NL8800825A

NL8800825A - CARE DEVICE FOR INTENSIVE NURSES.

Info

Publication number: NL8800825A
Application number: NL8800825A
Authority: NL
Original assignee: Trilux Lenze Gmbh & Co Kg
Priority date: 1987-04-29
Filing date: 1988-03-31
Publication date: 1988-11-16
Also published as: DE3714196A1; DE3714196C2; AT391616B; FR2614736B1; ATA52488A; FR2614736A1

Description

- 1 - *- 1 - *

Verzorgingsinrichting voor intensief-verpleegden.Care facility for intensive care nurses.

De uitvinding heeft betrekking op een verzorgingsinrichting voor intensief verpleegden, met een langgerekt huis dat voorzien is van tenminste ëén verzorgingswand met openingen voor 5 elektrische en/of pneumatische aansluiteenheden, die in het in wendige van het huis bevestigd zijn.The invention relates to a care device for intensive care, with an elongated housing provided with at least one care wall with openings for electrical and / or pneumatic connection units, which are mounted in the interior of the house.

Voor intensief-verpleegden in ziekenhuizen zijn ver-zorgingsinrichtingen bekend, die ofwel aan een plafond hangen ofwel aan een wand bevestigd kunnen worden. Zulke verzorgingsinrichtingen 10 omvatten aansluiteenheden in de vorm van elektrische steekdozen of in de vorm van gaskleppen, bijvoorbeeld voor de toevoer van zuurstof. De verzorgingsinrichtingen dienen om de aansluiteenheden op gemakkelijk beschikbare wijze overzichtelijk op te stellen, om daaraan de voor de intensief-verpleegde benodigde apparaten aan te 15 kunnen sluiten. Verzorgingsinrichtingen zijn aldus verdeler- en aansluitstations voor elektrische energie,informatieleidingen, gasvoorziening en dergelijke. De verzorgingsinrichtingen kunnen ook tegelijk als verlichtingsinrichting uitgevoerd zijn en in hun inwendige van lampen voorzien zijn, waarvan het licht door een licht-20 doorlatende wand uitgestraald wordt.Care devices are known for intensive care in hospitals, which either hang from a ceiling or can be attached to a wall. Such supply devices 10 comprise connection units in the form of electrical sockets or in the form of gas valves, for example for the supply of oxygen. The care devices serve to arrange the connection units in an easily available manner, in order to be able to connect thereto the equipment required for the intensive care. Care devices are thus distribution and connection stations for electrical energy, information lines, gas supply and the like. The care devices may also be simultaneously designed as a lighting device and be provided in their interior with lamps, the light of which is emitted through a light-transmitting wall.

Bij de bekende verzorgingsinrichtingen zijn de aansluiteenheden, de steekdozen voor sterkstroom, zwakstroom en medische bewakingstechniek, gaskleppen, lampen en dergelijke zodanig in het inwendige van de verzorgingsinrichting gemonteerd, dat hun steek-25 en fittingsdelen in de openingen van de verzorgingswand van het huis aangebracht zijn, zodat ze van buitenaf toegankelijk zijn.In the known supply devices, the connection units, the sockets for strong current, low current and medical monitoring technology, gas valves, lamps and the like are mounted in the interior of the supply device, so that their plug and fitting parts are arranged in the openings of the supply wall of the house so that they are accessible from the outside.

Problemen treden op wanneer afzonderlijke aansluiteenheden defekt raken. Om defekte aansluiteenheden te verwisselen, moeten in de regel schroef- en montagewerkzaamheden uitgevoerd worden. Wanneer 30 een defekte toestand onmiddelijk voor of tijdens de behandeling van een patiënt aan het licht komt, moet er een technicus bijgehaald worden, die het verwisselen van de defekte aansluiteenheid in de verzorgingsinrichting uitvoert, terwijl deze gebruikt wordt voor de verzorging van de patiënt respectievelijk gebruikt wordt voor de 35 aan de patiënt aangesloten apparaten. Het kan van beduidend belang zijn de tijd voor eventuele uitwisse lings- respectievelijk reperatie-werkzaamheden aan de verzorgingsinrichting te verkorten. Bij de be- .8800825 * m - 2 - kende verzorgingsinrichting is verder nadelig dat de verzorgingseenheden die bevestigd zijn in het inwendige van de inrichting, als gevolg van vervaardigings- of montagetoleranties niet in hetzelfde vlak als de verzorgingswand liggen,maar achter deze terug-5 werken of uit deze uitsteken.Problems arise when individual connection units fail. As a rule, screwing and assembly work must be carried out in order to exchange defective connection units. If a defective condition is immediately discovered before or during the treatment of a patient, a technician must be called in to perform the replacement of the defective connection unit in the care device while it is being used to care for the patient or used for the 35 devices connected to the patient. It can be of significant importance to shorten the time for any exchange or repair work on the care facility. With the known .8800825 * m - 2 - care device, it is furthermore disadvantageous that the care units which are mounted in the interior of the device, because of manufacturing or mounting tolerances, are not in the same plane as the care wall, but behind them. 5 work or protrude from it.

De uitvinding heeft tot doel een verzorgingsinrichting van het in de aanhef aangegeven soort zodanig uit te voeren, dat de aansluiteenheden snel en eenvoudig verwisseld kunnen worden.The object of the invention is to design a supply device of the type indicated in the preamble, such that the connecting units can be exchanged quickly and easily.

Dit doel wordt bereikt doordat meerdere aansluiteenheden 10 bevestigd zijn op een hulpframe, dat met rustelementen gemakkelijk losmaakbaar gemonteerd is op de achterzijde van de verzorgingswand.This object is achieved in that several connecting units 10 are mounted on an auxiliary frame, which is easily detachably mounted on the back of the supply wall with rest elements.

Volgens de uitvinding zijn de aansluiteenheden, dus de steekdozen, gaskleppen en dergelijke, bevestigd op hulpframes, 15 die hunnerzijds direkt aan de achterzijde van de verzorgingswand aangebracht zijn. Op deze manier vervallen houdconstructies in het inwendige van de verzorgingsinrichting. Het hulpframe kan samen met de daarop bevestigde aansluiteenheden snel en eenvoudig gescheiden worden van de verzorgingswand. Men verkrijgt op deze wijze een 20 modulsysteem, waarbij elke modul voorzien is van een hulpframe dat op zijn beurt tenminste één aansluiteenheid omvat. Elke modul is met rustelementen vastgeklemd op de bijbehorende verzorgingswand, waarbij de klemming door het uitoefenen van druk met de vingers losgemaakt kan worden om de modul uit de verzorgingsinrichting 25 te halen. Een modul met een defekte aansluiteenheid kan snel ver vangen worden door een als vervangingsmodul gereed gehouden modul.According to the invention, the connection units, i.e. the plug boxes, throttles and the like, are mounted on auxiliary frames, which are arranged on their side directly at the rear of the supply wall. In this way, retaining structures in the interior of the care device are omitted. The auxiliary frame, together with the connecting units attached to it, can be quickly and easily separated from the supply wall. In this way a module system is obtained, each module being provided with an auxiliary frame which in turn comprises at least one connection unit. Each module is clamped with resting elements on the associated supply wall, whereby the clamping can be released by applying pressure with the fingers to remove the module from the supply device. A module with a defective connection unit can be quickly replaced by a module kept ready as a replacement module.

Een verder voordeel van de uitvinding is gelegen in dat de aansluiteenheden niet bevestigd zijn op draagconstructies in het inwendige van het huis van de verzorgingsinrichting, maar hun 30 ruimtelijke positionering direkt verkrijgen door de verzorgingswand.A further advantage of the invention lies in the fact that the connecting units are not attached to supporting structures in the interior of the housing of the supply device, but obtain their spatial positioning directly through the supply wall.

Daardoor wordt bereikt dat de in het zicht liggende zijden van de aansluiteenheden steeds de juiste ruimtelijke ligging ten opzichte van de verzorgingswand hebben en niet terugspringen of uitsteken.This ensures that the visible sides of the connection units always have the correct spatial location relative to the supply wall and do not spring back or protrude.

De hulpframes zijn losmakelijk bevestigd op de betreffende ver-35 zorgingswand, waarin zich de in het zicht liggende zijden van de aansluiteenheden opnemende openingen bevinden.The auxiliary frames are detachably attached to the respective supply wall, in which the visible openings of the connection units receive openings.

Het hulpframe kan bestaan uit een profiellijst, dat tenminste voorzien is van één elastisch been. Om hetzelfde lijstprofiel .8800825 £ - 3 - te kunnen gebruiken voor aansluiteenheden met verschillende dieptes, zijn aanpassingselementen voorzien die in het hulpframe bevestigd kunnen worden voor vereffening in de lengterichting. Terwijl het hulpframeprofiel onveranderd gebruikt wordt voor alle soorten in 5 aanmerking komende aansluiteenheden, zijn de aanpassingselementen afzonderlijk voorzien voor de betreffende aansluiteenheden.The auxiliary frame can consist of a profile frame, which is provided with at least one elastic leg. In order to use the same frame profile .8800825 £ - 3 - for connection units of different depths, adapters are provided that can be mounted in the subframe for longitudinal equalization. While the auxiliary frame profile is used unchanged for all types of eligible connection units, the adapters are provided separately for the respective connection units.

Het hulpframe kan steekdelen dragen voor het ver binden van de aansluiteenheden met verzorgingsleidingen. De ver-zorgingsleidingen kunnen door het scheiden van een steekver-10 binding afgetrokken worden van de steekdelen van het hulpframe, waardoor het verwisselen van het hulpframe, dat één of meerdere aansluiteenheden omvat, nog versneld wordt.The auxiliary frame can carry plug parts for connecting the connection units with supply lines. The supply lines can be pulled off from the plug parts of the auxiliary frame by separating a plug connection, thereby accelerating the replacement of the auxiliary frame, which comprises one or more connection units.

Bij verzorgingsinrichtingen waarbij het inwendige van het huis makkelijk toegankelijk is, waarbij bijvoorbeeld een glasplaat 15 of een andere dekselwand afgenomen wordt, kan de montage en de montage van de modulen vanuit het inwendige van het huis plaatsvinden. Bij andere verzorgingsinrichtingen, die voorzien zijn van een afneembare verzorgingswand, bijvoorbeeld voorwand, zijn de hulpframes bevestigd op deze afneembare wand. In elk geval is het 20 verwisselen van defekte aansluiteenheden met een gering aantal handelingen snel en eenvoudig mogelijk.In care devices in which the interior of the housing is easily accessible, for example, where a glass plate 15 or another cover wall is removed, the assembly and mounting of the modules can take place from the interior of the housing. In other care devices, which are provided with a removable care wall, for example front wall, the auxiliary frames are fixed on this removable wall. In any case, exchanging defective connection units with a small number of operations is quick and easy.

In de volgconclusies zijn doelmatige uitvoeringen en verdere ontwikkelingen van de uitvinding aangegeven.In the subclaims, effective embodiments and further developments of the invention are indicated.

In het volgende worden onder verwijzing naar de tekeningen 25 twee uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding nader verduidelijkt.Two embodiments of the invention are further elucidated hereinafter with reference to the drawings.

Getoond worden in:Shown in:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een aan een plafond hangend aangebrachte verzorgingsinrichting, figuur 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van figuur 1, 30 figuur 3 een aanzicht van de,meerdere aansluiteenheden omvattende modul, uit de richting van de pijl III in figuur 2, echter zonder het huis van de verzorgingsinrichting, figuur 4 een aanzicht van de modul van onder af, namelijk uit de richting van de pijl IV van figuur 3, 35 figuur 5 een achteraanzicht van de modul uit de richting van de pijl V van figuur 4, figuur 6 een aanzicht van een op een muur bevestigde verzorgings-inrichting en . 88 0 0825 « - 4 - figuur 7 een doorsnede volgens de lijn VII-VII van figuur 6.Figure 1 is a perspective view of a supply device suspended from a ceiling, figure 2 is a section according to the line II-II of figure 1, figure 3 is a view of the module comprising several connection units, from the direction of arrow III in figure 2, but without the housing of the care device, figure 4 a view of the module from below, namely from the direction of the arrow IV of figure 3, figure 5 a rear view of the module from the direction of the arrow V of figure 4, FIG. 6 is a view of a wall-mounted supply device and. 88 0 0825 «- 4 - figure 7 a section according to the line VII-VII of figure 6.

De in figuur 1 en 2 weergegeven verzorgingsinrichting is voorzien van een huis 10, dat met holle stangen 11 opgehangen is aan het plafond van een ruimte. Door de stangen 11 heen lopen elektrische, 5 respectievelijk pneumatische verzorgingsleidingen in de vorm van kabels, slangen of buizen naar het inwendige van het huis 10. Bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld omvat het huis 10 (niet weergegeven) lampen, waarvan het licht door lichtdoorlatende platen 12, 13 naar het plafond en naar beneden gericht is. De platen 12, 13 sluiten de 10 toegangsopeningen naar het huis 10 af en kunnen uitgevoerd zijn als gemakkelijk te openen deksels.The care device shown in Figures 1 and 2 is provided with a housing 10, which is suspended with hollow rods 11 from the ceiling of a room. Electric or pneumatic supply lines in the form of cables, hoses or pipes run through the rods 11 to the interior of the housing 10. In the present exemplary embodiment, the housing comprises 10 (not shown) lamps, the light of which passes through light-transmitting plates 12 13 towards the ceiling and down. The plates 12, 13 close the 10 access openings to the housing 10 and can be designed as easily opening lids.

Bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vormen de in de lengterichting lopende zijwanden de verzorgingswanden 14. Deze wanden verlopen schuin naar beneden, waardoor de verzorgings-15 inrichting een trapeziumvormige doorsnede verkrijgt, die zich naar beneden toe verjongt. Door de schuine verzorgingswanden 14 wordt het aankoppelen van stekerdelen aan de in openingen 15 van de verzorgings-wand aangebrachte aansluiteenheden 16 vergemakkelijkt.In the present exemplary embodiment, the longitudinal side walls form the care walls 14. These walls run obliquely downwards, so that the care device obtains a trapezoidal cross section, which tapers downwards. The inclined supply walls 14 facilitate coupling of plug parts to the connection units 16 arranged in openings 15 of the supply wall.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1-5 bestaan de aan-20 sluiteenheden 16 uit elektrische steekdozen, waarbij vier van zulke steekdozen in één rij gezamenlijk gemonteerd zijn op een hulpframe 17 en samengevoegd zijn tot een bouwgroep respectievelijk een modul 18. Elke aansluiteenheid 16 is voorzien van een controlevlak 19, waarachter zich een lichtelement bevindt, dat oplicht zodra de be-25 treffende steekdoos onder spanning gezet is. Het controlevlak, dat bovendien nog voorzien kan zijn van een cijfer, bijvoorbeeld omtrent de afgeschermde stroomkring van de betreffende steekdoos, is in het zelfde vlak aangebracht als de in het zicht liggende zijde, dat wil zeggen de voorzijde van de steekdoos. Op het huis 10 is boven elke 30 opening 15 voor een steekdoos nog een kleiner opening 15a voorzien voor het controlevlak 19.In the exemplary embodiment of Figs. 1-5, the connection units 16 consist of electrical plug-in boxes, four of such plug-in boxes being mounted in one row together on an auxiliary frame 17 and combined into a construction group or a module 18. Each connection unit 16 is provided of a control area 19, behind which there is a light element, which lights up as soon as the respective socket is energized. The control surface, which can additionally be provided with a number, for example about the shielded circuit of the relevant socket, is arranged in the same plane as the visible side, that is to say the front of the socket. Above every 30 opening 15 for a socket, a smaller opening 15a is provided on the housing 10 for the control surface 19.

Boven en onder het door de openingen 15 en 15a ingenomen gebied verlopen aan de achterzijde van de verzorgingswand 14 L-vormige profiellijven 20, waarvan de vrije benen naar elkander toegekeerd zijn. 35 Het de verzorgingswand 14 omvattende huisgedeelte bestaat bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld uit een aluminiumprofiel, dat als ëën geheel gevormd is met het profiellijf 20.Above and below the area occupied by the openings 15 and 15a run on the rear side of the care wall 14 L-shaped profile bodies 20, the free legs of which face each other. In the present exemplary embodiment, the housing part comprising the supply wall 14 consists of an aluminum profile, which is integrally formed with the profile body 20.

Het hulpframe 17 bestaat uit een profiellijst, bijvoorbeeld .8800825 i - 5 - uit aluminium, waarvan de doorsnede de vorm van een rechthoekige U heeft. Het basisdeel 21 van het hulpframe 17 loopt parallel met de verzorgingswand 14 en vanaf zijn langsranden strekken zich de benen 22, 23 in hoofdzaak evenwijdig met elkaar uit in de 5 richting naar de verzorgingswand 14. Op de einden van de benen 22 en 23 zijn rustelementen 24 in de vorm van naar buiten afstaande uitsteeksels aangebracht, die de L-vormige profiellijven 20 passend van binnen uit aangrijpen. Omdat tenminste ëën van de benen 22, 23 voldoende buigzaam is om het hulpframe zodanig te vervormen dat 10 de rustelementen 24 onder het profiellijf 20 ingevoerd kunnen worden, is het been 23 overeenkomstig figuur 4 onderbroken door uitsparingen 23a. Over de totale lengte van het hulpframe, dat zich over meerdere aansluiteenheden 16 uitstrekt, zijn tussen de uitsparingen 23a slechts twee lijven overgebleven die de rest van het 15 been 23 vormen. Deze lijven kunnen ingedrukt worden in de richting naar het andere been 22, om de rustelementen 24 uit ineengrijping met de profiellijven 20 te brengen en het hulpframe 17 los te maken van de verzorgingswand 14. Het tegenoverliggende been 22 is niet-onderbroken uitgevoerd.The auxiliary frame 17 consists of a profile strip, for example .8800825 i - 5 - of aluminum, the cross section of which has the shape of a rectangular U. The base part 21 of the auxiliary frame 17 runs parallel to the supply wall 14 and from its longitudinal edges the legs 22, 23 extend substantially parallel to each other in the direction towards the supply wall 14. At the ends of the legs 22 and 23 there are resting elements 24 in the form of outwardly projecting projections, which engage the L-shaped profile webs 20 from the inside. Since at least one of the legs 22, 23 is sufficiently flexible to deform the auxiliary frame in such a way that the resting elements 24 can be introduced under the profile body 20, the leg 23 is interrupted in accordance with Figure 4 by recesses 23a. Over the entire length of the auxiliary frame, which extends over several connecting units 16, only two webs remain between the recesses 23a, which form the rest of the leg 23. These webs can be pressed in towards the other leg 22 to bring the resting elements 24 into engagement with the profile webs 20 and to release the auxiliary frame 17 from the supply wall 14. The opposite leg 22 is uninterrupted.

20 Zoals in figuur 2 te zien is,is de diepte van de aansluit- eenheid 16 niet zo groot, dat de achterwand 25 totdefcasis 21 van het hulpframe 17 reikt wanneer de aansluiteenheid 16 op de juiste manier in de openingen 15 aangebracht is en het hulpframe 17 op de verzorgingswand 14 gemonteerd is. Voor vereffening in de lengte-25 richting is op de basis 21 een aanpassingselement 26 bevestigd, waarop de aansluiteenheden 16 met schroeven 27 gemonteerd zijn. het aanpassingselement 26 bestaat uit een U-vormige beugel, tegen de basis waarvan het achtervlak 25 van de aansluiteenheid 16 aanligt, terwijl de benen naar de basis 21 van het hulpframe 17 gericht 30 zijn. In de basis zijn groefvormige geleidingen 28 gevormd, die de rechthoekig omgebogen beeneinden van het aanpassingselement 26 opnemen en het aanpassingselement tenopzichte van het hulpframe centreren. De bevestiging van het aanpassingselement 26 op het hulpframe 17 vindt plaats door middel van schroeven die door de omge-35 bogen beeneinden van het aanpassingselement en de basis 21 van het hulpframe 17 heen gaan.As can be seen in figure 2, the depth of the connection unit 16 is not so great that the rear wall 25 extends to the base 21 of the auxiliary frame 17 when the connection unit 16 is correctly positioned in the openings 15 and the auxiliary frame 17 is mounted on the supply wall 14. For longitudinal equalization, an adaptation element 26 is mounted on the base 21, on which the connection units 16 are mounted with screws 27. the adjustment element 26 consists of a U-shaped bracket, against the base of which the rear surface 25 of the connecting unit 16 rests, while the legs are directed towards the base 21 of the auxiliary frame 17. Grooved guides 28 are formed in the base, which receive the rectangular bent leg ends of the adjusting element 26 and center the adjusting element with respect to the auxiliary frame. The attachment of the adjustment element 26 to the auxiliary frame 17 is effected by screws passing through the bent leg ends of the adjustment element and the base 21 of the auxiliary frame 17.

Op de achterzijde van de basis 21 van het hulpframe 17 is een lijst 29 met steekdelen 30 bevestigd. Op de lijst 29 is voor .8800825 - 6 - * elk stekerdeel 30 een klemschroef 31 voorzien, om kabels 32 aan te sluiten. Deze kabels 32 gaan door een gat 33 (figuur 5) in de basis 21 heen naar het inwendige van het hulpframe 17, waar ze verbonden zijn met de afzonderlijke aansluiteenheden 16. Andere 5 kabels 34 (figuur 5) gaan van de aansluiteenheden 16 door het gat 33 heen naar een contactelement 35 op de achterzijde van de basis 21. Deze leidingen 34 zijn de massaleidingen, die op deze manier verbonden zijn met de elektrische leidende hulpframes 17.On the back of the base 21 of the auxiliary frame 17, a strip 29 with plug parts 30 is attached. On the strip 29, for each .8800825-6 * each plug part 30 a clamping screw 31 is provided for connecting cables 32. These cables 32 pass through a hole 33 (Figure 5) in the base 21 to the interior of the auxiliary frame 17, where they are connected to the individual connection units 16. Other cables 34 (Figure 5) pass from the connection units 16 through the hole 33 to a contact element 35 on the back of the base 21. These leads 34 are the ground leads, which are connected in this way to the auxiliary electrical lead frames 17.

Een meerwegstekker 36, die van meerdere steekdelen voor-10 zien is, die samenpassen met de steekdelen 30, dient voor aan sluiting van de modul 18 door middel van een kabel 37. De meerwegstekker 36 kan met één handeling op alle steekdelen 30 gestoken worden, om de elektrische aansluitingen te bewerkstelligen.A multi-way plug 36, which can be seen from several plug parts in front 10, which mates with the plug parts 30, serves to connect the module 18 by means of a cable 37. The multi-way plug 36 can be plugged on all the plug parts 30 with one operation, to make the electrical connections.

Wanneer één van de aansluitelementen 16 (steekdozen) defekt 15 is, wordt de plaat 12 of de plaat 13 verwijderd en wordt door de opening in het huis heen het hulpframe 17, dat alle aansluiteenheden 16 van de betreffende modul 18 omvat, van de achterzijde van de verzorgingswand 14 genomen, nadat eerst de meerwegstekker 36 afgetrokken is van de steekdelen 30. De gehele bouwgroep 18 kan 20 nu uit het huis 10 uitgenomen worden en door een gereed gehouden andere bouwgroep vervangen worden. Het defekt kan bijgevolg in korte tijd opgeheven worden.When one of the connecting elements 16 (plug boxes) is defective 15, the plate 12 or the plate 13 is removed and the auxiliary frame 17, which comprises all the connecting units 16 of the relevant module 18, is removed from the rear of the housing through the opening. taken from the supply wall 14, after first the multi-way plug 36 has been pulled off from the plug parts 30. The entire construction group 18 can now be removed from the housing 10 and replaced by another construction group which is kept ready. The defect can therefore be removed in a short time.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren 6 en 7 omvat de bouwgroep 18 twee aansluiteenheden 40 in de vorm van gaskleppen, 25 waarop een slangkoppeling aangesloten kan worden. De gaskleppen openen, wanneer de slangkoppeling in de voorste fitting 41 ingestoken is. Zo'n gasklep 40 is bijvoorbeeld nodig voor de toevoer van zuurstof naar een patiënt. Het huis 10 van de rechthoekige verzorgingsinrichting is overeenkomstig figuren 6 en 7 aan een muur 30 bevestigd en de voorste verzorgingswand 14 van het huis 10 is uitgevoerd als afneembare deksel, welke met schroeven 42 bevestigd is. Aan de achterzijde van de verzorgingswand 14 verlopen ook hier evenwijdige profiellijven 20 met L-vormige doorsnede, achter welke de rustelementen 24 van de benen 22, 23 van het hulpframe 35 17 geklemd worden.In the exemplary embodiment of Figures 6 and 7, the construction group 18 comprises two connection units 40 in the form of gas valves, to which a hose coupling can be connected. The throttle valves open when the hose coupling is inserted in the front fitting 41. Such a gas valve 40 is required, for example, for the supply of oxygen to a patient. The housing 10 of the rectangular supply device is attached to a wall 30 in accordance with Figures 6 and 7 and the front supply wall 14 of the housing 10 is designed as a removable cover, which is attached with screws 42. Here too, parallel profile webs 20 of L-shaped cross section run behind the supply wall 14, behind which the resting elements 24 of the legs 22, 23 of the auxiliary frame 35 17 are clamped.

De gasklep 40 heeft een grotere diepte dan de aansluiteenheden 16 van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, zodat geen aan-passingselement aanwezig is. De gasklep 40 is direkt bevestigd .8800825 - 7 - op een lijf 42 van de basis 21 van het hulpframe 17, waarbij aan de achterzijde van de gasklep een het lijf 42 op passende wijze aangrijpende groef 43 voorzien is voor centrering. De bevestiging van de gasklep 40 op het lijf 42 vindt plaats door middel van 5 schroeven 44.The gas valve 40 has a greater depth than the connecting units 16 of the first exemplary embodiment, so that no adaptation element is present. The throttle 40 is directly attached to a body 42 of the base 21 of the auxiliary frame 17, with a groove 43 suitably engaging the body 42 at the rear of the throttle for centering. The gas valve 40 is attached to the body 42 by means of 5 screws 44.

Op een aansluitingstuk 45 van de gasklep 40 wordt een (niet weergegeven) flexibele slang geschoven, die door het huis 10 loopt en aangesloten is op een overeenkomstige drukgasbron.A flexible hose (not shown) is pushed onto a connection piece 45 of the gas valve 40, which runs through the housing 10 and is connected to a corresponding pressure gas source.

Ook bij het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren 6 en 7 10 zijn meerdere aansluiteenheden 40 samengevoegd in een enkel hulpframe. Hoewel bij beide uitvoeringsvoorbeelden de aansluiteenheden telkens aan elkaar gelijk zijn, kunnen in één afzonderlijk hulpframe ook aansluiteenheden van verschillend soort ondergebracht zijn.Also in the exemplary embodiment of Figures 6 and 7, several connection units 40 are combined in a single auxiliary frame. Although in both embodiments the connection units are always equal to each other, connection units of different types can also be accommodated in one separate auxiliary frame.

15 Voor het verwisselen van een aansluiteenheid wordt bij het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren 6 en 7 de verzorgingswand 14 losgemaakt van het huis 10, waarna de zich op de achterzijde van de verzorgingswand bevindende hulpframes toegankelijk zijn en samen met de daarin gehouden aansluiteenheden uitgenomen kunnen 20 worden.In order to exchange a connection unit, in the exemplary embodiment of Figures 6 and 7, the supply wall 14 is detached from the housing 10, after which the auxiliary frames located on the rear of the supply wall are accessible and can be taken out together with the connection units held therein. .

. 88 0 0825. 88 0 0825

Claims

1. Intensive care unit, with an elongated housing (10), provided with at least one supply wall (14) with openings (15) for electrical and / or 5 pneumatic connection units (16; 40), of the housing, characterized in that a plurality of connection units (16; 40) are mounted on an auxiliary frame (17), which is easily detachably mounted with rest elements (24) on the rear of the supply wall (14).

Care device according to claim 3, characterized in that longitudinal profile webs (20) are provided on the back of the care wall (14) above and below the openings (15) and that the auxiliary frame (17) can be clamped on the profile lists (20).

Care device according to claim 1 or 2, characterized in that the auxiliary frame (17) has a U-shaped shape and that the rest elements (24) are provided on the ends of the legs (22, 23) of the auxiliary frame (17 ).

Care device according to claim 3, characterized in that the auxiliary frame (17) consists of one profile strip and that at least one leg (23) consists of webs, which are separated from each other by recesses (23a).

A supply device according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the auxiliary frame (17) carries plug parts 25 (30) on its back side for connecting the connection units (16) to supply lines.

A supply device according to any one of claims 1 to 5, characterized in that an adaptation element (26) is mounted on the auxiliary frame (17) for at least one connection unit (16) and carries this connection unit in alignment to the supply wall (14). .

A supply device according to any one of claims 1 to 6, characterized in that the auxiliary frame (17) is provided with at least one longitudinal guide (28; 42) for centering the connecting units (40) or adapting elements (26). -o-o-o-o- .8800825 '