NL8701943A - Afsluitdop. - Google Patents

Description

sL·· NO 34.640 1 ^

Afsi uitdop.

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afsluitdop voor voorraadflessen die vloeistoffen bevatten, met afsluitbare uitgietopeningen. Doel is een zodanige sluiting te verschaffen, die eenvoudig en 5 derhalve goedkoop vervaardigd kan worden en die tegelijk de mogelijkheid biedt om naar keuze de vloeistof met een dikke straal of volgens meerdere vloei stofstralen op de wijze van een gieter uit te schenken.

Dit doel wordt bij een voorraadfles met een afsluitdop voor vloeistoffen met afsluitbare uitgietopeningen, die vast met de voorraadfles 10 verbonden kan worden, bereikt door de volgende kenmerken: a. de kap is in twee delen met een bovenste deel en een onderste deel uitgevoerd, b. het bovenste deel en het onderste deel zijn bij voorkeur door een druksluiting of dergelijke en/of door lijmen langs een verhoogde, 15 bij voorkeur op het onderste deel aangebrachte middendam met elkaar verbonden, c. het onderste deel bezit tegenover elkaar liggend, gescheiden door de middendam, de betreffende uitgietopeningen, d. het bovenste deel bezit aan beide kanten nabij de middendam 20 verlopende inkepingen als scharnieren voor twee deksel helften, e. de deksel helften bezitten in hun onderste zijden in gesloten toestand in de uitgietopeningen grijpende tappen.

Door de uitvoering in twee delen in het de uitgietopeningen bevattende onderste deel en het dit afsluitende op de middendam rustende bo-25 venste deel met de aangevormde deksel helften, wordt een zeer goedkope vervaardigingswijze verkregen; zo kan de sluiting bijvoorbeeld door spuitgieten uit kunststof worden vervaardigd.

Op de bovenkanten van het deksel kunnen symbolen voor de zich daaronder bevindende, te kiezen uitgietwijze tegelijkertijd bij het 30 vervaardigen worden meegevormd.

De dam kan meerdere openingen voor een drukverbinding van het bovenste deel met het onderste deel bezitten, in de regel voldoen afhankelijk van de grootte van de met elkaar te verbinden delen, aan het damuiteinde aangebrachte druksluitingen.

35 Het is echter ook zondermeer mogelijk om voor het indrukken van het bovenste deel in het onderste deel een lijmlaag op de dam, waar het bovenste deel plat op ligt, aan te brengen, eventueel kan de drukverbinding worden weggelaten, de nauwkeurige positionering moet dan door 8701943 « 2 overeenkomstige vormen, zoals tappen of profilering, worden vergemakkelijkt.

De inkepingen aan beide zijden van de middendam ter vervaardiging van het scharnier voor de deksel helften geschiedt op bekende wijze di-5 reet bij het vervaardigen van het bovenste deel, waarbij de elastische eigenschappen van de kunststof in het gebied van de hier kleinere dwarsdoorsnede worden benut.

De deksel helften bezitten voordelig rondlopende verticale randge-deelten, die het uittreden van vloeistofresten verhinderen en het slui-10 ten begrenzen.

De randgedeelten liggen daarbij tegen steunen aan, die in de verlenging van de middendam naar buiten toe liggen, waarbij de middendam aan de randen terugspringt. Deze steunen liggen op de rand van het onderste deel en stabiliseren het deksel.

15 Op bijzonder eenvoudige wijze worden de steunen verkregen door insnijdingen in de rand, direct in de verlenging van de voor het vervaardigen van de scharnieren noodzakelijke inkepingen in het bovenste deel aan beide zijden van de af te dekken middendam van het onderste deel.

De uitgietopeningen zijn naar het midden van het onderste deel toe 20 afgeschuind en aanvullend bij voorkeur afgeschuind, zodat scherpe uit-gietkanten ontstaan, van waaraf de uit te schenken vloeistof zonder druppels kan loskomen.

Aan de andere kant wordt hierdoor het sluiten, hetgeen met een draaibeweging om de scharnieras gepaard gaat, zodat het sluiten niet 25 coaxiaal kan geschieden, aanzienlijk vergemakkelijkt, aangezien de omhoog stekende, buiten liggende randen het mogelijk maken om de in te drukken tappen op de deksel helften van het bovenste deel te geleiden.

De druksluiting van het bovenste deel met het onderste deel wordt verzekerd doordat in de dam zich naar onderen uitstrekkende doodlopende 30 gaten aangebracht zijn. In deze doodlopende gaten grijpen overeenkomstig gevormde tappen, die eveneens naar beneden toe wijder worden.

De verbinding is bijzonder stevig wanneer de doodlopende gaten in de middendam telkens door rondlopende ringvormige sleuven zijn omgeven.

Het materiaal van het doodlopende gat kan derhalve bij het sluiten uit-35 zetten in de ringvormige sleuf. Dat betekent dat de tappen van het bovenste deel verhoudingsgewijze dikke, zich aan de uiteinden bevindende verdikkingen kunnen bezitten, die in de verbreding van het doodlopende gat door de drukzitting kunnen worden vastgehouden.

De afsluitdop wordt bij voorkeur op een (kunststof)fles ge-40 schroefd; het onderste deel bezit derhalve hiervoor een schroefdraad.

8701943 3

Om het afschroeven van de dop te bemoeilijken wordt voorgesteld de onderste rand van de dop zaagtandachtig uit te voeren en aan de af te sluiten fles een overeenkomstig tegenstuk te voorzien. De tandflanken bezitten daarbij aan de voor- en achterzijde verschillende hellingen, 5 waarbij de steilere flanken een beveiliging vormen tegen het openen.

Voor de vloeistofdichte verbinding van het onderste deel met de flessehals wordt voorgesteld om boven de schroefdraad een ringvormige sleuf mee te vormen, waarin een 0-ring, bij voorkeur met rechthoekige dwarsdoorsnede, kan worden gelegd. De laatste wordt door vastschroeven 10 op de bovenste rand van de flessehals gedrukt en afgedicht door vervormen.

Voor het gemakkelijk hanteren bij het openen van de deksel helften bezitten deze, en eventueel ook het onderste deel, overeenkomstige gri jpholten.

15 Aan de hand van de bijgevoegde figuur wordt de onderhavige uitvinding verder toegelicht

Figuur 1 toont het onderste deel van de afsluitdop in bovenaanzicht en in doorsnede.

Figuur 2 toont het bovenste deel van de afsluitdop van onderen ge-20 zien en in doorsnede.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht op het onderste deel 2 van de afsluitdop, die door verbinding van bovenste en onderste deel kan worden vervaardigd. Het deel is rond gevormd (andere vormen zijn zondermeer mogelijk) en bezit in het midden de verhoogde middendam 3. Daarin zijn 25 aan de uiteinden de doodlopende gaten 19 ter verkrijging van de druk-verbinding met het bovenste deel gevormd. Aan beide zijden van de middendam liggen de verschillende uitgietopeningen 4 en 5, waarbij de laatste voor het op de wijze van een gieter uitschenken dienen.

Aan beide zijden aan de buitenkant liggend zijn de onderste delen 30 van de grijpholte 30 weergegeven.

In de doorsnede langs de lijn A-B is in het midden de verhoogde dam 3 te zien, waarin het naar onderen breder wordende doodlopende gat 19 is gevormd. Ter verhoging van de sluitsterkte en tegelijkertijd voor het vergemakkelijken van het indrukken is het doodlopende gat 19 omge-35 ven door een ringvormige sleuf 20.

Links naast de middendam 3 ligt de (grotere) aparte opening 4, waarvan de bovenkant 17 naar het midden toe afgeschuind is en onder een hoek van 45° verloopt. Net zo zijn de openingen 5 aan de bovenkanten afgeschuind en onder een hoek verlopend uitgevoerd.

40 Onder het vlak van de uitgietopeningen 4, 5 bevindt zich het on- 8701943 4 derste deel van de greepholte 30 alsmede inwendig de sleuf 28 met de daarin gelegde 0-vormige ring 29.

Onder de 0-vormige ring 29 ligt de schroefdraad 25, aan de onderste rand van het onderste deel 2 is inwendig de zaagtandvergrendeling 5 27 aangevormd.

Figuur 2 toont het bovenste deel 1 van onderen af, met de beide deksel helften 7 en 8. De deksel hel ft 7 bezit daarbij de van de overeenkomstig grotere diameter voorziene aparte tap 11, die in het doodlopende gat 4 van het onderste deel past. De rechter deksel hel ft 8 bezit de 10 overeenkomstige kleinere tap 12.

De deksel helften 7 en 8 zijn van elkaar gescheiden door een met de middendam 3 in figuur 1 overeenkomend middenstuk 31, dat de druktap 21 ter verbinding met het onderste deel 2 draagt.

Direkt naast het middenstuk 31 liggen de inkepingen 6, die een ma-15 teriaaldwarsdoorsnedeverkleining en derhalve het scharnier voor de deksel hel ften vormen.

In het verlengde van deze inkepingen 6 liggen de insnijdingen 15 in de rand 13 ter vorming van de steunen 16.

In de doorsnede C-D door deze figuur is het bovenste deel van de 20 greepholte 30 van buiten aangebracht afgebeeld, die in de rand respectievelijk de randdelen 13 van de deksel helften 7 en 8 uitloopt.

Links is de grotere tap 11 met zijn verdikking 23 aan de onderzijde 9 van de dekselhel ft 7 en rechts zijn de tappen 12 met de verdikkingen 24 aangevormd, die voor het afdichten van de uitgietopeningen 4 en 25 5 van figuur 1 dienen.

In het midden bevinden zich de tappen 22 van de druksluiting. Alle tappen bezitten ter verhoging van de elasticiteit doodlopende gaten 21.

Achter de tappen 22 liggen de steunen 16, die ter verhoging van de 30 stijfheid aangevormde schouders kunnen bezitten. De steunen 16 zijn door de insnijdingen 15 van de randdelen 13 en 14 van de dekselhelften 7 en 8 gescheiden.

8701943

Claims (8)

1. 4 5 l. Afsluitdop voor vloeistoffen bevattende voorraadflessen met afsluitbare uitgietopeningen, die vast met de voorraadfles verbindbaar 5 is, gekenmerkt door de volgende kenmerken: a. de kap is in twee delen met een bovenste deel (l) en een onderste deel (2) uitgevoerd, b. het bovenste deel (l) en het onderste deel (2) zijn bij voorkeur door een druksluiting en/of door lijmen langs een verhoogde, bij 10 voorkeur op het onderste deel (2) aangebrachte middendam (3) met elkaar verbonden, c. het onderste deel (2) bezit daar tegenover liggend, door de middendam van elkaar gescheiden, de betreffende uitgietopeningen (4, 5), 15 d. het bovenste deel (!) bezit aan beide zijden nabij de middendam (3) verlopende inkepingen (6) als scharnieren voor twee dekselhelften (7, 8), e. de dekselhelften (7, 8) bezitten aan hun onderzijde (9, 10) in gesloten toestand in de uitgietopeningen grijpende tappen (11, 12).
2. 2. Afsluitdop volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de deksel helften elk een rondlopend randgedeelte (13, 14) bezitten, die beide in het gebied van de middendam tegen door insnijdingen (15) in de rand gevormde steunen (16) aanliggen.
3. 3. Afsluitdop volgens tenminste een van de conclusies 1 of 2 met 25 het kenmerk dat de bovenkanten (17, 18) van de uitgietopeningen (4, 5) naar het midden toe aflopend afgeschuind zijn en bij voorkeur onder een hoek verlopen.
4. 4. Afsluitdop volgens tenminste een van de conclusies 1 tot en met 3 met het kenmerk dat de middendam (3) bij voorkeur tenminste aan het 30 uiteinde naar onderen toe breder wordende doodlopende gaten (19) bezit, die omgeven zijn door een ringvormige sleuf (20), waarin de overeenkomstig gevormde van doodlopende gaten (21) voorziene tappen (22) grijpen.
5. 5. Afsluitdop volgens tenminste een van de conclusies 1 tot en met 35. met het kenmerk dat de dekselhelften (7, 8) in de uitgietopeningen grijpende, van verdikkingen (23, 24) voorziene tappen (11, 12) bezitten.
6. 6. Afsluitdop volgens tenminste een van de conclusies 1 tot en met 5 met het kenmerk dat het onderste deel (2) voorzien is van een 40 schroefdraad (25) en aan zijn onderste rand een zaagtandvergrendeling 8701943 6 * (27) bezit.
7. 7. Afsluitdop volgens tenminste een van de conclusies 1 tot en met 6 met het kenmerk dat het onderste deel (2) een rondlopende ringvormige sleuf (28) bezit, waarin een ten opzichte van de flessehals afdichtende 5 0-ring (29) kan worden gelegd.
8. 8. Afsluitdop volgens tenminste een van de conclusies 1 tot en met 9 met het kenmerk dat de deksel helften (7, 8) en eventueel het onderste deel (2) overeenkomstig van grijpholten (30) zijn voorzien. 8701943