NL8701634A

NL8701634A - Safe hypodermic needle remover and retainer - has opening in top part having straight or curved edges, with moving member on lid with flexible closure mechanism

Info

Publication number: NL8701634A
Application number: NL8701634A
Authority: NL
Original assignee: Mr Alof Jan Wolt
Priority date: 1987-07-10
Filing date: 1987-07-10
Publication date: 1989-02-01

Abstract

Device is for removing an object from a carrier and subsequent retention. The device comprises a container with an opening in one wall for insertion of the object which is clamped by two sepd. edges. The length of the edges coincides with a part of the object to be removed. The edges are situated in the same plane and are straight, curved, parallel, circular or have one side rougher than the other. There may also be two pairs of cooperating edges in the same surface, i.e. the movable lid or in a moving member on the lid. The opening may be closed by a flexible closure mechanism, i.e. a plastic tip.

Description

00

Hw/Avg/1 WoltHw / Avg / 1 Wolt

Inrichting voor het losnemen en opvangen van een voorwerp.Device for detaching and collecting an object.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het van een drager verwijderen van een voorwerp, bijvoorbeeld naald en naaldvatting, en het opvangen daarvan, welke inrichting bestaat uit een houder in een wand, waarvan 5 een opening is uitgespaard voor het doorvoeren van het voorwerp, waarbij de opening tenminste twee op afstand van elkaar liggende randdelen heeft voor het vastklemmen van het voorwerp.The invention relates to a device for removing an object from a carrier, for example needle and needle holder, and collecting it, which device consists of a holder in a wall, of which an opening is cut out for the passage of the object, the opening having at least two spaced edge portions for clamping the object.

Inrichtingen van het in de aanhef beschreven type 10 worden veelal gebruikt voor het opvangen van gebruikte voorwerpen, zoals gebruikte naalden, welke zodanig van de als vloeistofcilinder uitgevoerde drager moeten worden verwijderd, dat de naald geen ongewenste schade aan anderen, bijvoorbeeld verplegend personeel, kan veroorzaken. Het is 15 bekend om de opening van een tweetal samenwerkende randdelen te voorzien, die een hoek met elkaar insluiten, zodat er een wigvormige opening ontstaat. In deze wigvormige opening kan de naaldvatting van de naald worden vastgeklemd, waarna de drager in axiale zin van de vatting kan worden weggetrokken. 20 De bekende inrichting is echter ongeschikt voor naald-vattingen welke een draaiende beweging ten opzichte van de drager moeten ondergaan voordat deze losraakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een schroefdraadvatting.Devices of the type described in the preamble are often used for collecting used objects, such as used needles, which must be removed from the carrier designed as a liquid cylinder, so that the needle cannot cause undesired damage to others, for example nurses. . It is known to provide the opening with two cooperating edge parts, which enclose an angle with each other, so that a wedge-shaped opening is created. The needle mount of the needle can be clamped in this wedge-shaped opening, after which the carrier can be pulled away from the mount in axial sense. The known device is, however, unsuitable for needle mounts which must undergo a rotary movement with respect to the wearer before it comes loose. This can happen, for example, with a threaded mount.

De uitvinding boogt een inrichting te verschaffen, 25 waarbij bovengenoemd bezwaar wordt ondervangen, welke inrichting zich volgens de uitvinding onderscheidt doordat de twee randdelen elk een lengte hebben die tenminste overeenkomt met een deel van de omtrek van het te verwijderen voorwerp, en de randdelen zich over de genoemde lengte op 30 dezelfde afstand van elkaar bevinden.The invention aims to provide a device, wherein the above-mentioned drawback is obviated, which device is distinguished according to the invention in that the two edge parts each have a length which corresponds at least to a part of the circumference of the object to be removed, and the edge parts extend over said length are at the same distance from each other.

Aangezien de randdelen op gelijke afstand van elkaar blijven en derhalve een spieetvormige opening daartussen wordt gevormd, kan het voorwerp hetzij tussen de randdelen 8701634 4 4 - 2 - worden vastgeklemd, waardoor de gewenste draaiing tot stand kan worden gebracht door het draaien van de drager.Since the edge parts remain equidistant from each other and therefore a spline-shaped opening is formed therebetween, the article can be clamped either between the edge parts 8701634 4 4-2, thereby achieving the desired rotation by rotating the carrier.

In een uitvoeringsvorm strekken de randdelen zich in hetzelfde vlak uit en hebben een recht verloop, welke uitvoe-5 ringsvorm in het bijzonder geschikt is indien het voorwerp is voorzien van platte vlakken, die tussen de randdelen kunnen worden gevat.In one embodiment, the edge parts extend in the same plane and have a straight course, which embodiment is particularly suitable if the object is provided with flat surfaces which can be mounted between the edge parts.

In een andere uitvoeringsvorm verlopen de randdelen volgens een vloeiende kromme, welke kromme een zodanige 10 lengte vertoont, dat bij het langs die kromme bewegen van het voorwerp een draaiing van het voorwerp ten opzichte van de drager tot stand wordt gebracht, welke een lossende werking tot gevolg heeft.In another embodiment, the edge parts run according to a smooth curve, which curve has such a length that when the object is moved along that curve a rotation of the object relative to the carrier is brought about, which causes a releasing effect. has an effect.

Bij voorkeur heeft het ene randdeel een ruwer 15 oppervlak dan het andere randdeel, waardoor de op te wekken draaibeweging wordt verbeterd.Preferably, one edge part has a rougher surface than the other edge part, as a result of which the rotary movement to be generated is improved.

In weer een andere uitvoeringsvorm liggen de randdelen in twee parallelle vlakken boven elkaar, waardoor het voorwerp scheef in de opening kan worden gevoerd, om deze op 20 twee verschillende plaatsen aan te vatten. Met deze uitvoeringsvorm zijn grote maatafwijkingen van het voorwerp op te nemen.In yet another embodiment, the edge parts lie in two parallel planes on top of each other, so that the object can be fed into the opening at an angle, so that it can be received at two different places. With this embodiment, large dimensional deviations of the object can be accommodated.

Indien de randdelen in deze laatste uitvoeringsvorm een cirkelvorm vertonen, dan kan de voornoemde draaibeweging -»· 25 eenvoudig worden opgewekt door de drager volgens de beschrijving van een kegel te bewegen.If the edge parts in this last embodiment have a circular shape, the aforementioned rotary movement can be generated simply by moving the carrier according to the description of a cone.

In weer een andere uitvoeringsvorm zijn twee met elkaar samenwerkende randdelen in hetzelfde vlak aangebracht, waarbij het de voorkeur verdient om de ene respectievelijk de 30 andere randdelen van de paren een hoek met elkaar in te laten sluiten. Hiermee wordt het voorwerp beter gevat op meer dan twee plaatsen langs de omtrek daarvan.In yet another embodiment, two co-operating edge parts are arranged in the same plane, it being preferred to have one or the other edge parts of the pairs respectively enclosed at an angle to each other. This better grasps the object in more than two places along its circumference.

Tenslotte kan in een uitvoeringsvorm tenminste één randdeel van een paar op een ten opzichte van de houder 35 beweegbaar lichaam zijn aangebracht. Hiermee kan op eenvoudige wijze een klemwerking op voorwerpen van verschillende afmetingen tot stand worden gebracht.Finally, in one embodiment, at least one edge part of a pair can be arranged on a body movable relative to the holder 35. This makes it possible to effect a clamping action on objects of different sizes in a simple manner.

8701634 i - 3 -8701634 i - 3 -

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronder staande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: 5 Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een inrich ting volgens de bekende stand van techniek;The above and other features of the invention will be further elucidated in the figure description below of a number of exemplary embodiments. In the drawing: Fig. 1 is a perspective view of a prior art device;

Fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding volgens een eerste uitvoeringsvorm; 10 Fig. 3 een met fig. 1 overeenkomend aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding;Fig. 2 shows a view corresponding with fig. 1 of a device according to the invention according to a first embodiment; FIG. 3 is a view corresponding with fig. 1 of a third embodiment of the invention;

Fig. 4 een staande doorsnede door een opening in een inrichting volgens fig. 2 volgens een derde alternatieve uitvoeringsvorm; 15 Fig. 5 een staande doorsnede door een opening bij een inrichting uit fig. 2 volgens een vierde alternatieve uitvoeringsvorm;Fig. 4 a vertical section through an opening in a device according to FIG. 2 according to a third alternative embodiment; FIG. 5 is a vertical section through an opening in a device of FIG. 2 according to a fourth alternative embodiment;

Fig. 6 een bovenaanzicht van een opening volgens een vijfde alternatieve uitvoeringsvorm; 20 Fig. 7 een onderaanzicht van een opening bedekt door een afsluitorgaan volgens de uitvinding.Fig. 6 is a top view of an opening according to a fifth alternative embodiment; FIG. 7 is a bottom view of an opening covered by a closing member according to the invention.

Bij de in de figuren getoonde inrichtingen zijn dezelfde Onderdelen met dezelfde referentie-cijfers aangegeven .In the devices shown in the figures, the same parts are indicated with the same reference numerals.

25 De inrichting bestaat in hoofdzaak uit een houder 1, die hier is uitgevoerd als een cilindrische bus met een bodemvlak 2 en een topvlak 3, in welk topvlak 3 een opening 4 is uitgespaard.The device mainly consists of a holder 1, which here is designed as a cylindrical sleeve with a bottom surface 2 and a top surface 3, in which top surface 3 an opening 4 is recessed.

De bekende opening 4 volgens fig. 1 is gedeeltelijk 30 cirkelvormig, en loopt naar het midden van het dekselvlak 3 vernauwend toe in de vorm van een V. Deze opening heeft tegenover elkaar liggende randdelen 5, 6, die hier een recht verloop hebben en eindigen in een cirkelvormig deel 7 met kleinere kromtestraal dan het daar tegenover liggende deel 35 van de opening 4.The known opening 4 according to Fig. 1 is partly circular, and tapers towards the center of the lid surface 3 in the form of a V. This opening has opposite edge parts 5, 6, which here have a straight course and end in a circular part 7 with a smaller radius of curvature than the opposite part 35 of the opening 4.

In de figuur is met onderbroken lijn een drager 8 aangegeven, hier in de vorm van een vloeistofcilinder met drukplunjer 9, aan welke drager aan de onderzijde een 8701634 - 4 - naald 10 is bevestigd, die vast is bevestigd in een naald-vatting 11. De naaldvatting 11 heeft een boring, welke met wrijving op een niet getoonde stomp van de drager 8 is gebracht. Dank zij de wrijvingsverbinding is het van de 5 drager 8 losmaken van de vatting 11 respectievelijk naald 10 mogelijk door de vatting 11 in de opening 4 te steken, vervolgens vast te klemmen tussen de randdelen 5, 6 en de drager 8 in de richting van de pijl P1 terug te trekken. De vatting 11 blijft achter de randdelen 5, 6 haken en valt na 10 het verwijderen van de drager 8 in de houder 1 naar beneden. Het bezwaar bij een dergelijk uitgevoerde opening 4 is dat een draaiende beweging tussen de vatting 11 en de drager 8 niet goed mogelijk is vanwege de geringe klemwerking op de vatting 11.In the figure, a carrier 8 is indicated by a broken line, here in the form of a liquid cylinder with a pressure plunger 9, to which carrier an 8701634-4 needle 10 is fixed on the underside, which is fixedly mounted in a needle holder 11. The needle mount 11 has a bore which is applied with friction to a stub of the carrier 8, not shown. Thanks to the frictional connection, it is possible to detach the mount 11 or needle 10 from the carrier 8 by inserting the mount 11 into the opening 4, then clamping between the edge parts 5, 6 and the carrier 8 in the direction of the to retract arrow P1. The mount 11 catches behind the edge parts 5, 6 and drops down into the holder 1 after the removal of the carrier 8. The drawback with such an opening 4 formed is that a rotational movement between the mount 11 and the carrier 8 is not quite possible due to the small clamping effect on the mount 11.

15 Thans volgt een bespreking aan de hand van de figuren 2 tot en met 7 van uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.A discussion follows with reference to Figures 2 to 7 of embodiments according to the invention.

De opening 4 in fig. 2 is uitgevoerd met een centraal cirkelvormig deel 10, dat naar links in'fig. 2 uit-20 loopt in een rechthoekig deel 12, waardoor de randdelen 5, 6 parallel aan elkaar verlopen en de afstand daartussen over de lengte van de randdelen constant blijft. Indien de vatting 11 met een zeskantdeel 13 is uitgevoerd is het mogelijk de platte zijden van het zeskantdeel tussen de randen 5, 6 op 25 te nemen, waardoor bij het draaien van de drager 8 in de richting van de pijl P2 een relatieve verdraaiing ten opzichte van de naaldvatting 11 kan plaatsvinden, waardoor een betere lossing wordt bewerkstelligd. Indien de naaldvatting 11 is voorzien van inwendige schroefdraad, welke samenwerkt 30 met een schroefdraad op de bevestigingsstomp van de drager 8, is het lossen zonder meer verzekerd, vanwege de mogelijkheid van losschroeven in deze uitvoeringsvorm.The opening 4 in fig. 2 is formed with a central circular part 10, which is turned to the left in fig. 2 ends in a rectangular part 12, so that the edge parts 5, 6 run parallel to each other and the distance between them remains constant over the length of the edge parts. If the mount 11 is provided with a hexagon part 13, it is possible to take the flat sides of the hexagon part between the edges 5, 6 by 25, so that when the carrier 8 is rotated in the direction of the arrow P2, a relative rotation relative to of the needle mount 11 can take place, thereby achieving a better release. If the needle mount 11 is provided with an internal screw thread, which cooperates with a screw thread on the mounting stub of the carrier 8, unloading is absolutely ensured, due to the possibility of unscrewing in this embodiment.

Het centrale deel van opening 4 is voorts uitgevoerd met extra rechthoekige openingsdelen 14 respectievelijk 15, 35 zodanig dat de parallelle randdelen 5, 6 van deze delen een afstand daartussen hebben, welke afwijkt van de afstand bij het openingsdeel 12.The central part of opening 4 is furthermore provided with additional rectangular opening parts 14 and 15, 35, respectively, such that the parallel edge parts 5, 6 of these parts have a distance between them which differs from the distance at the opening part 12.

8701634 ♦ - 5 -8701634 ♦ - 5 -

Daarmee kunnen vattingen 11 van verschillende afmetingen worden aangevat en verwijderd.Mounts 11 of different sizes can thus be started and removed.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is de opening 4 gedeeltelijk begrensd door de kopvlakken 17 van een ten 5 opzichte van het bovenvlak 3 van de houder 1 beweegbaar lichaam 18. Het daar tegenover liggende kopvlak 17 van een tweede lichaam 18 kan beweegbaar zijn uitgevoerd maar ook vast met het deksel 3 zijn verbonden.In the embodiment according to Fig. 3, the opening 4 is partially delimited by the end faces 17 of a body 18 movable relative to the top surface 3 of the holder 1. The opposite end face 17 of a second body 18 may be movable, but are also firmly connected to the lid 3.

Het kopvlak 17 van elk der delen 18 begrenst twee 10 randdelen 5, 6 respectievelijk 5', 6', zodanig dat hier twee paren samenwerkende randdelen aanwezig zijn. De ene randdelen 5, 5' respectievelijk de andere randdelen 6, 6' sluiten onderling een hoek in, bij voorkeur die hoek welke overeenkomt met de platte vlakken van de zeskant 13 van de vatting 15 11 van de naald 10.The end face 17 of each of the parts 18 defines two edge parts 5, 6 and 5 ', 6', respectively, such that here two pairs of cooperating edge parts are present. The one edge parts 5, 5 'and the other edge parts 6, 6' respectively enclose an angle, preferably that angle which corresponds to the flat surfaces of the hexagon 13 of the mount 15 of the needle 10.

Door de zeskant 13 in de opening 4 aan te brengen, en vervolgens de lichamen 18 naar elkaar toe te bewegen, komen de randdelen 5, 6 respectievelijk 5', 6' naar elkaar toe en sluiten de zeskant 13 op. Door een verdraaiing in de 20 richting van de pijl P2 van de drager 8 wordt opnieuw een lossing van de vatting tot stand gebracht. Het zal duidelijk zijn, dat deze uitvoeringsvorm geschikt is voor vattingen met relatief grote afwijkende maten.By arranging the hexagon 13 in the opening 4, and subsequently moving the bodies 18 towards each other, the edge parts 5, 6 and 5 ', 6' respectively come together and enclose the hexagon 13. By turning in the direction of the arrow P2 of the carrier 8 a release of the mount is again effected. It will be clear that this embodiment is suitable for mounts with relatively large deviating sizes.

Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm, waarbij de samen-25 werkende randdelen 5, 6 niet in hetzelfde vlak zijn gelegen maar in een parallel vlak boven elkaar. Dit is mogelijk door het dekseldeel 3 van de houder 1 uit te voeren met een verdikt deel 19, welke is voorzien van een cilindrische of volgens fig. 4 vernauwende doorgang, welke de opening 4 vormt.Fig. 4 shows an embodiment in which the cooperating edge parts 5, 6 are not located in the same plane but in a parallel plane one above the other. This is possible by designing the lid part 3 of the container 1 with a thickened part 19, which is provided with a cylindrical or narrowing passage according to fig. 4, which forms the opening 4.

30 De bovenrand van de doorgang vormt het ene hier cirkelvormige randdeel 5, terwijl het nauwste deel halverwege de opening 4 het andere cirkelvormige randdeel 6 vormt.The top edge of the passage forms the one circular edge part 5 here, while the narrowest part halfway through the opening 4 forms the other circular edge part 6.

Door het invoeren van de naaldvatting 11 van naald 10, en een vervolgens schuin stellen van de drager 8, is het 35 mogelijk om door een draaiende beweging van de drager 8 volgens de beschrijving van een denkbeeldig kegelvormig vlak waarvan de top nabij de nauwe doorgang van opening 4 is gelegen, een relatieve draaibeweging tussen drager 8 en 8701634By inserting the needle mount 11 of needle 10, and then tilting the carrier 8, it is possible to rotate the carrier 8 according to the description of an imaginary conical surface, the top of which is close to the narrow passage of opening 4 is located, a relative rotational movement between carrier 8 and 8701634

VV

- 6 - vatting 11 tot stand te brengen, waardoor de lossing van de vatting 11 wordt gerealiseerd.- 6 - mount 11, whereby the release of the mount 11 is realized.

Het verdient de voorkeur om het binnenvlak 20 van de opening 4 uit te voeren met groeven 21, teneinde de ruwheid 5 van de opening 4 te verhogen, waardoor het afrollen beter zal plaatsvinden.It is preferable to design the inner surface 20 of the opening 4 with grooves 21 in order to increase the roughness 5 of the opening 4, so that the unwinding will take place better.

Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm, waarbij de samenwerkende randdelen in hetzelfde vlak liggen, echter overeenkomstig de uitvoeringsvorm van fig. 3 naar elkaar toe beweeg-10 baar zijn. Het randdeel 5 respectievelijk 6 is op een half cilindrisch deel 22 respectievelijk 23 aangebracht, welke cilindrische delen in een bus 24 zijn opgenomen. De cilindrische delen 22, 23 zijn door middel van geleidings-elementen 25 met de bus 24 verbonden en kunnen in de richting 15 van de pijl P3 een bepaalde slag ondergaan. Door de parallelle verbindingselementen 25 zullen, bij een neergaande beweging van de cilindrische delen 22, 23 in de bus 24, deze cilindrische delen naar elkaar toe bewegen en derhalve de samenwerkende randdelen 5, 6. De slaglengte van de delen 22, 20 23 is zodanig , dat bij het doordrukken van het ondervlak van deze cilindrische delen tot het bovenvlak 26 van een door-laatopening 4 in de bijzonder gevormde bovenwand 3 van de bus 1, de delen 22, 23 een dood punt zullen passeren en in de omlaag gedrukte stand vastgeklemd blijven staan. Hiermee 25 wordt een tussen de delen 22, 23 gevoerde vatting 11 van een naald 10 permanent vastgeklemd, waardoor de daaraan verbonden drager door trekken of draaien gemakkelijk kan worden verwijderd.Fig. 5 shows an embodiment in which the cooperating edge parts lie in the same plane, but are movable towards each other according to the embodiment of FIG. The edge part 5 and 6, respectively, is arranged on a semi-cylindrical part 22 and 23, which cylindrical parts are received in a sleeve 24. The cylindrical parts 22, 23 are connected to the sleeve 24 by means of guide elements 25 and can undergo a certain stroke in the direction of the arrow P3. Due to the parallel connecting elements 25, when the cylindrical parts 22, 23 in the sleeve 24 move downwards, these cylindrical parts will move towards each other and therefore the cooperating edge parts 5, 6. The stroke length of the parts 22, 23 is such that that when the bottom surface of these cylindrical parts is pressed through to the top surface 26 of a passage 4 in the specially formed top wall 3 of the sleeve 1, the parts 22, 23 will pass through a dead center and clamped in the downwardly pressed position stay. With this, a mount 11 of a needle 10 passed between the parts 22, 23 is permanently clamped, whereby the associated carrier can be easily removed by pulling or turning.

Teneinde de naaldvatting met naald via de opening 4 30 in de bus 1 te laten vallen kan de bus 24, welke door een aanslag 27 in de in fig. 5 getoonde stand wordt geblokkeerd, tegen de werking van een aantal drukveren 28 in omlaag worden gedrukt, zodra de aanslag 27 in de richting van de pijl P4 is verwijderd. Doordat de delen 22, 23 op het vlak 26 van 35 opening 4 blijven liggen, worden de delen door het dode punt heen omhoog gedrukt ten opzichte van bus 24, waardoor de stand volgens fig. 5 opnieuw wordt hersteld. De vatting wordt derhalve losgelaten, zodat deze via de opening 4 in de bus 8701 634 ί - 7 - kan vallen. De bus 24 wordt door de veren 28 omhoog gedrukt, zodanig dat bij het tijdig loslaten van de aanslag 27, deze weer in de vergrendelstand springt, waardoor de inrichting voor de volgende naald gebruiksklaar is.In order to drop the needle mount with needle through the opening 4 into the sleeve 1, the sleeve 24, which is blocked by a stop 27 in the position shown in Fig. 5, can be pressed down against the action of a number of compression springs 28 as soon as stop 27 has been removed in the direction of arrow P4. Because the parts 22, 23 remain on the plane 26 of opening 4, the parts are pushed upwards through the dead center with respect to sleeve 24, whereby the position according to Fig. 5 is restored again. The mount is therefore released so that it can fall through the opening 4 into the sleeve 8701 634 7. The sleeve 24 is pushed upwards by the springs 28, so that when the stop 27 is released in time, it springs back into the locking position, so that the device for the next needle is ready for use.

5 Pig. 6 toont een uitvoeringsvorm van een opening 4 in een dekseldeel 3, dat een universeel karakter draagt. De randdelen 5, 6 respectievelijk 6' lopen parallel aan elkaar, waarbij het randdeel 5 door middel van aangebrachte groeven qua oppervlak ruwer is uitgevoerd dan de gladde randdelen 6, 10 6'.Pig. 6 shows an embodiment of an opening 4 in a lid part 3, which has a universal character. The edge parts 5, 6 and 6 'run parallel to each other, the edge part 5 being made rougher in terms of surface than the smooth edge parts 6, 10 6' by means of applied grooves.

De afstand tussen de randdelen 6, 6' ten opzichte van het rechte randdeel 5 varieert ter opneming van verschillende vatting-diameters.The distance between the edge parts 6, 6 'with respect to the straight edge part 5 varies to accommodate different mounting diameters.

De opening 4 is verder uitgevoerd met randdelen 5", 15 6", waarvan de funktie overeenkomt met de funktie van de randdelen 5, 6 in fig. 1.The opening 4 is further provided with edge parts 5 ", 15", the function of which corresponds to the function of the edge parts 5, 6 in FIG. 1.

Voorts is de opening 4 uitgevoerd met randdelen 5l1,r en samenwerkende randdelen 6T'', waartussen de afstand constant is, die langs een vloeiende kromme verlopen. Hier-20 mede zijn andersoortige vattingen, bijvoorbeeld kruisvattingen, gemakkelijk vast te klemmen respectievelijk los te maken.Furthermore, the opening 4 is formed with edge parts 51, r and cooperating edge parts 6T '', between which the distance is constant, which run along a smooth curve. This also makes it possible to clamp or loosen other types of mountings, for example, cross-mountings.

Tenslotte is er een uitvoering 5"" respectievelijk 6"", waartussen een grotere hoek is aangebracht dan bij 5” en 25 6".Finally, there is an embodiment 5 "" and 6 "", respectively, with a larger angle between them than at 5 "and 6".

Kenmerkend voor deze opening 4 is, dat alle randdelen naar dezelfde opening 4 wijzen, waardoor die opening 4 universeel bereikbaar wordt.Characteristic of this opening 4 is that all edge parts point towards the same opening 4, whereby that opening 4 is universally accessible.

Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm van een afsluit-30 orgaan 30, dat voorzien is van tegenover elkaar liggende lippen 31, zodanig dat bij het aanbrengen van het afsluit-orgaan 30 aan de onderzijde van het dekseldeel 3, elke opening 4 daarin kan worden afgesloten. Niettemin is de vrije doorvoer van een naald met naaldvatting 10, 11 gewaarborgd, 35 maar is een terugvallen daarvan uit de houder 1 bij per ongeluk omkeren daarvan, verhinderd.Fig. 7 shows an embodiment of a closing member 30, which is provided with opposite lips 31, such that when the closing member 30 is arranged on the underside of the lid part 3, each opening 4 can be closed therein. Nevertheless, the free passage of a needle with needle holder 10, 11 is ensured, but a fall thereof from the holder 1 upon accidental reversal thereof is prevented.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.The invention is not limited to the above-described embodiments.

87016348701634

Claims

1. Device for removing an object from a carrier, for example needle and needle holder, and collecting it, which device consists of a holder, in a wall of which an opening is recessed for the passage of the object, wherein the opening has at least two spaced edge parts for clamping the object, characterized in that the two edge parts 5, 6 each have a length which corresponds at least to a part of the circumference of the object to be removed and the edge parts 5, 6 are at the same distance from each other over the said length.

Device according to claim 1, characterized in that the edge parts 5, 6 extend in the same plane and have a straight course.

Device according to claim 1, characterized in that the edge parts 5, 6 extend in the same plane and run according to a smooth curve.

4. Device according to claim 3, characterized in that one edge part has a rougher surface than the other edge part.

Device according to claim 1, characterized in that the edge parts 5, 6 extend in two parallel planes.

6. Device according to claim 5, characterized in that the edge parts 5, 6 have a circular shape.

Device according to claim 1, characterized in that two pairs of cooperating edge parts 5, 6 are arranged in the same plane.

8. Device as claimed in claim 7, characterized in that one or the other edge parts of the pairs enclose an angle with each other.

9. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that at least one edge part of a pair is arranged on a body movable relative to the holder. 8701634 «- 9 -

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that more and more pairs of edge parts 5, 6 are provided, which extend along a part of the opening 4.

11. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the opening 4 is closed by a flexible closing member.

12. Device as claimed in claim 11, characterized in that the closing member consists of a number of plastic lips interlocking. 8701 63 4