NL8700928A - Inrichting voor het wikkelen van een verstevigingsdraad om de steel van een bloem. - Google Patents
Inrichting voor het wikkelen van een verstevigingsdraad om de steel van een bloem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8700928A NL8700928A NL8700928A NL8700928A NL8700928A NL 8700928 A NL8700928 A NL 8700928A NL 8700928 A NL8700928 A NL 8700928A NL 8700928 A NL8700928 A NL 8700928A NL 8700928 A NL8700928 A NL 8700928A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- conveyor
- stem
- flower
- guide surface
- level
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G5/00—Floral handling
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
Description
P & C f
W 6484-2 Ned.B/EvF
*
Korte aanduiding: Inrichting voor het wikkelen van een verstevigings-draad om de steel van een bloem.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het wikkelen van een verstevigingsdraad om de steel van een bloem.
In de snijbloementeelt is het bekend bloemen met een betrekkelijk slappe steel te verstevigen door de steel met een dunne metaaldraad te 5 orawikkelen. Een typisch voorbeeld van een dergelijke bloem vormt de "gerbera".
Tot nu toe geschiedt dit orawikkelen met de hand. Daarbij wordt een op de gewenste lengte afgesneden draadstuk langs de te verstevigen bloemsteel gericht en met zijn vrije boveneinde in de onderzijde van de bloem-10 bodem gestoken. Vervolgens worden steel en draad tussen duim en wijsvinger van de ene hand rondgedraaid en gelijktijdig in de andere hand slippend vastgehouden. Steel en draad worden daarbij als het ware samengetwijnd.
Dergelijk handwerk vraagt niet alleen veel oefening, doch is ook voor de geoefende vakman tijdrovend en maakt daardoor een aanzienlijk 15 deel van de totale kostprijs van de bloem uit.
De uitvinding nu beoogt een inrichting te verschaffen, waarmede het omwikkelen van de te verstevigen stelen snel en daardoor economisch kan plaatsvinden, waarbij van het vroegere handwerk hoogstens slechts eenvoudige, weinig tijd vergende handgrepen overblijven.
20 De daartoe volgens de uitvinding voorgestelde inrichting wordt geken merkt door een in hoofdzaak rechtop staand leidvlak met een stroomopwaarts gelegen invoereinde en een stroomafwaarts gelegen afvoereinde, langs welk leidvlak op een eerste niveau een eerste bandvormig meeneemorgaan in in hoofdzaak horizontale richting met een snelheid V beweegbaar is, terwijl 25 daarlangs op een tweede, lager niveau een tweede bandvormig meeneemorgaan beweegbaar is in een schuin neergaande richting die een hoek α met bewegingsrichting van het eerste meeneemorgaan maakt, en met een snelheid v/cos a, waarbij de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van het leidvlak en van de meeneemorganen van een zodanige aard zijn, dat de 30 steel van een bloem daartussen, aan het stroomopwaartse einde van het leidvlak in een in hoofdzaak rechtopstaande stand kan worden opgenomen en al rollend door de meeneemorganen in deze rechtopstaande stand naar het stroomafwaartse einde van het leidvlak kan worden verplaatst.
Aldus ingericht is de inrichting volgens de uitvinding in principe 35 zonder meer geschikt om de gewenste behandeling uit te voeren. De te behandelen bloemen kunnen namelijk eenvoudig met de hand aan het invoereinde van de inrichting worden gepresenteerd, waarbij men er dan wel op
87« 0 3.2 C
-2- if moet letten dat het nog slap langs de te verstevigen bloemsteel neerhangende draadstuk in een een weinig naijlende positie ten opzichte van de bloemsteel wordt gehouden.
De aldus gepresenteerde bloemsteel wordt dan door de invoereinden 5 van de beide bewegende bandvormige meeneemorganen gegrepen en tussen de samenwerkende oppervlakken van deze organen en het leidvlak gebracht. Aanvankelijk steken het grootste gedeelte van de steel en het enigszins naijlende draadstuk nog vrijhangend onder het onderste meeneemorgaan uit.
10 Met het voortschrijden van het transport door de inrichting verplaatst het contactpunt tussen steel en draadstuk enerzijds en het onderste bandvormige meeneemorgaan anderzijds zich echter geleidelijk langs de steel naar beneden. Daarbij wordt de steel gestrekt terwijl het draadstuk gedwongen wordt zich volgens een schroeflijn rond de draaiende steel te 15 voegen. Door een passende keuze van de snelheid v en de hoek α kan een omwikkeling met een spoed van bijv. 5-10 cm worden verkregen, overeenkomende met een met de hand uit te voeren omwikkeling.
Bij voorkeur wordt het leidvlak gevormd door een tweetal bandstroken, die op het eerste resp. tweede niveau tegenover de bandvormige meeneem-20 organen zijn opgesteld en evenwijdig daaraan voortbewegen met een snelheid v* resp. v’cos a, waarbij v' < v.
Op deze wijze kan de doorvoersnelheid door de inrichting en daarmede de productiesnelheid aanzienlijk worden vergroot zonder dat dit de spoed van de steelbewikkeling behoeft te beïnvloeden.
25 De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de inrichting volgens de uitvinding in combinatie met een aanvoertransporteur voor de te behandelen bloemen; 30 fig. 2 is een zijaanzicht van de combinatie van inrichtingen volgens fig. 1 en fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1.
In de tekening is met 1 een aanvoertransporteur voor de te bewik-kelen snijbloem aangegeven, terwijl met 2 de eigenlijke wikkelinrichting 35 volgens de uitvinding is aangeduid.
De aanvoertransporteur 1 bestaat in hoofdzaak uit een om een tweetal om vertikale assen draaibare këttingwielen 3 en 4 geleide draagketting 5 zonder einde, waaraan komachtige houders 6 voor de te bewikkelen bloemen zijn bevestigd. De kommen 6 hebben een aan de vorm van de te behandelen £ ? G 0 o $ n ^ 'w* **· «« « -3- bloem aangepaste opneemholte met een in de bodem ervan aanwezige doorlaat-opening voor de bloemsteel. De kommen 6 zijn voorts gedeeld volgens een vertikaal vlak door de as van de opneemholte. Daarbij is elke komhelft 6a resp. 6b via een afzonderlijke draagarm 7 aan een schakel van de 5 draagketting 5 bevestigd.
Zoals de tekening laat zien, reiken de draagarmen ten opzichte van de gesloten bewegingsbaan van de draagketting horizontaal naar buiten.
In de rechte parten van de gesloten bewegingsbaan lopen de draagarmen 7 evenwijdig aan elkaar en nemen de helften van elke kom 6 een gesloten 10 positie ten opzichte van elkaar in. Bij de overgang van een recht part naar een gebogen part rond één der kettingwielen 3 en 4 wijken de armen 7 echter waaiervormig uiteen en komen de betreffende komhelften in een geopende stand ten opzichte van elkaar te staan.
In de in de tekening weergegeven opstelling vormt het op de voor-15 grond gelegen rechte part het nuttige gedeelte van de aanvoertransporteur.
Op een plaats voorbij de overgang van het gebogen bewegingsbaangedeelte rond het kettingwiel 3 naar dit rechte part worden de juist tevoren ge-gesloten kommen 6 geladen door daarin van bovenaf een bloem te laten zakken. Bij elk van deze bloemen (zie fig. 2) is vooraf een draadstuk 10 20 langs de te verstevigen steel 11 in de onderzijde van de bloembodem 12 gestoken. In het voorbeeld van fig. 2 is de bloem bovendien eerst nog door een de bloemkroon beschermende, uit soepel doorzichtig materiaal bestaande "cup" gestoken, zoals dit bij gerbera's gebruikelijk is. De aldus in het werkzame part van de aanvoertransporteur geladen bloemen 25 worden, met hun steel en het daarlangs lopende draadstuk door de kommen 6 heenreikend naar het in de pijlrichting I naar het stroomafwaartse einde A van het werkzame transporteurpart getransporteerd, waar de kommen 6 worden geopend en de bloemen zijdelings uit deze kommen 6 kunnen treden om door de wikkelinrichting 2 verder te worden behandeld.
30 De wikkelinrichting 2 bestaat in hoofdzaak uit twee stellen boven elkaar geplaatste transportbanden 8, 9, resp. 13, 14.
De transportbanden 8 en 9 van het bovenste stel transportbanden worden geleid over om vertikale assen draaibare trommels of schijven 15, 16 resp. 17, 18, waarvan de trommels 17 en 18 via een overbrenging 35 19 door een motor 20 worden aangedreven. De overbrengingsverhoudingen zijn daarbij zo gekozen, dat band 8 met een lineaire snelheid vm /sec wordt aangedreven, terwijl band 9 een lineaire snelheid v' heeft, die lager is dan de v. De trommels 15 en 17 bevinden zich ter plaatse van het stroomafwaartse einde A van de aanvoertransporteur 1 en wel op een zodanige 87 r η Η *
V
-4- hoogte, dat zij juist vrij blijven van de onderzijde van de kommen 6.
De banden 8 en 9 bestaan uit een direct op de trommels 15, 16 aanliggende, stevige binnenband 8' resp. 9’, die aan de buitenzijde van een bekledingsstrook 8" resp. 9" van gemakkelijk indrukbaar, de bloemsteel 5 ontziend materiaal, zoals schuimkunststof, is voorzien. In de naar elkaar toegekeerde parten van de banden 8 en 9 staan de bekledingsstroken 8" resp. 9" in licht contact met elkaar en vindt daartussen dus een slip v-v' plaats.
Het onderste stel transportbanden neemt een ten opzichte van het 10 bovenste stel banden afhellende stand in, zodat de verticale afstand tussen beide transportbandstellen, gezien in de doorvoerrichting II door de wikkelinrichting, geleidelijk toeneemt. De afzonderlijke banden 13 en 14 zijn op overeenkomstige wijze uitgevoerd als de banden 8 en 9. De over-brengingsverhoudingen in het onderste stel transportbanden is echter zo 15 gekozen dat band 13 met een snelheid v cos α en band 14 met een snelheid v' cos α wordt aangedreven, waarbij α de hellingshoek voorstelt die de banden 13, 14 ten opzichte van de banden 8, 9 innemen. Voorts is de breedte van de bekledingsstroken 8" en 9" bij de bovenliggende banden 8 en 9 groter dan die van de bekledingsstroken 13" en 14" van de onderliggende banden 20 13 en 14.
De werking van de inrichting 2 is als volgt:
Een bij A door een zich openende kom 6 van de aanvoertransporteur 1 vrijgegeven bloem komt daarbij met zijn steel in de wigvormige opneem-ruimte tussen de samenwerkende banden 8, 9 en 13, 14. Door deze banden 25 wordt de bloemsteel in een staande positie in schuin-buitenwaartse richting uit de geopende kom meegenomen. De bloemsteel wordt vervolgens al draaiend om zijn as tussen de samenwerkende banden 8, 9 en 13, 14 doorgevoerd, waarbij de steel wordt gestrekt door de zich geleidelijk langs de steel naar beneden verplaatsende contactzones van de onderliggende banden 13 en 14.
30 Zoals hierboven reeds werd beschreven, zal de draaiende steel zich daarbij in het meegevoerde draadstuk wikkelen. Om ervoor te zorgen, dat het draadstuk vanaf het begin van het wikkelproces een weinig naijlt ten opzichte van de bloemsteel, is als overgangselement tussen aanvoertransporteur 1 en wikkelinrichting 2 een in hoofdzaak stangvormig geleidings-35 element 25 toegepast, dat in hoofdzaak de baan van een bloemsteel op het traject van de aanvoertransporteur 1 naar het punt A en van daar het traject tussen de ondergelegen banden 13, 14 volgt. Dit geleidings-element vormt een scheiding tussen de bloemsteel en het draadstuk en bewerkstelligt tevens een zekere afremming van het draadstuk, waardoor 40 dit enigszins bij de bloemsteel achterblijft.
s’ ;
Claims (6)
1. Inrichting voor het wikkelen van een verstevigingsdraad om de steel van een bloem, gekenmerkt door een in hoofdzaak rechtop staand leidvlak met een stroomopwaarts gelegen invoereinde en een stroomafwaarts gelegen afvoereinde, langs welk leidvlak op een eerste niveau een eerste band-5 vormig meeneemorgaan in in hoofdzaak horizontale richting met een snelheid V beweegbaar is, terwijl daarlangs op een tweede, lager niveau een tweede bandvormig meeneemorgaan beweegbaar is in een schuin neergaande richting die een hoek α met bewegingsrichting van het eerste meeneemorgaan maakt, en met een snelheid v/cos a, waarbij de naar elkaar toegekeerde 10 oppervlakken van het leidvlak en van de meeneemorganen van een zodanige aard zijn, dat de steel van een bloem daartussen, aan het stroomopwaartse einde van het leidvlak in een in hoofdzaak rechtopstaande stand kan worden opgenomen en al rollend door de meeneemorganen in deze rechtopstaande stand naar het stroomafwaartse einde van het leidvlak kan worden verplaatst. 15
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het leidvlak wordt gevormd door een tweetal bandstroken, die op het eerste resp. tweede niveau tegenover de bandvormige meeneemorganen zijn opgesteld en evenwijdig daaraan voortbewegen met een snelheid v' resp. v'cos a, waarbij v' v.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bandstroken 20 en bandvormige meeneemorganen worden gevormd door de naar elkaar gekeerde parten van twee boven elkaar gelegen stellen transportbanden, die, gezien in de transportrichting of doorvoerrichting, onder een hellingshoek ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de afzonderlijke 25 banden van elk stel transportbanden bestaan uit direct rond een tweetal trommels of -schijven aanliggende steunbanden, die aan de buitenzijde met een strook gemakkelijk indrukbaar materiaal zijn bekleed.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat dat breedte van de bekledingsstroken bij het bovenste stel transportbanden groter is dan 30 die van de bekledingsstroken bij het onderste stel transportbanden.
6. Inrichting volgens conclusies 1-5, gekenmerkt door een de bewegings-baan van het onderste meeneemorgaan volgend stangvormig geleidingselement als scheiding tussen de te behandelen bloemsteel en het zich daarlangs uitstrekkend draadstuk. 35 0/00928
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700928A NL188883C (nl) | 1987-04-17 | 1987-04-17 | Inrichting voor het schroeflijnvormig wikkelen van een in een bloembodem gestoken verstevigingsdraad om een lengte van de steel van een bloem. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700928 | 1987-04-17 | ||
NL8700928A NL188883C (nl) | 1987-04-17 | 1987-04-17 | Inrichting voor het schroeflijnvormig wikkelen van een in een bloembodem gestoken verstevigingsdraad om een lengte van de steel van een bloem. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8700928A true NL8700928A (nl) | 1988-11-16 |
NL188883C NL188883C (nl) | 1992-11-02 |
Family
ID=19849884
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8700928A NL188883C (nl) | 1987-04-17 | 1987-04-17 | Inrichting voor het schroeflijnvormig wikkelen van een in een bloembodem gestoken verstevigingsdraad om een lengte van de steel van een bloem. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL188883C (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1009464C2 (nl) * | 1998-06-22 | 1999-12-27 | Hietkamp Advies B V | Groeperen van snijbloemen. |
WO2009019620A1 (en) * | 2007-08-06 | 2009-02-12 | Capespan (Pty) Ltd | Fruit separation assembly |
EP2724947A1 (en) * | 2012-10-25 | 2014-04-30 | Bercomex B.V. | Apparatus for gathering cut flowers |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1576898A (en) * | 1925-02-13 | 1926-03-16 | Elmo L Brown | Flower-stem-reenforcing machine |
FR1517212A (fr) * | 1967-03-22 | 1968-03-15 | Machine à tiger les fleurs |
-
1987
- 1987-04-17 NL NL8700928A patent/NL188883C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1576898A (en) * | 1925-02-13 | 1926-03-16 | Elmo L Brown | Flower-stem-reenforcing machine |
FR1517212A (fr) * | 1967-03-22 | 1968-03-15 | Machine à tiger les fleurs |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1009464C2 (nl) * | 1998-06-22 | 1999-12-27 | Hietkamp Advies B V | Groeperen van snijbloemen. |
WO2009019620A1 (en) * | 2007-08-06 | 2009-02-12 | Capespan (Pty) Ltd | Fruit separation assembly |
EP2724947A1 (en) * | 2012-10-25 | 2014-04-30 | Bercomex B.V. | Apparatus for gathering cut flowers |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL188883C (nl) | 1992-11-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JPH08324777A (ja) | ローラ運搬装置 | |
US3726060A (en) | Apparatus for encasing product | |
US3653509A (en) | Sizing apparatus | |
JPS63232207A (ja) | ケーブルの大量生産設備用荷卸し方法及びそのための装置 | |
US6343688B1 (en) | Conveyor and escalator for transporting eggs and the like | |
US2640584A (en) | Automatic coating and draining machine | |
NL8700928A (nl) | Inrichting voor het wikkelen van een verstevigingsdraad om de steel van een bloem. | |
US4411366A (en) | Device for grading products | |
NL1016265C2 (nl) | Teeltsysteem. | |
US4880103A (en) | Pressureless conveyor for bottles or similar items | |
US2534221A (en) | Conveyer mechanism for turning articles | |
US3209890A (en) | Feeding apparatus | |
US5190135A (en) | Tray for use in a sorting machine | |
US5195628A (en) | Off-loading conveying system | |
FR2370667A1 (fr) | Dispositif pour partager un ensemble d'articles plats, se recouvrant en ecailles de poisson, avancant en continu, en groupes d'importance numerique predeterminee | |
NL1012981C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bossen van bloemen. | |
US890292A (en) | Belt conveyer system. | |
US3455446A (en) | Apparatus and method for advancing objects to gauging slots | |
US3756368A (en) | Method and apparatus for handling articles | |
US1783700A (en) | Fruit-grading table | |
JPH0551124A (ja) | 選別装置の供給装置 | |
US3481449A (en) | Conveying systems | |
EP0263823A1 (en) | Apparatus for automatically packing products in packages | |
NL9002220A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verpakken van bossen bloemen. | |
US2684155A (en) | Overhead system of grading fruit by size |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19951101 |