NL8702348A - Stroomregelaar. - Google Patents

Stroomregelaar. Download PDF

Info

Publication number
NL8702348A
NL8702348A NL8702348A NL8702348A NL8702348A NL 8702348 A NL8702348 A NL 8702348A NL 8702348 A NL8702348 A NL 8702348A NL 8702348 A NL8702348 A NL 8702348A NL 8702348 A NL8702348 A NL 8702348A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
user
members
inhalation
gas
exhalation
Prior art date
Application number
NL8702348A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bunn Co John
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bunn Co John filed Critical Bunn Co John
Publication of NL8702348A publication Critical patent/NL8702348A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/06Respiratory or anaesthetic masks
    • A61M16/0666Nasal cannulas or tubing
    • A61M16/0672Nasal cannula assemblies for oxygen therapy
    • A61M16/0677Gas-saving devices therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/0051Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes with alarm devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/021Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes operated by electrical means
    • A61M16/022Control means therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/10Preparation of respiratory gases or vapours
    • A61M16/1005Preparation of respiratory gases or vapours with O2 features or with parameter measurement
    • A61M16/101Preparation of respiratory gases or vapours with O2 features or with parameter measurement using an oxygen concentrator
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • A61M16/0003Accessories therefor, e.g. sensors, vibrators, negative pressure
    • A61M2016/0015Accessories therefor, e.g. sensors, vibrators, negative pressure inhalation detectors
    • A61M2016/0018Accessories therefor, e.g. sensors, vibrators, negative pressure inhalation detectors electrical
    • A61M2016/0024Accessories therefor, e.g. sensors, vibrators, negative pressure inhalation detectors electrical with an on-off output signal, e.g. from a switch
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2202/00Special media to be introduced, removed or treated
    • A61M2202/02Gases
    • A61M2202/0208Oxygen
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M2202/00Special media to be introduced, removed or treated
    • A61M2202/03Gases in liquid phase, e.g. cryogenic liquids

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Emergency Medicine (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Otolaryngology (AREA)
  • Respiratory Apparatuses And Protective Means (AREA)
  • Flow Control (AREA)

Description

« VO 9351
Titel: Stroomregelaar.
De uitvinding heeft betrekking op het regelen van een stroom gas onder druk. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het toedienen van een zuurstof op medische gronden vanuit een bron met geregelde druk aan een patient, en meer in het bijzonder op een der-5 gelijke toediening van zuurstof onder gebruik van een neuscanule.
In het algemeen wordt zuurstof uit een bron met geregelde druk bij een continue stroomsnelheid, die door een dokter wordt voorgeschreven, geleverd. Deze bronnen met geregelde druk omvatten grote stationaire zuurstofcilinders, kleine draagbare zuurstofcilinders, stationaire 10 vloeibare-zuurstofreservoirs, kleine draagbare vloeibare-zuurstofhouders, zuurstofconcentrators en zuurstof, welke via leidingen door de wanden van een ziekenhuis wordt toegevoerd.
Aangezien de respiratieperiode bij benadering eenderde van de inhalatie en tweederde van de exhalatie is, en zuurstof, welke tijdens de 15 exhalatie wordt geleverd, niet ten gunste komt aan de patient, gaat tijdens de exhalatie een grote hoeveelheid zuurstof verloren.
Tot nu toe dienden stroombesturingsklepinrichtingen zuurstof via een respirator of een uitrusting van het scuba type toe, welke een ge-laatsmasker vereiste teneinde de inspiratie te detecteren. Inrichtingen 20 met een adequate gevoeligheid voor het detecteren van inhalatie via een neuscanule kunnen geen onderscheid maken tussen negatieve drukken, welke door inhalatie worden veroorzaakt en die, welke optreden tengevolge van het openen en sluiten van een klep. Bij sommige inrichtingen wordt dit probleem vermeden door zeer vroeg een inspiratieperiode een 25 constant volume zuurstof toe te voeren doch de vereiste hoeveelheid zuurstof varieert van patient tot patient. Algemeen wordt aangenomen, dat de beste behandeling die is, welke het meeste overeenkomt met de normale ademhaling, terwijl tegelijkertijd in het bloed van de patient een zo normaal mogelijke zuurstofverzadiging wordt onderhouden.
30 Volgens de uitvinding wordt het begin van de inhalatie van een patient afgetast met behulp van een negatieve drukaftastinrichting, die met de neuscanule van de patient is verbonden en een solonoide klep opent, welke het mogelijk maakt, dat een stroom zuurstof met geregelde druk via de canule aan de patient wordt toegevoerd. De periode gedurende 35 welke de klep open wordt gehouden, wordt bepaald door de ademhaling van f> 7 0 2 > 4 ij -2- de patient. Aangenomen wordt, dat de verhouding tussen inhalatie en ex-halatie (I/E) gemiddeld een half bedraagt. Bij het aftasten van de eerste ademhaling van de patient wordt de klep geopend gedurende een periode, welke gelijk is aan de helft van de tijd tussen inschakeling en de 5 eerste ademhaling. Daarna zou zuurstof worden toegevoerd gedurende een periode, welke gelijk is aan de helft van de duur van de voorafgaande exhalatie.
Bij het geschatte eind van de inspiratieperiode wordt de klep gesloten en wordt een tempeerinrichting in werking gesteld. Wanneer de 10 volgende ademhaling van de patient wordt afgetast, wordt de klep geopend gedurende het interval, dat nodig is om de I/E verhouding van 50% te onderhouden.
Een hoofddoel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting, waarbij de hoeveelheid zuurstof wordt gereduceerd, welke normaal 15 verloren gaat wanneer extra zuurstof wordt voorgeschreven om de zuur-stofverzadiging van het bloed van een respiratore patient te herstellen.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting, waarbij de periode gedurende welke een respiratore patient 20 zich met een draagbare zuurstofbron kan voortbewegen, wordt verlengd.
De uitvinding voorziet in een werkwijze en inrichting voor het verkrijgen van de bovenstaande oogmerken en voordelen. Heer in het bijzonder voorziet de uitvinding in een drukaftastinrichting, welke met een membraan en een nabijheidsschakelaar werkt. Bovendien omvat de 25 stroomregelaar volgens de uitvinding een besturingsschakeling met organen, welke samenwerken met de drukaftastinrichting teneinde de voordelen en oogmerken van de uitvinding te verkrijgen.
Meer in het bijzonder is de drukaftastinrichting volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat de negatieve druk van de patient uit 30 het membraan aan de zijde daarvan tegenover de nabijheidsschakelaar beïnvloedt. Het membraan ondersteunt een metalen schijf, welke naar de de nabijheidsschakelaar is gekeerd en deze activiteert bij een beweging van het membraan naar en vanaf de nabijheidsschakelaar in responsie op de drukpulsen aan de zijde van het membraan tegenover de schakelaar.
35 Het huis van de de drukaftastinrichting aan de zijde van het mem braan, dat de schakelaar ondersteunt, is afgeschuind of schotelvormig, waardoor de nuttige levensduur van het membraan sterk wordt verlengd 8 7 0 2 ' : n --3-- en het mogelijk is de drukaftastinrichting volgens de uitvinding met veel grotere drukken te laten werken dan toelaatbaar zou zijn wanneer bij dit verbindingspunt scherpe randen aanwezig waren. Een ander voordeel, dat een gevolg is van de constructie, is, dat doordat de nabij -5 heidsschakelaar en de negatieve druk aan tegenover elkaar gelegen zijden van het membraan aanwezig zijn, de oppervlakte van het membraan, welke aan de negatieve druk wordt blootgesteld, daardoor maximaal wordt gemaakt, waardoor de gevoeligheid en de algemene bedrijfseigenschappen van de drukaftastinrichting volgens de uitvinding worden verbeterd.
10 Bovendien is het membraan betrekkelijk los in het huis van de af- tastinrichting gemonteerd. Hierdoor wordt ervoor gezorgd, dat de metalen schijf elektrisch beschouwd, op een juiste wijze in of buiten aanraking is met de nabijheidsschakelaar. Een gedeelte van de besturingsschake-ling, welke later zal worden beschreven, zorgt ervoor, dat deze losse 15 opstelling van het membraan niet leidt tot eventuele ongewenste bedrijfs-karakteristieken, welke zouden kunnen optreden wanneer deze losse opstelling niet door de schakeling zou worden opgevangen.
Sommige bekende stroomregelaars (welke ook, onnauwkeurig gezegd, bekend staan als "vraagkleppen") werken met een logisch analoog systeem. 20 De uitvinding is gebaseerd óp een digitaal stelsel in de besturings-schakeling daarvan. Hierdoor verkrijgt men, zoals de elektronicus wel bekend is, belangrijke voordelen volgens de uitvinding ten aanzien van kosten, nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, energieverbruik en dergelijke.
De besturingsschakeling volgens de uitvinding omvat een aantal 25 elementen, welke met de verbeterde drukaftastinrichting samenwerken voor het verkrijgen van de voordelen van de uitvinding ten opzichte van de stand der techniek en het bereiken van de gestelde oogmerken.
Meer in het bijzonder omvat de schakeling twee "klokken", waarvan de ene de snelle klok en de andere de trage klok wordt genoemd. Voor de 30 aangegeven gewenste verhouding van 2 : 1 tussen exhalatie en inhalatie, laat men de twee klokken werken in een verhouding van 2 : 1. Indien voor een bepaalde patient of in een andere omgeving een andere verhouding gewenst is, kunnen de snelheden of frequenties van de beide klokken met de hand worden ingesteld, en derhalve kan elke willekeurige 35 verhouding worden verkregen.
De schakeling omvat een richtketen en een grendelinrichting, welke veroorzaken, dat de pulsen uit de trage klok overeenkomen met de
£ ? o : - ^ P
-4- exhalatietijd en de pulsen uit de snelle klok overeenkomen met de in-halatietijd. Er is een op/afteller aanwezig en deze op/afteller levert een puls, welke tenslotte de toevoerklep tussen de zuurstofbron met geregelde druk en de patient bestuurt.
5 Dit stelsel van klokken en richtketen zorgt ervoor, dat gedurende welke tijd ook zuurstof aan de patient wordt toegevoerd, deze gelijk is aan de helft van de tijd van de voorafgaande exhalatie van de patient. Hierdoor wordt automatisch rekening gehouden met de duur van de cyclus van de patient. Dat wil zeggen, dat een patient bij ademhalen normaal 10 elke zes seconden kan inhaleren en een andere patient elke acht seconden, waarbij de uitvinding voorziet in een automatische aanpassing hieraan.
Bovendien zou bij inschakeling deze zelfde telketen automatisch "terugkeren" voor aanpassing aan de frequentie van de ademhaling van 15 de patient. Dit vindt plaats tengevolge van de "regel" van de schakeling volgens de uitvinding waarbij wordt veroorzaakt, dat elke inhalatie gelijk is aan de helft van de tijd van de voorafgaande exhalatie.
De correctie heeft het voorkomen van een gedempte sinuskromme en zal aan de ademhaling van de patient, zowel wat betreft duur als frequentie, 20 binnen 30 tot 60 seconden worden aangepast.
Deze zelfde schakeling zal automatisch rekening houden met onregelmatigheden, zoals een plotselinge snik of een andere aberratie in de ademhaling van de patient. De stroomregelaar en de patient veroorzaken beide inherent bepaalde stoorpulsen, welke bij het begin van elke 25 expiratieperiode van de patient optreden. De schakeling volgens de uitvinding houdt hiermede rekening door te voorzien in een onderdrukkings-signaal, dat de zuurstofregelklep gedurende de periode, dat dergelijke storende pulsen normaliter optreden, buiten werking stelt teneinde op deze wijze de nauwkeurigheid van de werking van de inrichting volgens 30 de uitvinding in zijn totaal te verzekeren.
Een ander kenmerk van de uitvinding heeft te maken met een alarm-keten. Deze alarmketen wordt normaliter slechts toegepast bij een stationaire uitrusting inplaats van in een draagbare uitrusting. De keten kan evenwel worden gebruikt bij een draagbare uitrusting, doch gemeend 35 wordt, dat dit niet nodig is aangezien de patient gewoonlijk wakker is en het toevoegen van de alarmketen leidt tot "kosten" ten aanzien van extra gewicht en elektrisch energieverbruik.
8 7 0 2 3 4 8 9 i -5-
Tijdens het normale bedrijf zal de tempeerinrichting een alarm geven indien meer dan een vooraf ingestelde tijd - 30 sec. is min of meer willekeurig ingesteld - tussen twee inhalatie-ademhalingen van de patient verstrijkt. Een ander kenmerk van de alarminrichting is, dat 5 deze automatisch wordt teruggesteld. Dat wil zeggen, dat indien de patient bijv. de canule gedurende een korte periode om persoonlijke of andere redenen wenst te verwijderen, hij dit doet, de alarmterugstel-knop indrukt en zijn bezigheden verricht. Bij een terugkeer tot het gebruik van de canule zal de volgende inhalatie van de patient de nabij -10 heidsschakelaar in de aftastinrichting activeren, waardoor op zijn beurt via de schakeling wordt veroorzaakt, dat de alarminrichting automatisch weer in werking wordt gesteld. De afteltijd van deze alarm-tempeerinri'chting kan met de hand worden ingesteld om te worden aangepast aan de noden van een bepaalde patient of een bepaalde omgeving.
15 De uitvinding voorziet derhalve in een stroomregelaar, waarbij de bekende verspilling van zuurstof in deze medische omgeving wordt geëlimineerd. De voordelen, welke voortvloeien uit deze eliminatie van verspilling zijn zeer groot. Een zuurstofconcentrator kan kleiner en lichter worden uitgevoerd. Een zuurstoffles of -reservoir met dezelfde 20 afmetingen zal driemaal zo lang werkzaam zijn als het geval zou zijn met eenzelfde inrichting zonder de stroomregelaar volgens de uitvinding. Draagbare eenheden kunnen het aan patiënten mogelijk maken, dat zij driemaal zo lang zich kunnen bewegen als het geval zou zijn wanneer zij dezelfde inrichting bezaten zonder de stroomregelaar volgens de uitvin-25 ding.
Een ander voordeel van de opstelling van de nabijheidsschakelaar aan de tegenovergelegen zijde van het membraan ten opzichte van de gas-stroom bij de aftastinrichting volgens de uitvinding is, dat de stoot-werking, welke optreedt bij een activering van de besturingsklep de 30 neiging heeft geen oscillaties te veroorzaken, en derhalve leidt tot de vereiste snelle activering en deactivering van de metalen schijf ten opzichte van de nabijheidsschakelaar.
Een ander constructief kenmerk van de uitvinding bij de aftastinrichting zelf is, dat het gewicht en de afmeting van de metalen 35 schijf zo klein mogelijk is. Dit is van voordeel aangezien het totale gewicht en de totale massa, welke door elke inspiratie-ademhaling van de patient moeten worden bewogen, daardoor tot een minimum wordt terug- .870 2 34 8 « -6- gebracht. Aangezien de personen waarbij de stroomregelaar volgens de uitvinding wordt toegepast bijna steeds ziek zijn, kunnen deze inspiratie-ademhalingen zeer zwak zijn en vormt het geringe gewicht van het deel van de aftastinrichting, dat in responsie op de ademhaling van de patient 5 beweegt, een voordeel, waarbij de gevoeligheid en bedrijfseigenschappen van de aftastinrichting volgens de uitvinding worden verbeterd.
Ofschoon de uitvinding meer in het bijzonder bestemd is om te worden toegepast bij een neuscanule, kan deze ook worden toegepast bij een gezichtsmasker of een andere inrichting. Dat wil zeggen, dat de in-10 richting volgens de uitvinding voldoende gevoelig is om zelfs bij de zeer geringe drukken, die in een neuscanule optreden te werken, en derhalve werkzaam is bij gelaatsmaskers of andere inrichtingen en in andere omgevingen, waarin de door de ademhaling van de patient veroorzaakte negatieve druk groter is.
15 Een ander kenmerk van de uitvinding heeft te maken met de samen werking tussen het losgemonteerde membraan en het elektronische stelsel. De gevoeligheid van de aftastinrichting volgens de uitvinding wordt sterk vergroot doch een potentieel probleem is, dat het gemis aan spanning bij het membraan het mogelijk zou kunnen maken, dat het membraan 20 van de aftastinrichting door zichzelf opnieuw zou worden getrokken.
Teneinde het "venster" gedurende welke de aftastinrichting de klep voor het openen daarvan kan trekken te versmallen, maakt het elektronische stelsel het mogelijk de trekkerpuls uit de nabijheidsschakelaar de stroombesturingsklep te doen openen bij de aanwezigheid van een negatie-25 ve druk, doch slechts indien een dergelijke negatieve druk op een positieve druk volgt. De positieve druk kan worden veroorzaakt door de ex-halatie van de patient of door de door de voorafgaande inhalatie veroorzaakte zuurstofstroom. Derhalve verzekeren het elektronische stelsel en het losse membraan tezamen een juiste cyclische werking van de stroom-30 besturingsklep.
Op een andere wijze beschouwd brengt de positieve druk van de exhalatie of de zuurstofstroom de schakeling in wezen in de paraattoe-stand, en veroorzaakt de daaropvolgende negatieve druk (inhalatie), dat de schakeling werkt en zuurstof voor deze zelfde inhalatieperiode toe-35 voert.
Derhalve wordt voorzien in een samengestelde fysische drukaftast- 87 0 2 3 4 0 -7- inrlchting en een elektronische keten, welke tezamen een stroomregelaar vormen, die bijzonder geschikt is om te werken met een zuurstofbron met geregelde druk teneinde een aantal voordelen ten opzichte van de stand der techniek te bereiken, welke tijdens het gebruik bijzonder betrouw-5 baar is, waarbij de tot nu toe gebruikelijke verspilling aan zuurstof in sterke mate wordt geëlimineerd, en waarbij bijzonder grote voordelen ten opzichte van de stand der techniek worden verkregen, welke een gevolg zijn van deze eliminatie van verspilling, terwijl tegelijkertijd wordt voorzien in een zeer betrouwbare en stevige inrichting, welke bij-10 zonder goed geschikt is voor het toepassingsgebied daarvan.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een sterk vereenvoudigde schematische afbeelding welke het toepassingsterrein van de stroomregelaar volgens de uitvinding 15 toont; fig. 2 een vereenvoudigd logisch schema van de stroomregelaar volgens de uitvinding; fig. 3 een gedeeltelijk schematische en gedeeltelijk verticale dwarsdoorsnede over de drukaftastinrichting volgens de uitvinding; 20 fig. 4 een elektrisch schema van de besturingsschakeling volgens de uitvinding; fig. 5 een schaar kromming, welke het "terugstel" kenmerk volgens de uitvinding illustreren; en fig. 6 een schaar kromming, welke de tijdrelaties van de verschil-25 lende delen van de inrichting volgens de uitvinding tonen.
Bij de hierna volgende beschrijving zullen overeenkomstige onderdelen in de beschrijving en tekeningen van dezelfde verwijzingen zijn voorzien. De figuren zijn niet op schaal getekend. In sommige gevallen zijn gedeelten overdreven voorgesteld teneinde de kenmerken van de uit-30 vinding duidelijker te kunnen weergeven.
Wanneer thans meer in het bijzonder wordt verwezen naar fig. 1, ontvangt de stroomregelaar 10 volgens de uitvinding zuurstof uit. een bron 12, welke kan bestaan uit elke willekeurige zuurstofbron met geregelde druk. De bron 12 kan bijv. bestaan uit een grote of een kleine 35 zuurstoffles of een zuurstofreservoir onder druk, een zuurstofconcentra-tor, een zuurstofaftakking, zoals deze gewoonlijk ter beschikking staat 8 7 0 Z l« f! i:--* -8- » in ziekenhuizen in de wand bij het bed van de patient, of een ander dergelijke bron. De bron 12 is met de stroomregelaar 10 verbonden via een leiding 14, en een leiding 16 levert de zuurstof aan de gebruiker.
Thans verwijzende naar fig. 2, omvat de stroomregelaar 10 volgens 5 de uitvinding een solonoïdeklep 18, welke is opgesteld tussen de toevoer-leiding 14 en de afvoerleiding 16. De in/uit-toestand van deze klep 18 wordt bestuurd door een besturingsketen 22. De besturingsketen 22 wordt op zijn beurt, tenminste gedeeltelijk, bestuurd door een inschakelsig-naal uit de drukaftastinrichting 20 volgens de uitvinding. De drukaftast-10 inrichting 20 is gedetailleerd weergegeven in fig. 3 en de besturingsketen 22 is gedetailleerd weergegeven in fig. 4. Energie wordt, als aangegeven door het symbool "P" op een conventionele wijze aan de besturingsketen 22 toegevoerd. Een lijn 24 verbindt de drukbesturingsinrich-ting 20 met de besturingsketen 22 en een lijn 26 verbindt de besturings-15 keten 22 met de solonoïdeklep 18 om de klep 18 te besturen. Zoals aangegeven in fig. 2 en 3 bezit de zuurstofafvoerleiding 16 een aftakking, welke een zijde van de drukaftastinrichting 20 vrijgeeft naar de afvoer-zijdedruk in het zuurstoftoevoerstelsel van de leidingen 14 en 16.
Ten aanzien van het vereiste vermogen is, aangezien de met succes 20 opgebouwde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding afhankelijk is van een digitaal logisch stelsel, een geregelde gelijkstroombron nodig. Voor stationaire eenheden met op zichzelf staande motor-compressorsystemen, wordt gewoonlijk wisselstroomvermogen gebruikt. Indien derhalve de stroomregelaar volgens de uitvinding fysisch in de bron 12 moet worden 25 geïntegreerd, meer in het bijzonder wanneer de bron 12 een zuurstofcon-centrator is, is er nog een eis, ofschoon een betrekkelijk eenvoudige eis, namelijk, dat de voedingsbron wordt geïntegreerd in de combinatie van concentrator en stroomregelaar, waardoor het vereiste geregelde ge-lijksüroomvermogen moet worden geleverd. Bij een inrichting, welke draag-30 baar is of bij een inrichting, welke normaal stationair is doch in een noodgeval draagbaar is, kunnen op een eenvoudige wijze geschikte maatregelen worden getroffen voor het leveren van het vereiste vermogen doordat gebruik wordt gemaakt van stelsels van het batterij-type, zoals de vakman wel bekend is.
35 Thans verwijzende naar fig. 3 is daarin de aftastinrichting 20 enigszins gedetailleerd doch nog steeds enigszins schematisch weergegeven.
87023*8 -9-
De aftastinrichting 20 omvat een membraan bestaande uit een geschikt rubber of rubberachtig materiaal. De metalen schijf 30 is op een geschikte wijze aan één zijde van het membraan 28 bevestigd. Een nabij-heidsschakelaar 32, welke met de schijf 30 samenwerkt, is in de onder-5 ste lichaamshelft 34 van de aftastinrichting 20 gemonteerd. Er is een complementaire bovenste lichaamshelft 36 aanwezig en het afvoerkanaal 16 strekt zich door deze bovenste helft 36 uit teneinde de bovenzijde van het membraan 28, de zijde daarvan tegenover de schijf 30, bloot te stellen aan de druk in de leiding 16. In de onderste lichaamshelft 34 10 is een paar ontluchtingspoorten 38 aanwezig. De onderste lichaamshelft 34 is schotelvormig of afgeschuind, zoals aangegeven door het kegelvlak 40, dat de openingen van de ontluchtingspoorten bevat, en dat tevens gedeeltelijk wordt bepaald door het bovenste operatieve oppervlak van de nabijheidsschakelaar 32.
15 Er zijn niet-afgebeelde organen aanwezig om de lichaamshelften 34 en 36 in een met elkaar gemonteerde toestand te houden, waarbij de randen van het membraan 28 daartussen zijn bevestigd.
Opgemerkt wordt, dat het membraan 28 zich betrekkelijk los in de aftastinrichting 20 bevindt. Dit is een belangrijk aspect van de uitvin-20 ding en hierdoor worden talrijke voordelen verkregen. De onderdelen worden zodanig ingestéld, dat, als aangegeven in fig. 3, de schijf 30 zich elektrisch in de nabijheid van de schakelaar 32 bevindt. Bij een inhalatie van de gebruiker, welke is aangegéven door dubbele pijlen in.fig. 1, zal deze negatieve druk het membraan 28 in de losse niet-bevestigde cen-25 trale sectie daarvan tezamen met de schijf 30 naar boven bewegen. De onderdelen worden zodanig ingesteld, dat door deze beweging een elektrische toestandsverandering in de schakelaar 32 optreedt, doordat de metalen schijf 30 zich niet meer in de nabijheid van de schakelaar 32 bevindt.
De losse opstelling van het membraan maakt het mogelijk, dat zeer ge-30 ringe drukken deze beweging van het membraan en de schijf veroorzaken.
De afmeting en het gewicht van de schijf 30 worden zo gering mogelijk gemaakt ten opzichte van de vereiste bedrijfsparameters van de nabijheidsschakelaar 32 teneinde verder bij te dragen tot deze gunstige wijze van werken. Andere organen in de besturingsketen 22, aangegeven in fig. 4, 35 zorgen ervoor, dat het losse membraan geen ongewenste bedrijfseigenschap-pen kan veroorzaken. Het schotelvormige oppervlak 40 belet, dat eventuele scherpe randen of dergelijke het losse membraan 28 op een schade- 67 0 ,- : '· f ---- b -10- lijke wijze beïnvloeden. In wezen is uit proeven gebleken, dat de in fig. 3 afgebeelde constructie met een aanvaardbaar lange nuttige levensduur bij bedrijfsdrukken in de leiding 14 van bijv. 50 PSI kan werken. De ont-luchtingspoorten 38, welke vrij zijn naar de atmosfeer, maken een egali-5 satie van de druk bij het membraan mogelijk wanneer de bovenzijde van het membraan door een negatieve druk of positieve druk wordt getroffen.
Uit proeven is gebleken, dat het losse membraan volgens fig. 3 niet zo gevoelig is voor trillingen, welke worden veroorzaakt door de zuurstofstroming in de leiding 16, als de bekende inrichtingen, welke 10 zijn voorzien van een strak, gespannen of anders stevig vastgehouden membraan 28. Het is gebleken, dat deze bekende inrichtingen in sterke mate vibreren in responsie op zuurstofstoten in de leiding 16, welke trillingen zeer ongewenst zijn en welke trillingen men in de rest van de inrichting lastig kan opvangen. Eliminatie van deze trillingen door 15 het losse membraan 28 vormt een belangrijk voordeel van de uitvinding.
Op een andere wijze beschouwd zorgt het losse membraan ervoor, dat de beweging van de schijf 30 vanaf de schakelaar 32 slechts wordt veroorzaakt door een inhalatie van de patient en niet door een andere oorzaak, en dat het deze responsie is, welke nodig is voor een juiste 20 werking van de totale stroomregelaar volgens de uitvinding.
Het losse membraan verschaft nog een ander belangrijk voordeel. Door de nabijheidsschakelaar op de juiste wijze op te stellen en tengevolge van de samenwerking daarvan met het losse membraan 28 kan ervoor worden gezorgd, dat de aftastinrichting 20 een signaal op de lijn 24 25 naar de besturingsschakeling 22 levert of aan het begin van de inhalatie, zoals boven is beschreven, of aan het eind van een exhalatie. Deze versa-tiliteit van opstelling van de onderdelen en de schakeling wordt een belangrijk voordeel van de uitvinding geacht, dat in andere omgevingen een rol kan spelen.
30 Bij experimenteel werk, dat heeft plaatsgevonden bij het ontwik kelen van de uitvinding, is gebleken, dat, wanneer alle andere factoren dezelfde zijn behalve wat betreft de aanwezigheid van het schotelvormige oppervlak 40, de aftastinrichting 20 slechts op een bevredigende wijze werkt tot drukken van bij benadering 8 PSI. Met dit oppervlak 40 kunnen 35 drukken van de orde van 50 PSI met succes worden verwerkt.
Het tot een minimum terugbrengen van de afmeting en het gewicht 8702348 » t -11- van de schijf 30 is van belang aangezien het gehele membraan, tenminste het los bewegende deel daarvan, tezamen met de schijf 30 uitsluitend in responsie op de negatieve druk, veroorzaakt door een inhalatie van de patient, moet worden versneld. Aangezien de patiënten dikwijls zeer zieke 5 personen zijn, kunnen deze drukken zeer gering zijn en derhalve dient de gevoeligheid groot te zijn. Bovendien wordt de gevoeligheid volgens de uitvinding zo sterk ten opzichte van de stand der techniek verbeterd, dat het is gebleken, dat de inrichting op een bevredigende wijze werkt bij een patient, welke slechts een canule in tegenstelling met een mas-10 ker gebruikt. Zoals boven is vermeld, kan de uitvinding evengoed worden toegepast bij een masker doch het is een belangrijke verbetering, welke men volgens de uitvinding verkrijgt, dat met een canule kan worden gewerkt.
De inrichting volgens de uitvinding staat in tegenstelling met 15 de bekende inrichtingen, waarin de negatieve druk het membraan aan dezelfde zijde daarvan als de schakelaar beïnvloedt. Dat wil zeggen, dat de negatieve druk het membraan in de nabijheid van de schakelaar trekt.
Volgens de uitvinding trekt de negatieve druk het membraan uit de nabijheid van de schakelaar. Dit is om een aantal redenen van belang waaronder 20 het bovenbeschreven vibratie-effect.
Resumerende verkrijgt men volgens de uitvinding een samenwerking van het geringe gewicht en de geringe massa van de schijf 30 met de betrekkelijk grote oppervlakte van het membraan, die aan de negatieve druk uit de leiding 16 is blootgesteld. Hierdoor verkrijgt men, tezamen met 25 andere kenmerken volgens de uitvinding een zeer gevoelige drukaftastin-richting, welke bestemd is om op een succesvulle wijze te worden toegepast in de omgeving volgens de uitvinding, zelfs bij de canule van een patient.
Thans verwijzende naar fig. 4 vindt men daarin een schema van de 30 besturingsketen 22. Signalen op de lijn 24 uit de drukaftastinrichting 20 passeren de schakeling 22 en treden over de lijn 6 uit teneinde de in/uit-toestand van de klep 18 te besturen. Bovendien worden door de signalen op de lijn 24 ook alarmorganen in werking gesteld.
Wanneer fig. 4 thans meer gedetailleerd wordt beschouwd, worden 35 de signalen op de lijn 24 eerst, gelijktijdig via takken daarvan toegevoerd aan een op/afgrendelinrichting 42 en een alarmtempeerinrichting 44.
De alarmtak van de schakeling zal later worden beschreven.
8 ? 0 2 .5 4 >J
---- — i -12-
Het besturingsdeel van de schakeling is gebaseerd op een paar "klokken" 46 en 48, die elk instelbaar zijn. Omdat, zoals boven is beschreven, een normale ademhaling een verhouding tussen de exhalatie en inhalatietijd van bij benadering 2 : 1 heeft, laat men de trage klok 46 5 werken met een frequentie, welke de helft is van die van de snelle klok 48. De beide klokken 46 en 48 zijn instelbaar en derhalve is het een betrekkelijk eenvoudige kwestie om een andere verhouding dan 2 : 1 te verkrijgen indien dit noodzakelijk is in verband met de noden van een bepaalde patient of een andere omgeving. De pulsen uit de ene of de andere 10 van de klokken 46 en 48 worden aan een op/afteller 50 toegevoerd via een richtketen, welke is opgebouwd uit de grendelinrichting 42 en een paar "EN"-poorten 52. Een paar lijnen 52 en 56 voeren voorafbepaalde pulsen aan een onderdrukkingsketen 58 toe, en het uitgangssignaal van de onder-drukkingsketen 58 wordt via een lijn 60 toegevoerd aan de "terugstel"-15 klem van de grendelinrichting 42. De lijn 26 strekt zich vanuit de grendelinrichting 42 naar de solonoïdeklep 18 uit. De wijze waarop deze be-sturingsschakeling werkt, zal hierna worden toegelicht.
Een andere lijn 62 met een aantal aftakkingen strekt zich vanuit de grendelinrichting 42 naar een van de EN-poorten 52, naar de richtings-20 besturingsklem van de teller 50 en naar nog een EN-poort 64 in de alarm-tak van de besturingsschakeling 22 uit.
Een lijn 66 uit de tempeerinrichting 44 levert een tweede ingangssignaal aan de EN-poort 64. Een uitgangslijn 68 stelt een tempeerinrichting 70 in werking, welke op zijn beurt een alarminrichting 72 bestuurt. 25 Een andere tak van de lijn 24 voert ook het signaal uit de aftastinrich-ting 20 aan de tempeerinrichting 70 toe. Een lijn 74, welke naar aarde voert, bevat een manuele schakelaar 76, welke is verbonden met de terug-stelklem van de tempeerinrichting 44. De alarminrichting 72 kan een hoorbare alarminrichting, een zichtbare alarminrichting of beide zijn, zoals 30 op dit terrein gebruikelijk is.
Een probleem waarop dit alarmgedeelte van de schakeling volgens fig. 4 is gericht is het detecteren van een apnea of het optreden van een "plotselinge dood". Een alarminrichting zal evenwel op elk tijdstip, dat op een inspiratiepuls geen andere inspiratiepuls volgt, binnen de 35 tijd welke bij de tempeerinrichting 70 is ingesteld, worden getrokken en derhalve is het niet echt nauwkeurig om dit gedeelte van de schakeling volgens fig. 4 een apnea-alarminrichting te noemen. De inrichting
8 7 0 Γ ί P
* -13- zal een alarm geven indien een apnea-episode optreedt, doch een alarm betekent niet noodzakelijkerwijs dat een apnea-episode heeft plaatsgevonden. Als een ander voorbeeld zal de alarminrichting in werking treden indien de neuscanule toevallig uit de neus van de gebruiker valt of de 5 verbinding met de inrichting daarvan toevallig wordt verbroken, hetgeen stellig geen apnea noodgeval is.
Derhalve kan, resumerende, juist zoals de uitvinding op een onnauwkeurige w¾£ kan worden beschouwd als een vraagklep, terwijl deze in wezen een stroomregelaar is, het alarmgedeelte op een onjuiste wijze wor-10 den beschouwd als een apnea alarminrichting, terwijl deze meer nauwkeurig in werkelijkheid een stroornbesturingscontrole-alarminrichting is.
De wijze van werken volgens de uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 5 en 6.
In de figuren 4 en 5 is de wijze aangegeven waarop de besturings-15 schakeling 22 van fig. 4 veroorzaakt, dat de frequentie en duur van de perioden waarin zuurstof wordt toegevoerd en geen zuurstof wordt toegevoerd om een aanpassing aan de ademhalingscyclus van de gebruiker te verkrijgen, weergegeven.
Bij dit voorbeeld geeft de lijn 80 in fig. 5 aan, dat de patient 20 elke zes seconden inspireert. Andere patiënten kunnen sneller of langzamer ademen en de snelheid kan met de tijd en de activiteit van de patient veranderen. Voorts kan de patient aberraties of tijdelijke veranderingen in zijn ademhalingspatroon vertonen. Zoals uit de hierna volgende beschrijving zal blijken, biedt de besturingsschakeling volgens fig. 4 25 ruimte voor al deze gebeurtenissen en zal deze een verhouding van 2:1 van de exhalatietijd tot de inhalatietijd onderhouden. Dè kromme 78 toont, voor deze periode van zes seconden, de ideale situatie van een inhalatie (IN) van twee seconden en een exhalatie (UIT) van vier seconden.
Het is gebleken, dat deze verhouding van 2 : 1 voor de meeste personen 30 in hoofdzaak nauwkeurig is. De verhouding kan worden gewijzigd aangezien de beide klokken 46 en 48 instelbaar zijn. Indien de patient bijvoorbeeld een cyclus van negen seconden had, zou verder de inhalatietijd drie seconden en de exhalatietijd dus zes seconden bedragen.
De kromme 82 geeft aan op welke wijze de schakeling volgens fig.4 35 rekening houdt met het slechtste geval, d.w.z. de situatie, waarin bij de inschakeling de patient inhaleerde en de inrichting toevallig begon in een exhalatie. Toestandsveranderingen, d.w.z., dat de toestand van de
870 2 3 5 P
---- ti -14- grendelinrichting 42 verandert, treden slechts op bij het aftasten van een inhalatie. Derhalve zal in deze slechte omstandigheden in de eerste cyclus aan de patient gedurende de gehele zes seconden geen zuurstof worden toegevoerd. Dit is op geen enkele wijze voor het leven gevaarlijk 5 aangezien de patient in de meeste gevallen een canule gebruikt en via zijn mond kan ademhalen. Zelfs wanneer hij een masker gebruikt zal het masker de patient in staat stellen normale lucht te ademen. Tijdens ex-halaties besturen de grendelinrichting 42 en de richtketen, bestaande uit de EN-poorten de teller 50 zodanig dat deze op de aftakking daarvan 10 van de lijn 62 een signaal levert, waardoor de teller optelt. De richtketen (onderdelen 42 en 52) voeren de pulsen uit de trage klok 46 (welke als een exhalatieklok kan worden beschouwd) en er zal een bepaalde telling ontstaan. Aan het eind van de exhalatie volgens de schakeling, welke overeenkomt met het eind van de eerste cyclus, aangegeven met "l" 15 bij de kromme 82, zal een inhalatie optreden. Deze puls zal over de lijn 24 aan de grendelinrichting 42 worden toegevoerd en de richtketen zal pulsen uit de snelle of inhalatieklok 48 aan de teller toevoeren. Tegelijkertijd zal de teller 50 aftellen. Aangezien de verhouding van de frequenties van de twee klokken 46 en 48 gelijk is aan 2 : 1 zal de 20 klok tot nul aftellen in precies de helft van de tijd, welke de trage klok 46 nodig heeft om dezelfde telling te bereiken. Voorts wordt door het veranderen van toestand van de grendelinrichting 42 uit het verschaffen van een puls op de aftaklijn 62 naar het verschaffen van een puls op de aftaklijn 26 een uitgangssignaal naar de solonoïdeklep worden ge-25 zonden om deze te openen, waardoor wordt veroorzaakt, dat zuurstof aan de patient wordt toegevoerd gedurende de periode, welke wordt bepaald door de tijd gedurende welke de snelle klok 48 loopt en totdat deze de telling bij de teller 50 aftelt. Wanneer de aftelling is beëindigd, wordt een signaal over de lijnen 54 of 56 via de onderdrukkingsketen 58 30 (waarvan de werking later zal worden beschreven) gevoerd en opnieuw over de lijn 60 aan de grendelinrichting 42 toegevoerd om deze terug te stellen. Dit veroorzaakt weer, dat de richtketen 42-52 van toestand verandert en het signaal op de lijn 26 wordt verwijderd, waardoor de stroom van zuurstof naar de gebruiker wordt beëindigd.
35 Derhalve blijkt, dat de periode waarin zuurstof wordt verschaft, steeds gelijk is aan de helft van de daarop voorafgaande periode, waarin geen zuurstof werd toegevoerd.
870 2 3 4 IÏ -15-
De kromme 82 van fig. 5 zal nu duidelijk zijn. De eerste exhalatieperiode, het zo slecht mogelijke geval, duren zes seconden. Derhalve zal de volgende inhalatieperiode een lengte van drie seconden hebben en zal de volgende exhalatieperiode de rest van de periode van zes seconden 5 zijn, d.w.z. de tijd tot de volgende inhalatie of drie seccnden. De derde periode zal dan een inhalatieperiode van 1,5 sec. hebben, waardoor een exhalatieperiode van 4,5 sec. overblijft. Waar dit door de verschillende perioden zo voort gaat, zal het duidelijk zijn, dat de inhalatie- en exhalatietijd snel de ideale verhouding van 2:1 naderen. De kromme 84 10 in fig. 5 toont dit optreden op een andere wijze. Het effect is in wezen identiek aan een gedempt sinuskromme en er treedt snel een instelling in de rusttoestand op.
Ten aanzien van de snelheid van (fes terugkeer tot de rusttoestand hebben proeven, welke tijdens het ontwikkelen van de uitvinding zijn 15 uitgevoerd, aangetoond, dat de schakeling zich steeds binnen vijf perioden corrigeert. Bij het gegeven voorbeeld is dit een insignificante periode, nl. vijf perioden maal zes sec. per periode of dertig seconden in totaal, voordat de ademhaling van de patient is aangepast aan de inrichting volgens de uitvinding. Zelfs bij het rekening houden met andere 20 typen onregelmatigheden in de ademhaling, langere perioden e.d., hebben deze proeven aangetoond, dat volgens de uitvinding zonder falen een aanpassing aan een willekeurig ademhalingspatroon in minder dan een minuut wordt bereikt.
Een bepaalde eigenschap van het menselijk lichaam draagt er naast 25 de uitvinding toe bij om snel aan de noden van de patient te voldoen.
Om complexe medische redenen, welke voor deze beschrijving niet van belang zijn, verkrijgt het menselijk lichaam meer voordeel uit het vroege deel van een inhalatieperiode dan uit het laatste deel daarvan. Indien derhalve zuurstof wordt toegevoerd, zelfs aanzienlijk minder dan de hoe-30 veelheid van twee seconden, zoals bij dit voorbeeld is beschouwd, zal nog steeds goed aan de noden van de patient worden voldaan aangezien zijn lichaam het meeste nut trekt uit het eerste deel van elke ademhaling.
Indien een patient een abnormaal ademhalingspatroon zou hebben, 35 zoals bijv. een halve inhalatie-en een halve exhalatietijd, zouden de frequenties van de twee klokken 46 en 48 aan elkaar gelijk moeten worden gemaakt en dit zou op een automatische wijze worden verkregen. Op een
870234P
..--- -16- soortgelijke wijze kan een andere inhalatie-tot-exhalatieverhouding tijdens een ademhalingsperiode worden bereikt.
Voor veiligheidsdoeleinden is de solonoxdeklep 18 bij voorkeur zodanig ingericht, dat deze normaliter open is. Dat wil zeggen, dat wan-5 neer energie via de lijn 26 wordt toegevoerd, de klep tijdens de exhala-tieperiode zal sluiten. In het geval van het uitvallen van de voeding of een andere fout zal de klep 18 evenwel tenslotte in de open toestand daarvan geraken, waardoor de gebruiker niet van zuurstof uit de geregelde bron 12 wordt beroofd.
10 Het is duidelijk, dat de uitvinding op een bepaalde wijze een elektrische "polariteit" heeft, omdat het gebleken is, dat dit in deze bijzondere omgeving van voordeel is. De werkingen in responsie op een toestandsverandering van de grendelinrichting 42, de wijze waarop de schijf 30 de schakelaar 42 beïnvloedt, de normaal "in" of normaal 15 "uit"-toestand van de schakelaar 32 en andere van dergelijke overwegingen van het polariteitstype ten aanzien van de schakeling kunnen op een eenvoudige wijze door de vakman worden ingesteld om rekening te houden met bepaalde noden of andere omgevingen.
De onderhelft van de keten volgens fig. 4 toont de wijze waarop 20 de alarminrichting volgens de uitvinding werkt. Het is te verwachten, dat in een draagbare uitrusting geen alarminrichting noodzakelijk is aangezien in die situatie de patient wakker is, waarschijnlijk niet in slaap valt, en de alarminrichting gewicht bij draagt tot de totale inrichting evenals het energieverbruik vergroot. Er is conceptueel even-25 wel geen reden waarom een alarminrichting, zoals deze in fig. 4 is aangegeven, niet ook kan worden toegepast bij een draagbare uitrusting of in een uitrusting, welke is ontworpen voor zowel draagbaar als stationair gebruik, indien dit gewenst zou zijn.
In zijn totaal zou de alarmschakeling de alarminrichting 72 in 30 werking stellen indien geen inhalatiesignaal op een regelmatige basis wordt ontvangen; een periode van 30 sec. is min of meer willekeurig gekozen.
De inhalatiepulsen op de lijn 24 worden gebruikt om de tempeerinrichting 70 terug te stellen. Het ontbreken van de ontvangst.van een 35 dergelijke puls binnen de afteltijd (30 sec.) van de tempeerinrichting 70 veroorzaakt, dat de tempeerinrichting 70 de alarminrichting 72 in werking stelt.
8702346 -17-
Er zijn ook organen aanwezig om het aan de gebruiker mogelijk te maken de inrichting volgens de uitvinding tijdelijk buiten werking te stellen en te beletten, dat tijdens een dergelijke periode de alarminrich-ting in werking treedt. Bovendien zullen deze zelfde organen het bij het 5 opnieuw gebruiken van de inrichting volgens de uitvinding door de gebruiker of bij het eerste gebruik van de gebruiker na een langere periode van geen gebruik (d.w.z. inschakeling) mogelijk maken, dat zijn volgende inhalatie de alarminrichting weer automatisch activeert.
Meer in het bijzonder zal, wanneer de gebruiker tijdelijk (of 10 anderzins) het gebruik van de inrichting verbreekt, zijn canule verwijderen en de manuele terugstelknop 76 bedienen. Hierdoor zal de alarm-besturingsinrichting 44 worden teruggesteld en deze in de inactieve toestand laten totdat de inrichting opnieuw in werking wordt gesteld.
Hierdoor wordt het signaal op de lijn 66 naar de EN-poort 64 verwijderd.
15 Wanneer de gebruiker het gebruik van de inrichting weer hervat, zal de volgende inhalatie op de lijn 24 de alarmbesturingsinrichting 44 weer in werking stellen, waardoor op de lijn 66 een signaal optreedt.
Daarna zal de normale cyclus worden hernomen en zal elk signaal op de lijn 62, overeenkomende met een exhalatie, een inschakelsignaal 68 naar 20 de tempeerinrichting 70 verschaffen, terwijl elke inhalatie de tempeer-inrichting 70 via de aftakking daarvan van de lijn 24 zal terugstellen.
Indien de gebruiker een medische noodtoestand ervaart, zal door het ontbreken van een inhalatie na de periode van de teller 70 de alarminrichting 72 in werking worden gesteld.
25 Op een soortgelijke wijze zal indien de inrichting voor de eerste maal wordt ingeschakeld doch de gebruiker deze niet begint te gebruiken, de alarminrichting 72 niet in werking worden gesteld aangezien een inhalatie nodig is om de besturingsinrichting 44 in werking te stellen, die op zijn beurt de tempeerinrichting 70 over de lijn 68 in bedrijf 30 stelt.
In fig. 6 vindt men een schaar kromming 86, 88, 90, 92 en 94, welke de wijze van werken volgens de uitvinding illustreren en van nut zijn voor een juist begrip van het doel en de werking van de onderdruk-kingsketen 58 van fig. 4. De vijf krommen zijn in de juiste relatie ten 35 opzichte van elkaar gelegen langs een tijdas, die zich horizontaal uitstrekt. De verticale gestippelde lijnen, welke de kromming met elkaar verbinden, dragen bij tot een juist begrip.
870 2 34 8 -------- ^ -18-
De kromme 86 toont de ademhaling van de patient en komt conceptueel overeen met de kromme 78 van fig. 5.
De kromme 88 is de werkelijke druk in de canule, veroorzaakt door de ademhaling van de patient. Het segment van de kromme 100 is de 5 werkelijke inspiratie. De tijd, aangegeven bij 96 komt overeen met de responsietijd van de aftastinrichting 20, d.w.z., de tijd tussen de werkelijke inhalatie, aangegeven door het stijgende segment van de kromme 86 en het aftasten daarvan in de canule, als aangegeven door het kromme segment 100.
10 De twee kromme segmenten 102 zijn onjuiste negatieve drukpulsen, die de werking volgens de uitvinding op een schadelijke wijze kunnen beïnvloeden. Deze onjuiste pulsen worden veroorzaakt door de tegendruk, welke wordt veroorzaakt door het sluiten van de klep, aangegeven door het stijgende segment van de kromme 94. Heer in het bijzonder treedt 15 deze onjuiste drukpuls 102 op wanneer de klep 18 sluit omdat de zuurstof, welke plotseling uit de canule stroomt, niet direct door een toevoer-stroom wordt aangesloten. Dit leidt tot de geringe tijdelijke negatieve druk totdat het stelsel zich stabiliseert. Het is deze onjuiste negatieve drukpuls 102, waarmede door de onderdrukkingsketen 58 wordt rekening ge-20 houden, als aangegeven door de kromme 92, welke later zal worden beschreven. De afstand 98 is de responsietijd tussen de betreffende segmenten van de krommen 86 en 94, als aangegeven.
Opgemerkt wordt, dat de hoogte 104 van het echte kromme segment 100 bij benadering gelijk is aan de hoogte van de onjuiste puls 102. Derhalve 25 zou de onjuiste puls 102 voldoende zijn om de grendelinrichting 42 (fig. 4) te activeren teneinde op deze wijze een onjuiste werking bij de inrichting volgens de uitvinding te veroorzaken. De onderdrukkingsketen 58 levert de segmenten 106 van de kromme 92, welke na de tijd het optreden van de onjuiste pulsen 102 overdekken. Deze segmenten 106 ver-30 grendelen of blokkeren de terugstelling van de grendelinrichting gedurende deze periode, zodat de onjuiste puls 102 de grendelinrichting 42 niet kan activeren.
De wijze waarop dit geschiedt is aangegeven door de lijnen 54 en 56. Er zijn op een willekeurige wijze acht tellingen gekozen gedurende 35 welke tijd de onderdrukkingsketen wordt geactiveerd om de functie uit te oefenen, aangegeven door de gebogen krommen 106 in fig. 6. Afhankelijk van de bepaalde frequenties van de twee klokken 46 en 48 dient dit 8 7 e v4 ë -19- willekeurige aantal van acht tellingen dienovereenkomstig te worden ingesteld. Meer in het bijzonder stelt de eerste puls op de lijn 54 de onderdrukkingsketen 58 in werking, doch het is slechts de puls, welke door de achtste telling op de lijn 56 wordt opgewekt, die in wezen het 5 terugstelsignaal op de lijn 60 opwekt. Op deze wijze wordt de grendel-inrichting 42 gedurende de tijd, dat de onjuiste pulsen 102 optreden, buiten werking gesteld.
87 0 ? 34 &

Claims (11)

1. Stroomregelaar ten gebruike bij het toevoeren van gas uit een bron aan een gebruiker, gekenmerkt door organen om het gas aan de gebruiker toe te voeren gedurende de inhalatieperioden van de gebruiker en het gas niet aan de ge-5 bruiker toe te voeren tijdens exhalatieperioden van de gebruiker, waarbij de toevoerorganen zijn voorzien van de organen en de frequentie en de inhalatie- en exhalatieduur aan te passen aan het werkelijke ademha-lingspatroon van de gebruiker op basis van een voorafbepaalde verhouding tussen de inhalatie- en exhalatieduur, waarbij de toevoerorganenzijn 10 voorzien van kleporganen, besturingsorganen voor de kleporganen en af-tastorganen om elke inhalatie van de gebruiker af te tasten, waarbij de besturingsorganen zijn voorzien van ketenorganen met op/aftelorganen, eerste en tweede klokorganen en richtketenorganen om de pulsen uit de ene of de andere van de eerste en tweede klokorganen aan de op/aftelorganen 15 toe te voeren, organen om besturingssignalen uit de op/aftelorganen aan de kleporganen toe te voeren, organen en pulsen uit een van de eerste en tweede klokorganen via de richtketenorganen aan de telorganen toe te voeren om te veroorzaken, dat de telorganen vanuit een start telpunt optellen, en organen om pulsen uit de andere van de eerste en tweede klok-20 organen via de richtketenorganen aan de telorganen toe te voeren en te veroorzaken, dat de telorganen aftellen vanaf de telling, welke wordt veroorzaakt door de pulsen uit de eerstgenoemde klokorganen, terug naar het start telpunt, organen om te veroorzaken, dat de op/aftelorganen het besturingssignaal voor de kleporganen opwekken wanneer de telling 25 van de telorganen in het start telpunt komt, en organen om te veroorzaken, dat de verhouding van de frequenties waarmede de pulsen uit de eerste en tweede klokorganen worden opgewekt gelijk is aan de voorafbe-paalde verhouding van de inhalatie- en exhalatieduur van het ademhalings-patroon van de gebruiker.
2. Stroomregelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de exhalatie-inhalatieverhouding gelijk is aan 2:1, waarbij de richtketen en de eerste en tweede klokorganen veroorzaken, dat de duur van elke periode waarin de kleporganen gas uit de bron aan de gebruiker toevoeren gelijk is aan de helft van de duur van de onmiddel-35 lijk voorafgaande periode waarin geen gas aan de gebruiker werd toege- 8762348 $ -21- voerd, en de besturingsorganen zijn voorzien van organen om te veroorzaken, dat de totale duur van elk paar gastoevoer en geen-gastoevoerperio-de, waarvan de ene op de andere volgt, gelijk is aan de tijd tussen twee opeenvolgende inhalaties van de gebruiker.
3. Stroomregelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gas zuurstof is, de bron een zuurstofconcentrator is, en de gebruiker een respiratore patient is.
4. Stroomregelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoerorganen een neuscanule omvatten.
5. Stroomregelaar ten gebruike bij het toevoeren van gas uit een bron aan een gebruiker, gekenmerkt door organen om het gas aan de gebruiker toe te voeren tijdens inhalatieperioden van de gebruiker en het gas niet aan de gebruiker toe te voeren tijdens exhalatieperioden van de gebruiker, waarbij de gastoe-15 voerorganen zijn voorzien van organen om de frequentie en de inhalatie-en exhalatieduur aan het werkelijke ademhalingspatroon van de gebruiker op basis van voorafbepaalde verhouding tussen de inhalatie- en exhalatieduur aan te passen, waarbij de gastoevoerorganen zijn voorzien van klep-organen, besturingsorganen en aftastorganen om elke inhalatie van de ge-20 bruiker af te tasten, waarbij de besturingsorganen zijn voorzien van organen om de besturingssignalen aan de kleporganen toe te voeren en de besturingsorganen zijn voorzien van organen om de besturingssignaaltoe-voerorganen op bepaalde tijdstippen in het ademhalingspatroon van de gebruiker buiten werking te stellen wanneer storende signalen, welke 25 anders tot onjuiste besturingssignalen zouden leiden, aan de besturingsorganen worden toegevoerd.
6. Stroomregelaar volgens conclusie 1, gekenmerkt door neuscanule-organen om het gas uit de bron aan de gebruiker toe te voeren.
7. Stroomregelaar ten gebruike bij het toevoeren van gas uit een bron aan een gebruiker, gekenmerkt door aftastorganen om elke inhalatie van de gebruiker af te tasten, welke aftastorganen zijn voorzien van een membraan en aftastin-richtingslichaamsorganen, organen om het membraan zodanig in de lichaams-35 organen te monteren, dat het operatieve gedeelte van het membraan relatief los in de lichaamsorganen is gemonteerd, nabijheidsschakelorganen, 8 7 0 ? 7, /} f- -22- * organen om de nabijheidsorganen in de lichaamsorganen op een voorafbepaalde kleine afstand van het membraan te monteren, schijforganen, organen om de schijforganen op het membraan aan de zijde van het membraan, welke naar de nabijheidsschakelorganen is gekeerd, te monteren, organen 5 om een negatieve druk, welke door elke inhalatie van de gebruiker wordt opgewekt, op de lichaamsorganen uit te oefenen, en organen om de zijde van het membraan tegenover de zijde daarvan, waarop zich de schijf bevindt en welke naar de nabijheidsschakelorganen is gekeerd, aan de negatieve druk bloot te stellen.
8. Werkwijze voor het toevoeren van gas uit een bron aan een gebruiker gedurende inhalatieperioden van de gebruiker en het niet toevoeren van het gas uit de bron aan de gebruiker tijdens exhalatieperio-den van de gebruiker, gekenmerkt door de volgende stappen: het bepalen van een verhouding tus-15 sen inhalatie- en exhalatietijden, het aanpassen van de frequentie en de inhalatie- en exhalatietijden aan het werkelijke ademhalingspatroon van de gebruiker op basis van de genoemde verhouding, het toevoeren van het gas tijdens de inhalatieperioden en het niet toevoeren van het gas tijdens de exhalatieperioden, het opwekken van een inhalatiesignaal, 20 dat overeenkomt met elke inhalatie van de gebruiker, het verschaffen van kleporganen om de toevoer van gas vanuit de bron aan de gebruiker te besturen, het verschaffen van besturingsketenorganen om de kleporganen te bedrijven, het verschaffen van telorganen in de besturingsketenorganen, het toevoeren van de inhalatiesignalen aan de besturingsketenorganen, 25 het veroorzaken dat de telorganen tijdens elke exhalatie van de gebruiker in één richting tellen en de telorganen, welke in de genoemde ene richting tellen tot stilstand worden gebracht bij ontvangst van elk inhalatiesignaal, waarna wordt veroorzaakt, dat de telorganen tellen in een richting tegengesteld aan de genoemde ene richting, en wordt veroorzaakt, 30 dat de duur van het tellen in deze tegengestelde richting is gerelateerd aan de duur van het tellen in de genoemde ene richting en de genoemde verhouding.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de verhouding tussen exhalatie en inhalatie 2 : 1 35 bedraagt.
10. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de toevoer van de inhalatiesignalen aan de bestu- 6 7 Ö d Li $ * s -23- ringsketenorganen op een gekozen tijdstip in de ademhalingsperiode van de gebruiker, waarbij storende signalen anders tot onjuiste besturings-signalen zouden kunnen leiden, die aan de besturingsketenorganen zouden kunnen worden toegevoerd, wordt onderbroken. 5
11, Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het gas uit zuurstof bestaat en gebruik wordt gemaakt van een neuscanule om de zuurstof uit de bron aan de gebruiker toe te voeren. 87 0 7-khb -— . —i
NL8702348A 1986-12-04 1987-10-01 Stroomregelaar. NL8702348A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US93773086 1986-12-04
US06/937,730 US4784130A (en) 1986-12-04 1986-12-04 Flow controller

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8702348A true NL8702348A (nl) 1988-07-01

Family

ID=25470327

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702348A NL8702348A (nl) 1986-12-04 1987-10-01 Stroomregelaar.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4784130A (nl)
EP (1) EP0269804A3 (nl)
JP (1) JPS63150078A (nl)
DK (1) DK497687A (nl)
ES (1) ES2004773A6 (nl)
NL (1) NL8702348A (nl)

Families Citing this family (52)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5165397A (en) * 1988-12-15 1992-11-24 Arp Leon J Method and apparatus for demand oxygen system monitoring and control
US5367292A (en) * 1990-06-18 1994-11-22 Istvan Szoke Warning apparatus for a tracheotomy tube
US5438980A (en) * 1993-01-12 1995-08-08 Puritan-Bennett Corporation Inhalation/exhalation respiratory phase detection circuit
US5697364A (en) * 1995-06-07 1997-12-16 Salter Labs Intermittent gas-insufflation apparatus
US5626131A (en) * 1995-06-07 1997-05-06 Salter Labs Method for intermittent gas-insufflation
US5735268A (en) * 1995-06-07 1998-04-07 Salter Labs Intermitten gas-insufflation apparatus and method therefor
JP3276536B2 (ja) * 1995-07-12 2002-04-22 株式会社群馬コイケ ガス供給装置における同調制御装置及び呼吸センサ
CA2232546A1 (en) 1995-09-18 1997-03-27 Resmed Limited Pressure control in cpap treatment or assisted respiration
US6371114B1 (en) * 1998-07-24 2002-04-16 Minnesota Innovative Technologies & Instruments Corporation Control device for supplying supplemental respiratory oxygen
US6532958B1 (en) 1997-07-25 2003-03-18 Minnesota Innovative Technologies & Instruments Corporation Automated control and conservation of supplemental respiratory oxygen
US5881725A (en) * 1997-08-19 1999-03-16 Victor Equipment Company Pneumatic oxygen conserver
JP4080591B2 (ja) * 1998-04-24 2008-04-23 株式会社群馬コイケ 呼吸同調型酸素供給装置
US6050132A (en) * 1998-06-15 2000-04-18 Capria; Michael Method and apparatus for hyperbaric chamber gas discharge and pressure management
US6470885B1 (en) * 2000-01-13 2002-10-29 Brent Blue Method and apparatus for providing and controlling oxygen supply
US20020195105A1 (en) * 2000-01-13 2002-12-26 Brent Blue Method and apparatus for providing and controlling oxygen supply
US6364161B1 (en) 2000-09-27 2002-04-02 Victor Equipment Company Oxygen conserver
DE10053750A1 (de) * 2000-10-30 2002-06-06 Siemens Ag Verfahren und Vorrichtung zur überlastungsfreien Ansteuerung eines Aktuators
KR20030074820A (ko) 2001-02-16 2003-09-19 가부시키가이샤 도교 세이미쓰 워크의 내경 치수 측정 방법 및 장치
US7066175B2 (en) * 2001-05-07 2006-06-27 Emergent Respiratory Products, Inc. Portable gas powered positive pressure breathing apparatus and method
US7588033B2 (en) 2003-06-18 2009-09-15 Breathe Technologies, Inc. Methods, systems and devices for improving ventilation in a lung area
US8381729B2 (en) 2003-06-18 2013-02-26 Breathe Technologies, Inc. Methods and devices for minimally invasive respiratory support
CN1905917B (zh) 2003-08-18 2011-08-03 门罗生命公司 通过鼻界面进行无创通气的方法和装置
US8146592B2 (en) 2004-02-26 2012-04-03 Ameriflo, Inc. Method and apparatus for regulating fluid flow or conserving fluid flow
US7617826B1 (en) 2004-02-26 2009-11-17 Ameriflo, Inc. Conserver
US7448594B2 (en) 2004-10-21 2008-11-11 Ameriflo, Inc. Fluid regulator
US7402193B2 (en) * 2005-04-05 2008-07-22 Respironics Oxytec, Inc. Portable oxygen concentrator
US7368005B2 (en) * 2005-04-05 2008-05-06 Respironics Oxytec, Inc. Portable oxygen concentrator
US7329304B2 (en) * 2005-04-05 2008-02-12 Respironics Oxytec, Inc. Portable oxygen concentrator
JP2009508645A (ja) 2005-09-20 2009-03-05 ルッツ フレイテッグ, 患者の呼吸を補助するためのシステム、方法、および装置
US7509957B2 (en) * 2006-02-21 2009-03-31 Viasys Manufacturing, Inc. Hardware configuration for pressure driver
EP2023987B1 (en) 2006-05-18 2016-11-09 Breathe Technologies, Inc. Tracheotomy device
US20080078389A1 (en) * 2006-09-29 2008-04-03 Yang Xiao Heliox delivery system and method with positive pressure support
US20080078385A1 (en) * 2006-09-29 2008-04-03 Yang Xiao System and method for delivery of medication via inhalation
WO2008144589A1 (en) 2007-05-18 2008-11-27 Breathe Technologies, Inc. Methods and devices for sensing respiration and providing ventilation therapy
WO2009042974A1 (en) 2007-09-26 2009-04-02 Breathe Technologies, Inc. Methods and devices for providing inspiratory and expiratory flow relief during ventilation therapy
CN101888868B (zh) 2007-09-26 2014-01-22 呼吸科技公司 用于治疗睡眠呼吸暂停的方法和设备
WO2009129506A1 (en) 2008-04-18 2009-10-22 Breathe Technologies, Inc. Methods and devices for sensing respiration and controlling ventilator functions
EP2276535B1 (en) 2008-04-18 2020-05-27 Breathe Technologies, Inc. Devices for sensing respiration and controlling ventilator functions
US20090300829A1 (en) * 2008-06-06 2009-12-10 Adam Matthew Spielvogel Face Mask with Air Flow Means
JP5715950B2 (ja) 2008-08-22 2015-05-13 ブリーズ・テクノロジーズ・インコーポレーテッド 開放気道インタフェースを有する機械換気を提供する方法及び装置
CA2739435A1 (en) 2008-10-01 2010-04-08 Breathe Technologies, Inc. Ventilator with biofeedback monitoring and control for improving patient activity and health
US9132250B2 (en) 2009-09-03 2015-09-15 Breathe Technologies, Inc. Methods, systems and devices for non-invasive ventilation including a non-sealing ventilation interface with an entrainment port and/or pressure feature
EP2414014B1 (en) 2009-04-02 2019-08-28 Breathe Technologies, Inc. Systems for non-invasive open ventilation with gas delivery nozzles within an outer tube
US9962512B2 (en) 2009-04-02 2018-05-08 Breathe Technologies, Inc. Methods, systems and devices for non-invasive ventilation including a non-sealing ventilation interface with a free space nozzle feature
CA2774902C (en) 2009-09-03 2017-01-03 Breathe Technologies, Inc. Methods, systems and devices for non-invasive ventilation including a non-sealing ventilation interface with an entrainment port and/or pressure feature
US20110290248A1 (en) * 2010-05-25 2011-12-01 Steven Michael Schennum Aerosol Generator
EP2605836A4 (en) 2010-08-16 2016-06-01 Breathe Technologies Inc METHODS, SYSTEMS AND DEVICES USING LIQUID OXYGEN TO PROVIDE VENTILATORY ASSISTANCE
BR112013006931A2 (pt) 2010-09-30 2016-07-12 Breathe Technologies Inc métodos, sistemas e dispositivos para umidificação de trato respiratório
JP6109507B2 (ja) * 2012-08-22 2017-04-05 国立大学法人鳥取大学 酸素供給装置
JP6520963B2 (ja) * 2017-01-20 2019-05-29 ダイキン工業株式会社 酸素濃縮装置
CN108525082B (zh) * 2017-03-31 2020-06-09 纳智源科技(唐山)有限责任公司 具有吸药量监测功能的雾化器及吸药量监测系统
US10792449B2 (en) 2017-10-03 2020-10-06 Breathe Technologies, Inc. Patient interface with integrated jet pump

Family Cites Families (35)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB262756A (en) * 1925-12-14 1927-05-26 Merco Nordstrom Valve Co Improvements in or relating to valves
US3526239A (en) * 1964-11-25 1970-09-01 Robertshaw Controls Co Oxygen diluter system
GB1146683A (en) * 1965-03-15 1969-03-26 Hesse Ruth Lea A resilient valve element
US3467137A (en) * 1965-09-02 1969-09-16 Automatic Sprinkler Corp Demand valve
US3383484A (en) * 1965-10-13 1968-05-14 Leon J. Arp Pressure responsive switch
US3503393A (en) * 1966-05-19 1970-03-31 Blease Anaesthetic Equip Ltd Patient controlled respiratory apparatus
US3489144A (en) * 1967-02-13 1970-01-13 Gen Electric Closed rebreather - respirator circuit for renovation and supply of oxygen/nitrogen gas mixture
US3552392A (en) * 1968-07-01 1971-01-05 Gen Electric Aircraft closed circuit breathing system
US3584621A (en) * 1968-10-31 1971-06-15 Bird F M Respiratory apparatus
US3611178A (en) * 1969-10-13 1971-10-05 Bourns Inc Pressure-sensing signal generator
US3913576A (en) * 1973-11-06 1975-10-21 Westinghouse Electric Corp Breathing apparatus
US3952739A (en) * 1974-10-21 1976-04-27 Airco, Inc. Fail safe system for a patient triggered respirator
US4044763A (en) * 1975-07-07 1977-08-30 Bird F M Ventilator and method
FR2320082A1 (fr) * 1975-08-07 1977-03-04 Assistance Tech Med Respirateur pour le traitement d'insuffisants respiratoires, utilisable plus particulierement a domicile
US4003377A (en) * 1975-08-21 1977-01-18 Sandoz, Inc. Patient ventilator
US4050458A (en) * 1976-01-26 1977-09-27 Puritan-Bennett Corporation Respiration system with patient assist capability
GB1576118A (en) * 1976-06-02 1980-10-01 Boc Ltd Lung ventilators
GB1592548A (en) * 1977-09-30 1981-07-08 Nat Res Dev Medical ventilation apparatus
US4127129A (en) * 1977-07-05 1978-11-28 The Bendix Corporation Oxygen regulator
US4269216A (en) * 1978-07-19 1981-05-26 A-T-O Inc. Pressure demand valve system
US4232665A (en) * 1979-01-10 1980-11-11 Vaseen Vesper A Portable lung apparatus
US4239039A (en) * 1979-02-28 1980-12-16 Thompson Harris A Dual control valve for positive pressure artificial respiration apparatus
AU535351B2 (en) * 1979-06-21 1984-03-15 Minnesota Mining And Manufacturing Company Controlled diaphragm valve
DE3067945D1 (en) * 1979-09-25 1984-06-28 Compair Maxam Ltd Lung ventilator
FR2483785A1 (fr) * 1980-06-10 1981-12-11 Air Liquide Respirateur a correction automatique de ventilation
DE3029080A1 (de) * 1980-07-31 1982-02-18 Linde Ag, 6200 Wiesbaden Verfahren und vorrichtung zum bereitstellen von atemgas
US4414982A (en) * 1980-11-26 1983-11-15 Tritec Industries, Inc. Apneic event detector and method
JPS598972A (ja) * 1982-07-07 1984-01-18 佐藤 暢 開放型呼吸システムにおける呼吸同調式ガス供給制御方法および装置
US4462398A (en) * 1982-12-03 1984-07-31 Kircaldie, Randal and McNab, Trustee Respirating gas supply method and apparatus therefor
US4665911A (en) * 1983-11-25 1987-05-19 Electro-Fluidics Intermittent supplemental oxygen apparatus and method
US4584996A (en) * 1984-03-12 1986-04-29 Blum Alvin S Apparatus for conservative supplemental oxygen therapy
GB2162756A (en) * 1984-08-08 1986-02-12 Manley Medical Engineering Lim Apparatus for controlling the valves of a medical ventilator
GB2164568B (en) * 1984-09-21 1988-12-14 Figgie Int Inc Self-contained portable single patient ventilator/resuscitator
JPS61131756A (ja) * 1984-11-30 1986-06-19 鳥取大学長 呼吸同調送気式濃縮酸素供給装置
US4686975A (en) * 1985-05-03 1987-08-18 Applied Membrane Technology, Inc. Electronic respirable gas delivery device

Also Published As

Publication number Publication date
US4784130A (en) 1988-11-15
EP0269804A3 (en) 1988-08-24
JPS63150078A (ja) 1988-06-22
EP0269804A2 (en) 1988-06-08
DK497687A (da) 1988-06-05
ES2004773A6 (es) 1989-02-01
DK497687D0 (da) 1987-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8702348A (nl) Stroomregelaar.
US7748382B2 (en) Inhalation method and apparatus
EP0178925B1 (en) Improvements in or relating to a dispenser
US5865174A (en) Supplemental oxygen delivery apparatus and method
US6192876B1 (en) Inhalation apparatus and method
US4612928A (en) Method and apparatus for supplying a gas to a body
US6705316B2 (en) Pulmonary dosing system and method
US5479920A (en) Breath actuated medicinal aerosol delivery apparatus
RU2372105C2 (ru) Ингалятор с направленным датчиком потока
JP4037467B2 (ja) 肺を介する薬剤投与装置
US6269810B1 (en) Pulmonary dosing system and method
US5503146A (en) Standby control for CPAP apparatus
US8607786B2 (en) Inhalation method and apparatus
US8439034B2 (en) Oxygen conserving oxygen delivery system
JPH06190044A (ja) 薬剤給送装置
WO2006050384A2 (en) System and method for conserving oxygen delivery while maintaining saturation
JPS6357060A (ja) 吸入器
EP3006071A1 (en) Demand oxygen delivery system
JPH11319093A (ja) ガス供給制御装置
JP4588135B2 (ja) 活動に応答する供給システム

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed