NL8703027A - Kantelregelinrichting voor een bureaustoel. - Google Patents

Kantelregelinrichting voor een bureaustoel. Download PDF

Info

Publication number
NL8703027A
NL8703027A NL8703027A NL8703027A NL8703027A NL 8703027 A NL8703027 A NL 8703027A NL 8703027 A NL8703027 A NL 8703027A NL 8703027 A NL8703027 A NL 8703027A NL 8703027 A NL8703027 A NL 8703027A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seat
rod member
tilt
tilt control
chair
Prior art date
Application number
NL8703027A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Allsteel Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Allsteel Inc filed Critical Allsteel Inc
Publication of NL8703027A publication Critical patent/NL8703027A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C3/00Chairs characterised by structural features; Chairs or stools with rotatable or vertically-adjustable seats
    • A47C3/02Rocking chairs
    • A47C3/025Rocking chairs with seat, or seat and back-rest unit elastically or pivotally mounted in a rigid base frame
    • A47C3/026Rocking chairs with seat, or seat and back-rest unit elastically or pivotally mounted in a rigid base frame with central column, e.g. rocking office chairs; Tilting chairs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C1/00Chairs adapted for special purposes
    • A47C1/02Reclining or easy chairs
    • A47C1/022Reclining or easy chairs having independently-adjustable supporting parts
    • A47C1/024Reclining or easy chairs having independently-adjustable supporting parts the parts, being the back-rest, or the back-rest and seat unit, having adjustable and lockable inclination
    • A47C1/026Reclining or easy chairs having independently-adjustable supporting parts the parts, being the back-rest, or the back-rest and seat unit, having adjustable and lockable inclination by means of peg-and-notch or pawl-and-ratchet mechanism
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • A47C7/441Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with adjustable elasticity
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C7/00Parts, details, or accessories of chairs or stools
    • A47C7/36Support for the head or the back
    • A47C7/40Support for the head or the back for the back
    • A47C7/44Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame
    • A47C7/448Support for the head or the back for the back with elastically-mounted back-rest or backrest-seat unit in the base frame with resilient blocks

Description

Λ "37
Kantelregelinrichting voor een bureaustoel.
De uitvinding heeft betrekking op een kantelregelinrichting voor bureaustoelen en,meer in het bijzonder, op een bureaustoelzittingkantelregeling die in het bijzonder geschikt is voor om een pen draaibare stoelen.
5 Bureaustoelen, behalve die met bijsteunen, zijn gewoonlijk om een pen draaibare stoelen die door zwenkwielen worden gedragen en zijn gewoonlijk ook ingericht teneinde te voorzien in het achter- en voorwaarts kantelen van de stoelzitting, een zittinghoogte-instelling,of beide, voor het comfort van de 10 gebruiker. Indien een stoelzitting-kantelbeweging beschikbaar is, wordt, vanuit een volledig rechtopstaande stand van de stoelzitting, de zitting-kantelbeweging gebruikelijk veerkrachtig tegengewerkt door een kantelregelmechanisme dat gewoonlijk kan worden ingesteld door de gebruiker van de stoel.
15 Ofschoon stoelen van dit type waarschijnlijk meer comfortabel zijn indien zij kunnen worden ingesteld, heeft de ervaring uitgewezen dat vele bureaustoelgebruikers de stoel-instellings-mechanismen waarmee de stoel is voorzien, niet gebruiken omdat de betrokken personen er de voorkeur aan geven een klein ongemak voor 20 lief te nemen in plaats van om te moeten gaan met het gecompliceer de, of moeilijk te bereiken of te bedienen, instellingsmechanisme.
Bovendien brengen de gebruikelijke kantelregelinrichtingen, indien gebruikt, een naar achteren kantelen van de stoel met zich mee dat een, hetgeen de aanvraagster is gebleken, ongewenst grote mate van 25 een beweging naar boven veroorzaakt nabij de voorzijde van de stoel.
Een hoofddoel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een stoelzittingkantelregelinrichting die gemakkelijk kan worden ingesteld door de gebruiker van de stoel terwijl deze in de stoel kan blijven zitten.
8703 0 2.7 -2- *
Een ander hoofddoel van de uitvinding is de stoel-zittingregeling en instelling daarvoor zodanig in te richten dat het gehele mechanisme onder maar op een hoogte nabij de stoelzitting.is en in een kantelregelinstellingshandvat voorziet dat zich aan de 5 voorzijde van de stoel bevindt teneinde gemakkelijk te worden aange vat ten behoeve van de instellingsdoeleinden door de gebruiker van de stoel terwijl de gebruiker van de stoel in de stoel blijft zitten.
Nog een verder hoofddoel van de uitvinding is de stoelzittingkantelregeling zodanig in te richten dat de verschafte 10 kantelwerking vanuit een volledig rechtopstaande zittingstand naar achteren is gericht, waarbij de kantelwerking van de zitting automatisch wordt tegengewerkt door een veerkrachtig elastomeer lichaam dat in een samengedrukte toestand werkt, en waarbij de naar boven gerichte beweging van de stoelzitting nabij de voorzijde van de 15 stoel een fractie is van de neerwaartse beweging van de stoelzitting aan de achterzijde van de stoel.
Nog een verder doel van de uitvinding is te voorzien in een stoelzittingkantelregelinrichting die in hoofdzaak horizontaal is geplaatst in een van voren naar achteren uitstrekkende op-20 stelling onder de zittingkantelas, maar voldoende dichtbij de hoogte van de voorzijde van de zitting teneinde de instelling van de kantel-regelinrichting mogelijk te maken zonder dat de stoelgebruiker de stoel moet verlaten.
Een nog ander hoofddoel van de uitvinding is de 25 stoelzittingkantelregeling zodanig in te richten dat de zitting- kantelwerking wordt tegengewerkt door een cilindrisch lichaam van een veerkrachtig elastomeer materiaal dat in een samengedrukte toestand werkt, welk lichaam tevens dient als het handvat voor het instellen van de kantelregeling.
30 Een verder belangrijk doel van de uitvinding is de stoelzittingkantelregeling zodanig in te richten dat in de volledig rechtopstaande stand van de stoelzitting, de stoelzitting bevrijd-baar kan worden vastgezet zodat er geen kantelbeweging mogelijk is.
35 Een verder doel van de uitvinding is te voorzien in een stoelzittingkantelregelinrichting voor bureaustoelen die goedkoop is te vervaardigen, betrouwbaar is en duurzaam in gebruik is, en die kan worden ingesteld door de stoelgebruiker door enkel het 67030 27 -3- lichaam dat weerstand biedt aan de kantelbeweging te roteren door het vast te pakken,voor welk doel het op een geschikte wijze onder de voorzijde van de stoelzitting is geplaatst, en zonder dat de stoelgebrniker de stoelzitting moet verlaten teneinde de gewenste 5 instelling tot stand te brengen.
Overeenkomstig de uitvinding wordt een bureaustoel-zittingkantelregelinrichting verschaft die in het bijzonder geschikt is voor om een pen draaibare bureaustoelen, omvattende een zich splitsende stoelzittingbevestigingsorgaan dat verticaal op de com-10 ponent wordt aangebracht die wordt gedragen door het gebruikelijke stoelvoetstuk en die voorziet in de draaibeweging van de zitting en de vorm kan hebben van een passende onderstukconstructie die op een gebruikelijke wijze is ingericht teneinde te voorzien in een hoogte-instelling van de stoelzitting op een mechanische of 15 pneumatische wijze. Het zittingbevestigingsorgaan volgens de uitvinding omvat een naafgedeelte dat coaxiaal wordt geplaatst op de draaipen van de stoel en dat een paar lateraal uitstrekkende parallelle armen omschrijft dat de stoelzitting draaibaar bevestigt ten behoeve van haar kantelbeweging, waarbij de draaibare verbin-20 ding tussen de stoelzitting en de armen van het zittingbevestigings orgaan voorziet in een achterwaartse kantelwerking van ongeveer 15° vanuit een volledig rechtopstaande stand, echter waarbij de betreffende kantelas zich in een voldoende mate aan de voorzijde van de zitting bevindt zodat de verhoging van de voorzijderand van 25 de zitting vanuit een volledig rechtopstaande stand naar een volle dig naar achteren gekantelde stand niet meer is dan ongeveer 2,5 cm.
De kantelregelinrichting omvat een vanaf de onderzijde van de stoelzittingconstructie neerhangende nok die zich uitstrekt tussen de armen van het zittingbevestigingsorgaan en tot 30 onder de hoogte van de stoelzittingkantelas, en een langwerpig van voren naar achteren uitstrekkend stangorgaan dat zich beweegbaar uitstrekt door de nok van de zittingonderzijde teneinde zijn achtereindstuk door een schroefdraadverbinding te verbinden met een moer die aan het stoelbevestigingsorgaan is verankerd, en welk 35 stangorgaan aan zijn vooreindstuk van een kop is voorzien. Aan het vooreindstuk van het stangorgaan is coaxiaal een veerkrachtig elastomeer cilindrisch lichaam gemonteerd dat in hoofdzaak het stangorgaan maskeert en dat slechts aan de kop van het stangorgaan 8703027 * -4- wordt bevestigd, waarbij het stangorgaan en het elastomeerliehaam in achterwaartse richting van af de kop van de stang vrij van elkaar zijn ten behoeve van een relatieve beweging daartussen.
Het elastomere lichaam wordt in een samengedrukte toestand tussen 5 de kop van het stangorgaan en de zittingnokconstructie geplaatst, waarbij de zittingnokconstructie is voorzien van een draaitap ten behoeve van het gelijkelijk overbrengen van de weerstand van het elastomere lichaam op de zittingnokconstructie aan elke zijde van de opening van de nokconstructie waardoorheen het stang-10 orgaan zich uitstrekt, waarbij de zittingnokconstructie tegen een arreteerwand is geplaatst die een deel is van het stoelzitting-bevestigingsorgaan en tussen de armen daarvan is gelegen..
De verankerde moer en het stangorgaan worden zodanig geplaatst dat de longitudinale as van het stangorgaan onder 15 het niveau van de kantelas van de stoelzitting is. en tevens in hoofdzaak horizontaal is geplaatst, waarbij de inrichting zodanig is dat de compressie van het elastomere lichaam de stoelzitting in haar volledig rechtopstaande stand plaatst en het kantelen van de stoel in achterwaartse richting vanuit zijn 20 volledig rechtopstaande stand regelt, waarbij de regeling kan worden ingesteld door het roteren van het elastomere lichaam en derhalve het verdraaien van het stangorgaan ten opzichte van zijn moer, teneinde de druk waaraan het elastomere lichaam wordt blootgesteld te veranderen zoals nodig is tengevolge van het 25 gewicht van de persoon die de stoel gebruikt en voor de mate die gewenst wordt van de achterwaartse kanteling vanuit de volledig rechtopstaande stand van de stoelzitting.
De uitvinding voorziet tevens in een vergrendel-inrichting voor het vastzetten van de stoelzitting om een achter-30 waartse kanteling vanuit de volledig rechtopstaande stand onmo gelijk te maken, welke inrichting eveneens kan worden bediend door de gebruiker van de stoel zonder dat deze de stoel moet verlaten. De algemene inrichting is in de vorm van een schuif-hefboom die aan één zijde van de stoel onder de stoel is aange-35 bracht en is ingericht teneinde tussen een vergrendel- en ont- grendelstand te kunnen bewegen wanneer de stoelzitting zich in de volledig rechtopstaande stand bevindt.
Andere doelen, toepassingen en voordelen zullen duidelijk worden en blijken uit een beschouwing van de volgende 87030 27 -5- gedetailleerde beschrijving en van de tekeningen, waarin overeenkomstige verwijzingscijfers overeenkomstige onderdelen aangeven in de diverse aanzichten.
Figuur 1 van de tekeningen is een zij-aanzicht 5 van een gebruikelijke om een draaipen draaibare bureaustoel die is uitgerust met de zittingkantelregelinrichting van de onderhavige uitvinding; figuur 2 is een schematisch, uitvergroot perspectivisch aanzicht dat een aantal van de basiscomponenten van 10 de stoelzittingkantelregelinrichting van de onderhavige uitvinding illustreert; figuur 3 is een schematisch, uitvergroot perspectivisch aanzicht van het zittingbevestigingsorgaan van figuur 2 en de bijbehorende componenten die daarbij worden toegepast 15 teneinde de Stoelzittingkantelregelinrichting te completeren; figuur 4 is een bovenaanzicht van de stoelzitting-onderplaatinrichting die wordt gebruikt teneinde te voorzien in de kantelregeling voor de stoelzitting van figuur 1, waarbij tevens, gedeeltelijk opengewerkt, twee standen worden geïllustreerd 20 die een stoelzittingkantelvergrendeling tonen, waarbij de getrok ken lijne van de componenten van de stoelzitting-kantelvergrende-ling de stand tonen waarbij de stoelzitting in de volledig rechtopstaande stand wordt vastgezet, en waarbij de gestippelde lijnen van de componaten van de stoelzittingkantelvergrendeling de stand * 25 tonen waarbij de stoelzitting niet is vergrendeld ten behoeve van een regelbare achterwaartse kantelwerking vanuit de volledig rechtopstaande stand en een terugkeer naar de volledig rechtopstaande stand onder invloed van de voorspanning van de kantelregeling volgens de uitvinding; 30 figuur 4A is een schematisch fragmentarisch door- snede-aanzicht dat een kenmerk van de kantelvergrendelinrichting illustreert die wordt getoond in figuur 4, en in hoofdzaak genomen is. langs de lijn 4A-4A van figuur 4; en figuur 5 is een schematisch doorsnede-aanzicht dat 35 ongeveer genomen is langs de lijn 5-5 van figuur 4, en dat de basiscomponenten van de kantelregelinrichting volgens de uitvinding illustreert in een gemonteerde samenhang, waarbij de stoelzitting-onderplaat bij de volledig rechtopstaande stand van de stoel is 8703027 -6- gebracht.
Evenwel moet duidelijk begrepen worden dat de specifieke illustraties die verschaft worden in hoofdzaak zijn toegevoegd om te voldoen aan de vereisten volgens de Octrooiwet, 5 en dat uitvinding ontvankelijk is voor andere uitvoeringen of modificaties die gemakkelijk zullen worden ingezien door hen die terzake kundig zijn,en die worden geacht te zijn beschermd door de bijgevoegde conclusies.
Het verwijzingscijfer 10 van figuur 1 geeft in 10 zijn algemeenheid een om een pen draaibare bureaustoel weer, waarop de kantelregelinrichting 12 van de onderhavige uitvinding is toegepast. De stoel 10 omvat, benevens de kantelregelinrichting 12, aldus het gebruikelijke met armen en zwenkwielen uitgeruste voetstuk 14 waarmee op een passende wijze het onderstuk 16 is 15 verbonden en bevestigd ten behoeve van een draaiwerking om een in hoofdzaak verticale as.
De kantelregelinrichting 12 wordt aan het boveneinde van het onderstuk 16 gemonteerd en wordt in samenwerking met een zittingonderplaat 20 ingericht teneinde de stoelzitting-20 constructie 18 draaibaar te monteren ten behoeve van een kantel- beweging om een horizontaal geplaatste as 21 vanuit de volledig rechtopstaande stand van de stoelzittingconstructie 18,zoals getoond in figuur 1, in een achterwaartse richting van de stoel 10.
25 De stoelzittingconstructie 18 kan van elk ge bruikelijk type zijn, het getoonde type is een kuipstoeltype zoals wordt getoond in het Massaccesi Amerikaans octrooischrift nr. 3.788.701, verleend op 29 januari, 1974. De stoelzittingconstructie 18 omvat aldus een schild 22 aan hetwelk de diverse 30 componenten zoals het frame, het vulsel en dergelijke zijn aange bracht die een gebruikelijke bureaudraai^ifÊingconstructie 18 volledig maken, en waaraan passende armen 24 naar keuze aan elke zijde kunnen worden bevestigd indien gewenst. In het geval van de geïllustreerde zittingconstructie 18, is de zittingonderplaat 35 20 bevestigd aan het door het schild 22 omschreven zittinggedeelte door passende bouten (niet getoond) die in openingen 26 die worden gevormd in de zittingonderplaat 20 worden ingebracht, zoals geïllustreerd in figuur 4. De zittingplaat 20 wordt op een geschikte 87 03 0 27 -7- wijze centraal geplaatst onder de stoelzittingconstructie 18 overeenkomstig de gebruikelijke zittingconstructiebevestigings-technieken.
De kantelregelinrichting 12 omvat in het algemeen 5 een zich splitsend zittingbevestigingsorgaan 30 dat een centraal naafgedeelte 32 omschrijft dat op een passende wijze wordt gemonteerd op het stoelonderstuk 16, en een paar onder een hoek naar boven gerichte, in een vlak liggende, armen 34 die de spil of draaipen 36 opnemen die de stoelzittingconstructie 18 draaibaar jq bevestigt ten behoeve van een draaibeweging rond de kantelas 21 die aldus wordt omschreven door de longitudinale as van de pen 36.
In de getoonde versie, wordt de zittingonderplaat 20, waaraan de zittingconstructie 18 wordt verankerd, gevormd 15 teneinde een naar beneden gerichte nok 38 te omschrijven die van openingen wordt voorzien zoals bij 40 teneinde de pen of spil 36 daardoorheen op te nemen. Zoals is aangegeven in figuur 5, wordt de onderplaatnok 30 aldus opgenomen tussen de armen 34 van het bevestigingsorgaan 30 ten behoeve van een kantelbeweging om 20 de longitudinale as 21 van de pen of spil 36 tussen de volledig rechtopstaande stand van de stoelzitting die wordt getoond in de figuren 1 en 5 en een volledig naar achteren gekantelde stand waarbij de achterwand 42 van de zittingplaatnok in contact is met het arreteerorgaan 44 dat wordt bevestigd aan het zittingbevestigings-25 orgaan 30 op een wijze die \erderqo zal worden beschreven.
Opgemerkt zal worden dat de zittingonderplaatnok 38 zich naar beneden uitstrekt teneinde een verlenging 46 te vormen die van openingen wordt voorzien zoals bij 48 (zie figuur 50 5) teneinde een langwerpig stangorgaan/op tenemen en beweegbaar 3Q door te laten dat zich uitstrekt van de voorzijde naar de achter zijde van de zittingconstructie 18 en aan zijn achtereinde 52 uitwendig wordt voorzien van schroefdraad om samen te werken met een ronde moer 54 die wordt opgenomen in een moerkamer 56 (zie figuur 5) die wordt omschreven door het zittingbevestigingsorgaan 35 30. Het stangorgaan-einde 52 steekt in de kamer 56 door de cen traal gelocaliseerde opening 58 die is gevormd in de drukbesten-dige wand 59 (van het bevestigingsorgaan 30).
Het stangorgaan 50 wordt aan zijn vooreinde 60 8703027 -8- gevormd teneinde een kopconstructie 62 te omschrijven die,in de getoonde versie, in een in het algemeen cilindrisch veerkrachtig elastomeer lichaam 64 wordt ingebed, waarbij de inrichting zodanig is dat het lichaam 64 slechts aan de kopconstructie 62 die wordt 5 omschreven door het stangorgaan 50 wordt vastgezet.
Het lichaam 64 tussen de kopconstructie 62 en een draaitap 66 (en via het drukdragende stelsel 68 hiermee verbonden) wordt in een samengedrukte toestand geplaatst, waarbij de draaitap 66 beweegbaar is gelegen in tegenover elkaar gelegen 10 halfcirkelvormige uitsparingen 70 en 72 die worden omschreven door de nokverlenging 46, ten behoeve van het overdragen van de aanwezige drukkrachten naar de zittingonderplaat 20 en aldus naar de zittingconstruetie 18, welke samendrukkende krachten onder normale omstandigheden de zittingconstructie 18 in de volledig 15 rechtopstaande stand houdt en de zittingconstructie 18 voorspant tegen een achterwaartse kanteling om de as 37 tegen de wijzers van de klok in in de figuren 1 en 5. Deze drukkrachten dwingen de zittingnokverlenging 46 tegen de drukbestendige wand 59 van het bevestigingsorgaan 30.
20 Zoals duidelijk zal zijn uit hetgeen getoond wordt in de figuren 1 en 5, kan de persoon die de stoel 10 gebruikt de kantelregelorgaaninrichting 12 instellen terwijl hij in de stoel blijft, door met de hand onder de stoel te reiken en het buitenoppervlak 74 van het lichaam 64 vast te pakken teneinde het 25 lichaam 64 en het daarmee verbonden stangorgaan 50 te roteren teneinde het stangorgaan 50 naar links of naar rechts in figuur 5 te verplaatsen teneinde de samendrukkende krachten die worden uitgeoefend op de stoelzittingconstructie door de inrichting 12 te vergroten of te verkleinen. Zoals aangegeven in de figuren 30 1, 2 en 5 wordt het buitenoppervlak 74 van het lichaam 64 voor dit doel ruw gemaakt, in de vorm van opstaande zijribben 76 die zich uitstrekken naar het voorste deel van het lichaam of naar het naar voren wijzende einde 78.
Een kenmerk van de onderhavige uitvinding is dat de 35 plaats van de zittingonderplaatdraai-opening 40, en derhalve de kanteldraai-as 21,/vofSoende nabij de voorzijde van de stoelzittingconstructie . 18 bevinder) zodat de voorzijde-rand 79 van de stoelzittingconstructie 18 niet meer dan ongeveer 2,5 cm omhoog zal gaan wanneer 8?£>3ö 27 ' -9- de achterwand 42 van de onderplaatnok in contact is met het arreteerorgaan 44, hetgeen in het geval van de geïllustreerde kantelregelinrichting een achterwaartse kantelwerking om de as 21 vanuit de stand van figuur 5 mogelijk maakt van ongeveer 5 15°.
Thans wederom verwijzende naar de figuren 1 en 2, wordt het zittingbevestigingsorgaan 30 bij voorkeur uit één geheel gevormd uit een geschikte aluminiumlegering teneinde het naafgedeelte 32 te verschaffen, de splitsing in de vorm van op 10 onderlinge afstand gelegen parallelle armen 34, de ontvangst kamer 56 van de ronde moer, de drukbestendige wand 59 en de van schroefdraad voorziene boring 80 die door een schroefdraad-verbinding het boveneinde 82 van het stoelonderstuk 16 opneemt of elke equivalente constructie ten behoeve van het om een pen 1 5 draaibaar monteren van het bevestigingsorgaan 30 op het stoel- voetstuk 14. Een passende instelschroef 86 die in een van schroefdraad voorziene boring 88 van het naafgedeelte van het bevestigingsorgaan is ingebracht, klemt het bevestigingsorgaan 30 vast in de gewenste stand ten opzichte van het onderstuk 16.
20 De draaipen of spil 36 van de geïllustreerde uitvoering wordt door passende buisvormige ondersteuningen 90 en 92 gevoerd, die aan de tegenover gelegen eindgedeelten 40A en 4QB van de opening 40 van de zittingonderplaatnok 30 zijn aangebracht teneinde de pen 36 in een werkzame stand draaibaar te 25 bevestigen, waarbij de ondersteuningen 90 en 92 wordaigevormd uit een passend zelfsmerend kunststoffen materiaal. De pen of spil 36 wordt van een groef voorzien zoals bij 94 teneinde een passende borgklem 96 (zie de figuren 2 en 4) op te nemen, nadat de pen of spil 36 in de ondersteuningen 90 en 92 en de opening 40 30 is ingebracht, teneinde deze componenten in een gemonteerde samenhang te houden in de geïllustreerde uitvoering.
Zoals is weergegeven in de figuren 2 en 5, omvat de drukdragende samenstelling 68 een buisvormig afstandsstuk 100 dat een verdikt kopgedeelte 102 heeft en een relatief dun achter-35 gedeelte 104 die in een onderling coaxiaal verband staan en tot één geheel zijn verenigd teneinde een gemeenschappelijke boring 106 te omschrijven door het afstandsstuk 100 dat is gedimensioneerd teneinde de schacht 51 van het stangorgaan 50 beweegbaar op te g70 30 2.7 -10- nemen. In de getoonde versie omschrijft het buisvormige afstandsstuk 100 een in radiale richting uitstrekkende uitwendige flens 106 die is uitgevoerd met met tussenruimten geplaatste bolvormig vormgegeven uitsteeksels 108 aan elke zijde daarvan (zie figuur 5), 5 waarbij de in radiale richting uitstrekkende flens 106 een paar drukringen 110 en 112 van elkaar scheidt welke ringen worden opge -nomen op het kopgedeelte 102 van het buisvormige afstandsstuk 100/ evenals een cirkelvormige drukplaat 114 die tegen de drukring 112 wordt geplaatst.
10 In de kantelregelinrichting 12 welke is weerge geven,moethet lichaam 64 worden samengedrukt tussen de kopconstructie 62 van het stangorgaan 50 en de cirkelvormige drukplaat 114; dit plaatst de drukplaat 114 tegen de drukring 112 die op zijn beurt tegen de cirkelvormige flens 106 wordt geplaatst waarbij de cirkel-15 vormige flens 106 op zijn beurt tegen de drukring 110 wordt geplaatst die op zijn beurt tegen de aan weerszijden uitstrekkende einden 116 en 118 van de draaitap 66 wordt geplaatst, welke draaitap, zoals reeds eerder is aangegeven, beweegbaar in verbinding staat met de bijbehorende uitsparingen 70 en 72 van de zittingnok 58, 20 met als resultaat dat het lichaam 74 tussen de kopconstructie 62 en het stangorgaan 50 en de zittingonderplaatnok 38 wordt samengedrukt .
In de getoonde versie omvat de kopconstructie 62 van het stangorgaan 50 een stangkop 120 (zie figuur 5) tegen 25 de-welke de cirkelvormige spanplaat 122 is aangebracht, waarbij het koporgaan 120 van het stangorgaan en de spanplaat 122 worden ingebed binnenin het lichaam 64 wanneer het lichaam 64 wordt gevormd, onder gebruikmaking van geschikte gietprocessen voor dit doel. dië tevens leiden tot het definiëren van de centrale boring 30 124 van het lichaam, de cilindrische kamer 126 van het lichaam waarin het kopgedeelte 102 van het buisvormige afstandsstuk schuifbaar wordt opgenomen, en een uitsparing 126 aan het einde van het lichaam waarin de drukplaat 114 schuifbaar wordt opgenomen. Het lichaam 64 wordt bij voorkeur gevormd uit een geschikt kunst-35 matig of natuurlijk rubbermateriaal, zoals neopreenrubber, waarbij de kopconstructie 62 van het stangorgaan wordt ingebed nabij het naar voren uitstekende einde 78 daarvan teneinde het lichaam 64 slechts bij zijn kopconstructie 62 aan het stangorgaan 50 te bevestigen.
87030Z7 -11-
Zoals verder is weergegeven in figuur 5, steekt het achtergedeelte 104 van het buisvormige afstandsstuk door de boring 130 die wordt omschreven door de draaitap 66, en bedekt het een gedeelte van het uitwendige schroefdraad van het stangorgaan 50 5 zoals is aangegeven in figuur 5. Het achtergedeelte 104 is in de getoonde vorm tevens coaxiaal geplaatst ten opzichte van de opening 58 van het orgaan 30, waarbij/^e°§rukwerking op de zitting-plaatnok 38 van de geïllustreerde inrichting de nokwand 133 zich tegen de drukring 132 plaatst die grenst aan de drukwand 59 van 10 het bevestigingsorgaan aan het oppervlak 134 in de volledig rechtopstaande (kantelvrije) stand van de zittingconstructie 18.
In de getoonde versie wordt aan het einde 52 van het stangorgaan 50 op een passende wijze in een uitsparing voorzien zoals bij 135 teneinde een borgklem 137 op te nemen die hier-15 op wordt aangebracht om er zeker van te zijn dat het stangorgaan 50 in schroefdraadverbinding blijft met de moer 54.
Zoals is aangegeven in de figuren 3 en 5 wordt de de moer opnemende kamer 56 van het bevestigingsorgaan 30 deels gevormd door de drukbestendige wandconstructie 59 (die één geheel 20 vormt met het bevestigingsorgaan 30); de kamer 56 wordt inwendig gevormd teneinde een paar tegenover elkaar gelegen ribben 139 en 141 te omschrijven waarop de tegenover elkaar gelegen einden 143 en 145 van de moer 54 respectievelijk worden geplaatst. De moer 54 heeft een cilindrische vorm en omschrijft inwendig een * 25 van schroefdraad voorziene kruisboring 138 die door een schroef- draadverbinding de van schroefdraad voorziene schacht 51 van het stangorgaan 50 opneemt. Wanneer de moer 54 is opgenomen in de kamer 56 waaraan het stangorgaan 50 en de borgklem 137 zijn toegevoerd op de wijze zoals is aangegeven, bedekt de borgplaat 30 140 de kamer 56 en zijn verlenging 142, waarbij het arreteer- orgaan 44 in de vorm is van een dekstuk 147 dat aan de bovenzijde van de dekplaat 140 op de in de figuren 3 en 4 voorgestelde wijze wordt aangébracht en op de plaats aan het bevestigingsorgaan 30 wordt vastgezet door geschikte van schroefdraad voorziene borst-35 schroefbouten 144 die in de inwendig van schroefdraad voorziene openingen 146 worden gebracht die in het orgaan 30 zijn gevormd.
870 3 0 27
Thans meer in het bijzonder verwijzende naar de figuren 2 en 4, wordt de zittingplaat 20 gevormd uit een geschikte -12- aluminiumlegering teneinde een basisplaatgedeelte 150 te omschrijven met een paar tegenover elkaar gelegen, opstaande zijwanden 152 en 154 die over de voorzijde van de zittingplaat worden verenigd door een opstaande eindwand 154. De plaat 20 wordt op een passende 5 wijze gevormd onder toepassing van geschikte giettechnieken ten einde de openingen 26 te omschrijven die de bouten opnemen waarmee de zittingplaat 20 op een passende wijze aan de stoelzitting-constructie 18 op een of andere gebruikelijke wijze wordt geschroefd.
In de getoonde versie wordt de bovenzijde 156 van 10 de zittingplaat 20 op een geschiktewijze geflensd zoals bij 158 langs de achterrand 159 hiervan, waarbij de flens 158 dient voor een constructieve sterkte en in hoogte geringer is dan de zijwanden 152 en 154 van de plaat. De specifieke geïllustreerde zittingplaat 20 heeft een nok 38 die open is vanaf de bovenzijde hiervan, ten-15 einde een kantelvergrendelkamer 160 te omschrijven voor het kantelvergrendelorgaan 161, en omvat de met tussenruimte van elkaar gelegen openinggedeelten 40A en 40B die de stoelkanteldraai-pen opnemen.
Zoals is aangegeven in de figuren 4 en 5, steekt 20 de draaipen of spil 36 door de kamer 160,waarbij de opening 40 die het aangegeven paar openinggedeelten40A en 40B omvat die axiaal op één lijn worden geplaatst teneinde de pen of spil 36 op te nemen en aan tegenover elkaar gelegen zijden van de kamer 160 voor dit doel worden geplaatst. In de kamer 160 wordt het kantel-25 vergrendeldeel 162 (van het vergrendelorgaan 161) schuifbaar ge monteerd, hetwelk een buisvormig orgaan 164 omvat dat schuifbaar wordt gemonteerd op de pen of spil 36 en dat integrale vleugelarmen 166 en 168 omschrijft die respectievelijk in achterwaartse richting en voorwaartse richting van de zittingplaat 30 20 zich uitstrekken. De vleugel 166 vormt één geheel met in te- gegestelde richting wijzende pendelen 169 en 170, waarbij het pendeel 169 geschikt wordt gemaakt teneinde te worden opgenomen in de doorboring 171 die wordt omschreven door de plaat; binnenin de kamer 160 is de boring 171 concentrisch met een buisvormige bus 35 172 die eveneens wordt omschreven door de plaat 20. Het pendeel 170 strekt zich uit vanaf de andere zijde van de vleugelarm 166 en is geschikt gemaakt teneinde in een boring 163 van een buisvormig deel 174 dat één geheel vormt meteen zittingplaatbasis-flens 176 te worden opgenomen; bovendien is het eindgedeelte 178 8703027 -13- van het pendeel 170 in de niet vergrendelende toestand van de kantelvergrendeling, die door stippellijnen wordt weergegeven in figuur 4, geschikt om te worden opgenomen in en door een passende opening 180 die wordt gevormd in een flens 182 van de 5 plaat 20. De flens 182 vormt één geheel met een buisvormige bus 184 die het openinggedeelte 40A omschrijft, welke de pen of spil 36 opneemt. In de weergegeven versie worden het pendeel 170 en de boringen waarin het wordt opgenomen coaxiaal op één lijn geplaatst en geplaatst binnenin de kamer 160. De buisvormige bus 10 184 wordt eveneens in de kamer 160 geplaatst en de openinggedeelten 40A en 4QB strekken zich beide uit door de plaat 20 op één lijn met de draai-as 21.
Aan de andere zijde van de kamer 160 omschrijft de plaat 20, benevens de buisvormige bus 172, binnenin de kamer 15 160, een buisvormige bus 186 waarmee het doorgangsopeninggedeelte 40B concentrisch is. Zoals is weergegeven neemt het openinggedeelte 40B ook de pen of spil 36 op.
Een knop 188,waarmede het kantelvergrendelorgaan 161 wordt bediend, wordt op een passende wijze bevestigd aan 20 een rechtlijnig werkzame stang 190 die op zijn beurt door een passende opening in de plaat 20 steekt ten behoeve van een passende vaste verbinding met het vergrendeldeel 162 (hetgeen kan geschieden door een passende hechting aan het deel 162 door een kleefstof of dergelijke). De knop 188 en zijn bediening zijn der-25 halve op een hoogte gelegen die onder maar nabij de stoelzitting- constructie 18 is, waarbij de knop 188 aan de linkerzijde van de stoel 10 is geplaatst in de geïllustreerde uitvoering (ofschoon de knop 188 en de stang 190 natuurlijk zodanig konden worden aangebracht op de plaat 20 en het kantelvergrendel-deel 162 30 teneinde werkzaam te zijn vanaf de rechter-zijde van de stoel 10 indien dit wordt gewenst).
Wanneer de knop 188 en zijn bedieningsstang 190 in de in figuur 4 met getrokken lijnen aangegeven stand bevinden, bevindt het kantelvergrendeldeel 162 zich in de in dezelfde figuur 35 met getrokken lijnen weergegeven stand teneinde zijn pendeel 169 in de zittingplaatboring 171 te plaatsen, waardoor de plaat 20 in de rechtopstaande stand van de stoelzitting wordt vastgezet en hieruit geen kantelbeweging mogelijk is. De naar voren stekende 8703027 -14- vleugel 168 is in een buigbare verbinding met een ópstaand driehoekig uitsteeksel 192 dat wordt omschreven door de plaat 20 binnenin de kamer 160, waarbij de vleugels 166 en 168 tegen rechtopstaande parallelle flenzen 194 en 196 van de plaat 20, aan één zijde van de 5 kamer 160, in de kantelvergrendelende toestand van het vergrendel- deel 162 (zoals getoond is in figuur 4) zijn geplaatst.
Het schuiven van de kantel vergrendelingsbedierings-knop 188 en de bedieningsstang 190 naar de gestippelde stand van figuur 4, plaatst het kantelvergrendeldeel 162 in de niet ver-10 grendelende toestand van het orgaan, waarbij het pendeel 169 is teruggetrokken uit de zittingplaatboring 171, en derhalve uit de buisvormige bus 172, en het pendeel 170 binnenin het buisvormige deel 174 en de opening 180 van de flens 182 is geplaatst, zoals is aangegeven door de gestippelde lijnen in figuur 4. Bij 15 het naar deze stand schuiven schuift de vleugel 168 over de top van het driehoekige uitsteeksel 192 en komt deze in de met gestippelde lijnen in figuur 4A weergegeven stand, en worden de vleugels 166 en 168 met een tussenruimte vanaf de zittingplaat-flenzen 194 en 196 geplaatst. Het kantelvergrendeldeel 162 wordt 20 aldus gevormd uit een passend veerkrachtig buigzaam kunststoffen materiaal, zoals nylon of dergelijke, om het ombuigen van de vleugel 168 van het vergrendeldeel 162 mogelijk te maken wanneer het deel 162 tussen de twee in figuur 4A weergegeven standen wordt geschoven teneinde te worden gekoppeld aan de respectieve schuin-25 geplaatste zijoppervlakken 195 en 197 van het zittingplaatuit- steeksel 192 (en aldus over de top 199 van het uitsteeksel 192 te schuiven).
Het kantelvergrendelorgaan 161 wordt aldus bediend door het bewegen van de bedieningsknop 188 en de bedieningsstang 30 190, en derhalve het kantelvergrendeldeel 162, tussen de twee in figuur 4 getoonde standen, en alleen wanneer de stoelzitting-constructie 18 in de volledig rechtopstaande stand is; in een dergelijke stand zal de door de zittingplaat omschreven boring 171 op één lijn liggen met het vergrendeldeel 169, maar niet wanneer 35 de stoelzittingconstructie 18 naar achteren is gekanteld vanuit de in figuur 5 weergegeven stand (waarin de volledig rechtopstaande stand van de zittingplaat 20 wordt getoond).
Er wordt erop gewezen dat het kantelvergrendeldeel 87030 Π ψ -15- 162 is weggelaten uit hetgeen getoond wordt in figuur 5, waarbij figuur 5 is uitgebreid door figuur 4 teneinde in een langsdoor-snede de componenten van de kantelregelinrichting 12 naast de zittingplaat 20 te omvatten.
5 Aldus zal worden ingezien dat indien de gebruiker van de stoel 10 de kantelregelinrichting 12 wenst in te stellen, het voor de gebruiker slechts nodig is met de hand onder de voorzijde van de stoelzitting te reiken en het lichaam 64 vast te pakken en te draaien, welk lichaam dient als "knop" voor het 10 instellen van de kantelregelinrichting 12 teneinde te vóórzien in de gewenste mate van weerstand tegen het naar achteren kantelen vanuit de volledig rechtopstaande stand van de stoelzittingcon-structie 18.
Op een soortgelijke wijze wordt de kantelvergren-15 delinrichting 161 bediend onder de stoelzitting vanuit de linker zijde van de stoel (in de weergegeven uitvoering), wederom zonder dat. de stoelgebruiker de zitting moet verlaten om deze in te stellen.
Het zal derhalve duidelijk zijn dat de kantel-20 regelinrichting 12 en de kantelvergrendelinrichting 161 beide gemakkelijk zijn te bereiken voor de stoelgebruiker terwijl deze in de stoel 10 zit, gemakkelijk te begrijpen zijn en eenvoudig zijn te bedienen. Verder zijn de zittingonderplaatkanteldraai-as 21, en derhalve de openinggedeelten 40A en 40B van de zittingplaat 25 20 voldoende dicht bij de voorzijde van de stoel gelocaliseerd zo dat de voorzijderand 79 van de stoelzittingconstructie 18 niet meer dan ongeveer 2,5 cm omhoog zal gaan wanneer de achterwand van de nok van de stoelzittingplaat in aangrijping is met het arreteerorgaan 44 in de volledig achterwaarts gekantelde 30 stand (aan een achterwaartse kantelwerking vanuit de stand van figuur 5 van ongeveer 15° wordt de voorkeur gegeven in het geval van de geïllustreerde uitvoering); deze wijze van een stoelkantel-werking verschaft een verhoogd comfort voor de stoelgebruiker in vergelijking met de gebruikelijke stoelkantelinrichtingen die 35 een verhoging van de voorzijde van de stoel veroorzaken die, wanneer een maximale achterwaartse kanteling van de stoelzitting tot stand is gebracht, ruimschoots de ongeveer 2,5 cm verhogingslimiet van de onderhavige inrichting overschrijdt; een dergelijke ver- 87030 27 * -16- hoging aan de voorzijde van de stoel bij gebruikelijke stoel-kantelinrichtingen kan zoveel zijn' als vijf tot zeveneneenhalve centimeter en waarbij de schoenen van de stoelgebruiker van de vloer worden opgetild.
5 De kantelvergrendelinrichting 161 wordt beschouwd als een keuzemogelijkheid om te worden toegepast bij stoelen waarop de kantelregelinrichting 12 is aangebracht zo dat wanneer de stoelkantelregeling op een juiste wijze is ingesteld, de gebruiker van de stoel de stoel kan vergrendelen in zijn volledig recht-10 opstaande stand wanneer de gebruiker voornemens is de stoel te verlaten,met het resultaat dat de stoelzitting in de zelfde stand zal zijn wanneer de gebruiker terugkeert naar de stoel.
De voorgaande beschrijving en de tekaungen zijn enkel gegeven teneinde de uitvinding te illustreren en toe te 15 lichten en de uitvinding wordt niet hiertoe beperkt, behalve voor zover de bijgaande conclusies zo zijn beperkt, omdat zij die terzake kundig zijn en de beschrijving voor zich hebben in staat zullen zijn wijzigingen en variaties hierin aan te brengen zonder het kader van de uitvinding te verlaten.
87030 2.7

Claims (11)

1. Verend kantelregelorgaan voor een stoel met een zittingconstructie die is gemonteerd op een onderstuk, voor een achterwaartse en voorwaartse kantelbeweging om een in hoofdzaak horizontale as, gekenmerkt door een stangorgaan waarvan een einde 5 van schroefdraad is voorzien om door een schroefdraadverbinding aan het onderstuk van de stoel te worden aangebracht onder de stoelkantelas, een langwerpig veerkrachtig lichaam dat is gevormd uit een elastomeer materiaal, welk lichaam coaxiaal op het stangorgaan is gemonteerd, waarbij het stangorgaan aan het andere einde 10 een kop omschrijft waaraan het lichaam wordt bevestigd voor het gelijktijdig kunnen roteren van het lichaam en het stangorgaan, en een drukzitting omschreven door de zittingconstructie van de stoel onder de horizontale as, waarbij tussen de drukzitting en de kop van het stangorgaan het lichaam op een instelbare wijze 15 wordt samengedrukt ten behoeve van een met een verende werking regelen van de kantelbeweging van de stoelzitting.
2. Verend kantelregelstelsel voor een stoel met een zittingconstructie die is gemonteerd op een rechtopstaande draagkolom,voor een achterwaartse en een voorwaartse kantel-20 beweging om een in hoofdzaak horizontale as, gekenmerkt door een zittingbevestigingsorgaan dat grenzend aan het boveneinde van de kolom is bevestigd, waarbij het zittingbevestigingsorgaan een drukbestendige wandconstructie omschrijft en zich splitst teneinde een paar parallelle, aan weerszijden van de wandconstructie geplaatste 25 armen met uitstekende einden te omschrijven, een orgaan voor het draaibaar bevestigen van de zittingconstructie aan de armen teneinde in de kantelbeweging om de horizontale as te voorzien, een nokconstructie die vast is bevestigd ten opzichte van de zittingconstructie en die onder de horizontale as en tussen de 30 zittingbevestigingsarmen uitsteekt, een moer die wordt gedragen 8703017 -18- door het zittingbevestigingsorgaan onder de horizontale as en die is verankerd aan het zittingbevestigingsorgaan met een tussenruimte vanaf de nokstructuur, een langwerpig stangorgaan dat vrij beweegbaar wordt opgenomen door de nokstructuur en de 5 wandstructuur van het bevestigingsorgaan heen, en dat aan één einde door een schroefdraadverbinding wordt verbonden met de moer en aan het andere einde van een kop is voorzien, en een langwerpig terugverend samendrukbaar elastomeer lichaam dat coaxiaal is gemonteerd op het stangorgaan tussen de kop van de stang en 10 de nokstructuur, waarbij het elastomere lichaam vast is be vestigd aan het stangorgaan voor hetgelijktijdig kunnen roteren van het lichaam en het stangorgaan om de longitudinale as van het stangorgaan ten opzichte van de moer teneinde op een instelbare wijze het lichaam tussen de kop van het stangorgaan en de 15 nokstructuur samen te drukken ten behoeve van het regelen van de kantelbeweging van de stoelzittingconstructie om de as en voor het voorinstellen van de nokconstructie tegen de wandconstructie van het bevestigingsorgaan, waarbij een verdraaiing met de hand van het lichaam om de longitudinale as van het stangorgaan in 20 een instelling van de kantelregeling die door het stelsel wordt verschaft, voorziet.
3. Kantelregelstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het lichaam naar voren uitsteekt ten opzichte van de zittingconstructie.
4. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het lichaam een ronde uitwendige zijwand omschrijft welke zich in de lengte-richting daarvan uitbreidten coaxiaal is geplaatst ten opzichte van de longitudinale as van het stangorgaan.
5. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 4, met 30 het kenmerk, dat de zijwand van het lichaam is geribbeld.
6. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 2, gekenmerkt door een draaitap welke tussen de nokconstructie en het lichaam wordt geplaatst ten behoeve van het overdragen naar de nokconstructie van de drukkrachten van het lichaam die de 35 kantelbeweging tegenwerken.
7. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kop van het stangorgaan in het lichaam wordt ingebed nabij het vooruitstekende einde daarvan. 87030 17 -19-
8. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het stangorgaan zodanig wordt geplaatst dat de longitudinale as daarvan in hoofdzaak horizontaal ligt.
9. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 2, 5 gekenmerkt door een orgaan voor het ontgrendelbaar grendelen van de zittingconstructie zodat er een kantelbeweging mogelijk is.
10. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het ontgrendelbare vergrendelingsorgaan 10 werkzaam is teneinde de zittingconstructie enkel te vergrendelen waardoor er geen kantelbeweging mogelijk is in de volledig rechtopstaande stand van de zittingconstructie ten opzichte van de draagkolom.
11. Het kantelregelstelsel volgens conclusie 2, 15 met het kenmerk, dat de horizontale as die wordt omschreven door de armen van het zittingbevestigingsorgaan zodanig ten opzichte van de voorzijcfe van de stoelzittingconstructie wordt geplaatst dat de voorzijde van de stoelzittingconstructie niet meer dan ongeveer 2,5 cm omhoog beweegt wanneer een maximale achterwaartse 20 kantelbeweging van de stoelconstructie tot stand wordt gebracht. -o-0-o-o-o-o-o-o-o-o- 8703027
NL8703027A 1987-06-12 1987-12-15 Kantelregelinrichting voor een bureaustoel. NL8703027A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US07/060,920 US4752101A (en) 1987-06-12 1987-06-12 Tilt control arrangement for office furniture chair
US6092087 1987-06-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8703027A true NL8703027A (nl) 1989-01-02

Family

ID=22032562

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8703027A NL8703027A (nl) 1987-06-12 1987-12-15 Kantelregelinrichting voor een bureaustoel.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4752101A (nl)
BE (1) BE1001864A3 (nl)
CA (1) CA1276539C (nl)
DE (1) DE3806540A1 (nl)
FR (1) FR2616307B1 (nl)
GB (1) GB2206487B (nl)
LU (1) LU87088A1 (nl)
NL (1) NL8703027A (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5464274A (en) * 1994-01-13 1995-11-07 Westinghouse Electric Corporation Chair seat tilt adjustment and locking mechanism
DE29717571U1 (de) * 1997-10-02 1997-12-18 Sifa Sitzfabrik Gmbh Sitzträger für Stühle
US6176548B1 (en) 1998-10-23 2001-01-23 Haworth, Inc. Tilt mechanism for chair having adjustable spring characteristics
US6209958B1 (en) 1998-10-23 2001-04-03 Haworth, Inc. Universal tilt mechanism for a chair
US6231126B1 (en) * 2000-07-27 2001-05-15 Tien-Fu Cheng Structure for fastening a support shaft to a seat of a chair
AU783829B2 (en) 2000-09-28 2005-12-08 Formway Furniture Limited A reclinable chair
AUPR054400A0 (en) 2000-09-29 2000-10-26 Formway Furniture Limited A castor
US6523897B2 (en) * 2001-03-27 2003-02-25 Toung Chun Pan Chair adjustable to different heights and angles
US6598936B1 (en) 2001-04-11 2003-07-29 Michael N. Klein Multi-task mid-pivot chair control mechanism
US6585320B2 (en) 2001-06-15 2003-07-01 Virco Mgmt. Corporation Tilt control mechanism for a tilt back chair
US7566099B2 (en) * 2003-10-22 2009-07-28 Lord Corporation Furniture seatback tilt recline angle limiter and method
USRE47132E1 (en) 2004-08-17 2018-11-20 Dirtt Environmental Solutions, Ltd Integrated reconfigurable wall system
CA2516083C (en) 2004-08-17 2013-03-12 Dirtt Environmental Solutions Ltd. Integrated reconfigurable wall system
US7922248B2 (en) 2007-01-29 2011-04-12 Herman Miller, Inc. Seating structure and methods for the use thereof
US8915544B2 (en) 2011-08-26 2014-12-23 La-Z-Boy Incorporated Furniture member with mechanism for powered occupant lift
EP2736382A4 (en) 2011-12-28 2015-03-04 Dirtt Environmental Solutions MODULAR WALLS COMPRISING AN EXTENSIBLE ENHANCED FURNITURE
US9010851B2 (en) 2013-09-19 2015-04-21 La-Z-Boy Incorporated Furniture member power mechanism with selectable lift movement and zero gravity position
US9358167B2 (en) 2013-09-19 2016-06-07 La-Z-Boy Incorporated Furniture member power mechanism with selectable lift movement and zero gravity position
US9326606B2 (en) 2013-09-19 2016-05-03 La-Z-Boy Incorporated Furniture member power mechanism with zero gravity and rear tilt positions
US10301821B2 (en) 2014-02-20 2019-05-28 DIRTT Environmental Solutions., Ltd. Reconfigurable wall system
CA2932533C (en) 2016-02-10 2023-10-03 Dirtt Environmental Solutions, Ltd. Modular walls with embedded furniture and opposing feature
WO2017214425A1 (en) 2016-06-10 2017-12-14 Dirtt Environmental Solutions, Inc. Wall system with electronic device mounting assembly
EP3322863A4 (en) 2016-06-10 2019-05-01 DIRTT Environmental Solutions, Ltd. GLASS SUBSTRATES WITH TOUCH SCREEN TECHNOLOGY
CA3030282A1 (en) 2016-07-08 2018-01-11 Dirtt Environmental Solutions, Inc. Low-voltage smart glass
US11589678B2 (en) 2019-01-17 2023-02-28 Hni Technologies Inc. Chairs including flexible frames
WO2020172243A1 (en) 2019-02-21 2020-08-27 Steelcase Inc. Body support assembly and methods for the use and assembly thereof
US11357329B2 (en) 2019-12-13 2022-06-14 Steelcase Inc. Body support assembly and methods for the use and assembly thereof
EP4333673A1 (en) 2021-05-05 2024-03-13 Steelcase Inc. Body support assembly and methods for the use and assembly thereof

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2082499A (en) * 1934-05-25 1937-06-01 Collier Keyworth Company Chair iron
US2228719A (en) * 1937-04-10 1941-01-14 Harry W Bolens Chair iron
US2283062A (en) * 1939-06-15 1942-05-12 Bassick Co Tilting chair mounting
US2365468A (en) * 1940-05-04 1944-12-19 Bassick Co Tilting chair mounting
US2374350A (en) * 1941-10-01 1945-04-24 Bassick Co Posture chair
US2463257A (en) * 1947-06-25 1949-03-01 Seng Co Resilient mounting means for tilting chairs
US2956619A (en) * 1958-10-03 1960-10-18 Cramer Posture Chair Company I Tilt back chair
US3453024A (en) * 1967-11-06 1969-07-01 Stewart Warner Corp Single action chair control
DE1957892A1 (de) * 1968-11-18 1970-08-13 Stewart Warner Corp Gummifederanordnung fuer eine Stuhlregulierung
US3741607A (en) * 1970-10-05 1973-06-26 H Cramer Chair
US4013258A (en) * 1974-12-24 1977-03-22 Frank Doerner Chair control for tiltable chairs
US4018415A (en) * 1976-01-13 1977-04-19 Herman Miller, Inc. Mechanism for tilting chairs
US4014086A (en) * 1976-08-04 1977-03-29 Frank Doerner Safety feature for chair controls
US4479679A (en) * 1981-06-08 1984-10-30 Steelcase Inc. Body weight chair control
DE3139448C2 (de) * 1981-10-03 1984-06-07 Kusch & Co Sitzmöbelwerke KG, 5789 Hallenberg Stuhl
DE8133573U1 (de) * 1981-11-17 1983-05-05 Fritz Bauer + Söhne oHG, 8503 Altdorf Arretierbare wippvorrichtung fuer sitzteile von sitzmoebeln
DE3322450A1 (de) * 1983-06-22 1985-01-10 August Fröscher GmbH & Co KG, 7141 Steinheim Vorrichtung zum verstellen des sitzes und der rueckenlehne von stuehlen

Also Published As

Publication number Publication date
GB8726880D0 (en) 1987-12-23
US4752101A (en) 1988-06-21
BE1001864A3 (fr) 1990-03-27
GB2206487B (en) 1990-05-16
LU87088A1 (fr) 1989-07-07
DE3806540A1 (de) 1988-12-29
GB2206487A (en) 1989-01-11
FR2616307B1 (fr) 1990-11-02
CA1276539C (en) 1990-11-20
FR2616307A1 (fr) 1988-12-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8703027A (nl) Kantelregelinrichting voor een bureaustoel.
US4889384A (en) Knee-action chair control
EP0614633B1 (en) Adjustbale backrest for a chair
US7234775B2 (en) Dynamically balanced seat assembly having independently and arcuately movable seat and backrest and method
US4892354A (en) Chair seat tilt control
US5035466A (en) Ergonomic chair
US5106157A (en) Chair height and tilt adjustment mechanisms
JPH0243481B2 (nl)
JPH0471523B2 (nl)
JPH09503144A (ja) 背部分割型椅子
US5259663A (en) Chair seat mounting mechanism
US10743667B2 (en) Chair back tilt mechanism
JPS5810008A (ja) いすシ−ト取付部
US5452937A (en) Plate for connecting the seat, back and legs, especially for chairs
US20060284461A1 (en) Chair with recline control mechanism, recline limit control and back tilt mechanism
US4345733A (en) Mounting device for a chair seat
US7497516B2 (en) Mobile joint with several stable positions, suitable for use in furniture
JP4261001B2 (ja) 椅子
CN111315260A (zh) 座位模块和倾斜机构
KR102210240B1 (ko) 탄성력 조절이 가능한 의자 등받이 경사 조절기구
CN219895138U (zh) 一种便于调节的办公椅
JP2508699Y2 (ja) 椅子の座板傾動装置
CN212815290U (zh) 会议椅及其靠背倾仰调节装置
JPS5920121Y2 (ja) 椅子における座板傾動装置
EP0566192A1 (en) A wheelchair

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed