NL8800200A - Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze gebakken brandstofbriketten. - Google Patents

Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze gebakken brandstofbriketten. Download PDF

Info

Publication number
NL8800200A
NL8800200A NL8800200A NL8800200A NL8800200A NL 8800200 A NL8800200 A NL 8800200A NL 8800200 A NL8800200 A NL 8800200A NL 8800200 A NL8800200 A NL 8800200A NL 8800200 A NL8800200 A NL 8800200A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
oven
baking
briquettes
gases
superheated steam
Prior art date
Application number
NL8800200A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Petrofina Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Petrofina Ltd filed Critical Petrofina Ltd
Publication of NL8800200A publication Critical patent/NL8800200A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L5/00Solid fuels
    • C10L5/02Solid fuels such as briquettes consisting mainly of carbonaceous materials of mineral or non-mineral origin
    • C10L5/06Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting
    • C10L5/10Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting with the aid of binders, e.g. pretreated binders
    • C10L5/14Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting with the aid of binders, e.g. pretreated binders with organic binders
    • C10L5/20Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting with the aid of binders, e.g. pretreated binders with organic binders with sulfite lye
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L5/00Solid fuels
    • C10L5/02Solid fuels such as briquettes consisting mainly of carbonaceous materials of mineral or non-mineral origin
    • C10L5/26After-treatment of the shaped fuels, e.g. briquettes
    • C10L5/28Heating the shaped fuels, e.g. briquettes; Coking the binders
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L9/00Treating solid fuels to improve their combustion
    • C10L9/02Treating solid fuels to improve their combustion by chemical means
    • C10L9/06Treating solid fuels to improve their combustion by chemical means by oxidation

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Solid Fuels And Fuel-Associated Substances (AREA)
  • Manufacture And Refinement Of Metals (AREA)

Description

* *· - 1 -
Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze gebakken brandstofbriketten.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voortbrengen van rookloze, gebakken brandstof-briketten uit deeltjes van brandbaar, vast,koolstofhoudend materiaal, in het bijzonder kooldeeltjes, zoals fijnkool, 5 anthracietstof, enz.
Er zijn veel methoden bekend om deeltjes van koolstofhoudend materiaal te agglomereren in een brikette-ringsmachine met behulp van bindmiddelen. Het is vaak nodig om de verkregen agglomeraten of "groene briketten" 10 te onderwerpen aan een bakbehandeling, teneinde de fysische en/of chemische eigenschappen ervan te verbeteren en/of aan een ontrokingsbehandeling te onderwerpen, teneinde de ontwikkeling van rook gedurende het verbranden ervan te verminderen. Rookloze briketten zijn in de 15 onderhavige beschrijving gedefinieerd volgens British Standard 3841, waarnaar verwezen zij.
De gangbare agglomeratietechniek voor het produceren van koolbriketten is algemeen gebaseerd op het gebruik van drie principiële bindmiddelen, hetzij afzonder-20 lijk of gezamenlijk, hoewel vele andere bindmiddelen bekend zijn in de techniek. Deze drie bindmiddelen zijn bitumen, afgeleid van het raffineren van ruwe olie, koolteerpek, en ammoniumlignosulfonaat of sulfietafvals-vloeistof, dat een bijprodukt is van de papierindustrie.
25 Het gebruik van bitumen of koolteerpek als bindmiddel is een goed ingevoerd proces, dat toegepast wordt door verschillende fabrikanten en wordt algemeen geassocieerd met een ovenbaktechniek, waarbij de groene briketten worden ontrookt bij middentemperaturen in een oxyderende 30 omgeving.
Het gebruik van ammoniumlignosulfonaat als bindmiddel wordt niet algemeen toegepast bij op anthraciet gebaseerde briketten voor de rookloze brandstofmarkt, maar er zijn processen bekend in de techniek, die bestaan 35 uit het incorporeren van een ovenhardingstechniek in een atmosfeer, geassocieerd met een zuurstofgehalte, dat nadert tot stoechiometrische of nabij reducerende . 8 0 0 0 Γ n o - 2 - ? s condities. Beperking van het zuurstofgehalte was nodig om de mogelijkheid te regelen of te beperken van snelle oxydatie en exotherme reacties, welke zouden leiden tot oncontroleerbare verbranding van de briketten gedurende 5 de behandeling en als gevolg verlies en schade aan produkt en fabriek. Deze noodzakelijke beperking van zuurstof gedurende de bakbehandeling van agglomeraten, waarin het bindmiddel lignosulfonaat is, leidt evenwel tot diverse bezwaren. Wanneer gewerkt wordt onder een 10 nabij reducerende atmosfeer, wordt het zwavel van het lignosulfaat getransformeerd tot mercaptanen, waterstofsulfide en andere schadelijke en giftige verbindingen, hetgeen een verontreinigingsprobleem geeft.
In tegenstelling hiermee beoogt de werkwijze volgens 15 de uitvinding gebakken briketten te produceren, vervaardigd van koolstofhoudend deeltjesmateriaal met lignosulfaat als bindmiddel, dat de fysische en ver-brandingseigenschappen vertoont van produkten van hoge kwaliteit. Het is verder een doel van de uitvinding om 20 een werkwijze te verschaffen voor het voortbrengen van briketten, die gekenmerkt zijn door een hoge kalorische waarde. Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze, waarbij de vorming van schadelijke produkten gedurende het bakken wordt ver-25 meden.
Volgens de uitvinding bestaat een werkwijze voor het voortbrengen van gebakken brandstofbriketten, gevormd van koolstofhoudend deeltjesmateriaal en ligo-sulfonaat als bindmiddel uit het bakken van de groene 30 briketten in een oven in aanwezigheid van circulerende gassen, die een hoog percentage zuurstof en oververhitte stoom bevatten, waarbij de zwavel afkomstig van genoemd bindmiddel wordt geoxydeerd en gehydrolyseerd op exotherme wijze bij de baktemperatuur onder vorming van zwavelzuur, 35 dat endotherm wordt gedissocieerd in het geval van temperatuurstijging, welke endotherme dissociatie een middel verschaft voor warmte-evenwicht binnen de bakzone, waarbij de overblijvende geringe overmaat warmte wordt afgevoerd als tastbare warmte in de circulerende gassen.
40 Bij voorkeur worden de groene briketten gebakken .8800200 * i - 3 - in een oven in aanwezigheid van circulerende gassen met een hoog zuurstofgehalte in samenhang met oververhitte stoom, hetgeen een inwendige brikettemperatuur geeft, die loopt van 210°c tot 335°C.
5 Volgens een uitvoering van de uitvinding worden de circulerende gassen én de oververhitte stoom voortgebracht door behandeling van de uittredende gassen van de bakoven in een verbrandingseenheid van het gefluXdiseerde bed-type.
10 Er is onverwachts gevonden, dat het bakken van brandstofbriketten, geproduceerd met lignosulfonaat als bindmiddel, tot stand kan worden gebracht onder gebruikmaking van een hoge zuurstofatmosfeer gedurende het bakken in een oven van middentemperatuur zonder het risico van 15 ongecontroleerde oxydatie met resulterende brandschade, waarbij evenwel tevens het beslissende voordeel wordt verkregen van eliminatie van schadelijke gasvormige bijprodukten. Verder vertonen de gebakken briketten verbeterde eigenschappen met betrekking tot waterbestendig-20 heid, fysische sterkte en verbranding.
Agglomeratie van koolstofhoudend deeltjesmateriaal, zoals kool, meer in het bijzonder anthraciet-fijnkool, anthracietstof, of dergelijk koolstofhoudend materiaal, wordt tot stand gebracht door gebruik te maken van een 25 lignosulfonaat, meer in het bijzonder ammoniumlignosulfo-naat als bindmiddel. Lignosulfonaat is een bijprodukt van het sulfietproces voor het maken van pulp in de houtindustrie via de reactie van bisulfiet op hout. De kwaliteit van lignosulfonaat hangt af van de lignienbron, 30 de procesomstandigheden, en de resulterende molecuul-gewichtverdeling en gemiddelde waarde. Algemeen worden koolbriketten gemaakt door ammoniumlignosulfonaat te gebruiken in een hoeveelheid van 4 tot 10 %, gebaseerd op het gewicht van fijnkool, waarbij het lignosulfonaat 35 wordt gebruik als dispersie in water. Het ammoniumlignosulfonaat wordt gewoonlijk gebruik als een 50 gew. % dispersie in water. Het is bekend in de techniek, dat de hoeveelheid water in het resulterende mengsel niet overmatig dient te zijn, wanneer de briketten worden 40 geperst.
. 8 8 0 C £ ·.
# ε - 4 -
In een voorkeursuitvoering worden kool en bindmiddel grondig vermengd, wordt elke overmaat water geëlimineerd, en het mengsel geperst bij een temperatuur, die kan variëren van 40°C tot 1000°C, bij voor-5 keur van 60°C tot 85°C.
De verkregen briketten of groene briketten worden dan onderworpen aan een bakbehandeling. Volgens de uitvinding worden de groene briketten gebakken in aanwezigheid van circulerende gassen met een hoog zuurstof-10 gehalte in combinatie van oververhitte stoom, waardoor de eigenschappen van de briketten met betrekking tot waterbestendigheid, fysische sterkte en verbranding, worden verbeterd. Deze bakatmosfeer bevordert oxydatie van het zwavel van het lignosulfonaatbindmiddel onder 15 vorming van zwaveloxyden, in hoofdzaak SO^· Bij de voorkeursuitvoering van de uitvinding worden de afvoer-gassen van de bakbehandeling ingeleid in een verbrandings-eenheid van het gefluïdiseerde bed-type. Bij voorkeur wordt deze hete gasgenerator van het gefluïdiseerde bed-20 type met kool gestookt en heeft zij een werktemperatuur van ongeveer 850°C. Elk geschikt middel voor het verwijderen van de zwaveloxyden kan worden gebruikt in deze verbrandingseenheid. Bijvoorbeeld kunnen fijn-verdeelde stoffen, welke zwavelderivaten absorberen, 25 worden toegevoegd aan de kool in de gefluïdiseerde bed-eenheid. Deze additieven, bij voorbeeld ongebluste kalk of gemalen kalksteen, reageren niet alleen met het SC>2/ geproduceerd door de koolverbranding, maar ook met het SO^f gedragen door de afvoergassen van de bakzone 30 door het gefluïdiseerde bed, onder voortbrenging van calciumsulfaat en calciumsulfiet, die kunnen worden verwijderd uit het bed. Bijgevolg is met de werkwijze volgens de uitvinding een aanzienlijke reduktie mogelijk van de hoeveelheid zwaveloxyden, die uit de fabrieks-35 schoorsteen komen.
Een ander aspect van de voorkeurswerkwijze van de uitvinding is, dat oververhitte stoom wordt geproduceerd in de gefluïdiseerde bed-eenheid van de stoom, die vrijkomt van de verhitte groene briketten, die 40 continu worden toegevoerd naar de bakoven.
. 8 S 0 0 2 C 0 -5.- < 4
Bij het uitvoeren van de werkwijze van de voorkeurs uitvoering van de uitvinding worden de afvoergassen, die uittreden uit de bakoven, opnieuw in circulatie gebracht naar de koolgestookte gefluïdiseerde bed-eenheid 5 onder prodüktiè van hete gassen in samenhang met oververhitte stoom. Deze hete gassen en de oververhitte stoom worden teruggevoerd naar de bakoven, die tevens wordt voorzien van een overmaat lucht. De ovenatmosfeer wordt algemeen gehouden op niet minder dan 14 vol. % zuurstof, 10 bij voorkeur niet minder dan 17 vol. % zuurstof. Een dergelijk hoge zuurstofatmosfeer, geassocieerd met de reactieve ovenbaktemperatuur bevordert de oxydatie van zwavel, afkomstig van het lignosulfonaatbindmiddel, voor het voortbrengen van SO^· Deze oxydatiereactie in de 15 bakoven wordt aangenomen te worden gekatalyseerd. Het SO^ wordt ten slotte gehydrolyseerd door de oververhitte stoom. Hydrolyse, zoals hier gebruikt stelt de reactie voor van de SOg met de oververhitte stoom onder het vóórtbrengen van zwavelzuur. Deze hydrolysereactie is exotherm 20 en de bakreactie hangt niet volledig af van de warmteoverdracht van de circulerende hete gassen.
Een aanzienlijk technisch voordeel van de werkwijze van de uitvinding is, dat de zwavel, afkomstig van het lignosulfonaatbindmiddel, wordt geoxydeerd tot S03, 25 terwijl de tot nog toe bekende processen een nabij reducerende atmosfeer gebruiken onder het voortbrengen van waterstofsulfide, mercaptanen, carbonylsulfide en andere schadelijke verbindingen.
Bij een voorkeursuitvoering worden de zwaveloxyden 30 verwijderd uit de uiteindelijke uitlaatstroom naar de fabrieksschoorsteen met behulp van natgas-wassen, vergezeld gaand door toevoeging van neutraliserende middelen, bijvoorbeeld natriumhydroxyde, calciumoxyde, natriumcarbonaat.
35 Een verder technisch voordeel van het voorkeurs proces is, dat er een warmte-evenwicht wordt ingesteld in de bakoven. Zonder hieraan gebonden te zijn, lijkt het aannemelijk dat dit evenwicht het gevolg is van exotherme en endotherme reacties. Oxydatie van zwavel, 40 afkomstig van het briketbindmiddel, vindt plaats bij een . 8 Ü ü 0 L· 0 o - 6 - temperatuur van 210°C tot 240°C. Het geproduceerde SO^ wordt dan gehydrolyseerd door de oververhitte stoom onder vorming van H2SC>4 bij temperaturen van 210 tot 290°C. Deze twee exotherme reacties bevorderen de bakreactie in het 5 bed. Bij temperaturen hoger dan een drempelwaarde van 290°C zal een dissociatie van optreden en dit endotherme effekt zorgt voor een regelbare warmtebalans, terwijl gewerkt wordt in een temperatuurgebied van 290°C tot 335°C.
10 Met voordeel gebruikmakende van deze in tempera tuur gecontroleerde exotherme hydrolyse van SO^ en endotherme dissociatie van ^SO^, kan bij het voorkeursproces van de uitvinding een essentiële exotherm worden ingesteld op minder dan 290°C voor het grootste deel van het bakken, 15 in feite 75 % van de baktijd. Gedurende de uiteindelijke bakperiode wordt de temperatuur toegelaten te stijgen boven 290°C, maar niet boven 335°C, waardoor de exotherm en endotherm ongeveer in evenwicht zijn ter voorkoming van ernstige temperatuurstijging met bijkomend gevaar 20 voor' brand. Gedurende de laatste trap waarborgt de hogere temperatuur een maximale oxydatie van zwavel, die achterblijft in de briketten, waardoor een sterke koolstof-matrix wordt verkregen, die het fijne materiaal van de briketten bindt en met als resultaat een hoge sterkte 25 en hoge waterbestendigheid.
De overmaat van lucht, die zorgt voor een totaal oxyderende atmosfeer in de bakoven, levert verder met het stikstof, dat geassocieerd is in de luchttoevoer, een zeer aanzienlijke en effektieve gevoelige warmte-30 drager. Bovendien kan elke toevallige toename van temperatuur gedurende de bakperiode worden gecontroleerd door het variëren van de luchtstroom. Aangezien de ovenatmosfeer gewoonlijk wordt gehouden op niet minder dan 14 % en bij voorkeur niet minder dan 17 %, maar niet nieer dan 35 20 % zuurstof, kan een variabele toevoeging van lucht onder die omstandigheden niet de oxydatiesnelheid beïnvloeden, maar zal deze een middel zijn voor het wegnemen van warmte van het brikëttenbed.
De volgende voorbeelden dienen ter toelichting 40 van de werkwijze van de uitvinding, en zijn niet bedoeld . 8 8 o c £ e e «e * - 7 -
om de beschermingsomvang van de uitvinding te beperken. VOORBEELD X
Anthracietfijnkool werd gedroogd om bet vochtgehalte ervan te verkleinen tot 2 tot 4 % en werd geleid 5 door een maal- en zeeftrap voor het verkrijgen van een variërende korrelgrootteverdeling, welke niet hoger was dan 3 mm maximum voor de deeltjesgrootte.
Het gedroogde materiaal werd getransporteerd van de droger bij een temperatuur van 85°C tot 100°C.
10 Het ammoniumlignosulfonaatbindmïddel, in de vorm van een 50 %'s dispersie in water, werd ingespoten onder oververhitte stoom, teneinde te convergeren met een vallend gordijn van de gesorteerde anthraciet. De hoeveelheid bindmiddel bedroeg 5 % op basis van het gewicht van de 15 anthraciet. Vervolgens werd het mengsel geleid naar een door stoom verhitte, mechanische roerder, teneinde het mengen te voltooien en het mengsel gedeeltelijk te ontwateren in de transportschroef naar de pers.
Het watergehalte van het mengsel, dat de meng-20 inrichting binnenkwam, was 10 gew. %, en was samengesteld uit 4 % water, gedragen door het gedroogde anthraciet, plus 6 % water van de bindmiddeldispersie. Voelbare warmte van de hete anthraciet, aangevuld met voelbare warmte van de oververhitte stoom, ingespoten in de menger, 25 was voldoende om de overmaat water te verwijderen, zodat het watergehalte van het grondig gemengde materiaal, dat ging naar de pers, niet hoger was dan 8 gew. %.
Na het persen bedroeg het overblijvende zwavel in de ongebakken briketten 1,3 %.
30 Het ovenbakken werd uitgevoerd in drie trappen, verdeeld in zones voor regeldoeleinden.
De eerste trap was de voorverhitting, waar de groene briketten werden verhit, teneinde het vocht, dat zij bevatten na het persen, te verdampen en de briket-35 temperatuur te verhogen tot de reactietemperatuur voor oxydatie van het bindmiddel. De voorverhitting deed de temperatuur van de groene briketten stijgen van 65°C tot 210°C. De trap was verdeeld in drie gekoppelde zones, en deze ontvingen heet gas op progressieve wijze bij 40 temperaturen lopende van ongeveer 130°C in de eerste zone .8800110
4 W
- 8 - via 170°C tot ongeveer 210°C in de derde zone. Het afvoergas van deze zones op ongeveer 130°C werd geleid naar de voorkoeltrap of zone, welke de derde procestrap vormt.
5 De tweede trap of baktrap was verdeeld in vier zones, die werden geregeld door toevoeging van heet gas volgens een temperatuurprofiel, dat kenmerkend liep van 250°C, 260°C, 250°C tot 240°C. Tegelijk werd evenwel supplementaire lucht toegevoegd om de zuurstof te houden 10 op niet minder dan 17 % in alle bakzones, maar tevens om de brikettemperaturen progressief te regelen en kenmerkend van 220°C, 250°C, 275°C, en 300°C. Gedurende de laatste twee zones van de baktrap werd supplementaire lucht ingebracht om een hoeveelheid lucht te geven groter 15 dan die, vereist voor het regelèn van de zuurstof op ten minste 17 %, aangezien de verkregen exotherm supplementair gas vereist voor koeling van het brikettenbed door verwijdering van voelbarë warmte.
De bron van heet gas voor de voorverhittings- en 20 bakzones was beschikbaar bij temperaturen lopende van 800°C tot 950°C, en het hete gas werd geleid in de ovenzones om te mengen met het gas in gesloten circulatie, teneinde de zone-ingangsgastemperatuur te geven zoals vermeld.
25 De gemengde afvoergassen van de bakzones, die gingen naar een gemeenschappelijke verzamelleiding, waren op een temperatuur van 230°C.
De derde, voorkoeltrap, welke het afvoergas van de voorverhittingstrap ontving op ongeveer 130°C, 30 voerde het afvoergas af naar de gemeenschappelijke afvoer-gasverzamelleiding bij een temperatuur, die variëerde tussen 230°C en 260°C.
De brikettemperatuur bij het verlaten van de derde trap of voorkoeler was verminderd van de bakeind-35 temperatuur van 300°C naar beneden tot een temperatuur, die varieerde tussen 240°C en 260°C.
De briketten werden vervolgens gekoeld tot 100°C door ze te voeren door de lucht-geblazen koeltrap, alvorens verder te gaan naar de verdelingstransport-40 installatie.
, 6 8 0 020 0 5 t - 9 -
De eigenschappen van de behandelde briketten, gemeten êên week na het bakken, zijn aangegeven in de volgende tabel. De verbrijzelingsproef (bestendigheid tegen vallen) en de trommelproef (bestendigheid tegen 5 afslijting) zijn uitgevoerd volgens British Standard 1016, deel 13. De breeksterktemetingen zijn uitgevoerd door een kussenvormige briket te plaatsen tussen een vaste plaat en parallelle beweegbare plaat met de richting van de compressiekracht loodrecht op de platen.
10 TABEL·
Gewicht, g 40
Volume, ml 34
Schijnbare dichtheid, g/ml 1,17
Watergehalte, gew. % 2,8 15 Gemiddelde breeksterkte, kg 165 1 Standaarddeviatie (30 briketten) kg 27,2
Bestendigheid tegen % Overlevende briketten, vallen, % dat daarna onder , nc „ d.w.z. 75 « intakt gaat door een 5 mm zeef 5 mm 20 1 x 6 ft (1,8 mm) 1,5 83,5 1 x 6 ft (1,8 mm) 2,1 68,6 3 x 6 ft (1,8 mm) 2,4 60,5 4 x 6 ft (1,8 mm) 3,0 53,1
Bestendigheid tegen 25 omwen- 50 omwen- 25 afslijting na omwente- telingen telingen lingen, % dat gaat door 5 mm zeef 8,7 % 17,2 %
Vluchtige stoffen (gew. %) 9,5 % (BS 1016 Pt3) 30 Zwavelgehalte, gew. % 1,1
Massadichtheid 43 690 lb/ft3 kg/m3
De verdunning van supplementaire lucht, toegevoerd naar de bakoven, werd separaat gestuwd door een aanjager en 35 geregeld door afzonderlijke kleppen, geassocieerd met . 8 8 0 02 D 0 # S'* - 10 - elke zone van de oven in de baksectie. Dit slaat in feite op de laatste van de voorverhittingszones in toevoeging aan de vier bakzones.
De afvoergassen, die gerecirculeerd werden via 5 een verbrandingseenheid van het gefluïdiseerd bed-type werden door een aanjager gestuwd naar het gefluïdiseerde bed met een temperatuur van 240°C. Deze gassen werden verder aangevuld door verbrandingslucht, die separaat door een aanjager gestuwd werd in het gefluïdiseerd bed 10 van de verbrandingseenheid, waar verdere warmtevrijgave wordt bereikt van de direkte koolvoeding aan de verbrandingseenheid .
Volgens deze uitvoering van de uitvinding bestaat het bakproces in wezen uit het behandelen van de afvoer-15 gassen van de bakoven in een verbrandingseenheid met een gefluïdiseerd bed en in het naar de bakoven recirculeren van de gassen, welke een aanzienlijk gehalte bevatten aan oververhitte stoom van meer dan 12 gew. %, maar niet meer dan 20 gew. %. Na toevoeging van verdunde 20 lucht aan deze circulerende gassen is er vorming van een sterk oxyderende atmosfeer in de bakoven. Deze atmosfeer bevordert de oxydatie van zwavel, aanwezig in het lignosulfonaatbindmiddel tot S03 en de hydrolyse van SC>2 tot ^SO^. Deze exotherme reacties, gecombineerd 25 met de endotherme dissociatie van H2SO^, maakt controle van de baktemperatuur mogelijk.
VOORBEELD II
Gewassen anthracietfijnkool werd gedroogd om het vochtgehalte ervan te verminderen tot minder dan 30 1 % en werd vervolgens geleid door een breker voor het verkrijgen van een variërende deeltjesgrootte-verdeling met deeltjes niet groter dan 3 mm.
Het gedroogde, gebroken materiaal werd getransporteerd naar een menger, welke bereikt werd bij een 35 temperatuur van ongeveer 115°C. Het ammoniumlignosulfo-naatbindmiddel in de vorm van een 50 %'s dispersie in water werd ingespoten onder druk bij een temperatuur van ongeveer 70°C. De hoeveelheid bindmiddelemulsie was 13 %, gebaseerd op het totale gewicht van het mengsel. 40 Het mengsel werd vervolgens geleid door een . 8 a 0 0 2 c o * * - 11 - verdampingsinrichting, waar de voelbare warmte van het hete anthraciet werd gebruikt voor het verwijderen van de overmaat water, zodat het watergehalte van het grondig vermengde materiaal, dat ging naar de pers, niet hoger 5 was dan 5,5 gew. %.
De groene briketten werden getransporteerd bij een temperatuur van ongeveer 75°C naar een drietrapsbakoven, verdeeld in acht zones voor controledoeleinden.
De eerste trap was de voorverhitting, waar de 10 groene briketten werden verhit voor het verdampen van het vocht, dat zij bevatten na het persen, en voor het verhogen van de brikettemperatuur tot de temperatuur voor oxydatie van het bindmiddel. De voorverhitting verhoogt de temperatuur van de groene briketten van 75°C tot 210°C.
15 De trap was verdeeld in drie zones, die heet gas ontvingen progressief bij gemiddelde temperaturen van ongeveer 13Ö°C in de eerste zone tot ongeveer 210°C in de derde zone. Het afvoergas van de eerste twee zones bij ongeveer 130°C werd gevoerd naar de voorkoeltrap of zone 8, welke 20 de laatste procestrap is,
De tweede trap of baktrap was verdeeld in vier zones, die werden gecontroleerd door toevoeging van heet gas volgens een gemiddeld gastemperatuurprofiel, dat kenmerkend liep van 230°C, 250°C, 250°C tot 240°C.
25 Tegelijk werd supplementaire lucht toegevoegd om de zuurstof te houden rond 18 % in alle bakzones, In de twee middelzones van de baktrap werd supplementaire lucht ingespoten om een hoeveelheid lucht te geven, die groter is dan nodig voor het regelen van de zuurstof 30 op ten minste 17 %, omdat de verkregen exotherm extra gas vereiste voor koeling van het brikettenbed door verwijdering van voelbare warmte.
De hetegasbron voor de voorverhittings- eri bakzones was beschikbaar bij een temperatuur lopende van 750°C 35 tot 850°C en werd geleid in de ovenzones om te mengen met het gas in gesloten circulatie voor het geven van de zone-invoergastemperatuur zoals opgemerkt.
Het gemengde afvoergas van de bakzones, dat geleid werd naar een gemeenschappelijke verzamelleiding, 40 was op een temperatuur van ongeveer 230°C.
.8800200 - 12
W- V
De derde voorkoeltrap, welke het afvoergas ontving van de voorverhittingstrap bij ongeveer 130°C, voerde het afvoergas af naar de gemeenschappelijke afvoergas-verzamelleiding bij een temperatuur variërende van 230°C 5 tot 260°C.
De briketten werden vervolgens gekoeld tot 100°C door ze te voeren door de door lucht geblazen koeltrap, alvorens verder te gaan naar de verdelingstransport-installatie.
10 De eigenschappen van de behandelde briketten, gemeten een paar weken na bakken en opslag buitenshuis, zijn in het onderstaande aangegeven.
Gemiddelde briketmassa; 42 g in ontvangsttoestand 39,3 g op droge basis 3 15 Massadichtheid: 994 kg/m in ontvangst toestand 648 kg/m op droge basis Gemiddelde breeksterkte; 177,8 kg
Standaarddeviatie (20 briketten); 27,2 kg 20 As: 5,3 gew. % (droge basis)
Vluchtige stoffen: 9,5 gew. % (droge basis)
Zwavel: 1,21 gew. % (droge basis)
Trommelproef (bestendigheid tegen afslijten) (% cumulatief) (BS 1016 deel 13) 25 25 omwentelingen 50 omwentelingen + 30 nm 79,5 56,8 + 25 mm 84,7 65,1 + 20 mm 86,7 73,0 + 15 mm 90,0 77,8 30 + 10 mm 91,8 82,1 +5mm 93,8 85,3 5 mm 6,4 14,7 , 8 8 0 02 01; - 13 - »
Verbrijzelproef (bestendigheid tegen vallen) (BS 1016 deel 13) (% cumulatief)
Overleving Gemiddeld - 5 mm (+ 40 mm) gruis gruis 5 Val 1 84,7 14,4 0,9
Val 2 77,5 21,0 1,5
Val 3 65,8 31,8 2,4
Val 4 60,7 35,5 3,8
De werkwijze volgens de uitvinding maakt met 10 voordeel gebruik van lignosulfonaatbindmiddel als zwavelbron voor de oxydatie en hydrolysereacties. Met andere woorden, het proces gebruikt een processtap, welke voordien een probleem in verband met afvoer in de atmosfeer inhield, en deze stap is geworden tot een voordelig 15 procesaspect, waardoor briketten van hoge kwaliteit worden geproduceerd en het omgevingsverontreinigingsprobleem in verband met afvoer aan de atmsofeer is verminderd.
Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringen, zal het duidelijk zijn, 20 dat modificaties mogelijk zijn zonder daardoor te treden buiten het kader van de uitvinding.
- conclusies - .8800200

Claims (8)

1. Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze, gebakken brandstofbriketten, gekenmerkt door de volgende stappen: a) het vormen van groene briketten van een koolstofhoudend 5 deeltjesmateriaal en een lignosulfonaat, dat gebruikt wordt als bindmiddel, en b) het bakken van de groene briketten in een oven in aanwezigheid van circulerende gassen, die een hoog percentage aan zuurstof en oververhitte stoom bevatten, 10 waarbij zwavel die afkomstig van genoemd bindmiddel, wordt geoxydeerd en gehydrolyseerd op exotherme wijze bij de baktemperatuur onder vorming van zwavelzuur, dat wordt gedissocieerd op endotherme wijze in het geval van een temperatuurstijging boven een drempel-15 waarde, welke endotherme dissociatie het warmte- evenwicht bevordert in de bakzone, waarbij elke overblijvende geringe overmaat warmte als voelbare warmte wordt verwijderd in de circulerende gassen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het keri-20 me r k, dat het harden van de groene briketten in de oven in aanwezigheid van circulerende gassen met een hoog zuurstofgehalte in combinatie met oververhitte stoom wordt uitgevoerd bij een inwendige brikettempératuur van 210°C tot 335°C.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat aan de circulerende gassen en de overhitte stoom lucht wordt toegevoegd, en worden verkregen door de afvoergassen van de bakoven te behandelen in een verbrandingseenheid met een gefluidiseerd bed.
4. Werkwijze volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat de verbrandingseenheid met gefluidiseerd bed stoffen bevat, die reageren met zwaveloxyden.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 - 4, m e t . 8 8 ö G ϋ i ( - 15 - het kenmerk, dat de afvoergassen van de oven, die vocht bevatten, afkomstig van de groene briketten, en zwaveloxyden, geproduceerd uit het lignösulfonaat-bindmiddel in de oven, worden ingeleid in een door kool ge-5 stookte verbrandingseenheid met gefluxdiseerd bed, waarin genoemd vocht oververhitte stoom produceerd, waarbij de gassen, resulterende van deze behandeling in het gefluldiseerde bed, worden gerecirculeerd naar de bakoven, welke bakoven voorzien is van een orgaan voor 10 het toevoeren van een zuurstofhoudend gas.
6. Werkwijze volgens êên der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het zuurstofgehalte in de bakoven ten minste 14 vol. % is.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 6, 4 15 met het kenmerk, dat het zuurstofgehalte in de bakoven 17 tot 20 vol. % bedraagt.
8. Proces volgens één der conclusies 1 tot 7, m e t het kenmerk, dat het gehalte aan oververhitte stoom in de circulerende gassen 12 tot 20 gew. % is. > 8 8 0 0 l , 0
NL8800200A 1987-01-28 1988-01-27 Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze gebakken brandstofbriketten. NL8800200A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8701866 1987-01-28
GB08701866A GB2201423A (en) 1987-01-28 1987-01-28 Process for producing smokeless, cured fuel briquettes

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8800200A true NL8800200A (nl) 1988-08-16

Family

ID=10611340

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800200A NL8800200A (nl) 1987-01-28 1988-01-27 Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze gebakken brandstofbriketten.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4824438A (nl)
AU (1) AU598337B2 (nl)
BE (1) BE1001021A5 (nl)
CH (1) CH675427A5 (nl)
DE (1) DE3802382A1 (nl)
ES (1) ES2006278A6 (nl)
FR (1) FR2610002B1 (nl)
GB (2) GB2201423A (nl)
IE (1) IE880218L (nl)
IN (1) IN168867B (nl)
IT (1) IT1216721B (nl)
LU (1) LU87120A1 (nl)
NL (1) NL8800200A (nl)
ZA (1) ZA88482B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5368616A (en) * 1993-06-11 1994-11-29 Acurex Environmental Corporation Method for decreasing air pollution from burning a combustible briquette
GB9512433D0 (en) * 1995-06-19 1995-08-23 Geraint Rees Agglomerates from carbonaceous fuel
US5656041A (en) * 1996-06-05 1997-08-12 Rochester Gas & Electric Co. Method for detoxifying coal-tar deposits
US6738661B1 (en) * 1999-10-22 2004-05-18 Biosynergetics, Inc. Apparatus and methods for the controllable modification of compound concentration in a tube
ES2183706B1 (es) * 2001-02-21 2004-07-01 Consejo Superior De Investigaciones Cientificas Procedimiento de preparacion de briquetas combustibles sin humo con carbon y biomasa.
US20220097915A1 (en) * 2020-09-25 2022-03-31 Jeffry Geier Lifting Device

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1596239A (en) * 1925-12-04 1926-08-17 Lehigh Coal And Navigation Com Briquette and process of making the same
FR63415E (fr) * 1952-10-20 1955-09-13 Houilleres Bassin Du Nord Procédé d'amélioration des agglomérés à base de charbon et de brai, et combustible en résultant
FR1047584A (fr) * 1954-07-24 1953-12-15 Houilleres Bassin Du Nord Procédé d'amélioration des agglomérés à base de charbon et de brai, et combustible en résultant
FR86973E (fr) * 1960-12-24 1966-05-20 Houilleres Bassin Du Nord Procédé pour l'obtention d'agglomérés brûlant sans fumée et agglomérés ainsi obtenus
FR1294529A (fr) * 1961-07-07 1962-05-26 Coal Industry Patents Ltd Perfectionnements de la fabrication de briquettes ou agglomérés carbonacés
FR1410423A (fr) * 1964-08-01 1965-09-10 Fr D Oxy Catalyse Soc Procédé et appareillage de production d'agglomérés sans fumée
US3684465A (en) * 1970-07-27 1972-08-15 Great Lakes Carbon Corp Fuel briquets and their method of manufacture
FR2258458B1 (nl) * 1974-01-18 1976-10-29 Shell France
DE2810125C2 (de) * 1978-03-09 1982-07-15 Steag Ag, 4300 Essen Verfahren und Anlage zur Herstellung eines stückigen Brennstoffes für die Kohledruckvergasung im Festbettreaktor
FR2446857A1 (fr) * 1979-01-22 1980-08-14 Shell France Procede pour la preparation d'agglomeres de combustible defumes
NL8000750A (nl) * 1980-02-07 1981-09-01 Shell Int Research Werkwijze en inrichting voor het ontwateren van koolslurries.
IE57265B1 (en) * 1983-05-10 1992-07-01 Watt George Fuel briquettes and their preparation
GB2196643B (en) * 1986-10-25 1990-09-12 Trastec Limited Improvements in processes for producing agglomerated solid fuel briquettes

Also Published As

Publication number Publication date
AU598337B2 (en) 1990-06-21
IT1216721B (it) 1990-03-08
GB2201689A (en) 1988-09-07
GB2201423A (en) 1988-09-01
LU87120A1 (fr) 1988-07-14
US4824438A (en) 1989-04-25
IE880218L (en) 1988-07-28
FR2610002A1 (fr) 1988-07-29
CH675427A5 (nl) 1990-09-28
BE1001021A5 (fr) 1989-06-13
ES2006278A6 (es) 1989-04-16
GB2201689B (en) 1990-12-19
AU1068088A (en) 1988-08-04
ZA88482B (en) 1988-10-26
GB8801209D0 (en) 1988-02-17
DE3802382A1 (de) 1988-08-11
FR2610002B1 (fr) 1991-07-05
IT8819237A0 (it) 1988-01-28
GB8701866D0 (en) 1987-03-04
IN168867B (nl) 1991-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3966427A (en) Production of briquettes
US4156595A (en) Formcoke process and apparatus
US20080022586A1 (en) Fuel Product and Process
CA1280382C (en) Process for heat treatment of coal
EP1784479A1 (en) Fuel product and process
US3185635A (en) Method for producing metallurgical coke and metal-coke from both coking and non-coking coals
US5769940A (en) Process for producing cement and elemental sulfur from a flue gas desulfurization waste product
WO2009147360A1 (en) Fuel product and process
NL8800200A (nl) Werkwijze voor het voortbrengen van rookloze gebakken brandstofbriketten.
US3117918A (en) Production of low sulfur formcoke
AU2006334542A1 (en) Production of carbonaceous metal ore pellets
US3760048A (en) Briquetting and calcining crushed mine run western phosphate shale ore
DD141056A5 (de) Verfahren und vorrichtung zur aufbereitung und verbrennung von kohle
DE2508707A1 (de) Verfahren zur schwelung von bituminoesem oder oelhaltigem material
KR950011830B1 (ko) 석고의 탈황방법 및 그로부터 생성되는 고체소결재
US3062629A (en) Lignite char barbecue briquettes and method of making them
DE2510876C3 (de) Verfahren zur Umwandlung von wasserhaltigem Rußschlamm in ein hochkohlenstoffhaltiges Produkt mit nur geringen Beimengungen von Asche, Stickstoff und Schwefel
DE4241245A1 (de) Verfahren zur Herstellung von Calciumcarbid
JP2005053986A (ja) 高炉用フェロコークスの製造方法
DE4241243A1 (de) Verfahren zur Herstellung von Calciumcarbid
RU2078794C1 (ru) Способ получения угольных брикетов
GB2189806A (en) Briquette hardening
US4828816A (en) Process for producing sulphur from calcium sulphate
US3257195A (en) Sintering process
US4946658A (en) Addition of pyritic materials to feed mix for desulfurization of phosphogypsum

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BV The patent application has lapsed