NL8801194A - Maritieme installatie. - Google Patents

Description

" - 1 - v

Reg. nr. 128841 RV Maritieme installatie

De uitvinding heeft betrekking op een maritieme installatie voor het transport van zware lading voor de wal of buitengaats door middel van een of meer lichters, in het bijzonder een vaartuig zoals een dok-schip.

5 Tot dusver bestaat de zware lading veelal uit bijvoorbeeld grote ketelinstallaties of complete raffinaderijen die overzee naar hun bestemming vervoerd worden, maar als nieuwe voorziening wordt nu beoogd de toepassing voor het installeren of verwijderen van uitrusting, zoals een boorplatform, vanaf door de lichter gedragen uithouders.

10 Bij de voorkeursuitvaering hiervan wordt gebruik gemaakt van een kraanstelsel, in het bijzonder een of meer brugkranen, voorzien van een takel voor het verticale transport van de uitrusting en .van.een wielstelsel voor het horizontale transport van de uitrusting, in het bijzonder van binnenboord naar buitenboord of omgekeerd, en de onderin hevige uitvinding is voorts gekenmerkt door de toepassing voor een boorplatform, dat onderverdeeld in een onderzeese onderbauw, die in het bijzonder een op waterbedding te installeren verdeelstuk omvat, een daarop te monteren opstand en een daardoor bovenwater op te houden bovenbouw, te transporteren is, waarbij de standvaste ophanging verze- • ‘ ' ‘» * .

20 kerd is doordat het takel een meerzijdig onderbordes draagt, waaraan . de lasthaken te bevestigen zijn,.en vanaf een beweegbaar bovenste grij-perstelsel aan de kraanbxug door tenminste één bovenbordes, dat een vast onderste grijperstelsel omvat, voert, en doordat de hangdraden van het takel onderaan door koppeldraden verspannen zijn om torsie in 25 het takel tegen te gaan.

Een bedrijfszekere hantering van de boorplatformdelen wordt verkregen doordat de bovenbouw op de uithouders te lichten eri af te steunen is, doordat de opstand tussen zijn opstaande stand en een horizon- * tale stand onder de lichter gesjord voor het transport te kantelen is 3D en doordat voorzieningen getroffen zijn om het diep inzinken van de lichter door de last of door het innemen van ballast te veroorloven om door de grctere massa de bewegingen daarvan bij de hantering van de daardoor te transporteren uitrusting te verminderen.

Dankzij deze aspecten kan eer. boorplatform hij de installatie 35 goed in de hand gehouden worcen.

.8801194

4L

< ' -2 - - ' * -

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden die. overigens louter ter illustratie bedoeld zijn. en waaraan geen beperkende betekenis gehecht moet worden.

5 Fig. 1 toont in bovenaanzicht en in zijaanzicht een voor hét in stalleren of demonteren van een hoorplatform uitgerust dokschip; fig. 2 is een bijbehorend, op grotere schaal weergegeven, eind-aanzicht tegen het hek van het schip beschouwd; fig. 3 toont het hek van schip meer in detail in langsaanzicht, 10 met de brugkranen die de onderbouw van een boorplatform hanteren; fig» 4 toont een hefsteun en een daarbij aangebrachte snijinrich-ting voor het van de opstand afscheiden van de bovenbouw van het boorplatform ; fig. 5 toont de op de boorden: van het dokschip afgesteunde boven-15 bouw van; Hst boorplatform dat. gereed gemaakt wordt voor het transport,' in eindaanzicht vanaf het hek beschouwd; fig. 6 is een bijbehorend zijaanzicht van het achterschip; fig. 7 geeft een voorstelling van het kantelen van de opstand met het oog op het transport; 20 fig* 8 toont de opstand in horizontale stand onder het schip ge sjord voor het transport; en fig. 9 toont de samenwerking van een aantal lichters voor het transport van een daardoor gedragen zwaar uitrustingstuk.

De tekeningen geven met name een voorstelling van het installeren 25 of verwijderen van uitrusting voor de wal of buitengaats met behulp van aan een schuit of lichter verbonden uithouders» het verwijderen van buitengaatse opstanden door middel van hefschuiten, het diep' inzinken van een dokschip teneinde de belastingswisselingen en/of de scheepsbewegingen te verminderen, en het voorzien van een semi-submers-30 ible (half-afzinkbaar vaartuig) van uithouders teneinde bovenbouwen te installeren (zie fig. 1 en 2).

1) INSTALLATIE VAN. ONDERZEESE SYSTEMEN ·.

' (Verdeelstukmalmeersystemen)

Een korte beschrijving van de volgens de uitvinding ontwikkelde 35 installatieprocedure voor onderzeese systemen met dokschepen wordt in het volgende gegeven.

Onderzeese systemen (bijvoorbeeld verdeelstukken) kunnen direct .8801194 - 3 -' ®· * f' bij de fabricageplaats geladen en in het achterste deel van het schip gestuwd worden met behulp van de op wielen verrijdbare brugkranen van het schip 1 (zie fig. 1).

Op de bestemde plaats buitengaats zal het schip 1 boven het in-5 stallatiepunt gemeerd worden door middel van een visrpuntsmeersysteem of zal het door dynamische positionnering boven het installatiepunt gehouden worden.

1.1 Neerlating van het onderzeese systeem 2 door middel van een nieuw grijpersysteem 3: 10 Een speciaal ontwikkeld grijpersysteem 3 zal worden toegepast voor neerlating onder het zeeniveau.

Dit grijpersysteem 3 omvat een beweegbare bovenste grijper 4 onder de hoofdhaken 5 van het schip 1 en een vaste onderste grijper 6 die aangebracht is aan een bovenbordes 7 en onder de loopkatten £ van 15 de scheepskraan 9 hangt.

Aan de takels 10 hangt een onderbordes 11 waaraan zoals weergegeven de onderbouw 12 van een boorplatform 13 opgehangen is.

Het grijpersysteem 3 is berekend op een veiligheidsfactor van de werkbelasting van 2,5.

20 Geen hoofdzakelijke verdraaiing van het verdeelstuk 2 of 12 is mogelijk bij toepassing van dit systeem.-(zie fig. 2). Bovendien kunnen zoals in fig. 3 is weergegeven de hangdraden 10 door dwarse of kruiselingse koppeldraden 14 verspannen worden om elk hoofdzakelijk torsie-gevaar te ondervangen.

25 1.2 Voorspelling van krachten en bewegingen tijdens de installatie:

Bij het inzinken van het schip 1 zal het als een zachte veer werken. Het gedrag van het schip 1 wordt overeenkomstig aan een semi-submersible wanneer men het water voldoende snel in en uit het dok 1 laat stromen. Proeven hebben aangetoond dat dit inderdaad het geval is.

30 Op deze wijze worden de belastingswisselingen op de hijsogen, het hijsgerei en de kranen sterk verminderd.

Wanneer de toegevoegde massa voldoende groot is zoals bijvoorbeeld op een onderzees verdeelstuk 12 met een moddermat zijn dan ook de scheepsbewegingen aanzienlijk verminderd (zie fig. 3}

35 2} V0RKHEFMETH0DE VOOR BGVEMB0UWVERWIJDEnIKG/IN5TALLATIE

Door middel van de vorkhefmethode worden de bovenbouwen 15 in één stuk verwijderd door twee uithouders 16 die aan een lichter of dok- .8801194 -4.-- schip 1 verbonden zijn.

Gedurende deze verrichting wordt het schip 1 gedeeltelijk afgezonken om de werkbaarheid onder minder ideale zeegesteldheden te verbeteren. Door de inzinking van het schip 1 gedraagt het zich ter plaatse van 5 uithouders 16 als een zachte veer overeenkomstig aan een semi-submers-ible (half-afzinkbaar vaartuig).

De golfwerking resulteert niet langer in sterke belastingswisselingen op de uithouder 16.

Dit werd bevestigd door proefnemingen door het Nederlands Scheepsbouw-10 kundig Proefstation, waar proeven werden uitgevoerd bij een aanzienlijke golfhoogte van 3 m en waarbij de belastingswisselingen aanvaardbaar bleven (zie NSP-rapport no. 08479-1-BT).

Een meer gedetailleerde beschrijving van de hefmethode volgt hieronder.

2.1 Steunen 17 worden gelast of vastgeklemd aan de poten 18 van de 15 opstand 19 op een geschikt niveau (zie fig. 4),

De belasting wordt ingevoerd via de membraanplaten 20 en zodoende worden de steunen 17 slechts in zeer geringe mate 'op buiging en voornamelijk op afschuiving belast.

2.2 Steunen 20*worden over de snijsplits 21 gelast, 20 De poten 18 worden op het snijniveau 21 doorgesneden vóör.het feitelijke heffen --(zie fig. 5 ) .

2.3 Steunbalken 22 worden op hun plaats aangebracht door middel van de uithouders 16 van het.schip 1 en aan het boorplatform 13 verbonden met rakklampen of draagbanden 23 (zie fig. 6).

25 2.4 Het schip 1 wordt tenslotte op zijn plaats ingesteld door middel van dynamische positionnering en/of kruismeerdraden aan de opstand 19.

2.5 Wanneer het zich op zijn plaats bevindt wordt het schip 1 geballast en 80¾ van het gewicht van de bovenbouwen 15 wordt door ballasten . opgenomen.

30 2.6 Banen met teflon zijn aangebracht om de horizontale bewegingen van het schip 1 te compenseren.

2.7 Vervolgens worden de scheepskranen 9 vooruitbewogen op hun wielen 24 en de bovenbouwen 15 vrij gehesen van de opstand 19 in ongeveer een halve minuut teneinde het tegen elkaar slaan tussen de opstand 19 en 35 de bovenbouwen 15 te vermijden.

2.B De steunbalken 22 worden onderstopt op de banen zodat geen verdere beweging mogelijk is.

.8801184 - 5 - « 2.9 Het schip 1 vaart met de bovenbouwen 15 naar een beschut gebied waar de bovenbouwen 15 overgebracht worden op een lichter of een kade.

3) 0P5TANDVERWIJDERIWG DOOR MIDDEL VAHEF5CHUITEN

Deze wijze van opstandverwijdering is op de volgende wijze ge-5 pland: 3. t Wanneer de bovenbouw 15 verwijderd is, worden de palen 1E doorgesneden .

3,2 Knevels 25 worden aan de opstandconstructie 19 verbonden op een geschikte plaats (zie fig. 7).

. 10 3.3 Door middel van een geschikt treksysteem, bijvoorbeeld lieren of hydraulische vijzels 26 met een vast en beweegbaar grijpersysteem 3: 4, 6 wordt de opstand 19 aan één kant opgelicht tot de opstand 19 omkantelt.

3.4 Wanneer de opstand 19 zich in een horizontale stand bevindt, 15 worden draagbanden 23 aan een lichter 1 verbonden en wordt de opstand 19 opgehesen met een geschikt opvijzelsysteem 26 (zie fig. 8).

Het is mogelijk om bewegingscompensatie in het systeem op te nemen, zodat het hefsysteem niet overbelast zal worden door de lichterbewe-gingen.

20 3.5 De lichter 1 en de opstand 19 worden door een sleepboot naar een

beschut gebied gesleept. . J

3,6 Ter plaatse van een beschut gebied wordt de opstand 19, die verwijderd is, door middel van twee hefschuiten gelicht en uit de weg geruimd (zie fig. 9).

.8801194

Claims (9)

1. Maritieme installatie voor het transport van zware lading voor de wal of buitengaats door middel van een of meer lichters, in het bijzonder een vaartuig zoals een dokschip, gekenmerkt door de toepassing voor het installeren af verwijderen van uitrusting, zoals 5 een boorplatform (13), vanaf door de lichter (1) gedragen uithouders (16).

2. Installatie volgens conclusie 1, gekenmerkt door een kraan-stelsel, in het bijzonder een of meer brugkranen (9), voorzien van een takel (10) voor het verticale transport van de uitrusting (13) en 10 van een wielstelsel (24) voor het horizontale transport van de uitrusting, in het bijzonder van binnenboord haar buitenboord of omgekeerd.

3. Installatie volgens conclusie 2, gekenmerkt door de toepassing voor een boorplatform (13), dat onderverdeeld in een onderzeese 15 onderbouw (2), die in het bijzonder een op de waterbedding te installeren verdeelstuk (12) om /at, een daarop te monteren opstand (19) en een daardoor bovenwater op te houden bovenbouw (15), te transporteren is. '

4. Installatie volgens conclusie 2 of 3, gekenmerkt doordat het 20 takel (10) een meerzijdig onderbordes (11) draagt;--waaraan de lastha-jX . . ken te bevestigen zijn, en vanaf een beweegbaar boven&e grijperetel- ] sel (4) aan de kraanbrug door tenminste één bovenbordes (7), dat een vast onderste grijperstelsel (6) omvat, voert.

5. Installatie volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de hang- 25 draden (10) van het takel onderaan door koppeldraden (14) verspannen zijn om torsie in het takel tegen te gaan.

6. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de bovenbouw (15) op de uithouders (16) te lichten en af te steunen is.

7. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de opstand (19) tussen zijn opstaande stand en een horizontale stand onder de lichter (1 ) gesjord voor het transport te kantelen is.

8. Installatie volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat voorzieningen getroffen, zijn om het diep inzinken van de lich- 35 tér (1) door de last of door het innemen van ballast te veroorloven.

9. Installatie, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. .8801104 -7- Correctieblad Op pagina 1 regel 21 van de beschrijving en in conclusie 4 regel 21 voor het woord „te" in te lassen "bij de hoeken" • v* .8801194