NL8701274A - Doorvoerinrichting. - Google Patents

Description

* 60.77.966

PIDOÜ B.V. te Opmeer DOORVOERINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een doorvoerinrichting voor het onder beveiliging tegen electromagnetische overspanning en/of interferentie doorvoeren van ten minste êén kabel in een opening van een muur e.d.

5 Een dergelijke doorvoerinrichting is bekend uit het Nederlandse octrooischrift NL 173.226. Deze bekende doorvoerinrichting bevat een electrisch geleidende wanddoorvoerbus met een daarin opgenomen overspanningsbeveiligingsschakeling die voor elke van buiten af aan te sluiten toe- en afvoer-10 kabelader ten minste twee afleidingscomponenten bevat, en die eindigt in aansluitcontactpunten voor die toe- en afvoerkabeladers. Een met de wanddoorvoerbus verbonden dwarsschot verdeelt de genoemde componenten in twee afdelingen, waarbij alle componenten van de beveiligings-15 schakeling en de aansluitcontactpunten van de toe- en afvoerkabeladers zijn aangebracht op een electrisch isolerende printplaat. Deze printplaat is als een vooraf vervaardigde inzeteenheid in de holte van de wanddoorvoerbus aangebracht, en daaraan tezamen met het dwarsschot vast-20 gezet.

Een bezwaar van de bekende doorvoerinrichting is dat deze niet chemisch bestendig, brandwerend, gas- en waterdicht is.

Tevens geldt als bezwaar dat de constructie van de bekende doorvoerinrichting ingewikkeld en duur is. Verder biedt deze 25 bekende doorvoerinrichting nauwelijks de mogelijkheid om in gemonteerde toestand daarvan gemakkelijk de beveiligings-schakeling te inspecteren.

Het is het doel van de uitvinding een doorvoerinrichting met een beveiliging tegen electromagnetische overspanning en/of 8701274 « -2- <ί interferentie te verschaffen, die eenvoudig, goedkoop, chemisch bestendig, brandwerend, gas- en waterdicht is, en waarvan de beveiliging in gemonteerde toestand gemakkelijk kan worden geïnspecteerd.

5 Een doorvoerinrichting van de in de aanhef vermelde soort heeft daartoe volgens de uitvinding het kenmerk dat de doorvoerinrichting twee kabeldoorvoerbuizen bevat die elk aan hun uiteinde zijn voorzien van een flens, en die met behulp van deze flenzen losneembaar aan elkaar zijn beves-10 tigd, terwijl ten minste één aardingsplaat zich tussen deze flenzen bevindt, en hiermee electrisch geleidend is verbonden, om in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met een electrisch geleidende kabelafscherming van de ten minste ene doorgevoerde kabel in contact te staan. Electrische 15 installaties en machines, waarbij bijvoorbeeld ten behoeve van besturing en registratie veelal hooggevoelige componenten zijn toegepast, kunnen gemakkelijk door diverse uitwendige, electromagnetische velden en pulsen worden gestoord. Deze uitwendige, electromagnetische velden en pulsen kunnen 20 bijvoorbeeld zijn opgewekt door radarinstallaties, onweersbuien, kernexplosies en electrische apparatuur. Om dergelijke storingen te verminderen, worden in de praktijk vaak staalconstructies, fungerend als een kooi van Faraday, rondom een voor electronische apparatuur bestemde ruimte 25 geplaatst. Electrische kabels, die in een dergelijke afgeschermde ruimte worden ingevoerd, kunnen echter alsnog ongewenste, electromagnetische velden en pulsen tot in de electronische apparatuur geleiden. Deze geleiding zal in de regel over de electrisch geleidende afscherming ("braiding") 8701274 ‘b -3- van de betreffende doorgevoerde kabels plaatsvinden. Volgens de uitvinding nu zullen deze uitwendige, ongewenste, electro-magnetische velden en pulsen langs de electrisch geleidende afscherming van een doorgevoerde kabel, via de aardingsplaat 5 en de flenzen, naar aarde wegvloeien. Aldus wordt op eenvoudige wijze voorkomen dat genoemde storingen in electronische apparatuur optreden. Doordat de flenzen losneembaar zijn bevestigd, kan de onderhavige constructie bovendien gemakkelijk worden geïnspecteerd. Verder is het gebleken dat de 10 onderhavige doorvoerinrichting tevens zeer geschikt is voor het doorvoeren van een kabel door een stalen dek of schot van een schip.

Een uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de aardingsplaat ten minste 15 twee plaatvormige, van uitbuigbare lippen voorziene delen bevat, welke lippen in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting althans gedeeltelijk tegen de electrisch geleidende kabelafscherming van de ten minste ene doorgevoerde kabel aanliggen. Hierdoor kan de aardingsplaat gemakkelijk 20 en stevig rondom de electrisch geleidende kabelafscherming worden aangebracht.

Een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat een pakkingsring zich tussen de flenzen bevindt, en hiertegen aanligt, 25 waarbij de pakkingsring de aardingsplaat nagenoeg geheel omgeeft. Mede met behulp van deze pakkingsring wordt een drukbestendige, brandwerende, gas- en waterdichte doorvoer gerealiseerd. De pakkingsring voorkomt met name dat de aardingsplaat ten gevolge van vloeistofcontact zal gaan 30 corroderen. Dit laatste is vooral van belang, indien de onderhavige doorvoerinrichting voor de doorvoer van kabels in bijvoorbeeld scheepswanden wordt gebruikt.

8701274 4 -4-

Een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting volgens de uitvinding, in het bijzonder voor een meervoudige kabeldoorvoer, heeft het kenmerk dat de pakkingsring rondom een op de flenzen aanwezige doorvoerplaat die van kabel-5 doorvoeropeningen is voorzien is aangebracht, terwijl voor elke kabel ten minste één uit twee delen bestaande aardings-plaat aanwezig is. De doorvoerplaat is bijvoorbeeld van doorgedrukte lippen voorzien, waardoor deze plaat verend in een kabeldoorvoerbuis kan worden vastgeklemd. Door de 10 aanwezigheid van een doorvoerplaat op beide flenzen, kan de pakkingsring met een vaste voorspanning tussen de flenzen worden geklemd.

De uitvinding zal nu verder worden beschreven aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarvan 15 figuren een enkelvoudige doorvoerinrichting volgens de 1 t/m 3 uitvinding tonen, figuur een meervoudige doorvoerinrichting volgens de 4 uitvinding weergeeft, figuur een kabeldoorvoerplug volgens de uitvinding 20 5 toont, figuur een aardingsplaat voor een meervoudige 6 doorvoerinrichting volgens de uitvinding weergeeft, en figuur een doorvoerplaat voor een meervoudige 25 7 doorvoerinrichting volgens de uitvinding toont.

8701274 -5- έ Ιη figuur 1 onderscheidt men een muur 1, waardoorheen een van een flens 3 voorziene kabeldoorvoerbuis 2 is aangebracht. Een van een metalen afscherming 4 en een isolatie-mantel 5 voorziene kabel £ is via de kabeldoorvoerbuis 2 5 door de muur 1 doorgevoerd. De kabel 6> is over een gedeelte van zijn lengte van de isolatiemantel 5 ontdaan, zodat een aardingsplaat 7 (figuur 2) in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met de electrisch geleidende kabel-afscherming 4 in contact staat. De aardingsplaat 7. bevat 10 hier twee overlappende, plaatvormige delen 8, 9. Deze delen 8, 9 bevatten lippen 10 die door een klem 11 tegen de electrisch geleidende kabelafscherming 4 zijn geklemd.

Figuur 3 toont de situatie waarin een tweede, van een flens 13 voorziene kabeldoorvoerbuis 12 met behulp van bouten 14 15 aan de kabeldoorvoerbuis 2 is bevestigd. Een pakkingsring 15 bevindt zich tussen de flenzen 3, 13, en ligt hiertegen aan, welke pakkingsring 15 de plaatvormige delen 8, 9 geheel omgeeft. Verder is in het van het flensuiteinde afgekeerde uiteinde van de kabeldoorvoerbuis 12 een kabeldoorvoerplug 20 16 aangebracht. Op eenzelfde manier zal in de regel ook de kabeldoorvoerbuis 2 een dergelijke kabeldoorvoerplug bevatten.

Figuur 4 geeft een meervoudige doorvoerinrichting weer. Een doorvoerplaat 17 is hier door middel van ingedrukte lippen 25 18 verend in elk van de kabeldoorvoerbuizen 2, 12 aange bracht. Verder kan in ten minste een van de kabeldoorvoerbuizen 2, 12 een doorvoerplug 19 zijn geplaatst. Een dergelijke doorvoerplug 19 bezit bijvoorbeeld vier doorvoer-openingen 20, waarin doorvoersubpluggen 16 kunnen worden 870 1 274 4 -6- gedrukt. Om figuur 4 niet onnodig te compliceren, zijn de doorvoersubpluggen 16 en de in ongebogen toestand verkerende delen 8, 9 van de aardingsplaat 1_ los naast de doorvoer-inrichting weergegeven.

5 In figuur 5 is een doorvoerplug 19 getoond, waar het gebruik van doorvoersubpluggen 16 overbodig is. De doorvoerplug 19 is met name door de hartlijnen van de kabeldoorvoeropeningen 20 in afzonderlijke delen verdeeld. Dit heeft als voordeel dat een groot aantal kabels in een zeer compacte en eenvou-10 dig te monteren doorvoerplug door bijvoorbeeld wanden en vloeren kan worden doorgevoerd. Verder geldt nog het voordeel dat de doorvoerplug 19, na het trekken van de betreffende kabels, is aan te brengen. Vanzelfsprekend kan ook een doorvoerplaat 17 horizontaal, met name door de hartlijnen 15 van zijn doorvoeropeningen 20, in losse delen worden verdeeld. Opgemerkt wordt dat deze doorvoeropeningen 20 van de doorvoerplaat 17 ook rechthoekig kunnen zijn, en dat door elke doorvoeropening 20 ook verscheidende kabels kunnen worden doorgevoerd.

20 Figuur 6 toont een bij de doorvoerplug 19 van figuur 5 behorende aardingsplaat 2JL. Deze aardingsplaat £1 bestaat uit twee delen 22, 23 voor elke horizontale rij kabeldoorvoeropeningen 20, waarbij elk deel een aantal loodrecht hierop staande cilindermantelsegmenten 24 bezit, waarbij, in 25 bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting, elk paar, tegenover elkaar liggende, ieder tot een ander deel 22, 23 behorende segmenten, om een doorgevoerde kabel kan worden geklemd.

8701274 é -7-

Piguur 7 geeft een doorvoerplaat 17 weer, te gebruiken in een doorvoerinrichting met de doorvoerplug 19 van figuur 5 en de aardingsplaat 21 van figuur 6. De doorvoerplaat 17 is voorzien van klemlippen 25.

8701z74

Claims (7)

1. Doorvoerinrichting voor het onder beveiliging tegen electromagnetische overspanning en/of interferentie doorvoeren van ten minste één kabel in een opening van een muur e.d., met het kenmerk dat de doorvoerinrichting 5 twee kabeldoorvoerbuizen bevat die elk aan hun uiteinde zijn voorzien van een flens, en die met behulp van deze flenzen losneembaar aan elkaar zijn bevestigd, terwijl ten minste één aardingsplaat zich tussen deze flenzen bevindt, en hiermee electrisch geleidend is verbonden, 10 om in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met een electrisch geleidende kabelafscherming van de ten minste ene doorgevoerde kabel in contact te staan.

2. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de aardingsplaat ten minste twee plaatvormige, van 15 uitbuigbare lippen voorziene delen bevat, welke lippen in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting althans gedeeltelijk tegen de electrisch geleidende kabelafscherming van de ten minste ene doorgevoerde kabel aanliggen.

3. Doorvoerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de uitbuigbare lippen in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met behulp van een klem tegen de electrisch geleidende kabelafscherming van de ten minste ene doorgevoerde kabel zijn geklemd. 87 0 1 27 A * -9-

4. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat een pakkingsring zich tussen de flenzen bevindt, en hiertegen aanligt, waarbij de pakkingsring de aardingsplaat nagenoeg geheel omgeeft.

5. Doorvoerinrichting volgens conclusie 4, in het bijzon der voor een meervoudige kabeldoorvoer, met het kenmerk dat de pakkingsring rondom een op de flenzen aanwezige doorvoerplaat die van kabeldoorvoeropeningen is voorzien is aangebracht, terwijl voor elke kabel ten minste 10 één uit twee delen bestaande aardingsplaat aanwezig is.

6. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk dat in het van het flensuiteinde afgekeerde uiteinde van ten minste een van de kabel-doorvoerbuizen een kabeldoorvoerplug is aangebracht.

7. Doorvoerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de doorvoerplaat, respectievelijk de kabeldoorvoerplug, horizontaal, ten minste door hartlijnen van kabeldoorvoeropeningen, in afzonderlijke delen is verdeeld, waarbij de aardingsplaat is gevormd door twee 20 delen voor elke horizontale rij kabeldoorvoeropeningen, waarbij elk deel een aantal loodrecht hierop staande cilindermantelsegmenten bevat, waarbij, in bedrijfs-toestand van de doorvoerinrichting, elk paar, tegenover elkaar liggende, ieder tot een ander deel behorende 25 segmenten om een doorgevoerde kabel kan worden geklemd. 8701274