NL8702708A - Dockshelter. - Google Patents
Dockshelter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8702708A NL8702708A NL8702708A NL8702708A NL8702708A NL 8702708 A NL8702708 A NL 8702708A NL 8702708 A NL8702708 A NL 8702708A NL 8702708 A NL8702708 A NL 8702708A NL 8702708 A NL8702708 A NL 8702708A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- truck
- pull
- pull cables
- elements
- dock shelter
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G69/00—Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
- B65G69/008—Dock- or bumper-seals
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
Description
4 i
Nw 9421
Titel: Dockshelter.
De uitvinding heeft betrekking op een dockshelter voor het aan drie zijden afsluiten van een tegen een laadopening van een gebouw geplaatste vrachtauto of container, bestaande uit drie opblaasbare, uit segmenten 5 opgebouwde matrasvormige elementen, waarvan er twee in hoofdzakelijk horizontale richting beweegbaar zijn en de derde in vertikale richting beweegbaar is door toevoer van lucht aan een van deze elementen, welk derde element is voorzien van een roteerbare in zijsteunen 10 gemonteerde as, welke aan beide uiteinden is uitgerust met middelen voor het opwikkelen van een trekkabel, welke trekkabels het derde element in bovenwaartse richting kunnen optrekken.
Een dergelijke dockshelter is bekend uit het 15 Europese octrooischrift 69.093. Dockshelters van dit type moeten aanpasbaar zijn aan de grootte van de vrachtauto of container die voor een laadopening wordt geplaatst.
De maximale opening is ongeveer 280 cm hoog en 270 cm breed, terwijl de minimale opening 200 cm hoog en 170 20 cm breed is. Aanpassing in breedterichting geeft doorgaans weinig problemen omdat het verschil tussen de maximale en minimale breedte door twee in hoofdzakelijke horizontale richting beweegbare, matrasvormige elementen wordt opgevangen. Aanpassing in hoogterichting is lastiger omdat 25 slechts een vertikaal beweegbaar matrasvormig element aanwezig is, dat het totale hoogteverschil van 80 cm moet kunnen overbruggen en daarbij ook nog voor luchtdichte afsluiting met name op de hoekpunten moet zorgen. Indien bijvoorbeeld het vertikaal beweegbare element juist 30 gestrekt is bij minimale opening van 200 cm hoogte, ontstaat bij bijvoorbeeld een vrachtwagenhoogte van 250 cm het probleem dat het vertikaal beweegbare element . 8702708 •h \ \ -2- in opgeblazen toestand uitknikt en een V-vormige gedaante aanneemt, waardoor geen sprake meer is van een goede afdichting op de hoekpunten bij de opening. Bij de dock-shelter volgens het Europese octrooi 69.093 is dit probleem 5 ondervangen door aan de achterzijde van het vertikaal beweegbare, matrasvormige element een scherm aan te brengen, waarvan het ene uiteinde is verbonden met het onderste uiteinde van het vertikaal beweegbare element, terwijl het andere uiteinde van dit scherm opwikkelbaar 10 is op een roteerbaar in zijsteunen gemonteerde as, die zich bevindt boven het niveau van de maximale opening in vertikale richting. Bij het opblazen van het vertikaal beweegbare element wordt het achter dit element gelegen scherm van deze roteerbare as afgewikkeld en naar beneden 15 getrokken, zodat ook bij een V-vormige gedaante van het matrasvormige element het scherm in een vertikaal vlak blijft liggen en de twee zijdelings beweegbare elementen op de hoekpunten kan afsluiten. Het vertikaal beweegbare element en het daarmee verbonden scherm kan 20 in bovenwaartse richting worden getrokken met behulp van trekkabels, waaraan gewichten zijn gehangen. Deze trekkabels worden bij benedenwaartse beweging van het vertikaal beweegbare matrasvormige element opgewikkeld op trommels, die aan de uiteinden van de roteerbare 25 as zijn aangebracht, waarbij uiteraard de aan de trekkabels bevestigde gewichten omhoog moeten worden getrokken.
Bij het afschakelen van de luchtmotor, waarmee de matrasvormige elementen worden opgeblazen zorgen de gewichten aan de trekkabels voor het omhoog trekken van het vertikaal 30 beweegbare, matrasvormige element en het oprollen van het daarmee verbonden scherm op de roteerbare as.
De uitvinding beoogt een dockshelter van het bovenomschreven type te verschaffen, waarbij het vertikaal beweegbare, matrasvormige element in elke hoogtestand 35 in een vertikaal vlak is gelegen en derhalve geen V-vormige -.8702708 « -3- gedaante kan aannemen, zodat het vertikaal beweegbare • element zelf bij elke hoogtestand voor een goede afdichting kan zorgen. De dockshelter volgens de uitvinding is daartoe gekenmerkt doordat het derde element aan de 5 onderzijde is voorzien van een buis met aan weerszijden buiten het derde element uitstekende uiteinden, die elk zijn verbonden met het uiteinde van een van de trek-kabels, welke trekkabels een geleiding vormen voor de vertikale beweging van het derde element.
10 Door de trekkabels niet alleen een optrekfunctie te geven maar tevens een geleidingsfunctie voor het derde element kan het met dit derde element verbonden vertikaal beweegbare scherm, zoals toegepast bij de bovenomschreven constructie achterwege worden gelaten 15 terwijl bij elke hoogtestand van het vertikaal beweegbare element een goede afdichting wordt verkregen. De aan de onderzijde van het derde element aangebrachte buis draagt bij tot het gemakkelijk benedenwaarts bewegen van het vertikaal beweegbare element en zorgt tevens 20 voor het in de juiste positie houden van dit element in neergelaten toestand.
Bij voorkeur zijn de segmenten van het derde element aan weerszijden voorzien van geleidingsogen voor de trekkabels, welke trekkabels opwikkelbaar zijn 25 op de in zijsteunen gemonteerde holle as, waarin een in twee draairichtingen elektrische aandrijfbare buismotor is aangebracht.
Door de trekkabels opwikkelbaar te maken op een met behulp van een op zichzelf bekende buismotor aandrijf-30 bare holle as is het niet nodig de trekkabels aan het onderuiteinde van gewichten te voorzien, die door het opblazen van het derde element in hoogterichting moeten worden verplaatst, ten gevolge waarvan in de matrasvormige elementen een hogere luchtdruk moet worden aangebracht 35 dan zonder deze gewichten noodzakelijk zou zijn. Door .8702708 -4- ·*» het aanbrengen van geleidingsogen aan weerszijden van de segmenten van het derde element kunnen de trekkabels hun geleidingsfunctie op eenvoudige wijze vervullen.
Een aanpassing van de positie van het vertikaal 5 beweegbare element ten opzichte van de hoogte van de vrachtauto of container kan op elegante wijze worden verkregen door de buismotor te voorzien van een besturings-inrichting, met behulp waarvan het aantal omwentelingen van de holle as instelbaar is. Het zal duidelijk zijn 10 dat elke omwenteling van de opwikkelas voor de trekkabels een van de diameter van die holle as afhankelijke verplaatsing van het vertikaal beweegbare element teweeg brengt en dat voor het op de juiste hoogte plaatsen van het derde element slechts de keuze van het aantal omwentelingen 15 voldoende is.
Om de trekkabels in elke positie voldoende onder spanning te houden zijn de uiteinden van de trekkabels bij voorkeur ter plaatse van de buis verbonden met elastische koorden, die het derde element een voorspanning 20 in benedenwaartse richting geven.
De uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een vooraanzicht van een dockshelter bij 25 minimale laadopening, fig. 2 een zij-aanzicht van de dockshelter volgens figuur lr fig. 3 een bovenaanzicht van de dockshelter volgens figuur 1, 30 fig. 4 een nadere uitwerking van een detail in figuur 3, fig. 5 een zij-aanzicht overeenkomstig fig. 2, op vergrote schaal, fig. 6 het detail B van figuur 5, weergegeven 35 op vergrote schaal, en . 8702708 I · -5- fig. 7a-b het detail A van figuur 5, weergegeven op vergrote schaal bij volledig opgeblazen toestand van het vertikaal beweegbare element resp. bij niet volledig opgeblazen toestand.
5 De dockshelter zoals in figuur 1 met getrokken lijnen in vooraanzicht weergegeven bestaat uit een vertikaal beweegbaar, matrasvormig element 1 en twee in horizontale richting beweegbare, matrasvormige elementen 2, waarbij beide elementen 1, 2 zijn weergegeven in de 10 volledig opgeblazen toestand, waarin een minimale laadope-ning wordt vrijgelaten. Met stippellijnen is in figuur 1 de andere uiterste stand van de elementen 1, 2 weergegeven, waarbij de lucht uit de elementen 1, 2 is verdwenen.
Voor het opblazen van de elementen 1, 2 is aan de boven-15 zijde van de dockshelter een luchtmotor 3 geplaatst, waarvan de persopening is aangesloten op het vertikaal beweegbare element 1, dat via verbindingskanalen 13 is verbonden met de horizontaal beweegbare elementen 2. De luchtmotor kan eventueel qua draairichting omschakel-20 baar zijn, waarbij de luchtmotor 3 kan werken als luchtpomp voor het leegzuigen van de elementen 1, 2. Voor een goed functioneren van de dockshelter is het leegzuigen van de elementen 1, 2 niet nodig. In de horizontaal beweegbare elementen 2 zijn elastische koorden 12 aange-25 bracht (zie figuur 4), die deze elementen 2 bij het stopzetten van de luchttoevoer kunnen terugtrekken in de uitgangspositie, onder uitdrijving van de daarin aanwezige lucht. Voor het vertikaal beweegbare element 1 kunnen dergelijke elastische koorden 12 niet worden 30 toegepast omdat niet alleen de vouwweerstand van het matras moet worden overwonnen maar ook het eigen gewicht daarvan.
Uit figuur 5 blijkt de opbouw van het vertikaal beweegbare, matrasvormige element. Daarin zijn op regelma-35 tige afstanden tussenschotten 15 aangebracht die het . 8702708 % -6- element verdelen in een aantal segmenten 14. In de tussen-schotten 15 zijn een of meer openingen aanwezig zodat lucht vanuit het ene segment 14 kan stromen naar de naburige segmenten 14. Op tussenschot 15 van de onderste 5 twee segmenten 14 is een buis 10 aangebracht, waarvan de uiteinden zijdelings uitsteken buiten het segment 14. In deze uiteinden van de buis 10 zijn gaten geboord voor het doorlaten van het uiteinde 9 van een trekkabel 7. Deze trekkabel 7 is verder geleid door geleidingsogen 10 16, die op de zijwanden van de segmenten 14 zijn aangebracht.
Op een vast punt boven de vertikale matras is een snaar-schijf 8 aangebracht voor het omleiden van de trekkabel 7 naar de horizontaal verlopende, achter de vertikale matras gelegen holle as 4. In deze holle as 4 is een 15 in twee draairichtingen elektrisch aandrijfbare buismotor 5 aangebracht die derhalve de trekkabel 7 kan opwikkelen resp. afwikkelen. Aan de andere zijde van de holle as 4 bevindt zich eveneens een snaarschijf 8, via welke de aan de andere zijde van de vertikale matras aanwezige 20 trekkabel 7 op de holle as 4 kan worden opgewikkeld.
De buismotor 5 is bij voorkeur voorzien van een besturings-inrichting, die in figuur 6 schematisch met 6 is aangegeven. Met een dergelijke, op zichzelf bekende besturingsinrichting kan men het aantal omwentelingen instellen dat de holle 25 as 4 moet roteren in zowel de ene als ook in de andere draairichting.
Om de beide trekkabels 7 steeds voldoende gespannen te houden is er aan het vrije uiteinde 9 van elke trekkabel 7 een elastisch koord 11 aangebracht, waarvan het andere 30 uiteinde met een vast punt van de constructie is verbonden.
De werking van de inrichting is als volgt: stel de dockshelter bevindt zich in volledig ingetrokken toestand, zoals in figuur 1 met stippellijnen is aangegeven. Een vrachtauto wordt voor deze maximale 35 laadopening geparkeerd en de hoogte van deze vrachtauto . 8702708 -7- φ is 240 cm, zodat de vertikale matras over een afstand van 40 cm moet zakken. Deze 40 cm komt bijvoorbeeld overeen met vier omwentelingen van de holle as 4. Door het inbrengen van het getal 4 in de besturingsinrichting 5 6 van de buismotor 5 maakt de holle as 4 vier omwentelingen in afwikkelrichting van de trekkabels 7, waarbij de uiteinden 9 van deze trekkabels 7 door de elastische koorden 11 over een afstand van 40 cm naar beneden worden getrokken. Omdat deze trekkabels 7 door de uiteinden 10 van de buis 10 zijn gevoerd (zie figuur 7a, b) hoeft dit niet te betekenen dat ook de buis 10 bij het afwikkelen van de trekkabels 7 in benedenwaartse richting beweegt.
Dit geschiedt in elk geval wel indien de luchtmotor 3 wordt ingeschakeld en de matras 1 vol lucht wordt 15 gepompt. Via de verbindingskanalen 13 staat de matras 1 in verbinding met de horizontaal beweegbare matrassen 2, die tijdens het volpompen daarvan in horizontale richting binnenwaarts verschuiven totdat zij komen aan te liggen tegen de zijwanden van de voor de laadopening 20 geplaatste vrachtauto. Bij het volpompen van de vertikale matras 1 verschuift de buis 10 over de gespannen trekkabels 7 naar beneden, waarbij het onderste segment 14 daarvan dichter komt aan te liggen op de bovenzijde van de vrachtauto. Bij het verder oppompen van de vertikale matras 25 1 schuiven de geleidingsogen 16 over de gespannen trekkabels 7, waardoor wordt verhinderd dat de vertikale matras 1 gaat uitknikken. De vertikaal beweegbare matras 1 blijft in een zuiver vertikaal vlak liggen en verhinderd tevens het uitknikken van de horizontaal beweegbare 30 matrasvormige elementen 2. De te laden of te lossen vrachtwagen is nu aan drie zijden volledig en afdichtend opgesloten tussen de matrasvormige elementen 1, 2.
Na het laden resp. lossen van de vrachtwagen wordt de luchtmotor 3 afgeschakeld en wordt de besturings-35 inrichting 6 van de buismotor 5 wederom bedient, thans .8702708 -1 v -8- in opwikkelrichting van de trekkabels 7. Bij het opwikkelen van de trekkabels 7 wordt de buis 10 in bovenwaartse richting verplaatst onder gelijktijdig leegdrukken van de boven de buis 10 gelegen segmenten 14 van de vertikale 5 matras 1. De horizontaal beweegbare elementen 2 worden leeggedrukt onder invloed van de elastische koorden 12 (figuur 4).
Doordat de in horizontale richting beweegbare elementen 2 zich in een zuiver vertikaal vlak verplaatsen 10 kan men voor deze elementen 2 met minder elementen 14 volstaan dan het geval is bij de volgens een cirkelboog verplaatsbare elementen als bekend uit het Europese octrooischrift 69.093.
.8702708 »
Claims (5)
1. Dockshelter voor het aan drie zijden afsluiten van een tegen een laadopening van een gebouw geplaatste vrachtauto of container/ bestaande uit drie opblaasbare/ uit segmenten opgebouwde matrasvormige elementen, waarvan 5 er twee in hoofdzakelijk horizontale richting beweegbaar zijn en de derde in verticale richting beweegbaar is door toevoer van lucht aan een van deze elementen, welk derde element is voorzien van een roteerbaar in zijsteunen gemonteerde as, welke aan beide uiteinden is uitgerust 10 met middelen voor het opwikkelën van een trekkabel, welke trekkabels het derde element in bovenwaartse richting kunnen optrekken, met het kenmerk, dat het derde element (1) aan de onderzijde is voorzien van een buis (10) met aan weerszijden buiten het derde element uitstekende 15 uiteinden, die elk zijn verbonden met het uiteinde (9) van een van de trekkabels (7), welke trekkabels (7) een geleiding vormen voor de verticale beweging van het derde element (1).
2. Dockshelter volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat de segmenten (14) van het derde element (1) aan weerszijden zijn voorzien van geleidingsogen (16) voor de trekkabels (7), welke trekkabels opwikkelbaar zijn op de in zijsteunen gemonteerde holle as (4), waarin een in twee draairichtingen electrisch aandrijfbare 25 buismotor (5) is aangebracht.
3. Dockshelter volgens de conclusies 1-2, met het kenmerk, dat een besturingsinrichting (6) voor de buismotor (5) aanwezig is met behulp waarvan het aantal omwentelingen van de holle as (4) instelbaar is.
4. Dockshelter volgens de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de uiteinden (9) van de trekkabels (7) ter plaatse van de buis (10) zijn verbonden met elastische .«701708 -10- * koorden (4), die het derde element een voorspanning in benedenwaartse richting geven.
5. Dockshelter volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de elementen (2) voor het afdichten 5 van de zijwanden van de vrachtauto in een plat vlak beweegbaar zijn. . 8702708
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8702708A NL8702708A (nl) | 1987-11-12 | 1987-11-12 | Dockshelter. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8702708A NL8702708A (nl) | 1987-11-12 | 1987-11-12 | Dockshelter. |
NL8702708 | 1987-11-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8702708A true NL8702708A (nl) | 1989-06-01 |
Family
ID=19850907
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8702708A NL8702708A (nl) | 1987-11-12 | 1987-11-12 | Dockshelter. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8702708A (nl) |
-
1987
- 1987-11-12 NL NL8702708A patent/NL8702708A/nl not_active Application Discontinuation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3000473A (en) | Telescoping tower | |
US6203261B1 (en) | Adjustable reclaiming device for moving bulk material | |
US3019450A (en) | Retractable swimming pool cover | |
US9731640B1 (en) | Mobile fall protection unit for flatbed platforms | |
US4250690A (en) | Container loading systems | |
US11691831B2 (en) | Portable conveyor system including pivotable and extendable feed conveyors for feeding particulate material into an elevating assembly | |
US5478129A (en) | Movable photo vehicle | |
EP0505166B1 (en) | Lifting apparatus | |
US4834445A (en) | Cover deployment apparatus | |
US9028195B1 (en) | Telescoping cargo lifting apparatus for a truck | |
JP2005533948A (ja) | 格納式自動回転ブラインド | |
ES2343521T3 (es) | Sistema de cubierta de vaciado para descarga de material fragmentario desde un conjunto de suelo alternativo. | |
US3859481A (en) | Telescoping power support | |
US9884576B1 (en) | Combination loading system and hose bed for a firefighting vehicle | |
CA3105632A1 (en) | Skid mounted storage system with collapsible silo for flowable material | |
JP7041579B2 (ja) | シャッター装置のシャッターカーテン施工装置及びその施工方法 | |
NL8702708A (nl) | Dockshelter. | |
US11472642B2 (en) | Bin unloader | |
US3138399A (en) | Grain truck cover | |
NL1003245C2 (nl) | Inrichting voor het vormen van een langwerpige overkapping alsmede werkwijze en inrichting voor het oprichten daarvan. | |
US5553807A (en) | Fence installation method and device | |
CN206273770U (zh) | 可移动装设于建筑物楼顶地面的展收式吊挂装置 | |
US3268999A (en) | Method for raising a stiff horizontal frame | |
US5967718A (en) | Assembly for securing articles to a moveable platform | |
JPS6135081B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |