201902T priority patent/DE68900357D1/de
Publication of NL8801838A publication Critical patent/NL8801838A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/26Moulds
    • B29C45/33Moulds having transversely, e.g. radially, movable mould parts
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/021Pots formed in one piece; Materials used therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/40Removing or ejecting moulded articles
    • B29C45/44Removing or ejecting moulded articles for undercut articles
    • B29C45/4435Removing or ejecting moulded articles for undercut articles using inclined, tiltable or flexible undercut forming elements driven by the ejector means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/712Containers; Packaging elements or accessories, Packages
    • B29L2031/7136Vases, pots, e.g. for flowers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Description

Titel: Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een bloempot met schotel omvattende een pot met een open bovenzijde en een bodemzijde waarop de schotel aansluit.
Gebruikelijkerwijs wordt een bloempot op een schotel geplaatst voor het regelen van de waterhuishouding en voor het vermijden van het morsen van water. In het bijzonder voor een hangbloempot is het daarbij gebruikelijk te voorzien in een schotel, welke aan de pot bevestigd is, zodat de schotel samen met de pot aan die pot opgehangen kunnen worden. Wanneer een bloempot op een ondergrond wordt neergezet, biedt een aan de pot bevestigde schotel ook voordelen, in het bijzonder een eenvoudigere verplaatsbaarheid en hanteerbaarheid en een grotere omkantelstabiliteit dan een bloempot met,een losse schotel.
De efficiëntie waarmee dergelijke potten en daaraan bevestigbare schotels worden vervaardigd heeft grote hoogtes bereikt, onder meer door de potten en schotels middels spuit-gieten uit kunststof te vervaardigen en door te voorzien in meegevormde klikverbindingen waarmee de potten aan de schotels kunnen worden bevestigd.
Omdat een lage kostprijs voor een dergelijke bloempot met schotel van zeer groot belang is, wordt nog steeds gezocht naar mogelijkheden de kostprijs daarvan verder te verlagen. In dit kader heeft de uitvinding als doel een bloempot met een daaraan bevestigde schotel te verschaffen, welke tegen een lagere kostprijs kan worden vervaardigd dan bekende bloempot-schotel samenstellen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door erin te voorzien, dat de bloempot en de schotel gezamenlijk in hoofdzaak bestaan uit éénzelfde stuk materiaal.
De nagestreefde kostprijsverlaging kan door toepassing van de uitvinding bereikt worden, doordat in plaats van twee vormhandelingen nog slechts één vormhandeling noodzakelijk is, waarbij hetzelfde geldt voor de op de vormhandeling aansluitende bewerkingen en handelingen zoals intern en extern vervoer en verpakken. Een bijkomend voordeel van de uitvinding is, dat ook het samenvoegen van de potten met de schotels niet meer noodzakelijk is, zodat de kosten voor het verkrijgen van een gerede pot met een daaraan bevestigde schotel verder worden verlaagd.
Behalve besparingen op de bewerkingskosten kunnen bovendien besparingen op materiaalkosten worden bereikt, door de eendelige pot met schotel zodanig uit te voeren, dat althans gedeeltes van de bodems van de pot en van de schotel samenvallen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is voorzien in een uit een matrijs neembare vorm van de bloempot met schotel, doordat de bloempot met schotel volgens de uitvinding, waarvan de schotel een zich buitenwaarts schuin omhoog uitstrekkende vrije rand heeft, een nabij de onderzijde omhoog buitenwaarts verlopend wandgedeelte van de pot tegenover de schotel vertoont, waarbij de buitenzijde van dat wandgedeelte ten opzichte van de bovenzijde van de vrije rand van de schotel zodanig verloopt, dat de ruimte tussen de pot en de schotel lossend is. Voor het mogelijk maken van het lossen kan eventueel gebruik worden gemaakt van de elasticiteit van het materiaal waaruit de pot en de schotel worden vervaardigd. Hierdoor is het mogelijk, een bloempot met schotel volgens deze uitvoeringsvorm in één keer te vormen met de schotel in de gebruiksstand ten opzichte van de pot.
In verdere uitwerking wordt er daarbij bij voorkeur in voorzien, dat het genoemde verloop minder dan 5° divergeert, terwijl de schotel een kleiner oppervlak beslaat dan de bin-nendwarsdoorsnede van de pot ter plaatse het bovenuiteinde van het genoemde buitenwaarts verlopende wandgedeelte onderaan de pot. Aldus is het mogelijk door nesten van opeenvolgende bloempotten met schotels een zeer compacte stapeling te verkrijgen om ook opslag, verpakking en transport tegen optimaal lage kosten mogelijk te maken. Om anderzijds de capaciteit van de schotel voldoende groot te maken verdient het aanbeveling, dat de beschrijvenden van de vrije rand van de schotel onder een hoek van ten minste 30° ten opzichte van het bodemvlak insluiten.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het onder toepassing van een matrijs vervaardigen van een bloempot met schotel volgens de uitvinding, waarbij de schotel een zich buitenwaarts schuin omhoog uitstrekkende vrij rand heeft en de pot nabij de onderzijde een omhoog buitenwaarts verlopend wandgedeelte tegenover de schotel vertoont, waarbij de buitenzijde van dat wandgedeelte met de bovenzijde l van de vrije rand van de schotel een, eventueel middels elastisch vervormen van het produkt, lossende ruimte definieert. D werkwijze volgens de uitvinding voorziet er daarbij in, dat telkens tijdens het uit de matrijs nemen van het gevormde materiaal, schuifdelen van de matrijs, welke de ruimte tussen de schotel en de pot definiëren een verplaatsing met een component in buitenwaartse richting maken onder een hoek welke kleiner is dan de hoek, welke de beschrijvenden van de bovenzijde. van het vrije buitengedeelte van de schotel ten opzichte van die openingsrichting maken. Deze werkwijze biedt het voordeel, dat de schuifdelen, welke vanwege de verschillende los-singsrichtingen van de pot en de ruimte tussen de pot en de schotel noodzakelijk zijn, kunnen worden aangedreven door de verplaatsing van het openen en sluiten van de matrijs. Afzonderlijke, in het bijzonder hydraulische, aandrijfsystemen zijn daardoor overbodig, waardoor de machinekosten worden beperkt ei de cyclustijd beperkt blijft tot ten hoogste de helft van die, welke bij toepassing van dergelijke afzonderlijke aandrijfsystemen noodzakelijk zou zijn. Voorts wordt aldus het voordee] verkregen, dat de schuifdelen onder gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal waaruit het produkt is vervaardigd ook uit de ruimte tussen de schotel en de pot kunnen worden getrokken wanneer deze ruimte niet volledig lossend is. Dit wordt mogelijk gemaakt, doordat het verschil tussen de lossingsrich-ting van die ruimte en de verplaatsingsrichting van de schuifdelen tot uiting komt in het in openingsrichting verplaatsen van het gevormde eindprodukt. Door deze verplaatsing komt de schotel vrii van de matriisholte waarin deze is nrevnrTnd απ krijgt deze gelegenheid zo nodig in de richting van die holte uit te buigen.
Dit voordeel is in het bijzonder van belang, wanneer een bloempot met schotel gewenst wordt, welke in hoofdzaak als een omwentelingslichaam is gevormd, waarbij de wanden van zowel de pot als de schotel, welke tegenover elkaar gelegen de tus-sengelegen ruimte begrenzen, kegelsegmenten zijn met ongeveer evenwijdige wanden. Aangezien de lossingsrichtingen van een dergelijke ruimte op hun beurt weer beschrijvenden van een kegel vormen is voor lossendheid bij een geringe hoek tussen de schotel- en de tegenovergelegen potwand een groot aantal schuifdelen noodzakelijk. Doordat echter de uit\_nding voorziet in het gebruik maken van de elasticiteit van het materiaal van het eindprodukt kan daardoor het aantal schuifdelen beperkt blijven.
In verdere uitwerking van de uitvinding wordt de beweging van de schuifdelen bij het openen van de matrijs op zeer eenvoudige wijze aangedreven door veren, welke zich bij het openen van de matrijs ontspannen. Bij het sluiten van de matrijs worden de schuifdelen in binnenwaartse richting omlaag gedrukt door een daarboven aangrenzend middendeel van de matrijs en worden tegelijkertijd de veren weer onder spanning gezet.
Bij voorkeur worden de schuifdelen daarbij geleid door pennen en voorts aanvullend ondersteund door een aan die pennen evenwijdige wand van een gedeelte van de matrijs dat tevens de vorm van de onderzijde van de schotel bepaalt. De pennen voorzien daarbij in het uitoefenen van de betrekkelijk geringe krachten welke bij het ontvormen optreden en vermijden voorts, dat de schuifdelen buiten het gewenste traject geraken. De aanvullende ondersteuning door de wand evenwijdig aan de· pennen voorziet in het opvangen van de grote krachten, welke bij het gieten zelf optreden.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding verplaatsen de schuifdelen ten opzichte van een aan de bovenzijde aan die schuifdelen grenzend middendeel van de matrijs langs grensvlakken, welke een schuine hoek ten opzichte van de ope- ningsrichting van de matrijs insluiten. Door de schuinte wordt daarbij bereikt, dat het genoemde middendeel, dat de vorm van het bovengedeelte van de wand van de pot bepaalt, zonder aanvullende middelen gecentreerd blijft, terwijl tevens de schuif-' delen tegen de buitenste geleidingsvlakken gedrukt worden gehouden. Voorts komt door het langs elkaar schuiven van het wandgedeelte en de schuifdelen het middendeel van de matrijs, over een geringere afstand naar buiten dan de afstand waarover de schuifdelen in openingsrichting van de matrijs verplaatsen. Hierdoor hoeft de matrijs voor het uitnemen van een gevormde bloempot met schotel minder ver te worden geopend dan het geval zou zijn wanneer het middendeel over een gelijke afstand in openingsrichting van de matrijs zou worden verplaatst als de schuifdelen. Dit wederom leidt tot een aanvullende verkorting van de cyclustijd en daarmee van de machinekosten per produkt.
Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een matrijs voor toepassing van de bovenomschreven werkwijze. Voor toepassing van deze werkwijze is de matrijs volgens de uitvinding voorzien van schuifdelen waarvan de verplaatsingsrichting telkens een kleinere hoek met de openingsrichting van de matrijs insluit dan de lossingsrichting van die schuifdelen, een aan de open zijde van de matrijs op die schuifdelen aansluitend middendeel, dat langs grensvlakken op die schuifdelen aansluit, waarbij die grensvlakken een hoek insluiten met de openingsrichting van de matrijs, welke schuin is en groter dan of gelijk aan de hoek van de lossingsrichting van de schuifdelen is en waarbij die grensvlakken gedeeltes van mantels vormen van lichamen met een elliptische dwarsdoorsnede en met afzonderlijke hartlijnen.
Doordat de verplaatsingsrichting van de schuifdelen telkens een kleinere hoek met de openingsrichting van de matrijs insluit dan de lossingsrichting van die schuifdelen kunnen deze op eenvoudige wijze aangedreven worden door de bewegingen van de matrijs bij het openen en sluiten daarvan. Bovendien maakt de simultane verplaatsing in buitenwaartse richting en in de openingsrichting van de matrijs het mogelijk onder gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal de schuifde- len uit de door die delen gedefinieerde ruimte tussen de schotel en de pot te verwijderen. Zou namelijk de extra verplaat-singscomponent in de openingsrichting van de matrijs ontbreken, dan zou het gedeelte van de schotel dat aan die ruimte grenst door het zich daaronder bevindende deel van de matrijs verhindert worden elastisch te verbuigen en zou het desbetreffende gedeelte van het schuif deel niet uit de genoemde ruimte kunnen worden getrokken. Dat daarbij het middendeel langs grensvlakken op die schuifdelen aansluit, welke een schuine hoek insluiten met de openingsrichting van de matrijs, levert het voordeel op, dat de schuifdelen tegen de wanden van een daaromheen aansluitend matrijsdeel gedrukt worden en dat het middendeel, om een gevormd produkt uit de matrijs te kunnen nemen, over een geringere afstand in openingsrichting van de matrijs hoeft te worden verplaatst dan de afstand waarover de schuifdelen daarbij in die richting worden verplaatst. Dat daarbij de sehuifde-len op het middendeel aansluiten langs vlakken die gedeeltes van mantels vormen van lichamen met een elliptische dwarsdoorsnede en met afzonderlijke hartlijnen, maakt het daarbij mogelijk, die vlakken aan te laten sluiten op een afgeknot kegelvormig ondergedeelte van de pot, zoals dat -bij een als een omwentelingslichaam gevormde uitvoeringsvorm van de uitvinding bij voorkeur wordt toegepast.
Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht, waarbij wordt verwezen naar de bijgaande tekening. Daarbij toont: fig.l. een perspectivisch aanzicht in doorsnede van een bloempot met schotel, fig.2 een zijaanzicht in doorsnede van twee in elkaar geneste bloempotten met schotels volgens fig.l, fig.3 een schematisch zijaanzicht in doorsnede van een matrijs voor het vervaardigen van een bloempot met schotel volgens fig.l, en fig.4 een schematisch zijaanzicht volgens fig.3 met de matrijs in gedeeltelijk geopende toestand.
Zoals blijkt uit de fig.l bestaat een bloempot met schotel volgens de uitvinding.in hoofdzaak uit éénzelfde stuk materiaal, waarbij de bloempot 12 eendelig overgaat in de schotel 16.
Doordat, volgens de getoonde uitvoeringsvorm, de bodems van de schotel 16 en de pot 12 samenvallen wordt een extra materiaalbesparing bereikt.
De schotel 16 is bij voorkeur voorzien van een rand 13, welke een afgeknotte kegel vormt, dat met een nabij de onderzijde van de pot 12 omhoog buitenwaarts verlopend wandge-deelte 15 ongeveer evenwijdig verloopt. Aldus is de ruimte tussen het genoemde wandgedeelte 15 en de rand van de schotel lossend eventueel onder gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal waaruit deze zijn vervaardigd. Wanneer de pot 12 en de schotel 16, zoals het getoonde uitvoeringsvoorbeeld, als omwentelingslichamen zijn gevormd is en de ruimte slechts in radiale richting schuin omhoog lossend is, is gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal bij het lossen in het bijzonder voordeelbiedend, omdat dan kan worden volstaan met een beperkt aantal kernelementen voor het vormen van de genoemde ruimte.
Met 17 zijn openingen aangeduid, welke bij het vormen van de bloempot met schotel worden meegevormd en, zoals op zich bekend, dienen voor de ventilatie van potgrond en het doorlaten van water van de pot 12 naar de schotel 16 en in omgekeerde richting.
Fig.2 geeft weer hoe bloempotten met schotel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding in elkaar genest gestapeld kunnen worden. Deze compacte stapeling wordt mogelijk gemaakt doordat de rand 13 van de schotel 16 in hoofdzaak evenwijdig verloopt met het corresponderende gedeelte van het wandgedeelte 15, terwijl de schotel 16 een kleiner oppervlak beslaat dan de binnendwarsdoorsnede van de pot 12 ter plaatse het bovenuiteinde van het genoemde buitenwaarts verlopende wandgedeelte 15 onderaan de pot 12.
Een matrijs voor het vervaardigen van de uitvoeringsvorm van de bloempot met schotel volgens fig.l is in fig.3 in gesloten toestand weergegeven. De matrijs omvat een aantal ten opzichte van een vast bodemdeel verplaatsbare delen 1, 3 en 18.
Het verwijzingseijfer 1 duidt een kerngedeelte van de matrijs aan en met het verwijzingseijfer 2 is een holte aangeduid, welke de buitenzijde van de bloempot en de schotel vormt.
Voor het vormen van de ruimte tussen de rand 13 van de schotel 16 en het wandgedeelte 15 van de pot 12 is voorzien in schuifdelen 3. Deze schuifdelen 3 zijn voorzien van pennen 4 voor het geleiden daarvan en voor het overbrengen van krachten voor het verplaatsen daarvan. Het verplaatsen in een met een pijl 9 aangeduide openingsrichting, waarbij tevens een verplaatsing in buitenwaartse richting plaats heeft, kan geschieden middels veren, welke zich bij het openen van de matrijs ontspannen. De krachtuitoefening van deze veren is met pijlen F schematisch aangegeven.
Evenwijdig aan daarmee corresponderende pennen 4 strekken zich vlakken 11 uit, welke de schuifdelen 3 in buitenwaartse richting ondersteunen.
In de openingsrichting sluit op de schuifdelen 3 langs ten opzichte van de openingsrichting schuine gelei-dingsvlakken 19 een matrijsmiddendeel 18 aan dat bij 10 de buitenzijde van de wand van de pot 12 vormt.
In fig.4 is de matrijs volgens fig.3 in een enigszins geopende stand weergegeven. De schuifdelen zijn voorzien van uiterste binnenwaarts reikende vlakken 6, terwijl de ruimte voor het vormen van de schotel 16 een uiterste buitenrand 7 heeft. In fig.4 is de matrijs zover geopend, dat de uiterste binnenwaarts reikende vlakken 6 van de schuifdelen 3 zich verder naar buiten bevinden dan de buitenranden 7. In deze stand is de matrijs voldoende ver geopend om een daarin gevormd pro-dukt uit de matrijsholte 2 te kunnen verwijderen, waarbij de buitenranden van de schotel 16, die zijn bepaald door de buitenranden 7 van de holte die de schotel 16 vormt, langs de uiterste binnenwaarts reikende vlakken 6 passeren. Om het produkt volledig te kunnen verwijderen moet het kerngedeelte 1 daarbij ,zoals bekend, verder in de openingsrichting worden verplaatst dan de in de fig.4 weergegeven stand.
Uit fig.4 blijkt voorts, dat door de schuine hoek welke de geleidingsvlakken 19 met de openingsrichting maken, het middendeel 18 bij het openen van de matrijs minder ver in de openingsrichting verplaatst dan de schuifdelen 3, zodat het kerndeel 1 voor het uitnemen van een gerede bloempot met schotel minder ver in de openingsrichting hoeft te worden verplaatst dan het geval zou zijn wanneer het middendeel 18 even ver in die richting zou verplaatsen als de schuifdelen 3. Het middendeel 18 wordt steeds gecentreerd gehouden door de schuine vlakken 19.
De vlakken 19 zijn als segmenten van lichamen met een zodanige hartlijn en elliptische dwarsdoorsnede gevormd, dat deze geleidingsvlakken vormen, welke aansluiten op het afgeknot kegelvormige wandgedeelte 15 van de pot 12.

Claims (9)

1. Bloempot met schotel omvattende een pot met een open bovenzijde en een bodemzijde waarop de schotel aansluit, met het kenmerk, dat de bloempot en de schotel gezamenlijk in hoofdzaak bestaan uit éénzelfde stuk materiaal.
2. Bloempot met schotel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat althans gedeeltes van de bodems van de pot en de schotel samenvallen.
3. Bloempot met schotel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schotel een ringvormige zich buitenwaarts schuin omhoog uitstrekkende vrije rand heeft, met het kenmerk, dat de pot nabij de onderzijde een omhoog buitenwaarts verlopend wandgedeelte tegenover de schotel vertoont, waarbij de buitenzijde van dat wandgedeelte ten opzichte van de bovenzijde van de vrije rand van de schotel zodanig verloopt, dat de ruimte tussen de pot en de schotel, eventueel onder gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal waaruit de pot en de schotel worden vervaardigd, lossend is.
4. Bloempot met schotel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het genoemde verloop minder dan 5° divergeert, terwijl de schotel een kleiner oppervlak beslaat dan de bin-nendwarsdoorsnede van de pot ter plaatse het bovenuiteinde van het genoemde buitenwaarts verlopende wandgedeelte onderaan de pot.
5. Werkwijze voor het onder toepassing van een matrijs vervaardigen van een bloempot met schotel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat telkens tijdens het uit de matrijs nemen van het gevormde materiaal, schuifde-len van de matrijs, welke bij het vormen een ruimte tussen de schotel en de pot definiëren een verplaatsing met een component in buitenwaartse richting maken onder een hoek welke kleiner is dan de hoek, welke de beschri jvenden van de bovenzijde van het vrije buitengedeelte van de schotel ten opzichte van die openingsrichting maken.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schuifdelen bij het openen van de matrijs worden aangedreven door veren, welke zich ontspannen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schuifdelen worden geleid door en aangedreven via pennen en bovendien worden ondersteund door een daaraan evenwijdige wand van een gedeelte van de matrijs dat tevens de vorm van de onderzijde van de schotel bepaalt.
8. Werkwijze volgens één der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de schuifdelen ten opzichte van een aan de bovenzijde aan die delen grenzend deel van de matrijs verplaatsen langs grensvlakken, welke een schuine hoek ten opzichte van de openingsrichting van de matrijs insluiten.
9. Matrijs voor ten gebruike bij de werkwijze volgens één der conclusies 5-8, gekenmerkt door schuifdelen waarvan de verplaatsingsrichting telkens een kleinere hoek met de openingsrichting van de matrijs insluit dan de lossingsrichting van die schuifdelen, een aan de open zijde van de matrijs op die schuifdelen aansluitend deel, dat langs grensvlakken op die schuifdelen aansluit, waarbij die grensvlakken een schuine hoek insluiten met de openingsrichting van de matrijs, waarbij die grensvlakken gedeeltes van mantels vormen van lichamen met een elliptische dwarsdoorsnede en met afzonderlijke hartlijnen.
NL8801838A 1988-07-20 1988-07-20 Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL8801838A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801838A NL8801838A (nl) 1988-07-20 1988-07-20 Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
EP19890201902 EP0351030B2 (en) 1988-07-20 1989-07-19 A plant container and a method and mould for its manufacture
DE8989201902T DE68900357D1 (de) 1988-07-20 1989-07-19 Pflanzentopf sowie verfahren und form zu seiner herstellung.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801838 1988-07-20
NL8801838A NL8801838A (nl) 1988-07-20 1988-07-20 Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801838A true NL8801838A (nl) 1990-02-16

Family

ID=19852655

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801838A NL8801838A (nl) 1988-07-20 1988-07-20 Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0351030B2 (nl)
DE (1) DE68900357D1 (nl)
NL (1) NL8801838A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3902885A1 (de) * 1989-02-01 1990-08-02 Riesselmann & Sohn Pflanzentopf-herstellungsverfahren und nach diesem verfahren erzeugte produkte
JPH0735088B2 (ja) * 1990-09-29 1995-04-19 日精エー・エス・ビー機械株式会社内 パリソン射出成形装置
FR2684918A1 (fr) * 1991-12-12 1993-06-18 Soparco Sa Procede de fabrication d'un objet en matiere plastique moulee comprenant un pied en forme de soucoupe.
FR2693354B1 (fr) * 1992-07-07 1995-03-31 Ramico Elément de moule pour injection directe de semelles et procédé de réalisation de semelles.
FR2716070B1 (fr) * 1994-02-16 1996-04-26 Soparco Sa Récipient à pied déformable pouvant servir de soucoupe.
NL1008498C2 (nl) * 1998-03-05 1999-09-10 Emperor Plastics B V Houder voor planten en dergelijke.
NL1008865C2 (nl) * 1998-04-09 1999-10-12 Laembert Bitter Spuitgietmatrijs met omklapmiddelen.
NL1013295C2 (nl) * 1999-10-14 2001-04-23 Fijn Metaal Almere Spuitgietmatrijssamenstel.
JP4508839B2 (ja) * 2004-11-12 2010-07-21 パナソニック株式会社 樹脂封止金型および樹脂封止装置
GB2485848B (en) 2010-11-29 2018-07-11 Halliburton Energy Services Inc Improvements in heat flow control for molding downhole equipment
GB2490087B (en) 2010-11-29 2016-04-27 Halliburton Energy Services Inc Forming objects by infiltrating a printed matrix
GB2490299B (en) * 2010-11-29 2018-05-23 Halliburton Energy Services Inc Mold assemblies including a mold insertable in a container

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH169976A (de) * 1933-12-29 1934-06-30 Walliser Hofer Erwin Blumentopf mit Unterteller.
US2812548A (en) * 1953-03-23 1957-11-12 Uni Tubo S A Mold for plastic collapsible containers
DE1062978B (de) * 1957-11-22 1959-08-06 Max Schmidt Blumentopf aus Kunststoff
US3020594A (en) * 1958-07-11 1962-02-13 American Can Co Injection molding
US4315382A (en) * 1979-11-26 1982-02-16 Phillips Petroleum Co. Plant container

Also Published As

Publication number Publication date
EP0351030B2 (en) 1995-09-06
EP0351030A1 (en) 1990-01-17
EP0351030B1 (en) 1991-10-23
DE68900357D1 (de) 1991-11-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8801838A (nl) Bloempot met schotel en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US5761848A (en) Nursery container
US4573577A (en) Stackable container
US4242834A (en) Nestable and stackable transplanting system
US5590805A (en) Fruit box
US8047392B2 (en) Stackable liquid container
US4962855A (en) System for loading thin-walled plastic flower pots onto a loading tray
EP0423142B1 (en) A table
US20100236144A1 (en) Container for Growing Plants and Carrier Therefor
US4232482A (en) Flower pot
US4092804A (en) Flower pot and interlocking saucer
EP3384801B1 (en) A reconfigurable container
US20050034369A1 (en) Collapsible floral container
US3513594A (en) Container for preformed cubes of soil for plants
NL8500577A (nl) Matrijsvorm voor stapelbare houders.
NL9200641A (nl) Drager voor bolgewassen.
NL8004185A (nl) Bak als onderdeel van een moduulstel, en bestemd voor het kweken van planten.
US5873616A (en) Apparatus for lifting containers
WO1997021339A1 (en) Plant container with transformable walls
US11039731B2 (en) Nesting, dish drying rack
US20110167722A1 (en) Collapsible floral container
US11278791B2 (en) Stacking cups
US20020059750A1 (en) Flowerpot and flowerpot / support stick assembly
GB2582173A (en) A multi-compartment tray
NL1001153C1 (nl) Voorwerp met een daaruit stekende flens, alsmede inrichting om een gedeelte van dat voorwerp te manipuleren.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed