NL8703114A

NL8703114A - Werkwijze voor het aanbrengen van een aansluitnippel op een buidel, en een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Info

Publication number: NL8703114A
Application number: NL8703114A
Authority: NL
Inventors: Willem Ipenburg
Original assignee: Filoform Chem Ind Bv
Priority date: 1987-12-23
Filing date: 1987-12-23
Publication date: 1989-07-17
Also published as: EP0322980B1; ES2032954T3; DE3872860D1; EP0322980A1; DE3872860T2; US4946040A

Description

V

s

A

VO 9462

Titel: Werkwijze voor het aanbrengen van een aansluit- nippel op een buidel, en een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met behulp van een kleeflaag afdichtend aanbrengen van een aansluitnippel op een buidel en het openen daarvan ter plaatse van de aansluitnippel, waarbij 5 op de buitenzijde van één van de wanden van de althans ten dele gevulde buidel de aansluitnippel wordt aangebracht nadat daarvan een afdeklaag is verwijderd, en op een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de 10 Nederlandse octrooiaanvrage 86.00619. De daarin beschreven werkwijze heeft betrekking op het bevestigen van een aansluitnippel op een buidel die een opschuimbare vloeistof bevat. Door de opschuimende vloeistof wordt de wand van de buidel tegen naar de wand toegekeerde doorscheur-15 elementen van de aansluitnippel gedrukt, waardoor ter plaatse van de aansluitnippel in de wand van de buidel een doorvoeropening wordt geforceerd. Indien in de buidel echter geen opschuimbare kunststof is opgenomen, zal deze werkwijze niet kunnen worden toegepast zonder 20 gebruik van hulpmiddelen zoals een pomp.

Het doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarbij op eenvoudige, hygiënische wijze de bovengenoemde problemen zijn opgelost, en om een inrichting beschikbaar te stellen waarmee de werkwijze 25 kan worden uitgevoerd.

Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat op de buitenzijde van de recht tegenover de aansluitnippel gelegen wand een van een doorsteekelement voorzien aanduwelement wordt aangebracht waarmee ter 30 plaatse van de aansluitnippel in de wand van de buidel door duwen een doorlaatopening wordt geforceerd.

.8703114 J* 2

Een inrichting om de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het aanduwelement ten minste een eerste gedeelte en een tweede gedeelte omvat, waarbij 5 het eerste gedeelte hoofdzakelijk vlak is, en waarbij het tweede gedeelte, dat dient voor het forceren van doorlaatopening in de wand van de buidel, hoofdzakelijk loodrecht op genoemd eerste gedeelte staat en uitloopt in een voor het in samenwerking met de aansluitnippel 10 doorprikken van de wand van de buidel geschikt uiteinde.

Het kan hierbij van voordeel zijn als de aansluitnippel is voorzien van doorscheurelementen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het tweede gedeelte van het aanduwelement uitgevoerd 15 als een scherp en/of puntig doorprikelement.

Om te voorkomen dat de inhoud van de buidel verloren gaat als de wand van de buidel ter plaatse van het aanduwelement wordt doorboord, kan het bevesti-gingsgedeelte van het aanduwelement aan de zijde van 20 het doorprikelement zijn voorzien van een kleeflaag voor de afdichtende bevestiging aan de buidel: hierdoor kan de vloeistof uit de buidel worden afgevoerd zonder dat de handen met de vloeistof in aanraking kunnen komen.

25 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de aansluitnippel en het aanduwelement als één geheel uitgevoerd, waarbij het verbindingsgedeelte is voorzien van een vouw- en/of breuklijn. Door het uitvoeren als één geheel, en door het aanbrengen van 30 een vouwlijn, wordt bewerkstelligd, dat het doorprikelement zich te allen tijde op de juiste plaats tegenover de aansluitnippel bevindt, waardoor verzekerd wordt dat de doorvoeropening in de wand van de buidel niet per ongeluk op de verkeerde plaats ten opzichte van de 35 aansluitnippel wordt geforceerd. Door het aanbrengen van een breuklijn kan worden bewerkstelligd, dat de .8703114 # J* 3 verbinding tussen de aansluitnippel en het aanduwelement kan worden verbroken na het forceren van de doorvoeropening, waardoor wordt voorkomen dat de combinatie van aansluitnippel en aanduwelement een belemmering vormt voor 5 goede uitstroming van de inhoud uit de buidel. Dit effect kan nog worden verbeterd door het geheel van aansluitnippel en aanduwelement ter plaatse van de vouw- en/of breuklijn zodanig verend uit te voeren, dat, voordat de verbinding tussen de aansluitnippel 10 en het aanduwelement wordt verbroken, het doorprik- element na het forceren van de doorlaatopening terugveert uit de doorlaatopening om zodoende de doorlaatopening vrij te geven.

Voor het tot stand brengen van de afdichtende 15 bevestiging van de aansluitnippel en het aanduwelement op de betreffende wand van de buidel kunnen de aansluitnippel en het aanduwelement zijn voorzien van een kleef-laag, welke kleeflagen kunnen zijn uitgevoerd als één doorlopende laag. Deze kleeflaag kan zijn voorzien 20 van een afneembare afdekstrip.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal in het navolgende een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding worden beschreven onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont: 25 fig. 1 een aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een overeenkomstig aanzicht van de inrichting volgens fig. 1 in combinatie met een buidel; 30 en fig. 3 een doorsnede van de buidel volgens fig. 2 met daarop in werkzame stand aangebracht een inrichting volgens fig. 1,

Fig. 1 toont een aansluitnippel 1 en een 35 aanduwelement 2, verbonden door een vouw- en/of breuklijn 3. De aansluitnippel 1 omvat een eerste gedeelte 4 . 87031 14 4 dat dient om de aansluitnippel op de buidel te bevestigen en dat hoofdzakelijk vlak is, en een tweede gedeelte 5 dat dient om een niet-afgebeelde slang of dergelijke aan te sluiten. Het bevestigingsgedeelte 4 bevat ter 5 plaatse van het tweede gedeelte 5 een doorvoeropening 8.

Het aanduwelement omvat een eerste gedeelte 6 dat dient om het aanduwelement op de buidel te bevestigen en dat hoofdzakelijk vlak is, en een tweede gedeelte 10 7 dat dient voor het forceren van een doorlaatopening in de wand van de buidel. Het bevestigingsgedeelte 4 van de aansluitnippel 1 en het bevestigingsgedeelte 6 van het aanduwelement 2 zijn verbonden door genoemde vouw- en/of breuklijn 3. Het tweede gedeelte 5 van 15 de aansluitnippel 1 en het doorprikelement 7 van het aanduwelement 2 bevinden zich aan tegenover elkaar gelegen zijden 9 resp. 10 van het vlak dat gedefinieerd wordt door de beide bevestigingsdelen 4 en 6. Het gehele oppervlak 10 is voorzien van een kleeflaag 11 en een 20 niet-weergegeven afneembare afdekstrip.

Het doorprikelement 7 van het aanduwelement 2 staat hoofdzakelijk loodrecht op het bevestigingsgedeelte 6, en loopt uit in een scherpe punt. In de tekening is het doorprikelement 7 weergegeven in de vorm van 25 een aantal rechthoekige driehoekjes die met telkens één hunner rechthoekszijden aan elkaar zijn bevestigd.

Het zal duidelijk zijn dat ook andere voor doorprikken geschikte vormen kunnen worden gebruikt, en dat de beschermingsomvang van de uitvinding geenszins beperkt 30 is tot de in de figuur getekende vorm van het doorprikelement 7 van aanduwelement 2.

Fig. 2 toont een buidel 20 die althans ten dele gevuld is met een vloeistof 21. Na het verwijderen van de afdekstrip van de kleeflaag 11 wordt de aansluit-35 nippel 1 met de kleeflaag 11 tegen de wand van de buidel 20 bevestigd. Hierbij dient ervoor gezorgd te worden .8703114 5 dat de afstand SI tussen de doorvoeropening en de rand 22 van de buidel kleiner is dan de afstand S2 tussen de genoemde doorvoeropening 8 en de vouw- en/of breuklijn 3, teneinde te voorkomen dat de buidel dubbel klapt 5 tussen de aansluitnippel en het doorprikelement waardoor het mogelijk zou kunnen zijn dat de afdichtende werking van de laag 11 verloren gaat, of zelfs dat de buidel op meerdere, niet-gewenste, plaatsen wordt doorgeprikt. Ook dient ervoor gezorgd te worden dat de doorvoeropening 10 8 niet te dicht bij de rand 22 en/of 24 van de buidel 20 wordt gehouden tijdens het doorprikken, omdat ook in dat geval de afdichtende werking van de laag 11 verloren gaat. Desgewenst kan het geheel van aansluitnippel en aanduwelement, voorafgaand aan het bevestigen 15 van aansluitnippel 1 tegen de wand van de buidel 20, langs de vouw- en/of breuklijn 3 worden voorgevouwen, zodat de in fig. 3 getoonde V-vorm wordt aangenomen.

De vouw-en/of breuklijn 3 kan dan als aanslag voor rand 22 van buidel 20 worden gebruikt.

20 Na het bevestigen van de aansluitnippel 1 tegen de wand van de buidel 20 wordt het aanduwelement 2 zodanig om de vouw- en/of breuklijn 3 (verder) gevouwen, dat de hoek <x tussen het bevestigingsgedeelte 4 van aansluitnippel 1 en het bevestigingsgedeelte 6 van 25 het aanduwelement 2 steeds kleiner wordt. Omdat de afstand S3 tussen het doorprikelement 7 van aanduwelement 2 en de vouw- en/of breuklijn 3 (nagenoeg) gelijk is aan de afstand S2, zal het doorprikelement 7 zich precies tegenover de doorvoeropening 8 bevinden als het door-30 prikelement 7 de buidel 20 raakt. Onder invloed van de knijpkracht zal de kleeflaag 11 nu de afdichtende bevestiging tussen het aanduwelement 2 en de buidel 20 tot stand brengen, en zal het doorprikelement 7 van het aanduwelement 2 een doorlaatopening 23 in de 35 wand van de buidel 20 forceren. Bij het verminderen van de knijpkracht zal het geheel van aansluitnippel .8703114 f f 6 en aanduwelement, aangezien het ter plaatse van de vouw-en/of breuklijn 3 verend is uitgevoerd, uit elkaar veren waardoor de hoek α weer groter wordt en de in fig. 3 getekende V-vorm wordt bereikt. Het doorprikelement 5 7 wordt hierbij teruggetrokken uit de opening 23, die daardoor vrij gegeven wordt. Tevens wordt de buidel 20, door het terugveren en daarmee door het vergroten van de afstand tussen de aansluitnippel en op het aanduw-element, opengetrokken zoals in fig. 3 getoond. Hierdoor 10 wordt een goede afvoer van de vloeistof 21 uit de buidel 20 door de doorvoeropeningen 23 en 8 mogelijk.

Wordt om wat voor reden dan ook de druk in de buidel 20 te hoog, dan zal de buidel 20 gedwongen worden zoveel mogelijk een bolvorm aan te nemen. Als 15 het samenstel van aansluitnippel en aanduwelement een star geheel zou vormen, dan zou dit het aannemen van een bolvorm door de buidel 20 tegenwerken, waardoor de buidel zou kunnen losscheuren van de bevestigingsge-deelten 4 en/of 6. Omdat volgens de uitvinding het 20 samenstel van aansluitnippel en aanduwelement kan afbreken langs de breuklijn 3, kan de buidel echter ongehinderd de gewenste vorm aannemen.

.8703114

Claims

1. Werkwijze voor het met behulp van een kleeflaag « afdichtend aanbrengen van een aansluitnippel op een buidel en het openen daarvan ter plaatse van de aansluit-nippel, waarbij op de buitenzijde van één van de wanden 5 van de althans ten dele gevulde buidel de aansluitnippel wordt aangebracht nadat daarvan een afdeklaag is verwijderd, met het kenmerk, dat op de buitenzijde van de tegenover liggende wand, recht tegenover de aansluitnippel, een van een doorsteekelement voorzien aanduwelement 10 wordt aangebracht teneinde ter plaatse van de aansluitnippel in de wand van de buidel door duwen een doorlaat-opening te forceren.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het aanduwelement 15 ten minste een eerste gedeelte en een tweede gedeelte omvat, waarbij het eerste gedeelte hoofdzakelijk vlak is, en waarbij het tweede gedeelte, dat dient voor het forceren van doorlaatopening in de wand van de buidel, hoofdzakelijk loodrecht op genoemd eerste gedeelte 20 staat en uitloopt in een voor het in samenwerking met de aansluitnippel doorprikken van de wand van de buidel geschikt uiteinde.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het naar de wand van de buidel toegekeerde uiteinde 25 van de aansluitnippel op bekende wijze is voorzien van doorscheurelementen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het tweede gedeelte van het aanduwelement is uitgevoerd als een scherp en/of puntig doorprikelement,

5. Inrichting volgens één der conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk, dat het eerste (vlakke) gedeelte van het aanduwelement aan de zijde van het doorprikelement is voorzien van een kleeflaag voor de afdichtende bevestiging aan de buidel. .0703114 ♦

6. Inrichting volgens één der conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk, dat de aansluitnippel en het aanduw-element als één geheel zijn uitgevoerd, waarbij het verbindingsgedeelte is voorzien van een vouw- en/of 5 breuklijn.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het geheel van aansluitmiddel en aanduwelement ter plaatse van de vouw- en/of breuklijn verend is uitgevoerd.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de afdeklaag die de kleeflaag van de aansluitnippel afdekt, doorloopt en ook een corresponderende kleeflaag van het doorprikelement afdekt, en dat deze doorlopende laag is voorzien van één doorlopende 15 afneembare afdekstrip.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de kleeflaag van de aansluitnippel doorloopt tot en met de kleeflaag van het doorprikelement. . 8703 1 14