NL8701647A - Werkwijze voor het snel en hygienisch afkoelen van een produkt bestaande uit schaal- of schelpdieren, alsmede koelinrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Description

-1-

Werkwijze voor het snel en hygiënisch afkoelen van een £ produkt bestaande uit schaal of schelpdieren alsmede koelinrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het snel en hygiënisch afkoelen van een produkt bestaande uit schaal of schelpdieren, waarbij voor het afkoelen van het produkt gebruik gemaakt wordt van gekoeld water, bij voorkeur aan boord van schepen bij 10 gebruikmaking van gefiltreerd gekoeld zeewater.

Door het snel afkoelen met gefiltreerd, gekoeld zeewater en het daarna in gekoelde opslag houden van de schaal of schelpdieren wordt voorkomen dat bederfbacteriën de kans krijgen zich op het produkt te vermeerderen.

15 Hierdoor wordt de kwaliteit, met name de houdbaarheid verbeterd.

Bij de bekende werkwijzen voor het koelen van schaal- of schelpdieren wordt gebruik gemaakt van traditionele methoden zoals smeltend ijs, 20 ijsbankkoeling, platenkoeling recirculerend gekoeld (zee)water koude lucht, C0-2 of N-2.

Deze methoden hebben een of meer nadelen zoals de meestal lange afkoeltijd waardoor bacteriën toch de kans krijgen zich te vermeerderen, de kans op microbiologische 25 besmetting, de hoge kostprijs, het hoger energie verbruik, te arbeidsintensief, neemt te veel plaats in aan boord van relatief kleine vissersvaartuigen, moeilijk te reinigen.

Aldus leiden deze bekende werkwijzen tot een onvoldoende 30 snel afkoelen van het produkt, waardoor de hygiënische kwaliteit niet optimaal is.

8701647 * -2- " De uitvinding beoogt bij een dergelijke werkwijze het produkt op snelle en optimaal hygiënische wijze af te koelen.

De uitvinding wordt hiertoe . gekenmerkt, 5 doordat het produkt in een vibrerend aangedreven kuip wordt toegevoerd, vervolgens het produkt over de bodem van de kuip wordt getransporteerd en daarbij door het water dat voortdurend wordt ververst wordt afgekoeld, waarbij de tijdens het transport optredende waterstroming 10 in hoofdzaak tegengesteld gericht is aan de transportrichting van het produkt over de bodem en waarbij de waterafvoer uit de kuip plaatsvindt langs het produkt dat nabij de bodem van de kuip nabij de toevoerzijde aanwezig is en dat de aldaar aanwezige 15 waterafvoer van de kuip gedeeltelijk afsluit, zodanig dat het water in de kuip op niveau wordt gehouden.

Aldus wordt het produkt intensief in contact gebracht met het gekoelde water, dat aan boord van schepen bestaat uit gefiltreerd zeewater, en vindt een optimale 20 warmteoverdracht plaats van het produkt aan het water. Hierbij is het van voordeel dat het produkt direkt na de aanvoer in de kuip door het water dat door de afvoer wegstroomt volledig wordt omgeven, zodat direkt bij aanvoer snelle koeling plaats vindt, welke koeling verder 25 gedurende de gehele verblijftijd in de kuip voortduurt. Het water in de kuip wordt op niveau gehouden, afhankelijk van de mate van afsluiting van de af voer door het produkt, en tevens door de aanvoer van het water.

30 Door de bij voorkeur in horizontale richting vibrerende aandrijving van de kuip wordt bereikt dat het produkt gelijkmatig wordt aangevoerd, dat het produkt over de bodem van de kuip wordt voortbewogen tegengesteld gericht aan de waterstroming, en dat bij het beëindigen van het proces het laatste nog in de kuip aanwezige produkt wordt afgevoerd.

87016 A 7 - -3-

De werkwijze is geschik-t voor het af koelen van diverse * soorten schaal- en schelpdieren, kort na het kookproces, maar in het bijzonder voor het zeer snel afkoelen, na het koken, van garnalen.

5 Een voorkeursvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de waterstroming in de kuip in stand gehouden wordt door toevoer van boven de kuip aanwezige stralen verneveld water.

Voordelen hiervan zijn: het creeren van een hoge 10 k-waarde (overdrachtscoefficient) door geforceerde turbulentie van het koelmedium (zee)water; de schaal- of schelpdieren op een bewegend vaartuig onder water te houden; het gebruikte (zee)water, met daarin achtergebleven resten van het produkt door het rooster 15 aan de voorzijde af te voeren; en het koelmedium (zee)water konstant te verversen.

Een verdere voorkeursvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de verblijfstijd van het produkt in de kuip geregeld wordt door instelling van 20 het debiet van de door middel van de stralen toegevoerde hoeveelheid water.

Aldus is op eenvoudige wijze de verblijftijd te regelen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een koelinrichting voor het uitvoeren van een dergelijke 25 werkwijze. Volgens de uitvinding omvat de koelinrichting een vibrerend aangedreven transportbodem, waarover het produkt onder afdracht van de warmte aan het gekoelde water vanaf een toevoerzij de naar een afvoerzijde van de kuip wordt getransporteerd 30 waarbij een rooster in een eerste bodemdeel aanwezig is, welk bodemdeel nabij de toevoerzijde opgesteld is, door welk rooster het water uit de kuip afgevoerd wordt.

Door gebruik van dit rooster wordt een goede koudeoverdracht bereikt, omdat het produkt gedwongen wordt langs het rooster naar het diepste deel van de kuip 8701647 f -4- te bewegen en dus een maximaal koelend effekt te ondergaan.

Het produkt sluit tijdens het passeren van het rooster de waterafvoer door het rooster ten dele af, waardoor 5 zeker gesteld wordt dat het water in de kuip op niveau blijft.

Een voorkeursvorm van een koelinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het eerste bodemdeel vanaf de toevoerzijde schuin 10 neerwaarts verloopt en het rooster zich in het laagste segment van dit bodemdeel bevindt.

Het aangevoerde produkt wordt daardoor gedwongen de weg langs het eerste bodemdeel te volgen, en vervolgens over het tweede bodemdeel naar de afvoerzijde te bewegen.

15 Een verdere voorkeursvorm van een koelinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het rooster in het eerste bodemdeel ongeveer 20 tot 40% van dit bodemdeel beslaat en de bodem voor het overige oppervlak gesloten is.

20 Het gevolg hiervan is dat het koelmedium water uitermate efficient wordt gebruikt, daar geen overloop uit de kuip plaatsvindt, maar het water geconcentreerd door het produkt de kuip verlaat.

Een verdere voorkeursvorm van een koelinrichting 25 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de bodem een op het eerste bodemdeel aansluitend tweede bodemdeel omvat dat vanaf het rooster tot de afvoerzijde schuin opwaarts hellend verloopt.

Deze genoemde helling, welke afhankelijk is van het 30 produkt, en bijvoorbeeld bij crangon-garnalen ca 6 graden is, zorgt samen met de vibrerende beweging voor de juiste transportsnelheid van het produkt door de kuip, en daarmee voor voldoende verblijftijd om de juiste eindtemperatuur van het produkt te bereiken.

8701647 -5-

Een voorkeursvorm van de koelinrichting volgens de * uitvinding wordt gekenmerkt, doordat in het diepste gedeelte van de kuip een tussenschot aanwezig is voor het vormen van twee kamers in de kuip, welke tussenschot zich 5 vanaf de toevoerzijde naar de afvoerzijde uitstrekt.

Door plaatsing van dit tussenschot in het diepste gedeelte van de kuip worden twee kamers gecreerd met als doel te voorkomen dat door slingerende bewegingen, bijvoorbeeld aan boord van het vaartuig, het te koelen 10 produkt wordt opeengehoopt, respectievelijk wordt beschadigd.

Een verdere voorkeursvorm van de koelinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het eind van de bodem aan de afvoerzijde van de kuip wordt gevormd 15 door een plaat voorzien van konische sleuven die zich dwars op de transportrichting van het produkt door de kuip uitstrekken.

Hierdoor kan het produkt op de plaat uitlekken en worden losse delen, zoals sprieten en pootjes van garnalen mee 20 afgevoerd.

Een verdere voorkeursvorm van de koelinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat boven de kuip een aantal spuitmonden opgesteld zijn, die enigszins schuin staan in de richting van de toevoerzijde, waarbij 25 nabij de afvoerzijde boven de kuip opgestelde spuitmonden een grotere monding bezitten dan nabij het midden boven de kuip opgestelde spuitmonden.

De relatief grotere spuitmonden aan de afvoerzijde zorgen voor nakoeling en hebben een extra reinigende werking op 30 het produkt, waarbij de nevel uit de kleine spuitmonden het produkt continu tegen de bodem van de kuip drukt.

Tesamen zorgen de spuitmonden voor de aanvoer van gekoeld water en voor de reeds vermelde waterstroming in de kuip.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin tonen:

Figuur 1 een schematisch overzicht van het verwerkings 8701647 Λ -6- * proces van schaal of schelpdieren die direkt na de vangst aan boord van een vaartuig worden gekookt, gespoeld, nagelezen en gekoeld, bij welk proces de werkwijze en koelinrichting volgens de uitvinding wordt toegepast; 5 Figuur 2 een schematisch aanzicht op de koelinrichting volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een stroomdiagram gegeven van het verwerkingsproces dat voor schaal- of schelpdieren, in het bijzonder crangon-garnalen, aan boord van een 10 vaartuig wordt toegepast.

Hierbij geven de volgende verwijzingstekens de hierna te noemen fasen van het proces, respectievelijk onderdelen toegepast bij het proces, respectievelijk aan-en afvoerpunten weer: 15 A aanvoer (zee)water, B afvoer (zee)water, C aanvoer gevist produkt, 1 wierbak, 2 zuig/perspomp, 20 3 filter, 4 koelunit voor het water ten behoeve van een koelinrichting 11, 5 koelunit voor het koelruim aan boord voor opslag, 6 kookinstallatie voor het produkt, 25 7 spoelen van het produkt, 8 nalezen van het produkt, 9 koelinrichting 11 aan boord, 10 koelruim aan boord.

In het verwerkings proces is van belang dat het 30 aangevoerde zeewater, aanvoerpunt A, door filtratie, fase 3, wordt ontdaan van zwevende bestanddelen en een aanzienlijk deel van de in het zeewater voorkomende micro-organismen, die zich hechten aan grotere deeltjes. Hierdoor is het niet nodig zoet water te bunkeren ten behoeve van het gebruik bij verwerking aan boord.

870 1 6 47 -7-

Het gefiltreerde zeewater wordt voor alle bewerkingen aan boord gebruikt. Het produkt wordt via de fasen 7 en 8 toegevoerd aan de koelinrichting 11 in de fase 9.

5 De koelinrichting 11, weergegeven in figuur 2, is de laatste schakel in het verwerkingsproces aan boord.

Voor het behouden van de goede bacteriologische kwaliteit is de gekoelde opslag fase 10 noodzakelijk.

De uitvoering en werking van de koelinrichting 11 is 10 als volgt: de met gefiltreerd zeewater gespoelde en in de fase 8 nagelezen schaal of schelpdieren C 1 worden op ongeveer zeewatertemperatuur in een voorraad trechter 12 van de koelinrichting 11 gebracht.

Door middel van een niet weergegeven verstelbare schuif 15 wordt de aanvoer van het produkt gedoseerd naar een horizontale opvangplaat 14 die vast verbonden is met het gestel van een kuip 13 en de vibrerende beweging van deze kuip volgt.

Deze kuip omvat een bodem met een eerste bodemdeel 15 20 waarop het produkt valt vanaf de plaat 14, en een tweede bodemdeel 16 .

De bodemdelen 15 en 16 worden op niet weergegeven wijze tesamen met de plaat 14, in vibrerende beweging gebracht. Hierbij volgt het produkt over de bodem van de kuip de 25 weg weergegeven met de pijl C 2.

Het eind van het bodemdeel 16 wordt gevormd door een plaat 17, die is voorzien van zich dwars op de transport richting uitstrekkende konische sleuven 17 A .

Vanaf de plaat 17 wordt het produkt afgevoerd naar het 30 koelruim, zoals weergegeven onder fase 10.

In het onderste deel van het bodemdeel 15 bevindt zich een rooster 15a, dat een oppervlakte van ongeveer 20-40%, bij voorkeur ongeveer 33% van dit bodemdeel beslaat.

De bodem van de kuip is voor het overige oppervlak gesloten.

8701647 -8- • Boven de kuip bevinden zich in twee ryen opgestelde spuitmonden 18 en 19 waardoor het gekoelde water uit de koelunit wordt aangevoerd en waarbij een twee-tal relatief grote spuitmonde 19 naast elkaar in de nabijheid 5 van de afvoerzijde van de kuip 13 zijn opgesteld, en waarbij een drie-tal relatief kleine spuitmonden 18 naast elkaar boven het midden van de kuip zijn opgesteld. De waterstralen 20 uit deze spuitmonden zijn zodanig gericht dat de hoek ongeveer 80 graden bedraagt.

10 Ook andere hoeken zijn mogelijk.

De door deze waterstralen in de kuip 13 veroorzaakte waterstoming D is door de richting van de waterstralen tegengesteld aan de transportrichting C2 van het produkt in de kuip.

15 Door fluctuatie in het debiet van de wateraanvoer wordt de doorstroomsnelheid van het produkt in de kuip 13 bepaald.

Tevens wordt door de krachtige waternevel het produkt ook op een slingerend vaartuig onder het wateroppervlak 20 gehouden, waardoor de overdrachtcoefficient mede als gevolg van de veroorzaakte turbulentie van het water in de kuip hoog is,

Door de spuitmonden 18 en 19 wordt voortdurend vers gekoeld zeewater aangevoerd.

25 Dit is overigens de enige aanvoer van water in de kuip. Ter plaatse van het rooster 15a beweegt de waterstroming D langs het over het rooster bewegende produkt, waardoor het produkt zowel snel gekoeld wordt als ook een buffer wordt gevormd, 30 zodat het water moeilijk weg kan stromen en het water niveau in de kuip 13 op peil wordt gehouden, tot boven het rooster en daarmee ook tot boven het zich op de bodem bevindende produkt.

Het water wordt slechts eenmaal gebruikt en via een opvangbak 21 afgevoerd.

9701647 -9-

Met dit water worden ook resten van het produkt en * eventuele andere delen afgevoerd.

Opgemerkt wordt dat de verblijftijd van het produkt en daarmee de temperatuur van het afgevoerde produkt voor 5 een belangrijk deel afhankelijk is van de stroomsnelheid van het water in de kuip, van de hellingshoek van het bodemdeel 16, en van de vibratie frequentie en amplitude.

De hellingshoek van het bodemdeel 15 wordt bepaald door factoren zoals, de fysische eigenschapen van 10 het produkt, het vermijden van ongewenste ophoping en de gewenste snelheid waarmee het produkt langs het rooster 15a beweegt .

Het rooster 15a is als een perforatie in het betreffende bodemdeel 15 uitgevoerd. Het spreekt van 15 zichzelf dat het rooster als een los onderdeel zou kunnen worden uitgevoerd, zodat afhankelijk van de produkt eigenschappen de juiste doorlaat opening gekozen kan worden. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van een tussenschot 22 dat zich vanaf de toevoerzijde in de 20 richting van de afvoerzijde in het diepste gedeelte van de kuip 13 uitstrekt. Plaatsing van het tussenschot 22 kan voorkomen dat door slingerende bewegingen van het vaartuig het te koelen produkt in de kuip 13 wordt beschadigd respectievelijk opeen gehoopt. Verder wordt 25 opgemerkt dat de koelinrichting volgens de uitvinding tevens met voordeel toepasbaar is in een stationaire opstelling aan de wal of in een andersoortig voertuig, waarbij voor het koelen eventueel in plaats van zeewater grondwater of leidingwater kan worden toegepast. Verder 30 worden nog de volgende opmerkingen gemaakt:

De kuip is gemaakt van roestvrij staal, glad afgewerkt en op eenvoudige wijze te demonteren. De vormgeving is zodanig dat geen beschadiging aan het produkt ontstaat.

8701647 * -10- ♦

Gezien de korte verblijftijd van zowel het produkt als het zeewater in de kuip is isolatie van de kuip en ommanteling niet nodig. Besmetting door lekkage in de isolatielaag is daarmee uitgesloten. Voor plaatsing aan 5 boord is van belang de compactheid van het frame waarin de kuip is opgehangen (1500x600x850 mm. voor een systeem met eèn koelcapaciteit van 300 Kg schaal- of schelpdieren per uur). Het geheel is omkast teneinde besmetting door buiswater, meeuwenpoep etc. te voorkomen.

10 Reeds 2-3 minuten na inschakeling van de koelunit is het koelsysteem geschikt voor gebruik. De unit behoeft derhalve slechts ingeschakeld te worden op het moment dat er aanbod is van te koelen produkt.

8701 6 47

Claims (8)

15. Werkwijze voor het snel en hygiënisch afkoelen van een produkt bestaande uit schaal of schelpdieren, waarbij voor het afkoelen van het produkt gebruik gemaakt wordt van gekoeld water, bij voorkeur aan boord van schepen bij gebruikmaking van gefiltreerd gekoeld 20 zeewater, met het kenmerk, dat het produkt (c) in een vibrerend aangedreven kuip (13) wordt toegevoerd, vervolgens het produkt (c) over de bodem (15-16) van de kuip wordt getransporteerd en daarbij door het water dat voortdurend wordt ververst wordt afgekoeld, waarbij de 25 tijdens het transport optredende waterstroming (d) in hoofdzaak tegengesteld is aan de transportrichting (c2) van het produkt over de bodem en waarbij de water afvoer uit de kuip plaatsvindt langs het produkt dat nabij de bodem van de kuip nabij de toevoerzijde aanwezig 30 is en dat de aldaar aanwezige waterafvoer van de kuip gedeeltelijk afsluit, zodanig dat het water in de kuip (13) op niveau wordt gehouden. 8701647: -Ιίτ * 2 Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de waterstroming in de kuip (13) in stand gehouden wordt door toevoer van boven de kuip aanwezige stralen verneveld water (20).

5. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verblijftijd van het produkt in de kuip (13) geregeld wordt door instelling van het debiet van de door middel van de stralen (20) toegevoerde hoeveelheid water.

4 Koelinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 10 volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting (11) een vibrerend aangedreven transportbodem (15-16) omvat, waarover het produkt onder afdracht van de warmte aan het gekoelde water vanaf een toevoerzijde naar een afvoerzijde van de kuip (13) wordt getransporteerd, en 15 een rooster (15a) in een eerste bodemdeel (15) aanwezig is, welk bodemdeel (15) nabij de toevoerzijde opgesteld is, door welk rooster (15a) het water uit de kuip (13) afgevoerd wordt.

5 Koelinrichting volgens conclusie 4, met het 20 kenmerk, dat het eerste bodemdeel (15) vanaf de toevoerzijde schuin neerwaarts verloopt en het rooster (15a) zich in het laagste segment van dit bodemdeel bevindt.

6 Koelinrichting volgens 5, met het kenmerk, dat het 25 rooster (15a) in het eerste bodemdeel (15) ongeveer 20 tot 40% van dit bodemdeel beslaat en de bodem (15-16) voor het overige oppervlak gesloten is.

7 Koelinrichting volgens een der conclusies 4 tot 6, met het kenmerk, dat de bodem (15-16) een op het 30 eerste bodemdeel (15) aansluitend tweede bodemdeel (16) omvat dat vanaf het rooster (15a) tot de afvoerzijde schuin opwaarts hellend verloopt. 8701 6 4 7 -y- < 8 Koelinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in het diepste gedeelte van de kuip (13) een tussenschot (22) aanwezig is voor het vormen van twee kamers in de kuip, welk tussenschot zich vanaf de 5 toevoerzijde naar de afvoerzijde uitstrekt.

9 Koelinrichting volgens conclusies 4 tot 8, met het kenmerk, dat het eind van de bodem aan de af voer zij de van de kuip wordt gevormd door een plaat (17), voorzien van konische sleuven (17a) die zich dwars op de 10 transportrichting (c2) van het produkt door de kuip (13) uitstrekken.

10 Koelinrichting volgens een der conclusies 4 tot 9 met het kenmerk, dat boven de kuip (13) een aantal spuitmonden (18-19) opgesteld zijn, die enigszins schuin 15 staan in de richting van de toevoerzijde, waarbij nabij de afvoerzijde boven de kuip (13) opgestelde spuitmonden (19) een grotere monding bezitten dan nabij het midden boven de opgestelde spuitmonden (18). 8701647