NL8801011A - Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen. - Google Patents

Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL8801011A
NL8801011A NL8801011A NL8801011A NL8801011A NL 8801011 A NL8801011 A NL 8801011A NL 8801011 A NL8801011 A NL 8801011A NL 8801011 A NL8801011 A NL 8801011A NL 8801011 A NL8801011 A NL 8801011A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
cylinder
towing member
pressure
carriers
Prior art date
Application number
NL8801011A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Multinorm Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Multinorm Bv filed Critical Multinorm Bv
Priority to NL8801011A priority Critical patent/NL8801011A/nl
Publication of NL8801011A publication Critical patent/NL8801011A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/20Parts of seeders for conducting and depositing seed
    • A01C7/201Mounting of the seeding tools
    • A01C7/205Mounting of the seeding tools comprising pressure regulation means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/08Broadcast seeders; Seeders depositing seeds in rows
    • A01C7/087Tramlining
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/08Broadcast seeders; Seeders depositing seeds in rows
    • A01C7/081Seeders depositing seeds in rows using pneumatic means
    • A01C7/082Ducts, distribution pipes or details thereof for pneumatic seeders
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C7/00Sowing
    • A01C7/08Broadcast seeders; Seeders depositing seeds in rows
    • A01C7/081Seeders depositing seeds in rows using pneumatic means
    • A01C7/084Pneumatic distribution heads for seeders

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

$ *
Hw/Mv/477 Multinorm NL 8801011
Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen, zoals zaad of kunstmest, voorzien van een over het veld voortbewogen gestel, een door het gestel gedragen voorraad-5 houder voor die stof, ten minste een aan een vertikaal ten opzichte van dat gestel beweegbare drager aangebracht sleep-orgaan met omlaaggerichte doorlaatopening en telkens een buisvormige stofgeleider tussen een in de voorraadhouder aangebracht verdeeltoestel voor de stof en de opening in het 10 sleeporgaan.
In een inrichting van het in de aanhef beschreven type, ook wel bekend onder de naam pneumatische zaaiinrichting, is het gebruikelijk om door middel van een luchtstroom de stof uit de voorraad af te zonderen, te verdelen en via geheel of 15 ten dele flexibele buizen naar de sleeporganen te brengen, welke sleeporganen een voor trekken in de grond. De sleeporganen staan hier onder een bepaalde omlaaggerichte kracht, die is opgewekt door een schroefveer, zodat de sleeporganen over enige diepte in de grond worden gedrukt. Afhankelijk van 20 de grondsoort, dichtheid van de grond, het aanwezig zijn van ongerechtigheden zoals stenen, zal elk sleeporgaan een op en neergaande beweging in de grond gaan maken, hetgeen onvermijdelijk leidt tot verschillend kiemgedrag van het zaad of onregelmatige inbreng van kunstmest.
25 De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar te ondervangen en verschaft daartoe een inrichting die zich onderscheidt doordat tussen elke drager voor het sleeporgaan en het gestel een cilinder is aangebracht voor het uitoefenen van een neerwaarts gerichte kracht op het sleeporgaan.
30 Dankzij het toepassen van een cilinder voor het opwekken van een neerwaarts gerichte kracht op de sleeporganen, kan de diepte-instelling van deze sleeporganen ongeacht de gronddichtheid eenvoufiig worden gerealiseerd en gehandhaafd.
.¢801011 \ Λ * -2-
Voor het vermijden van ongewenst grote drukvariaties in de cilinder tijdens de over het veld voortbewegende inrichting, is deze volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding voorzien van tenminste holle, gesloten draagbalk in 5 het gestel, welke op een drukpomp voor een gasvormig medium is aangesloten, waarbij de of elke cilinder via een druklei-ding met de holle draagbalk in verbinding staat. Hiermee wordt een zeer groot volume aan medium verschaft die een nagenoeg constante druk in de cilinder van de draagarmen voor 10 de sleeporganen handhaaft.
In een andere uitvoeringsvorm van de cilinder is de plunjer hol uitgevoerd, waarbij de drukzijde van de cilinders onderling door drukleidingen seriematig zijn verbonden. Op deze wijze wordt de som van de volumes van de in serie geschakelde cilinders gebruikt als drukvat voor het gasvormig 15 medium, waarbij de holle plunjer voor een voldoende vergroting zorgt. Hiermee wordt eveneens een groot drukvolume bereikt.
Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan de of elke cilinder dubbelwerkend zijn uitgevoerd, waarbij 20 een zodanig regelsysteem is aangebracht om bij een te grote neerwaartse uitslag van een sleeporgaan de drukkracht in een hefkracht om te zetten, zodat het sleeporgaan niet te diep in de grond wordt gedrukt.
Indien dragers voor de sleeporganen scharnierend aan het 25 gestel zijn gekoppeld en de dragers een ongelijke lengte vertonen dan verdient het de voorkeur om de dragers met korte lengte te voorzien van compensatiegewicht, teneinde de drukkracht op de sleeporganen over de dragers gelijk te houden.
Tenslotte verdient het de voorkeur om het koppelpunt van 30 de cilinder voor een lange drager met het gestel op een grotere afstand van het scharnier te houden dan die bij een korte drager, hetgeen eveneens een compenserende invloed op het verschil in scharnierlengte.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting 35 waarbij gebruik wordt gemaakt van een verdeelkop voor het over de sleeporganen te verdelen zaai- of strooigoed, welke verdeelkop een op zichzelf bekende verwisselbare deksel heeft voorzien van een aantal verdeelschotten resp. sluitschotten.
.8801011 -3-
Teneinde een gelijkmatige verdeling van de op de verdeelkop-pen aangesloten flexibele geleiders voor het stof te verkrijgen, ook als één of meer van deze geleiders zijn afgesloten, stelt de uitvinding voor om de afstanden tussen de verdeel-5 en sluitschotten op een binnengelegen steekcirkel van een dekseldeel gelijk te houden.
Verder verdient het de voorkeur om een verstoring in de verdeling te voorkomen indien één of meer geleiders voor het te verdelen zaai of strooigoed tijdelijk zijn afgesloten uit 10 te voeren met een wisseldeel voor het terugvoeren van de stof in de voorraadhouder of aparte opvangbak.
Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van uitvoeringsvoorbeelden.
15 In de tekening toont:
Fig. 1 een staand zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm, welke is gekoppeld aan een grondbewerkingsorgaan van het kop-eg type, welk stelsel door een trekker over het land wordt voortbewogen.
20 Fig. 2 een bovenaanzicht van de inrichting uit fig. 1,
Fig. 3 en 4 een met fig. 1 overeenkomend staand zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting resp. bovenaanzicht daarvan.
Fig. 5 een langsdoorsnede van de in de inrichting vol-25 gens de voorgaande figuren toegepaste drukcilinder volgens een eerste uitvoeringsvorm, voorzien van een schematisch aangegeven stuurketen,
Fig. 6 een dwarsdoorsnede over een gestelbalk met aangekoppelde draagarmen voor de sleeporganen resp. drukcilinders 30 toegepast bij de inrichting uit fig. 1 of 3,
Fig. 7a en b een bovenaanzicht resp. dwarsdoorsnede volgens de lijn ^Hb-VHb in fig. 7a van een tweede uitvoeringsvorm waarbij de drukcilinders in serie zijn geschakeld,
Fig. 8 een perspektivisch bovenaanzicht van een verdeel-35 kop toegepast bij de inrichting uit fig. 1-4, waarbij het deksel verwisselbaar is.
Fig. 8a een perspektivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het verwisselbare deksel, .8801011 -4- (
Fig. 8b een perspektivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van het verwisselbare deksel,
Fig. 9 een onderaanzicht van een deksel toegepast bij de verdeelkop volgens fig. 8 volgens een derde uitvoeringsvorm, 5 Fig. 10 een perspektivisch aanzicht van een snelkoppel- systeem voor de flexibele geleide buizen tussen de aansluit-stompen van een verdeelkop uit fig. 8 en het sleeporgaan,
Fig. 11 een perspektivisch aanzicht van een parallelge-leiding voor het opklappen van de gestelbalk voor de draag-10 armen van de sleeporganen.
In de figuren zijn dezelfde onderdelen met dezelfde ver-wijzingscijfers aangegeven.
Fig. 1 toont een zijaanzicht van de inrichting voorzien van een voorraadbak 1, waarin een bepaalde hoeveelheid in de 15 grond te brengen stof is opgeslagen. De voorraadhouder is ondersteund in gestel 2, dat buisvormig is en aan de voorzijde is voorzien van een driepuntskoppeling 3 voor de aankoppeling met behulp van passende stangen 4 aan een daarvoor geschakeld landbouwwerktuig, hier roterende kopeg 5. De kopeg wordt 20 voortgesleept door een willekeurige landbouwtrekker waarvan het achterwiel 6 is getoond. Ook hier wordt gebruik gemaakt van een driepuntsophanging 3.
Het gestel 2 van de voorraadbak is aan de onderzijde tevens verlengd met een raamwerk 7 en een zich dwars op de 25 voortbewegingsrichting, zie pijl P1 uitstrekkende balk 8 voor het aankoppelen van koppelstukken 9 voor enerzijds als armen 10 uitgevoerde dragers voor sleeporganen 11 en anderzijds voor koppelorganen 9 voor het ondersteunen van drukcilinders 12.
30 De armen resp. cilinders 10, 12 zijn door middel van ho rizontale scharnierpennen 13 in het vertikale vlak op en neer beweegbaar waarbij elke arm tevens is voorzien van een steun 14 voor het acharnierend aankoppelen van de plunjerzijde van de cilinders 12.
35 De armen 10 kunnen van elk willekeurig konstruktiemate- riaal zijn vervaardigd en zijn aan het vrije einde voorzien van de sleeporganen 11 in de vorm van een vorentrekker of kauter, tevens voorzien van een afstrijker 15.
De in deze figuur getoonde uitvoering is voorzien van 40 een aansluitstomp 16, die direkt naar de in de kauter 11 aan-.8801011 -5- wezige opening leidt, welke aansluitstomp 16 geschikt is voor het aankoppelen van een stofgeleidingsbuis 17. Deze leidt naar de bovenrand van de voorraadbak 1 en is aangesloten op een daarin aangebrachte verdeelkop volgens fig, 8 welke nader 5 wordt toegelicht'.
De aankoppeling van de buis 17 direkt op de kauter 11 levert het voordeel dat de slangen voortdurend in beweging worden gehouden hetgeen verstopping voorkomt.
De bovenzijde van de voorraadhouder 1 is afgesloten door 10 een deksel 18.
Uit fig. 1 en 2 is duidelijk dat de dragers 10 van de kauters 11 een verschillende lengte hebben, welke afwisselend naast elkaar aan de balk 8 zijn bevestigd. De verschillende lengte levert een verschillend gewicht van de dragers met 15 kauters op, hetgeen gecompenseerd kan worden door een compen-satiegewicht 19 welke aan de korte draagarmen zijn bevestigd. Zodoende is de gronddruk van de kauters overal gelijk onder voorwaarde dat de cilinders 12 niet belast zijn.
In de belaste toestand van de cilinders 12, dat wil zeg-20 gen, als er een druk van een gasvormig medium in de cilinders 12 wordt toegelaten, kan er een extra druk van de kauters op de grond worden uitgeoefend, aangezien de cilinders een neerwaarts gerichte drukcomponent op de kauters uitoefent. Vanwege de verschillende lengtes van de armen 10 is het schar- 25 nierpunt 13 van de cilinders 12 op verschillende hoogte ten opzichte van het scharnierpunt 13 van de armen 10 aangebracht. De lange draagarmen 10 hebben een hoger scharnierpunt 13 voor de bijbehorende cilinder, waardoor een groter moment om het scharnierpunt 13 van de armen 10 kan worden uitgeoe- 30 fend, hetgeen zich vertaald in een gelijke drukcomponent op de kauters 11.
Fig. 3 laat een gewijzigde uitvoeringsvorm zien met een drietal rijen kauters achter elkaar, waarbij de achterste rij kauters qua afmeting en gewicht van draagarmen 10 gelijk 35 is aan die van de korte draagarmen in de voorste rij van de inrichting. Deze armen zijn aan een extra balk 8' gekoppeld, welke zelf door een raamwerk 20 met het hoofdgestel 2 resp. 7 is verbonden.
.8801011 « -6-
Ook de armen 10 van de achterste kauters zijn verzwaard met een compensatiegewicht 19. Het draaipunt 13 ligt op eenzelfde afstand tot het draaipunt 13' van de arm 10 als die bij de voorste armen 10. Op deze wijze wordt ook in een drie-5 rijige inrichting dezelfde gronddruk op de kauters gewaarborgd.
Thans volgt een beschrijving van de drukcilinders volgens fig. 5. De cilinder 12 is voorzien van een holle plunjer 21, waarbij cilinder en plunjer elk zijn uitgevoerd met een 10 koppeloog 22 resp. 23.
Tussen de cilinder 12 en de plunjer zijn afdichtmiddelen 24 aangebracht, terwijl het koppelvlak van de plunjer bij 25 is afgeschuind.
Een aansluitpoort 26 voor een drukleiding 27 is aan één 15 einde van de cilinder 12 aangebracht, zodanig dat een druk-medium via leiding 27 de plunjer 21 aan de binnenzijde belast. Bij het uitschuiven van de plunjer wordt de cilinder links van de afdichting 24 onder druk gezet.
Met een dergelijke cilinder-plunjerkonstruktie wordt een 20 relatief groot volume in de cilinders verkregen, zodat deze cilinders tesamen een grote gasbuffer kunnen vormen. Bij het toevoeren van een druklucht via pomp 30 kan derhalve een redelijk constante druk in het totale systeem worden gehandhaafd, ongeacht de verplaatsing van de plunjer 21 in cilinder 25 12. Deze vermindering of vermeerdering van het volume kan gemakkelijk worden gecompenseerd door het relatief grote volume door de ernaast gelegen cilinders indien deze allen op de pomp 30 zijn aangesloten.
De pomp 30 behoeft derhalve slechts een bepaalde druk te 30 handhaven welke kan worden geregeld door een overdrukklep 31.
Fig. 5 laat tevens zien dat er een veiligheidsregeling is ingevoerd indien de plunjer 21 te ver uit de cilinder 12 wordt gevoerd hetgeen kan gebeuren door het te diep wegzakken van de kauter 11 in de grond.
35 De veiligheidsvoorziening is uitgevoerd als een tweetal poorten 32, 33, in de wand van de cilinder 12 nabij het andere einde van de cilinder, waarbij poort 32 via lijn 34 is gekoppeld met een stuurzijde van een regelklep 35. Poort 33 is __________ ,8801011 * -7- gekoppeld via leiding 36 naar een poort van de klep 35.
In de normale werkpositie verkeert het systeem in de in fig. 5 getoonde toestand. Zodra echter de dichting 24 poort 32 passeert, zal er een druk op leiding 34 komen, welke de 5 klep 35 omstelt. De normaal drukloze ruimte rechts van de afdichting 24 wordt thans onder druk gebracht door pomp 30, terwijl de ruimte links drukloos wordt gemaakt. De plunjer wordt derhalve gedwongen in de cilinder terug te keren waardoor de drager 10 resp. kauter 11 worden opgeheven. Zodra 10 poort 32 weer wordt gepasseerd herstelt zich de normale werk-stand.
Fig. 6 laat in detail de aankoppeling van de draagarmen 10 en de cilinder 12 zien aan de balk 8 waarbij de balk 8 tevens kan worden gebruikt als voorraadvat door deze met een 15 holle ruimte V uit te voeren. De ruimte wordt gevoed door een pomp 30 met afblaasventiel 31, welke ruimte telkens met leiding 27 in verbinding staat met poort 26 van de cilinder. Op deze wijze zijn de cilinders 12 parallel aan elkaar gevoed via de ruimte V.
20 Fig. 7 laat een uitvoering zien waarbij de cilinders 12 in serie aan elkaar zijn gekoppeld via telkens een verbin-dingsleiding 27', welke van de naastgelegen cilinder komt, resp. naar de naastgelegen cilinder leidt. De middelste cilinders van de draagbalk 8 zijn gekoppeld aan een aftaklei-25 ding 27" die in verbinding staat met de pomp 30.
Hier wordt de balk 8 niet als buffer gebruikt, maar wordt door de relatief grote inhoud van de cilinders die in serie aan elkaar zijn gekoppeld een grote voorraadbuffer gevormd.
30 Thans volgt een beschrijving van de verdeelkop, welke in de voorraadbak 1 is ondergebracht, welke kop een op zichzelf bekende konstruktie is, zie fig. 8. De kop staat bovenaan een opvoerbuis 40, waardoorheen lucht omhoog wordt geblazen via een in het gestel achter de voorraadbak 1 opgehangen blaas-35 toestel 41, zie ook fig. 1. De blaastoestel 41 wordt aangedreven door een koppelas 42 welke van de transmissie in de rotorkopeg 5 is afgevoerd.
.8801011 Λ » -8-
De lucht neemt stof uit de voorraadbak mee in deze stijgbuis 40, welke lucht met de korrelvormige stof door schotten 43 op een verwijderbaar deksel 44 naar de aansluit-stompen 45 van de kop worden geleid. De aansluitstompen 45 5 zijn elk voorzien van een flexibele buis 17. Een kenmerk volgens de uitvinding is dat de naar elkaar toe wijzende randen 57 van elk schot op een gelijke afstand op een denkbeeldige steekcirkel van elkaar liggen, hetgeen in fig. 9 is getoond. De steekcirkel is hier met 46 aangeduid. De afstand tussen de 10 schotten zijn hierbij gelijk.
Het deksel 44 is verwisselbaar door een deksel 44' met anders gevormde schotten 43'. Deze schotten 43' hebben een bredere gestalte dan de schotten 43 met het doel om één of meer openingen 47 van de aansluitstomp af te sluiten, waar-15 door de buis 17 niet wordt gevoed met korrelvormige stof en derhalve ook niet de bijbehorende kauter 11. De verdeling van de schotten 43 resp. 43' kan willekeurig zijn. Zo laat fig. 9 een kombinatie van beiden zien. Niettemin blijft de gelijkmatigheid van de afstand a tussen de schotten op de steekcirkel 20 46 gehandhaafd, teneinde een gelijkmatige verdeling tussen de schotten te verkrijgen.
Met de getoonde uitvoeringsvorm is het mogelijk om met dezelfde inrichting een wisselend aantal kauters in werking te stellen door slechts het deksel 44 te vervangen.
25 Een andere mogelijkheid om een flexibele -buis 17 tijde- lijk af te sluiten is getoond rechts in fig. 8, waarbij tussen de stomp 45 en de buis en wisselsysteem 48 is aangebracht. Hierbij is een buisstuk 49 scharnierend bij 50 met een huis 51 verbonden, welk huis 51 weer is voorzien van een 30 aansluitstomp 52 voor de flexibele slang 17. Het buisstuk 49 is uitgevoerd met een kam 53 welke scharnierend een veerele-ment 54 draagt. Het veerelement steunt met het vrije einde af in een vaste op het huis 51 aangebrachte nok 55. De veer wordt bediend door een elektro-magneet 56, welke bij bekrach-35 tiging de veer doorbuigt en het buisstuk 49 omlaagzwenkt tot in het onderliggende deel van het huis 51. Eventueel via de aansluitstomp 45 komen de stofdeeltjes met transportlucht via het omlaaggeklapte buisdeel 49 afgevoerd tot in de voorraadbak naar elke willekeurige afvoerleiding. Zodoende wordt de 8801011 -9- f flexibele buis 17 niet voorzien van te verdelen zaad of dergelijke, zonder dat verstopping optreedt in de schotten 43 van het deksel. Zodoende blijft een goede verdeling over de kauters gehandhaafd.
5 De slangen 17 kunnen volgens een snelkoppelsysteem, toe gelicht in fig. 10 aan de diverse aansluitstompen worden gekoppeld. Zo is aansluitstomp 45 voorzien van een aansluitrib-be 60, waaromheen een mof 61 voorzien van een groef 62 past.
De groef 62 is in een flexibel deel 63 van de mof 61 aange-10 bracht. De mof 61 is voorts voorzien van een schroefdeel 64, welke in een uit spiraalvormig gewikkeld materiaal vervaardigde buis 17 te schroeven is.
Het andere einde van de buis 17 is op gelijke wijze voorzien van een mof 65, met een flexibel deel 66, dat echter 15 hier voorzien is van een ribbe 67 welke past in een groef 68 van de aansluitstomp 16 van de kauter.
De buis is op deze wijze slechts op één manier aan te sluiten, echter door de snelle koppelingen zeer gemakkelijk te vervangen. De snelkoppelingen zijn goedkoop te maken omdat 20 het één enkel spuitgietdeel is.
Thans volgt een beschrijving van het opklapsysteem van de draagbalk 8 van het gestel, aan de hand van fig. 11.
De gestelbalk 8 is aan weerseinden voorzien van een deel 8' dat ver bezijden de trekker uitsteekt. Voor het verkrijgen 25 van een werkstand resp. wegstand is het deel 8’ ten opzichte van het centrale deel 8 naar binnen toe wegklapbaar, waartoe een parallelgeleiding volgens fig.11 is aangebracht. Deze parallelgeleiding bestaat uit een tweetal parallelle verbin-dingsstangen 70, welke omgebogen einddelen 71 vertonen. Deze 30 einddelen 71 zijn onder een bepaalde hoek 0( met de delen 8' resp. 8 verbonden, zodanig dat bij het opklappen het deel 8f parallel aan zichzelf blijft met de daaraan verbonden draag-armen en kauters, echter door de hoekstand achter het centrale deel 8 van de balk terechtkomt. Hierdoor raken de 35 toevoerslangen 17 niet met elkaar verward en kan het opnieuw uitkleppen van dragers 10 met kauters 11 probleemloos plaatsvinden.
Tenslotte zij nog vermeld dat het blaastoestel 41 voor het luchttransport voor het te verdelen materiaal aan de ach-.8801011 -10- terzijde van het gestel 2 is aangebracht, hetgeen met toepassen van een relatief lange tussenas 42 mogelijk maakt. Hierdoor is het aankoppelen aan willekeurige voorgeschakelde landbouwwerktuigen 5 -vergemakkelijkt.
5 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschre ven uitvoeringsvormen.
.880101 1

Claims (15)

1. Inrichting voor het in de grond brengen van korrel-of poedervormige stoffen, zoals zaad of kunstmest, voorzien van een over het veld. voortbewogen gestel, een door het gestel gedragen voorraadhouder voor die stof, ten minste een 5 aan een vertikaal ten opzichte van dat gestel beweegbare drager aangebracht sleeporgaan met omlaaggerichte doorlaatope-ning en telkens een buisvormige stofgeleider tussen een in de voorraadhouder aangebracht verdeeltoestel voor de stof en de opening in het sleeporgaan, met hetk e n m e r k, dat tussen 10 elke drager voor het sleeporgaan en het gestel een cilinder is aangebracht voor het uitoefenen van een neerwaarts gerichte kracht op het sleeporgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1,met het k e n m e r k, dat de cilinders onderling en op een drukregelaar voor een 15 gasvormig medium zijn aangesloten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het drukmedium instelbaar is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het drukmedium automatisch geregeld wordt op grond van de 20 rijsnelheid en/of de stand van de kauters.
5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de verhouding tussen de minimumvolurnestand en de maximumvolumestand in de cilinder 1s3 is,
6. Inrichting volgens conclusie 1-5,met het ken-25 m e r k, dat de of elke cilinder dubbelwerkend is, waarbij een door de stand van de drager bestuurde klep de drukleiding van het drukmedium aansluit op de drukruimte aan de andere zijde van de plunjer.
7. Inrichting volgens conclusie 1-6, waarbij de dragers 30 scharnierend aan het gestel zijn verbonden, en de dragers een ongelijke lengte ten opzichte van elkaar vertonen, met het kenmerk, dat de dragers van korte lengte een zwaarder gewicht hebben dan die met grote lengte.
8. Inrichting volgens conclusie 1-7, met het k en -35 m e r k, dat het koppelpunt van de cilinder voor een lange drager met het gestel op een grotere afstand van het scharnier ligt dan die bij de korte drager. .8801011 -12-
9. Inrichting volgens conclusie 8r met het kenmerk dat één of meer aansluitstompen voor de stofgeleiders zijn voorzien van een wisseldeel voor het terugvoeren van de stof in de voorraadhouder .of aparte opvangbak. 5
10* Inrichting volgens conclusie 1-9, met het ken merk, dat de gestelbalk (8) onder voorspanning (101) staat.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen (100) voor het afsluiten 10 van de doorgang tussen twee naburige schotten (43).
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het k e n m e r k, dat de flexibel uitgevoerde stofgeleider nabij de opening van het sleeporgaan is aangebracht.
13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de stofgeleider, de aansluitpomp en het sleeporgaan telkens zijn uitgevoerd met snelkoppelingen.
14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het k e n m e r k, dat de einddelen van de de uiterste 20 dragers steunende gestelbalk via een parallel-geleiding met het middelste gesteldeel is verbonden.
15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de parallel-geleiding een zwenk-hoek 0( insluit met het gestel. .8801011
NL8801011A 1988-04-19 1988-04-19 Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen. NL8801011A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801011A NL8801011A (nl) 1988-04-19 1988-04-19 Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801011 1988-04-19
NL8801011A NL8801011A (nl) 1988-04-19 1988-04-19 Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801011A true NL8801011A (nl) 1989-11-16

Family

ID=19852158

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801011A NL8801011A (nl) 1988-04-19 1988-04-19 Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8801011A (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5379706A (en) * 1993-04-07 1995-01-10 Agco Corporation Seed distribution system for planters and drills
EP2269434A1 (de) * 2009-06-30 2011-01-05 Lemken GmbH & Co. KG Verteiler für pneumatische Drillmaschine
US8915200B2 (en) 2011-02-18 2014-12-23 Morris Industries Ltd. Seeder with metering system having selectively powered metering sections
EP3662732A1 (de) * 2018-12-03 2020-06-10 Lemken GmbH & Co KG Landwirtschaftliche maschine zur ausbringung von körnigen feststoffen mit einem pneumatischen fördersystem

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5379706A (en) * 1993-04-07 1995-01-10 Agco Corporation Seed distribution system for planters and drills
EP2269434A1 (de) * 2009-06-30 2011-01-05 Lemken GmbH & Co. KG Verteiler für pneumatische Drillmaschine
US8915200B2 (en) 2011-02-18 2014-12-23 Morris Industries Ltd. Seeder with metering system having selectively powered metering sections
EP3662732A1 (de) * 2018-12-03 2020-06-10 Lemken GmbH & Co KG Landwirtschaftliche maschine zur ausbringung von körnigen feststoffen mit einem pneumatischen fördersystem

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6494154B2 (en) Centralized seed distribution system for planter
US5331907A (en) Apparatus for depositing seed and fertilizer
AU2013210804B2 (en) Position adjustment assembly for an agricultural conveyor
US6125775A (en) System for gauge wheel load adjustment
BR102018014599A2 (pt) Defletor dinâmico para balanceamento de fluxo de ar entre linhas de produto adjacentes
NL8801011A (nl) Inrichting voor het in de grond brengen van korrel- of poedervormige stoffen.
CA1198319A (en) Drill-plough
AU2011324960B2 (en) Single-seed seeder having a collapsible frame and at least one distribution head arranged at the rear of the seeder
CA2630256C (en) Crisscross seed distribution system and method
EP0687406B1 (en) A sowing machine
US9756772B2 (en) Agricultural machine with at least one articulated seeder bar
US20130280019A1 (en) Grain cart seed tender
EP0159762B1 (en) An agricultural machine
FR2859594A1 (fr) Semoir comportant une tremie centrale et des elements repliables
US20230189685A1 (en) System for moving distribution lines of a product distribution system
NL1007092C2 (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
US333670A (en) eandall
EA042769B1 (ru) Высевающий аппарат для сеялки точного высева
GB2515060A (en) Distribution tube
WO2023187032A1 (en) Agricultural implements and methods of folding agricultural implements
CA3001410A1 (en) Mounted front fold agricultural toolbar
NL8702076A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
CA2770665A1 (en) Grain cart seed tender
WO2014028994A1 (pt) Máquina distribuidora de produto a lanço com sistema de nebulização de líquido e pulverizador
FR2979795A1 (fr) Dispositif d'epandage de produits de fertilisation du sol tels que de l'engrais

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed