NL8702810A - Elektrisch scheerapparaat. - Google Patents

Description

» PHN 12.318 1 k N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Elektrisch scheerapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een elektrisch scheerapparaat iet tenminste een scheereenheid met een aandrijfbaar scheerorgaan, met een eerste huisdeel dat het aandrijfmechanisme voor het scheerorgaan bevat en met een losneembaar tweede huisdeel dat een 5 oplaadbare batterij en een oplaadinrichting bevat, waarbij in de operationele toestand van het scheerapparaat als de huisdelen zijn samengevoegd, door middel van elektrische contactelementen de huisdelen elektrisch met elkaar zijn verbonden .

Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit 10 het Amerikaanse octrooi 3,067,373. Bij deze bekende uitvoeringsvorm wordt met behulp van de elektrische contactelementen tevens de mechanische verbinding van de huisdelen verkregen. Een nadeel hiervan is dat de elektrische contactelementen zich meestal niet op de voor de mechanische bevestiging meest gunstige plaats bevinden en de verbinding 15 door slijtage en materiaalvermoeidheid na verloop van tijd onbetrouwbaar kan worden.

De uitvinding heeft tot doel voor dit probleem een oplossing te verschaffen en wordt daardoor gekenmerkt, dat de huisdelen zijn voorzien van een vergrendelmechanisme met vergrendelorganen welke 20 worden gevormd door een haakvormig orgaan aan één der huisdelen en een corresponderende nok aan het andere huisdeel, waarbij tenminste één van de vergrendelorganen met behulp van een bedieningsorgaan verplaatsbaar is.

Een bijzonder uitvoeringsvoorbeeld is vermeld in 25 conclusies 2.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een scheerapparaat met uit elkaar genomen huisdelen.

30 Figuur 2 is een schematisch aanzicht van het scheerapparaat van figuur 1.

Figuur 3 toont in aanzicht een vergrendelmechanisme.

.8702810 i PHN 12.318 2

Figuur 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV in figuur 3.

Figuur 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 2.

5 Het elektrisch scheerapparaat, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, omvat de huisdelen 1 en 2 welke ten aanzien van elkaar losneembaar zijn. Het eerste huisdeel 1 is voorzien van twee scheereenheden 3 en het aandrijfmechanisme 4. Een scheereenheid 3 bestaat uit een kap 5 met haarvangopeningen 6 en een roterend 10 aandrijfbaar scheerorgaan 7. Het aandrijfmechanisme 4 omvat de elektromotor 8 welke via de tandwielen 9 en 10 en de as 11 met een scheerorgaan 7 is gekoppeld.

Het tweede huisdeel 2 is voorzien van de elektrisch energiebron voor de motor, in dit geval twee oplaadbare batterijen 12.

15 Bovendien is in dit huisdeel een elektrische oplaadinrichting 13 ondergebracht. Het huisdeel 2 kan met de contactelementen 14 op een wandcontactdoos worden aangesloten voor het opladen van de batterijen.

In de operationele toestand als de huisdelen 1 en 2 zijn samengevoegd (figuur 2), wordt met dezelfde contactelementen 14 de elektrische 20 verbinding tussen de beide huisdelen tot stand gebracht. In het elektrische circuit met de motor 8 en de batterijen 12 is tevens een schakelaar 15 opgenomen.

Het huisdeel 2 omvat een gedeelte 16 dat in de samengebouwde toestand wordt omsloten door een overlappend wanddeel 17 25 van het eerste huisdeel. Hierbij bevindt zich een in een groef 18 van gedeelte 16 gelegen ringvormig afdichtingsorgaan 19 tussen het eerste en tweede huisdeel (zie ook figuur 4), waardoor deze huisdelen waterdicht met elkaar zijn verbonden. Het afdichtingsorgaan 19 is bijvoorbeeld uitgevoerd als een 0-ring welke bij voorkeur afdichtend aanligt tegen 30 tegenover elkaar gelegen wanddelen 20, 21 van het eerste respectievelijk het tweede huisdeel, welke wanddelen zich in hoofdzaak dwars op het vlak van de 0-ring uitstrekken. Door er voor te zorgen dat alle contactelementen 14 voor de elektrisch losneembare verbinding tussen de huisdelen binnen dit ringvormig afdichtingsorgaan 19 zijn gelegen wordt 35 voorkomen dat tijdens het reinigen van het apparaat met een vloeistof, bijvoorbeeld water, deze vloeistof langs de contactelementen in de huisdelen 1 en 2 lekt. Afzonderlijke afdichting van de contactelementen . 87 02 81 0 Λ ΡΗΝ 12.318 3 op de plaatsen waar deze de wanden van de huisdelen 1 en 2 passeren is hiermee overbodig geworden.

De genoemde lekkage is ongewenst vanwege het gevaar voor kortsluiting en wegens de mogelijkheid dat constructieonderdelen in de 5 huisdelen gaan corroderen. Het gevaar voor lekkage zal in het algemeen slechts optreden als het apparaat na het gebruik wordt gereinigd en de huisdelen 1 en 2 nog aan elkaar zijn bevestigd.

Om voortijdig van elkaar gaan van de huisdelen 1 en 2 te voorkomen is het apparaat aan weerszijde voorzien van een 10 vergrendelingmechanisme 22 (figuur 3 tot en met 5) dat wordt gevormd door een haakvormig orgaan 23 aan huisdeel 1 en een nok 24 aan huisdeel 2.

Als de beide huisdelen aan elkaar zijn bevestigd, grijpt het haakvormig orgaan 23 achter de nok 24. De nok 24 is onderdeel van 15 een schuif 25 welke is gelegen in de uitsparing 26 in de wand van huisdeel 2 en welke verschuifbaar is in de pijlrichting P in een positie waarbij de nok 24 vrij is van het haakvormig orgaan 23 zodat de huisdelen 1 en 2 uit elkaar kunnen worden genomen. Voor de arretering van de schuif 25 is deze voorzien van een verende arm 27 met aan het 20 uiteinde een uitstekend deel 28. Zowel in de positie waarin het haakvormig orgaan 23 achter de nok 24 grijpt als in de positie waarin de nok 24 vrij ligt van het haakvormig orgaan 23, ligt het uitstekend deel 28 in een uitsparing 29 van de met huisdeel 2 verbonden balk 30.

Om te voorkomen dat de schuif 25 uit de uitsparing 26 25 valt is de schuif voorzien van een ribbe 31 welke achter een haakvormig deel 32 van huisdeel 2 ligt.

In de vereenvoudigde doorsnede van figuur 5 zijn van de vergrendelmechanismen 22 aan weerszijden van het apparaat slechts de verplaatsbare schuiven 25 weergegeven. Deze schuiven 25 zijn voorzien 30 van een gemeenschappelijk U-vormig bedieningsorgaan 33 dat met conventionele middelen, zoals een lijm- of schroefverbinding, aan de schuiven 25 is bevestigd. Het bedieningsorgaan is in pijlrichting P verplaatsbaar tot in de met onderbroken lijnen weergegeven positie, waarbij de schuiven 25 eveneens gelijktijdig in deze richting worden 35 verschoven en zoals hierboven beschreven de nok 24 vrij komt van het haakvormig orgaan 23. Als na het opladen van de batterijen 12 het huisdeel 2 op huisdeel 1 wordt geplaatst kan door verschuiven van het . 870281 0 PHN 12.318 4 / bedieningsorgaan 33 in de aan P tegengestelde richting de vergrendeling van de huisdelen tot stand worden gebracht.

Het bedieningsorgaan is voorzien van een uitholling 34 voor bijvoorbeeld duim of vinger van een hand zodat zowel kracht op het 5 bedieningsorgaan 33 kan worden uitgeoefend in de pijlrichting P als in een richting loodrecht daarop als de beide huisdelen uit elkaar moeten worden genomen.

De schuif 25 kan zijn voorzien van een elastische arm 35 welke aanligt tegen de rand 36 van de uitsparing 26 (figuur 3) zodat 10 steeds een veerkracht in de aan P tegengestelde richting op de schuif 25 wordt uitgeoefend. Eventueel kan dan het arreteringsmechanisme van de schuif 25 met de onderdelen 27, 28, 29 en 30 vervallen.

Met de hierboven beschreven constructie kan een betrouwbaar vergrendelmechanisme worden verkregen dat eenvoudig en snel 15 is te bedienen en waarbij de elektrische contactelementen worden ontlast.

. 870281 0

Claims (2)

4 ik PHN 12.318 5

1. Elektrisch scheerapparaat met een eerste huisdeel voorzien van tenminste een scheereenheid met een aandrijfbaar scheerorgaan, welk eerste huisdeel het aandrijfmechanisme voor het scheerorgaan bevat en met een tweede losneembaar huisdeel dat een 5 oplaadbare batterij en een oplaadinrichting bevat, waarbij in de operationele toestand van het scheerapparaat, als de huisdelen zijn samengevoegd door middel van contactelementen de huisdelen elektrisch met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de huisdelen zijn voorzien van een vergrendelmechanisme met vergrendelorganen welke worden 10 gevormd door een haakvormig orgaan aan één der huisdelen en een corresponderende nok aan het andere huisdeel, waarbij tenminste één van de vergrendelorganen met behulp van een bedieningsorgaan verplaatsbaar is.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het apparaat aan weerszijden is voorzien van vergrendelmechanismen met voor beide vergrendelmechanismen een gemeenschappelijk ü-vormig bedieningsorgaan. .8702810