NL8700932A - Machine voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel. - Google Patents

Description

ft * -1- 26414/CV/tl

Korte Aanduiding: Machine voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op textielmachines bestemd 5 voor het vervaardigen van garen uit vlasvezel in een nat spinproces, en meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een machine voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel.

Er is een machine bekend voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel welke is voorzien van in de vooruitbeweging van het 10 garen van de onderzijde naar de bovenzijde langs iedere garenbaan opeenvolgend opgesteld, een inrichting voor het bevochtigen van het garen, een treksysteem voorzien van aanvoer en trekrollen en bovenrollen,een pneumatisch draaiende of twistende buis welke in verbinding staat met een leiding voor onder druk staande lucht,een garenbreuksensor en een 15 wikkelmachine met een inrichting voor het in dwarsrichting bewegen van het garen {Frans octrooischrift 2.096.738).

In bekende machines van deze soort zijn echter de bovenrollen van het treksysteem paarsgewijs voor twee naburige garenbanen opgesteld en aangebracht op een gemeenschappelijke as.Daarbij worden deze op een ge-20 meenschappelijke as aangebrachte rollen belast door een en hetzelfde gewicht. Het is gebleken dat een dergelijke uitvoering de werking van de machine belemmert daar breuk van garen in een garenbaan,hetgeen het terugtrekken van de desbetreffende bovenrol noodzakelijk maakt,de neiging tot garenbreuk in de naburige tot het paar behorende garenbaan 25 vergroot. Verder wordt met een paar op een gemeenschappelijke as aangebrachte bovenrollen de garenkwaliteit aangetast ten gevolge van het feit, dat indien verdikte of op andere wijze onvolkomen voorspinsels onder een rol doorbewegen , hetgeen resulteert in een beïnvloeding van het gewicht daarop en schuin lopen van de andere rol van de naburige garen-30 baan veroorzaakt,zodat de trek van het voorspinsel in deze naburige garenbaan op ongunstige wijze wordt beïnvloed.

De gemeenschappelijke armen van de bovenrollen hinderen de werking van de machine,daar de beïnvloeding van de ene rol afhangt van die van de andere rol. Bovendien moet,indien het garen of voorspinsel van een 35 bovenrol breekt hetzij de andere rol van het paar of zelfs de gehele machine worden stopgezet,hetgeen de totale productiviteit nadelig bein- ' e7 r m

9 I

s* -2- 26414/CV/tl vloedt.

Ook ontstaat er de neiging,dat vuil en vezels zich ophopen op de legers van de gemeenschappelijke as,welke op hun beurt weer moeilijk te reinigen zijn. Verder hopen zich onzuiverheden en losse vezels 5 die vrijkomen van het weefselachtige product ook op op de eind-oppervlakken van de pneumatisch draaiende buis,waardoor het stopzetten van de machine voor het reinigen van de buis op gezette tijde noodzakelijk wordt.

Het is een oogmerk van de huidige uitvinding een machine te ver-10 krijgen voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezels,waarin de op de bovenrollen van een garenbaan aangebrachte belasting onafhankelijk zal zijn van de variërende belasting van de bovenrollen van de naburige garenbaan, waardoor garenbreuken in iedere garenbaan kunnen worden verholpen zonder de naburige garenbanen buiten-werking te stellen, 15 terwijl verder de garenkwaliteit en de productiviteit van de machine zo kan worden opgevoerd.

Dit oogmerk wordt bereikt in een machine voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel ,waarin er langs iedere garenbaan opeenvolgend in de garen vooruit bewegingsrichting van de onderzijde naar 20 de bovenzijde zijn opgesteld,een treksysteem voorzien van aangedreven aanvoer en trekrollen en bovenrollen,een inrichting voor het toevoeren van een bevochtigingsvloeistof op de vezels,een pneumatische draaiende buis,welke in verbinding staat met een leiding voor gecomprimeerde lucht,een garenbreuksensor , een garenwikkelmachine met een garen in 25 dwarsrichting verplaatst orgaan,in welke machine in overeenstemming met de uitvinding ieder treksysteem saraenhangt met een systeem voor het belasten van zijn bovenrollen, werkzaam verbonden met de garenbreuksensor, waarbij het treksysteem is voorzien van tuimelarmen,waarbij een van de armen van iedere tuimelarm de desbetreffende bovenrol draagt en de andere 30 arm van de tuimelarm is verbonden met het belastings aanbrengende systeem.

Het aanbrengen van een belasting aanbrengend systeem voor iedere garenbaan elimineert de invloed van een variërende belasting aangebracht op de bovenrollen van naburige banen,terwijl tevens wordt toegestaan,om de bovenrollen van iedere garenbaan gelijktijdig van hun desbetreffende 35 onderrollen terug te trekken volgend op een signaal uitgezonden door de garenbreuksensor,waarop een garenbreuk in iedere garenbaan kan worden 8700932 4 -3- 26414/CV/tl verholpen,zonder hetzij de naburige garenbaan of de gehele machine stop te zetten,

In overeenstemming met een de voorkeur gegeven uitvoeringsvoor-beeld van de uitvinding omvat het systeem voor het belasten van de 5 bovenrollen van ieder paar een electrisch geregelde pneumatische klep, die werkzaam is verbonden met de garenbreuksensor,en pneumatische kamers,waarbij iedere kamer zijn veerkrachtig diafragma werkzaam verbonden heeft door een onder veerdruk staande stang en een scharnierende arm met de arm van de desbetreffende tuimelarm, terwijl de inwendige ruim-10 te onder de diafragma in verbinding staat met de leiding voor onder druk staande lucht via toevoerpijp en de electrisch geregelde pneumatische klep.

De de bovenrol van het treksysteem dragende tuimelarm ondersteunt bij voorkeur ook pneumatisch draaiende buis en de inrichting voor het 15 toevoeren van een bevochtigingsvloeistof in de vorm van een buis. Dit biedt betere omstandigheden in de onderhoudszone en staat het tevens toe de beyochtigingsvloeistof rechtstreeks in de trekzone toe te voeren om niet gelijkmatigheid van het geproduceerde garen omlaag te brengen.

Het is doelmatig om mondstukken opgesteld te hebben op het niveau 20 van de eindoppervlakken van de pneumatisch draaiende buis,in verbinding staande met de leiding van gecomprimeerde lucht,ten einde opeenhoping van vuil,fijne losse vezels en onzuiverheden bij de inlaat en uitlaat van de draaiende buis te vermijden,waardoor wordt voorzien in het handhaven van een nagenoeg constante spanning van het uit de draaiende buis 25 uittredende garen.

Om oscillerende beweging van het voorspinsel en het garen te voorkomen en ook om hun spanning en snelheid voor het trekrol resp. wikkelmechanisme te vereffenen is het doelmatig hellende afbuigplaten te hebben aangebracht om het bewegende voorspinsel of garen af te buigen 30 uit een verticale baan,waarbij de plaat voor het wikkelmechanisme bij voorkeur is aangebracht op het orgaan voor het in dwarsrichting verplaatsen van het garen en zich daarbij uitstrekt onder een hoek van 50° tot 70° ten opzichte van het verticale vlak. Daarbij heeft de plaat bij voorkeur uitsteeksels,die zich in de richting van de vooruitbeweging 35 van het dwars verplaatsende orgaan uitstrekken. De voor de trekrol opgestelde plaat is bij voorkeur in de vorm van een tafel waarvan het werk- 8 / ( . ; ‘ % η -A- 26A1A/CV/tl oppervlak zich uitstrekt onder een hoek van 5° tot 17° ten opzichte van het \erticale vlak,terwijl een eindloos schild om deze tafel en de aanvoerrol verloopt.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 5 van bijgaande figuren,waarin een mogelijke de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont schematisch een doorsnede over een uitvoeringsvoor-beeld van een machine voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel volgens de uitvinding.

10 Fig. 2 toont een langsdoorsnede over de pneumatische draaiende buis.

Fig. 3 toont het orgaan voor de dwarsverplaatsing met een daarop aangebrachte hellende plaat.

Fig. A toont de stand van het orgaan voor dwarsverplaatsing ten 15 opzichte van de aandrijftrommel.

De inrichting voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel omvat een aantal spinstations,ieder met hun eigen garenbaan,opeenvolgend opgesteld en op gelijkmatige afstand van elkaar aangebracht langs de voorzijde van de machine. Iedere garenbaan omvat,opeenvolgend 20 in de vooruitbeweging van het garen· opgesteld van onder naar boven,een wikkel 1 (fig.1) met een voorraad voorspinsel 2,een treksysteera 3 ,een pneumatisch draaiende buis A welke in verbinding staat met een leiding 5 voor onder druk staande lucht,een inrichtingö voor het toevoeren van bevochtigingsfluidum op de vezel,een garenbreuksensor 7 van iedere ge-25 schikte bekende constructie,en een wikkelbeweging of mechanisme 8 met een orgaan 9 voor dwarsverplaatsing van het garen.

De voorraadwikkel 1 is aangebracht op een steun 10 waaronder een trog 11 is opgesteld voor het verzamelen van de bevochtigingsvloeistof (bijvoorbeeld water ),welke naar beneden stroomt vanaf de voorraadwikkel 30 1 en het treksysteem 3. Het treksysteem 3 omvat een aangedreven aanvoer rol 12 en een aangedreven trekrol 13,die afzonderlijk in iedere garenbaan van de machine worden aangedrever,, waarbij de rollen 12 en 13 worden ondersteund door een steun 1A,die is aangebracht op een ronde doorsnede bezittende steunstaven 15 en 16 met behulp van losmaakbare 35 afdekkingen 17 en 18.

*- -5- 26414/CV/tl

De rollen 12 en 13 worden afzonderlijk aangedreven vanaf hun desbetreffende aandrijfassen 19 en 20 via aandrijfkettingen of andere flexibele eindloze aandrijforganen.

Het treksysteem 3 in iedere garenbaan omvat twee tuimelarmen 21 en 5 22,die zwenkbaar zijn om desbetreffende scharnierassen 23 en 34 en ieder op een van hun armen de desbetreffende bovenrollen 25 of 26 dragen. De bovenrol 25 wordt daarbij gedrongen tegen de aanvoerrol 12 en de bovenrol 26 wordt gedrongen tegen de aandrijfrol 13. De andere armen van de tuimelarmen 21 en 22 zijn werkzaam verbonden met een systeem 27 voor het 10 belasten van de bovenrollen 25 en 26,waarbij een dergelijk systeem is aangebracht voor ieder treksysteem 3 en werkzaam is verbonden met de daarbij behorende garenbreuksensor 7. Het belastingssysteem 27 omvat een electrisch geregelde pneumatische klep 28 van een of andere geschikte bekende constructie,welke electrisch is verbonden met de garenbreuksensor 15 7. Verder omvat het systeem twee (voor de twee tuimelarmen 21 en 22 ) pneumatische kamers 29 en 30 ,die ieder een veerkrachtig diafragma 31 hebben,dat vast is verbonden met een stang 32. De stangen 32 van de pneumatische kamers 29 en 30 zijn via scharnierbare armen 33 en onder veerbelasting staande stangen 34 verbonden met de desbetreffende andere 20 armen van de tuimelarmen 21 en 22. De inwendige ruimte 35 van iedere pneumatische kamer 29 en 30 onder het desbetreffende diafragma 31 staat in verbinding met een leiding 36 voor onder druk staande lucht via desbetreffende toevoerpijpen 37 en 38,de electrisch geregelde pneumatische klep 28 en een T-stuk 39· 25 In bedrijf van de machine wordt de belasting voor het belasten van de bovenrollen 25 en 26 afgeleid uit de leiding 36 voor onder druk staande lucht via de electrisch geregelde klep 28 en T-stuk 39· Met een van de garenbreuksensor 7 komend signaal,dat geen breuk wordt waargenomen, wordt gelijktijdig onder druk staande lucht toegevoerd door het 30 T-stuk 39 in de pneumatische kamers 29 en 30,zodat de vast met de desbetreffende veerkrachtige diafragma's 31 verbonden stangen 32 inwerken op de scharnierende armen 33 ,waardoor deze op hun scharnierassen 40 worden verzwenkt en de kracht via de desbetreffende stangen 34 overbrengen op de tuimelarmen 21 en 22. Indien het garen breekt en de sensor 7 een overeen-35 komstig signaal verzendtnaar de electrisch geregelde klep 28 om de toevoer van onder druk staande lucht af te snijden werken de desbetreffende veren (' .· r -6- 26414/CV/tl * 41 in op de stangen 34 en trekken de bovenrollen 25 resp.26 terug van de rollen 12 en 13.

De de bovenrol 26 dragende tuimelarm 22 ondersteunt verder een plaat 42 waarop de inrichting 6 voor het toevoeren van de bevochtigings-5 vloeistof en de draaibare buis 4 zijn aangebracht. Dezelfde plaat 42 (fig.2) heeft daarop aangebrachte mondstukken 43 en 44 ter hoogte van de desbetreffende niveau's van de eindoppervlakken van de draaiende buis 4 ten einde onzuiverheden ,pluksel,losse vezels enz.van deze oppervlakken te blazen,waarbij onder druk staande lucht aan deze mondstukken 10 43 en 44 wordt toegevoerd via een systeem van leidingen en doortochten 45- 49.

In het lichaam van de draaiende buis 4 is een ringvormige kamer 50 gevormd om onder druk staande lucht via zich tangentieel ten opzichte van een centrale boring 52 van de buis 4 uitstrekkende doortocht te 15 geleiden. Onder druk staande lucht wordt toegevoerd aan het systeem 45- 49 van de plaat 42 vanuit de leiding 5 (fig.1) voor onder druk staande lucht via een pijp 53.

De bovenste steunstaven 54 en 55 van de machine hebben een steun 56 daarop met behulp van losmaakbare afdekkingen,waarbij de steun het 20 wikkelmechanisme 8 draagt. Het wikkelmechanisme 8 omvat een wrijvings-aandrijfas 57,een spoelhouder 58 en de as van het orgaan 9 voor dwars-verplaatsing,welke een van een groef voorziene aandrijvende trommel 59 (fig.4) draagt,welke heen en weer gaande beweging meedeelt aan het orgaan 9 voor dwarsbeweging via een volgblok 60.

25 Voor het wikkelmechanisme 8 (fig.1) en de trekrol 13 zijn desbe treffende hellende platen 61 en 62 aangebracht.

De plaat 61 (fig.4) is aangebracht op het orgaan 9 voor dwarsver-plaatsing onder een hoek oC = 50-70° ten opzichte van het verticale vlak. De plaat 61 heeft daarop aangebrachte uitsteeksels 63 (fig.3),welke zich 30 uitstrekken langs de richting vanaf de heen en weer gaande beweging van het orgaan 9 voor dwarsverplaatsing. De onderrand 64 van de plaat 61 is gekromd gebogen,zoals blijkt uit fig.4,om wrijvingslijtage van het bewegende garen minimaal te maken.

De plaat 62 (fig.1) is vervaardigd in de vorm van een tafel,waar-35 van het werkoppervlak zich onder een hoek£= 5-17° uitstrekt ten opzichte van het verticale vlak. Een eindloos schild 65 loopt om de voedingsrol 12 · · A-- $ -7- 26414/CV/tl en de tafel.

Leidingen 5 en 36 voor onder druk staande lucht zijn verbonden met de in de spinfabriek aangebrachte toevoerleiding voor onder druk staande lucht.

5 De inrichting werk als volgt.

Het voorspinsel 2,dat van de voorraad wikkel 1,dat op de steun 10 draait,wordt afgewikkeld,wordt toegevoerd in de kneep tussen de bovenrol 25 en het schild 65 waartegen de bovenrol 25 wordt gedrongen,zodat het 'via het schild 65 door de aangedreven voedingsrol 12 wordt gedraaid.

10 Van de voorraadwikkel 1 en van de buis van de inrichting 6 voor het toevoeren van bevochtigingsvloeistof afdruipend water wordt verzameld in de trog 11.

De aangedreven voedingsrol 12 wordt in draaiing gebracht vanaf de aandrijfas 19 via de flexibele overbrenging. Het eindloze schild 65 dat 15 loopt op de bovenzijde van de hellende plaat 61 geleidt het voorspinsel naar de aangedreven trekrol 13,welke draaiing ontvangt van de aandrijfas 20 en op zijn beurt draaiing overbrengt op de door de tuimelarm 22 gedragen bovenrol 26. De plaat 62 buigt het schild 65 en het daarop onder-

w Q

steunde voorspinsel af onder een hoek = 5- 17 van het verticale vlak, 20 hetgeen het voorspinsel het oppervlak van het schild 65 positief laat aangrijpen en zo zijn permanente spanning in het trekproces ontvangt.

Een geen-breuksignaal,dat komt van de garenbreuksensor 7,opent de electrisch geregelde klep 28,zodat gecomprimeerde lucht van de leiding voor gecomprimeerde lucht via het T-stuk 39 wordt toegevoerd om in 25 te werken op beide veerkrachtige diafragma's 31 van de desbetreffende pneumatisch kamers 29 en 30. De diafragma's 31 werken via de stangen 32 ,scharnierende armen 33 en stangen 34 in op de desbetreffende tuimel-armen 21 en 22 ,een en ander zodanig,dat daardoor de bovenrollen 25 en 26 worden belast.

30 Het van het treksysteem 3 komende einde wordt getwist (dat wil zeggen het verkrijgt valse twist ) in de pneumatisch draaiende buis 4, die voor draaiing is aangebracht op de plaat 42 en is voorzien van een centrale boring 52 (fig.2) voor de doorvoer van het garen. Gecomprimeerde lucht wordt daarin toegevoerd via de tangentiële aanvoerdoortocht, 35 aangevoerd vanuit de ringvormige kamer 50,welke onder druk staande lucht ontvangt via de doortocht 47 vanuit de leiding voor gecomprimeerde lucht.

e u r ' -8- 26414/CV/tl

De op de plaat 42 aangebrachte mondstukken 43 en 44 voeren stromen gecomprimeerde lucht aan om stof,pluis,losse vezels enz.weg te blazen vanaf de desbetreffende einden van de draaibare buis 4. De toevoer van gecomprimeerde lucht in de draaiende buis 4 via de doortocht 47»en 5 aan de mondstukken 43 en 44 wordt afzonderlijk bewerkstelligd opdat de werking van de mondstukken geen daling van druk veroorzaakt in de boring 52 van de draaiende buis 4,met een overeenkomstige vermindering van het koppel,dat daardoor wordt ontwikkeld.

Het door de werking van de luchtstroon enigzins getwiste garen ont-10 twist bij het verlaten van de draaiende buis 4 (fig.1) onder het vormen van een ballon welke zich tot aan de hellende plaat 61 uitstrekt en gezamenlijk met het orgaan voor dwarsbeweging heen en weer beweegt langs de uiteindelijke wikkel 66.

Daar het vlak 69 onder een hoek van 50° tot 70° hellend verloopt 15 is het vlak waarin het garen,dat moet worden gewikkeld, wordt geleid op soortgelijke wijze hellend ten opzichte van de verticaal,hetgeen het onttwisten van het garen in bedwang houdt en verdere voortplanting van de ballon verhindert,zo bijdragend tot nauwe ingrijping van vezels in het garen en zijn " pluizigheid " voorkomt.

20 Het door het orgaan 9 voor dwarsverplaatsing geleide garen wordt gewikkeld in de garenwikkel 66,die wordt aangedreven door de wrijvings-aandrijfas 57·

Uit bovenstaande beschrijving zal het duidelijk,dat met de aangevoerde trekrollen van het treksysteem,die hun eigen onafhankelijk 25 in werking gestelde en aangedreven bovenrollen in ieder garenpad bezitten, omstandigheden voor betere garenkwaliteit,gemakkelijker bediening en onderhoud zijn geschapen,en invloed van de belastingskracht van een bovenrol op een andere bovenrol is uitgesloten. Daar verder een van de tuimelarmen welke een bovenrol draagt,ook de draaiende buis met zijn 30 blaasmondstukken en de inrichting voor het toevoeren van het bevochti- gingsfluidum draagt,wordt verder het ontwerp van de machine vereenvoudigd.

35 h * . .

Claims (7)

1. Een inrichting voor het vervaardigen van twistloos garen uit vlasvezel .waarin gezien in de vooruitbeweging van het garen langs iedere garenbaan van onderen naar boven opeenvolgend zijn opgesteld een treksysteera voorzien van aangedreven aanvoer en trekrollen en boven-5 rollen,een inrichting voor het toevoeren van een bevochtigingsfluidum op de vezels, een pneumatisch verdraaiende buis,welke in verbinding staat met een leiding voor onder druk staande lucht,een garenbreuksensor en een garénwikkelmachine met een orgaan voor dwarsverplaatsing van het garen,met het kenmerk,dat ieder treksysteem (3) is verbonden 10 met een systeem (27) voor het belasten van zijn bovenrollen (25,26), werkzaam verbonden met de garenbreuksensor (7),terwijl het treksysteem (3) is voorzien van tuimelarmen (21),waarvan telkens een arm de desbetreffende bovenrol (25,26) draagt en de andere arm met het belastings-systeem (27) is verbonden.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat het systeem (27) voor het belasten van de bovenrollen (25,26) een electrisch geregelde pneumatisch klep (28) omvat,die is verbonden met de garenbreuksensor (7),en pneumatische kamers (29,30),die ieder een veerkrachtig diafragma (31) omvatten.dat via een onder veerbelasting staande stang (34) 20 en een scharnierende arm (33) is verbonden met de andere arm van de tuimelarm (21,22).terwijl de inwendige ruimte (35) onder het diafragma (31) via toevoerpijpen en de electrisch geregelde pneumatisch klep (28) is verbonden met de leiding (36) voor onder druk staande lucht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de met de 25 trekrol (13) samenhangende bovenrol (26) dragende tuimelarm verder de draaiende buis (4) en de een buis omvattende inrichting (6) voor het toevoeren van het bevochtigingsfluidum ondersteunt.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van blaasmondstukken (43,44) bij de des- 30 betreffende niveau's van de eindoppervlakken van de draaiende buis (4), welke blaasmondstukken in verbinding staan met een leiding (5) voor onder druk staande lucht.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van hellende platen (62,61) aangepast om 35 bewegend garen af te buigen vanuit een verticale baan en resp.voor de trekrol (13) en het garenwikkelmechanisme (8) opgesteld. f-j: · -10- 26414/CV/tl «

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de voor het garenwikkelmechanisme (8) opgestelde plaat (61) is aangebracht op het orgaan (9) voor het dwars verplaatsen van het garen en zich uitstrekt onder een hoek van 50° tot 70° ten opzichte van het verticale vlak, 5 terwijl de plaat (61) is voorzien van zich langs de bewegingsrichting van het orgaan (9) uitstrekkende uitsteeksels.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk,dat de voor de trekrol (13) opgestelde hellende plaat (62) is in de vorm van een tafel, waarvan het oppervlak zich uitstrekt onder een hoek 5° tot 17° ten op- 10 zichte van het verticale vlak,terwijl een eindloos schild (65) om dit oppervlak en de voedingsrol (12) verloopt. 6 /