NL8700320A - HEAT METER BASED ON THE EVAPORATIVE PRINCIPLE, AND METHOD FOR FILLING THE AMPOULES OF SUCH A HEAT METER. - Google Patents
HEAT METER BASED ON THE EVAPORATIVE PRINCIPLE, AND METHOD FOR FILLING THE AMPOULES OF SUCH A HEAT METER. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8700320A NL8700320A NL8700320A NL8700320A NL8700320A NL 8700320 A NL8700320 A NL 8700320A NL 8700320 A NL8700320 A NL 8700320A NL 8700320 A NL8700320 A NL 8700320A NL 8700320 A NL8700320 A NL 8700320A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ampoule
- rod body
- ampoules
- heat meter
- meter according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01K—MEASURING TEMPERATURE; MEASURING QUANTITY OF HEAT; THERMALLY-SENSITIVE ELEMENTS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- G01K17/00—Measuring quantity of heat
- G01K17/02—Calorimeters using transport of an indicating substances, e.g. evaporation calorimeters
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Medical Preparation Storing Or Oral Administration Devices (AREA)
- Investigating Or Analyzing Materials Using Thermal Means (AREA)
Description
NL 34.062-dV/jpNL 34.062-dV / jp
Warmtemeter, gebaseerd op het verdampingsprincipe, en werkwijze voor het vullen van de ampullen van een dergelijke warmtemeter.Heat meter, based on the evaporation principle, and method for filling the ampoules of such a heat meter.
De onderhavige uitvinding betreft een warmtemeter, gebaseerd op het verdampingsprincipe, voorzien van een huis en tenminste één daarin geplaatste, aan een uiteinde open, doorzichtige ampul, die een verdampende vloeistof bevat, en een 5 schaal voor het aflezen van de hoeveelheid uit de ampul verdampte vloeistof.The present invention relates to a heat meter, based on the evaporation principle, provided with a housing and at least one transparent ampoule open at one end, which contains an evaporating liquid, and a scale for reading the quantity of evaporated from the ampoule liquid.
Volgens het normblad DIN 4714, deel 2, "Aufbau der Heizkostenverteiler", is voorgeschreven, dat ampullen voor warmtemeters van de genoemde soort vanwege de capillaire wer-10 king niet een binnendiameter mogen hebben, welke kleiner dan 4,5 mm is.According to the standard sheet DIN 4714, part 2, "Aufbau der Heizkostenverteiler", it is stipulated that ampoules for heat meters of the type mentioned must not have an inner diameter of less than 4.5 mm due to the capillary effect.
De onderhavige uitvinding gaat uit van het inzicht, dat deze voorgeschreven kleinste binnendiameter van de ampullen berust op een foutieve veronderstelling. Aangezien ampul-15 len voor warmtemeters van de genoemde soort aan het ene uiteinde open en aan het andere uiteinde gesloten zijn, en de vloeistofvulling van de ampullen voorts ononderbroken, d.w.z. vrij van luchtbellen, moet zijn voor het vermijden van een foutief meetresultaat, kan in een dergelijke ampul geen scha-20 delijke capillaire werking voorkomen. Een correct gevulde ampul is vanaf het afgesloten ondereinde en tot ongeveer het bovenste open uiteinde gevuld met vloeistof in de vorm van een ononderbroken vloeistofkolom. Uiteraard zal bij een ampul met een kleine binnendiameter een capillaire werking aan het 25 vloeistofoppervlak optreden, die ernaar zal streven het oppervlak omhoog te trekken. Aangezien de vloeistofkolom echter ononderbroken en de ampul aan de bodem afgesloten is, kan de capillaire kracht niet het bovenste uiteinde van de vloeistof-kolom naar boven trekken, tenzij de capillaire kracht zo sterk 30 wordt, dat in de vloeistofkolom een druk ontstaat, die beneden de dampdruk van de betreffende vloeistof bij de temperaturen komt, waaraan de betreffende vloeistof wordt blootgesteld. Aangezien de capillaire kracht echter slechts een geringe verlaging van de druk in de vloeistofkolom veroorzaakt en aange-35 zien de dampdruk in de vloeistofkolom bij de temperaturen, waaraan de vloeistofkolom wordt blootgesteld, relatief hoog 8700320 * - 2 - is, is het volstrekt onwaarschijnlijk, dat de capillaire kracht een zo lage druk in de vloeistofkolom veroorzaakt, dat dampbellen zullen ontstaan. De capillaire kracht kan derhalve niet het vloeistofoppervlak verplaatsen.The present invention is based on the insight that this prescribed smallest inner diameter of the ampoules is based on an incorrect assumption. Since ampoules for heat meters of the aforementioned type are open at one end and closed at the other end, and the liquid filling of the ampoules must furthermore be uninterrupted, ie free of air bubbles, in order to avoid an incorrect measurement result, such an ampoule does not prevent harmful capillary action. A correctly filled ampoule is filled from the sealed bottom end and up to approximately the upper open end with liquid in the form of a continuous column of liquid. Naturally, with an ampoule with a small inner diameter, a capillary action will occur on the liquid surface, which will strive to pull the surface upwards. However, since the liquid column is continuous and the ampoule is sealed at the bottom, the capillary force cannot pull the top end of the liquid column upward unless the capillary force becomes so strong that a pressure is created in the liquid column below the vapor pressure of the liquid in question reaches the temperatures to which the liquid in question is exposed. However, since the capillary force causes only a slight drop in pressure in the liquid column and since the vapor pressure in the liquid column at the temperatures to which the liquid column is exposed is relatively high 8700320 * -2, it is completely unlikely, that the capillary force causes such a low pressure in the liquid column that vapor bubbles will form. Therefore, the capillary force cannot move the liquid surface.
5 'De onderhavige uitvinding berust voorts op het in zicht, dat de toepassing van de tot nu toe gebruikelijke dikke ampullen een reeks van nadelen heeft. Zo is voor het vullen van de ampul een relatief grote hoeveelheid vloeistof nodig, hetgeen reeds vanwege de prijs van de vloeistof een nadeel 10 is. Daarbij komt dat de dikke ampullen tot hoge transportkosten aanleiding geven, in het bijzonder wanneer men zich realiseert, dat de ampullen bij warmtemeters van deze soort êên maal per jaar moeten worden omgewisseld. Bovendien gaat een grote vloeistofvulling van een ampul gepaard met het nadeel, 15 dat een verdamping van relatief grote vloeistofhoeveelheden plaatsvindt. Dit draagt bij tot vervuiling van de omgeving, hetgeen met steeds groter oplettendheid wordt gevolgd. Een verder nadeel bestaat daarin, dat naarmate de ampul groter is, het huis minder materiaal kan bevatten. Het huis van de warm-20 temeter moet voldoen aan bepaalde uitwendige afmetingen, teneinde op eenvoudige wijze bijvoorbeeld op een verwarmingslichaam zodanig te kunnen worden aangebracht, dat het huis in een goed warmtegeleidend contact met het verwarmingslichaam staat. Naarmate de ampul respectievelijk de ampullen groter 25 is respectievelijk zijn, des te kleiner is het voor het materiaal ter beschikking staande volume. Dit leidt er weer toe, dat in langsrichting van het huis temperatuurgradiënten kunnen- optreden. Zoals bekend, worden warmtemeters van deze soort op een vooraf bepaalde plaats op bijvoorbeeld een ruimtever-30 warmingslichaam aangebracht, en wel zo dat het huis van de warmtemeter wordt blootgesteld aan een temperatuur, die zoveel mogelijk evenredig met de warmteafgifte van het betreffende verwarmingslichaam varieert. Het punt, waarin een dergelijke warmtemeter moet worden gémonteerd, ligt derhalve vante-35 voren vast, doch vanwege de afmetingen van het huis kan het huis. natuurlijk niet in dit punt worden gemonteerd,en men moet derhalve het huis zo monteren, dat een geschikt punt van het huis samenvalt met het betreffende meetpunt. Bevat het huis echter slechts een geringe hoeveelheid materiaal, zodat 40 zijn warmtegeleidingsvermogen relatief slecht is, dan zal een 8700320 -.3-. * temperatuurgradiënt vanaf het bovenuiteinde naar het onderuiteinde van het huis optreden. Aangezien een verdamping van de in de ampul aanwezige vloeistof plaatsvindt, zal de vloeistof spiegel dalen en bijgevolg zal de temperatuur en in het 5 bijzonder de in het ideale meetpunt van het verwarmingsli-phaam heersende temperatuur niet steeds op dezelfde wijze op de in de ampul aanwezige vloeistof inwerken.The present invention is furthermore based on the recognition that the use of the hitherto usual thick ampoules has a series of drawbacks. For example, a relatively large amount of liquid is required for filling the ampoule, which is already a drawback because of the price of the liquid. In addition, the thick ampoules give rise to high transport costs, in particular when it is realized that the ampoules must be exchanged once a year for heat meters of this type. Moreover, a large liquid filling of an ampoule is associated with the drawback that evaporation of relatively large quantities of liquid takes place. This contributes to pollution of the environment, which is followed with increasing attention. A further drawback consists in that the larger the ampoule, the less material the housing can contain. The housing of the heat meter must conform to certain external dimensions, in order to be easy to mount, for example, on a heating body such that the housing is in good heat conducting contact with the heating body. The larger the ampoule or ampoules, the smaller the volume available for the material. This in turn leads to temperature gradients occurring in the longitudinal direction of the housing. As is known, heat meters of this type are provided at a predetermined location on, for example, a space heater, such that the housing of the heat meter is exposed to a temperature which varies as far as possible in proportion to the heat output of the respective heating body. The point at which such a heat meter is to be mounted is therefore fixed in advance, but because of the dimensions of the housing, the housing can. of course not to be mounted at this point, and it is therefore necessary to mount the housing so that a suitable point of the housing coincides with the respective measuring point. However, if the housing contains only a small amount of material, so that its thermal conductivity is relatively poor, an 8700320 -.3-. * temperature gradient from the top end to the bottom end of the house may occur. Since an evaporation of the liquid present in the ampoule takes place, the liquid mirror will drop and consequently the temperature and in particular the temperature prevailing in the ideal measuring point of the heating body will not always be the same in the manner present in the ampoule. absorb liquid.
De onderhavige uitvinding beoogt een warmtemeter van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de 10 genoemde nadelen worden vermeden, waartoe volgens de uitvinding de warmtemeter het kenmerk heeft, dat het binnendwars-doorsnedeoppervlak van de ampul kleiner is dan de oppervlakte- inhoud van een cirkel met een diameter van 4,0 mm. Daarmede wordt gebroken met het gebruikelijke denkbeeld en ook met 15 het voorschrift van het genoemde normblad, dat de binnendia-meter van de ampul niet kleiner dan 4,5 mm moet zijn* Voorts worden de hierboven genoemde nadelen opgeheven, doordat het huis naarmate de diameter van de ampullen kleiner is des te meer materiaal kan omvatten en naarmate het huis meer materi-20 aal bevat des te beter warmtegeleidend zal het huis zijn, en bijgevolg zal de mogelijkheid groter zijn, dat het totale huis een althans nagenoeg met de temperatuur in het genoemde ideale meetpunt van bijvoorbeeld een verwarmingslichaam overeenkomende temperatuur kan aannemen. Wanneer het huis op deze wijze 25 over zijn totale lengte dezelfde temperatuur heeft, zal de vloeistof in de ampul eveneens over zijn totale lengte dezelfde temperatuur hebben en bijgevolg zal de verdamping van de vloeistof niet variëren met de lengte van de vloeistofkolom. Bovendien wordt een grotere ruimte verkregen voor de montage-30 gaten, waarmee de warmtemeters van de hier genoemde soort zijn voorzien en die dienen voor het öpnemen van bevestigings-schroeven, door welke het warmtemeterhui s wordt verbonden met ëën of meer beugels, bijvoorbeeld voor de montage op een verwarmingslichaam. Tot op heden moesten de elk van een groef 35 voorziene koppen van deze schroeven bij de ampul respectievelijk de ampullen.van de warmtemeter worden aangebracht, hetgeen gepaard gaat met het nadeel, dat de groef of de omtrek van de schroefkop kan worden verwisseld met de vloeistof-stand. Door de toepassing volgens de uitvinding van dunne am- .The object of the present invention is to provide a heat meter of the type mentioned in the preamble, wherein the above-mentioned drawbacks are avoided, for which purpose according to the invention the heat meter is characterized in that the inner cross-sectional area of the ampoule is smaller than the surface content of a circle with a diameter of 4.0 mm. This breaks with the usual idea and also with the requirement of the aforementioned standard sheet, that the inner diameter of the ampoule must not be less than 4.5 mm. Furthermore, the above-mentioned drawbacks are eliminated, because the casing as the diameter of the ampoules is smaller, the more material it can contain and the more material the housing contains, the better the conductivity of the heat will be, and the greater the chance that the total housing will be at least substantially at the temperature in the housing. said ideal measuring point of, for example, a heating body can assume the corresponding temperature. If the housing in this way has the same temperature over its entire length, the liquid in the ampoule will also have the same temperature over its entire length, and consequently the evaporation of the liquid will not vary with the length of the liquid column. In addition, a larger space is obtained for the mounting holes, with which the heat meters of the type mentioned here are provided and which serve to receive mounting screws, through which the heat meter housings are connected to one or more brackets, for example for the mounting on a heating body. To date, each of the grooved heads of these screws had to be fitted to the ampoule or ampoules of the heat meter, which has the drawback that the groove or circumference of the screw head can be exchanged with the liquid mode. Due to the use of thin am-.
40 pullen worden deze nadelen vermeden, doordat de schroeven op 8700320 κ - 4 - geschikte afstand van de ampul respectievelijk de ampullen kunnen worden aangebracht. Een verder voordeel van de toepassing van de toepassing van ampullen volgens de onderhavige uitvinding bestaat daarin, dat onbevoegd aanbrengen van vloei-5 stof in de ampullen als uitgesloten moet worden beschouwd. Bij een dikke ampul van de bekende soort is het mogelijk met behulp van een canule en een spuitje de ampul onbevoegd te vullen. Aan de onderhavige uitvinding ten grondslag liggende proefnemingen hebben echter aangetoond, dat een dergelijk on-10 rechtmatig navullen van dunne ampullen volgens de uitvinding juist vanwege de capillaire werking onmogelijk is. Er zijn natuurlijk canules, die zo dun zijn, dat zij in ampullen volgens de onderhavige uitvinding kunnen worden ingevoerd, doch wanneer de canule weer uit de ampul wordt getrokken, kan een 15 stuktrekken van de dunne vloeistofkolom niet worden vermeden, waardoor met lucht gevulde onderbrekingen in de vloeistofko-lom ontstaan, die aantonen dat een onbevoegd vullen heeft plaatsgevonden.40 drawers avoid these drawbacks, because the screws can be arranged at a suitable distance from the ampoule or ampoules to 8700320 κ - 4. A further advantage of the use of the use of ampoules according to the present invention is that unauthorized application of liquid in the ampoules should be considered to be excluded. With a thick ampoule of the known type, it is possible to fill the ampoule unauthorized with the help of a cannula and a syringe. However, experiments underlying the present invention have shown that such unauthorized refilling of thin ampoules according to the invention is impossible precisely because of the capillary action. There are, of course, cannulas that are so thin that they can be introduced into ampoules of the present invention, but when the cannula is withdrawn from the ampoule again, a rupture of the thin liquid column cannot be avoided, resulting in air-filled interruptions in the liquid column, which show that an unauthorized filling has taken place.
Het zou te verwachten zijn, dat het vullen van de 20 ampullen volgens de onderhavige uitvinding gepaard zou gaan met moeilijkheden, doch proefnemingen hebben aangetoond, dat dit niet het geval is, wanneer de ampullen worden gevuld volgens de zogenaamde "vacuümvulmethode", welke in het Deense octrooischrift 116.969 is beschreven. Bij deze vulmethode wor-25 den de ampullen onder onderdruk gebracht en vervolgens met hun bodem omhoog wijzend met de open uiteinden in de vloeistof gedompeld, waarbij een drukvereffening plaatsvindt, doordat de vloeistof door de atmosferische druk in de ampullen wordt geperst. Daardoor zal uiteraard een luchtzak op de bodem van 30 de ampullen worden gevórmd, doch het is gebleken, dat dergelijke luchtzakken gemakkelijk kunnen worden verwijderd, wanneer volgens de uitvinding de ampullen, nadat zij op deze wijze zijn gevuld, worden onderworpen aan een centrifugeerbehan-deling, waarbij de ampullen met hun bodem naar buitenwaarts 35 gericht worden rondgeslingerd, waardoor de centrifugaalkracht de vloeistof naar de bodem van de ampullen perst en de zich daar bevindende lucht verdrijft.It would be expected that the filling of the 20 ampoules according to the present invention would be accompanied by difficulties, but experiments have shown that this is not the case when the ampoules are filled according to the so-called "vacuum filling method", which is used in the Danish patent 116,969 has been described. In this filling method, the ampoules are pressurized and then immersed with their bottoms pointing upwards with the open ends in the liquid, a pressure equalization being effected by the liquid being forced into the ampoules by atmospheric pressure. Thereby, of course, an air bag will be formed on the bottom of the ampoules, but it has been found that such air bags can be easily removed when according to the invention the ampoules, after being filled in this way, are subjected to a centrifugation treatment. the ampoules being thrown with their bottom facing outward, whereby the centrifugal force pushes the liquid to the bottom of the ampoules and expels the air therein.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat het binnendwarsdoorsnedeoppervlak van 40 de ampul overeenkomt met de oppervlakte-inhoud van een cirkel, 8700320 - 5 - * waarvan de diameter kleiner is dan 3,5 mm, bij voorkeur kleiner dan 3,0 mm, en groter dan 1,0 mm, bij voorkeur groter dan 1,5 mm, en doelmatig ongeveer 2 mm is.A preferred embodiment of the invention is characterized in that the inner cross-sectional area of the 40 ampoule corresponds to the surface area of a circle, 8700320 - 5 - * whose diameter is less than 3.5 mm, preferably less than 3.0 mm , and greater than 1.0 mm, preferably greater than 1.5 mm, and expediently about 2 mm.
Een verdere uitvoeringsvorm van de warmtemeter vol-5 gens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de ampul respectievelijk de ampullen is respectievelijk zijn aangebracht in sleuven in het huis en dat het huis bestaat uit één stuk staaf, waarin de sleuven door trekken zijn gevormd, of uit één stuk door strengpersen vervaardigde staaf. Daardoor wordt 10 een eenvoudige fabricage van het huis bereikt, aangezien de sleuf respectievelijk sleuven slechts een kleine dwarsdoorsnede behoeft respectievelijk behoeven te hebben om de ampullen te kunnen opnemen.A further embodiment of the heat meter according to the invention is characterized in that the ampoule or ampoules are respectively arranged in slots in the housing and that the housing consists of one piece of rod, in which the slots are formed by pulling, or one-piece bar extruded bar. As a result, a simple manufacture of the housing is achieved, since the slot or slots need only have a small cross-section in order to receive the ampoules.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 15 uitvinding kunnen de sleuven een met een cirkelboog van meer dan 180° overeenkomende dwarsdoorsnedevorm hebben, waarvan de diameter slechts zoveel groter is dan de buitendiameter van de ampul respectievelijk ampullen, dat de ampul respectievelijk ampullen vanaf een uiteinde van het staaflichaam in de 20 sleuf respectievelijk sleuven kan respectievelijk kunnen worden geschoven. Daardoor wordt een goede warmteoverdracht tussen het staaflichaam en de ampul respectievelijk ampullen gewaarborgd, zodat ook in dwarsrichting van de ampullen geen temperatuurgradiënt van betekenis kan optreden.According to a further preferred embodiment of the invention, the slots can have a cross-sectional shape corresponding to a circular arc of more than 180 °, the diameter of which is only so much greater than the outer diameter of the ampoule or ampoules, that the ampoule or ampoules from an end of the rod body in the slot respectively slots can be slid respectively. This ensures a good heat transfer between the rod body and the ampoule or ampoules, so that no significant temperature gradient can occur even in the transverse direction of the ampoules.
25 Deze uitvoeringsvorm heeft bovendien het voordeel, dat geen frontdeksel voor het vasthouden van de ampullen nodig is, aangezien de groottehoek, waarmee de sleuf om de ampul grijpt, een uitnemen van de ampul aan de voorzijde van de warmtemeter uitsluit.This embodiment also has the advantage that no front cover is required to hold the ampoules, since the angle of magnitude with which the slot engages the ampoule precludes removal of the ampoule from the front of the heat meter.
30 Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het kenmerk, dat het staaflichaam aan zijn in de gemonteerde stand van het staaflichaam benedenwaarts wijzende uiteinde is voorzien van een afneembaar bodemdeksel, dat met een loodje is bevestigd aan het staaflichaam.A further embodiment of the invention is characterized in that the rod body at its end pointing downwards in the mounted position of the rod body is provided with a removable bottom cover, which is attached to the rod body by means of a lead.
35 Een verdere uitvoeringsvorm van de warmtemeter vol gens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het staaflichaam aan zijn in de gemonteerde stand van het staaflichaam bovenwaarts wijzende uiteinde is voorzien van een afneembaar bovendeksel, . dat met een loodje is bevestigd aan het staaflichaam, en is 40 uitgevoerd met een benedenwaarts open uitsparing voor het op- 8700320 ψ * - 6 - nemen van het boveneinde van de tenminste ene ampul. Deze uitvoeringsvormen hebben het voordeel, dat het verwisselen van de ampul respectievelijk ampullen in het eerste geval van onder af en in het tweede geval van boven af kan plaatsvinden.A further embodiment of the heat meter according to the invention is characterized in that the rod body is provided with a removable top cover at its end pointing upwards in the mounted position of the rod body. which is attached to the rod body with a bob, and is provided with a downwardly open recess for receiving the top end of the at least one ampoule. These embodiments have the advantage that the ampoule or ampoules can be changed from below in the first case and from above in the second case.
5 Dit is een voordeel, omdat het niet steeds mogelijk is de warmtemeter zo te monteren, dat het uitwisselen bij een bepaald uiteinde van de warmtemeter kan worden uitgevoerd.This is an advantage because it is not always possible to mount the heat meter in such a way that the exchange can be carried out at a certain end of the heat meter.
Voor een betrouwbaar vasthouden van het bodemdeksel respectievelijk het bovendeksel kunnen deze elk een axiaal 10 naar het staaflichaam gerichte tap bezitten en kan het staaf-lichaam aan het naburige uiteinde zijn voorzien van een overeenkomstige verdieping en kan het deksel een uitstekend gedeelte hebben, dat een deel van de voorzijde van het staafli-chaam bedekt, waarbij elk uitstekend gedeelte en het staafli-15 chaam met elkaar overeenkomende gaten bezitten, waarin een als loodje dienende stop is gestoken. Daardoor wordt een qua constructie eenvoudige uitvoering verkregen, waarbij het deksel gemakkelijk kan worden geplombeerd.For a reliable holding of the bottom cover or the top cover, these can each have a tap directed axially towards the rod body and the rod body at the adjacent end can be provided with a corresponding recess and the cover can have a protruding part, which part of the front of the rod body, each protruding portion and the rod body having corresponding holes into which a lead plug is inserted. As a result, a constructionally simple design is obtained, wherein the lid can be easily plumbed.
Voor het geval dat de warmtemeter is voorzien van 20 een afzonderlijke schaalschijf, wordt een uitvoeringsvorm van de warmtemeter voorgesteld, die het kenmerk heeft, dat het staaflichaam langs elke voorrand een kanaal heeft, welke kanalen dienen voor het opnemen van de randen van de schaalschijf, waarbij de lengte van de schaalschijf overeenkomt met de leng-25 te van het staaflichaam, waarbij de schaalschijf aan de uiteinden van het staaflichaam door de deksels wordt vastgehouden. Daardoor wordt een goede overeenstemming tussen de schaal respectievelijk de schalen van de schaalschijf en de ampul respectievelijk ampullen bereikt, doordat de onderste 30 rand van de schaalschijf en het onderste uiteinde van de ampul respectievelijk ampullen door het bodemdeksel worden ondersteund.In case the heat meter is provided with a separate scale disc, an embodiment of the heat meter is proposed, characterized in that the rod body has a channel along each front edge, which channels serve to receive the edges of the scale disc, the length of the scale disc corresponding to the length of the bar body, the scale disc being held at the ends of the bar body by the lids. As a result, a good correspondence between the shell or shells of the shell disc and the ampoule or ampoules is achieved, in that the bottom edge of the shell disc and the lower end of the ampoule or ampoules are supported by the bottom lid.
Het is bekend warmtemeters van deze soort uit te voeren, met twee ampullen. De ene ampul is de gedurende de 35 voorafgaande bedrijfsperiode gebruikte ampul en de andere ampul is een "verse" ampul, die aan het begin van de nieuwe meetperiode in de warmtemeter wordt geplaatst. Bij de afsluiting van een meetperiode wordt een uitwisseling uitgevoerd, waarbij de "oude" ampul wordt uitgenomen en de ampul, die het 40 warmteverbruik in de zojuist afgesloten meetperiode aangeeft, 8700320 - 7 - ' * op de plaats wordt aangebracht, waar de "oude" ampul was aangebracht en in plaats van de zojuist gebruikte ampul een "verse" ampul ingébracht. In dergelijke gevallen is de schaal-schijf van de warmtemeter voorzien van twee schalen, namelijk 5 een controleschaal en een verbruiksschaal. Deze laatste is,, afhankelijk waarvoor de betreffende meter is aangebracht, individueel uitgevoerd. De schaalschijf is bovendien voorzien van een schaal met zogenaamde "verbruikseenheden", in de nabijheid waarvan de "oude" ampul wordt aangebracht. Daardoor 10 wordt een betrouwbaar aflezen van de warmtemeter na een ver-bruiksperiode bereikt. Bij de toepassing van warmtemeters van deze soort moet de "oude" ampul worden afgesloten, teneinde een verdampen hieruit gedurende de volgende verbruiksperiode te vermijden, omdat de controlemaatregel, die mogelijk wordt 15 door de toepassing van twee van dergelijke ampullen, anders verloren zou gaan. Voor dit geval wordt een verdere uitvoeringsvorm van de warmtemeter voorgesteld, die het kenmerk heeft, dat het bovendeksel een op het boveneinde van de ampul passende en deze nauw omsluitende opening heeft. Daardoor 20 wordt gewaarborgd, dat geen verdamping uit de betreffende ampul plaatsvindt,en bovendien wordt gewaarborgd, dat de met het aflezen van de warmtemeter belaste persoon niet "vergeet" de ampul af te sluiten.It is known to carry out heat meters of this kind with two ampoules. One ampoule is the ampoule used during the previous operating period and the other ampoule is a "fresh" ampoule, which is placed in the heat meter at the beginning of the new measurement period. At the end of a measurement period, an exchange is carried out, the "old" ampoule is taken out and the ampoule, which indicates the 40 heat consumption in the measurement period just concluded, 8700320 - 7 - '* is placed where the "old" The ampoule was inserted and a "fresh" ampoule was inserted in place of the ampoule just used. In such cases, the scale disc of the heat meter is provided with two scales, namely a control scale and a consumption scale. The latter is individually designed depending on the purpose for which the relevant meter has been fitted. In addition, the scale disc is provided with a tray with so-called "consumable units", in the vicinity of which the "old" ampoule is placed. Thereby, a reliable reading of the heat meter after a consumption period is achieved. When using heat meters of this type, the "old" ampoule must be sealed, in order to avoid evaporation therefrom during the next consumption period, otherwise the control measure made possible by the use of two such ampoules would be lost. In this case, a further embodiment of the heat meter is proposed, characterized in that the top cover has a fitting on the top end of the ampoule and a tight-fitting opening. Thereby it is ensured that no evaporation takes place from the relevant ampoule, and moreover it is ensured that the person charged with reading the heat meter does not "forget" to close the ampoule.
De uitvinding wordt hierna aan de hand van de teke-25 ning nader toegelicht.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing.
Pig. 1 is een vooraanzicht van de warmtemeter volgens de uitvinding.Pig. 1 is a front view of the heat meter according to the invention.
Pig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II uitPig. 2 is a sectional view taken on the line II-II
Fig. 1.Fig. 1.
30 Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III uitFIG. 3 is a sectional view taken on the line III-III
Fig. 1.Fig. 1.
Fig. 4 is een doorsnede in hoofdzaak volgens de lijn IV-IV uit Fig. 3.Fig. 4 is a sectional view taken substantially along line IV-IV of FIG. 3.
De in de tekening weergegeven warmtemeter is als ge-35 heel met 1 aangeduid. Hij bestaat uit een huis, dat in hoofdzaak wordt gevormd door een deel van een staaf 2, die bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is afgesneden van een door trekken vervaardigde staaf en bestaat uit een goed warmtege-leidend materiaal. De dwarsdoorsnede van het staaflichaam 2 40 blijkt het duidelijkst uit Pig. 3, waarin is aangegeven dat 8700320 - 8 - het staaflichaam 2 een vlak achtervlak 3, twee steile achter-vlakken 4 en 5, twee licht hellende achtervlakken 6 en 7, en twee onderling parallelle zijvlakken 8 en 9 en een voorzijde 10 heeft.. Langs de voorste zijranden 10 is het staaf lichaam 5 uitgevoerd met in langsrichting verlopende,· in dwarsdoorsnede haakvormige delen 11 en 12, die aan de naar elkaar toe gerichte zijden open kanalen voor het opnemen van de zijranden van een schaalschijf 13 vormen. Het staaflichaam 2 is aan zijn voorzijde uitgevoerd met twee in langsrichting verlopende 10 sleuven 15 en 16, die een cirkelboogvormige dwarsdoorsnede hebben, waarvan de cirkelboog zich over een hoek van tenminste 180)% in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ongeveer 270° uitstrekt. In elke sleuf is een ampul 17,18 met een vloeistof-vulling 19,20 (Fig. 1) aangebracht.The heat meter shown in the drawing is indicated as a whole by 1. It consists of a housing which is mainly formed by a part of a rod 2, which in the embodiment shown is cut from a tensile rod and consists of a good heat-conducting material. The cross section of the rod body 2 40 is most clearly seen from Pig. 3, indicating that 8700320-8 - the rod body 2 has a flat rear surface 3, two steep rear surfaces 4 and 5, two slightly inclined rear surfaces 6 and 7, and two mutually parallel side surfaces 8 and 9 and a front side 10. Along the front side edges 10, the bar body 5 is formed with longitudinally extending, cross-section hook-shaped parts 11 and 12, which form open channels on the sides facing each other for receiving the side edges of a scale disc 13. The rod body 2 is formed on its front side with two longitudinally extending slots 15 and 16, which have a circular arc cross-section, the arc of which extends over an angle of at least 180% in the illustrated exemplary embodiment. An ampoule 17,18 with a liquid filling 19,20 (Fig. 1) is placed in each slot.
15 Het staaflichaam 2 strekt zich over ongeveer de to tale hoogte van de warmtemeter uit, waarbij het bovenste en onderste einde van het staaflichaam 2 zijn aangeduid door streeplijnen 21 en 22. De schaalschijf 13 is voorzien van twee in langsrichting verlopende gleuven 23 en 24, die zich in de 20 gemonteerde stand van de schaalschijf tegenover de sleuven 15 en 16 van het staaflichaam 2 en bijgevolg tegenover de daarin geplaatste ampullen. 17 en 18 bevinden. Zoals in het voorgaande is toegelicht, heeft de schaalschijf 13 een zodanige breedte, dat zijn langsranden zijn opgenomen in de naar elkaar toege-25 keerde kanalen van de zijranddelen 11 en 12. De schaalschijf 13 is voorzien van twee schalen, namelijk een linker schaal met de getallen 1,2...9, die verbruikseenheden aanduiden, en een rechter schaal met de getallen 0,5,10...50, die een ver-bruiksschaal vormen. De lengte van de schaalschijf 13 komt 30 overeen met de lengte van het staaflichaam 2, en de kopse randen van de schaalschijf vallen bijgevolg samen met de streeplijnen 21 en 22.The rod body 2 extends approximately the total height of the heat meter, the upper and lower ends of the rod body 2 being indicated by dashed lines 21 and 22. The scale disc 13 is provided with two longitudinal slots 23 and 24, which are in the mounted position of the shell disc opposite the slots 15 and 16 of the rod body 2 and consequently opposite the ampoules placed therein. 17 and 18. As explained above, the scale disc 13 has such a width that its longitudinal edges are received in the facing channels of the side edge parts 11 and 12. The scale disc 13 is provided with two shells, namely a left shell with the numbers 1,2 ... 9, which indicate consumption units, and a right-hand scale with the numbers 0,5,10 ... 50, which form a consumption scale. The length of the scale disc 13 corresponds to the length of the rod body 2, and the end edges of the scale disc therefore coincide with the dashed lines 21 and 22.
Op het staaflichaam 2 zijn twee deksels, namelijk een bovendeksel 26 en een bodemdeksel 27, aangebracht. Zoals 35 uit Fig. 2 blijkt, bestaat het bovendeksel 26 uit een bovenste plaat 28 met een vlakke onderzijde, die is uitgevoerd met een centrale tap 29,. die grijpt in een overeenkomende verdieping van het staaflichaam 2. Deze tap 29 verloopt in de langsrichting van het staaflichaam 2. Het bovendeksel 26 bezit boven-40 dien een uitstekend gedeelte 30, dat, zoals in Fig. 1 is weer- 8700320 - 9 - ~ gegeven, over de voorzijde van de warmtemeter grijpt. In dit uitstekend gedeelte 30 is een gat 31 aangebracht en een overeenkomstig gat 32 is in het staaflichaam 2 gevormd. In de gemonteerde toestand van het bovendeksel liggen deze gaten 31 en 5 32 met elkaar in lijn, en een loodje 34 is in deze gaten en een overeenkomstig gat 33 van de schaalschijf gestoken. Dit loodje wordt gevormd door een holle stop, die nauw in de gaten 31 en 32 past en aan zijn kopzijde is afgesloten door een eindwand 35. De stop kan slechts worden verwijderd, doordat 10 de eindwand 35 met behulp van een werktuig wordt doorbroken, waarna de stop kan worden uitgetrokken.Two lids, namely a top lid 26 and a bottom lid 27, are arranged on the rod body 2. As shown in FIG. 2, the top cover 26 consists of an upper plate 28 with a flat underside, which is formed with a central stud 29. which engages in a corresponding recess of the rod body 2. This stud 29 extends in the longitudinal direction of the rod body 2. The top cover 26 also has a protruding portion 30, which, as shown in FIG. 1 is shown 8700320 - 9 - ~, engages the front of the heat meter. A hole 31 is formed in this projecting portion 30 and a corresponding hole 32 is formed in the rod body 2. In the assembled state of the top cover, these holes 31 and 32 align with each other, and a lead 34 is inserted into these holes and a corresponding hole 33 of the scale disc. This bob is formed by a hollow plug, which fits tightly into holes 31 and 32 and is closed on its end side by an end wall 35. The plug can only be removed by breaking the end wall 35 with the aid of a tool, after which the plug can be pulled out.
Het bovendeksel is bovendien aan zijn onderzijde uitgevoerd met twee gaten 36 en 37, zoals blijkt uit Fig. 4. Het gat 36 omsluit nauw het bovenuiteinde van de ampul 17, 15 dat uit de de ampul opnemende sleuf 15 en bijgevolg ook uit het bovenste uiteinde van het staaflichaam 2 uitsteekt. Het gat 37 daarentegen omsluit met speling het bovenste uiteinde van de ampul 18 en in het bovendeksel 26 zijn voorts niet weergegeven kanalen aangebracht, opdat de uit de ampul 18 tredende 20 damp kan ontsnappen.The top cover is additionally provided at its bottom with two holes 36 and 37, as can be seen from Figs. 4. The hole 36 tightly encloses the top end of the ampoule 17, 15 which protrudes from the slot 15 receiving the ampoule and thus also from the upper end of the rod body 2. The hole 37, on the other hand, encloses the upper end of the ampoule 18 with clearance, and channels (not shown) are also arranged in the top cover 26, so that the vapor emerging from the ampoule 18 can escape.
Het bodemdeksel 27 bestaat in hoofdzaak op overeenkomstige wijze uit een onderplaat 40, die eveneens is voorzien van een axiaal naar het staaflichaam 2 gerichte tap 41, die grijpt in een overeenkomstig gat in het onderuiteinde van 25 het staaflichaam 2. Ook het bodemdeksel 27 bezit een uitstekend gedeelte 42 met een gat 43, dat -in de gemonteerde toestand van het deksel in lijn is gebracht met een overeenkomstig gat 44 van het staaflichaam 2. In deze gaten is een loodje gestoken, dat steekt door een overeenkomstig gat 45 van de 30 schaalschijf 13. Het loodje is uitgevoerd als een holle stop 46 met een eindwand 47, zodat het loodje slechts kan worden verwijderd,wanneer de eindwand 47 met behulp van een werktuig wordt doorbroken, waarna het loodje uit de nauw passende gaten 43 en 44 kan worden getrokken.The bottom cover 27 consists substantially correspondingly of a bottom plate 40, which is also provided with a tap 41 directed axially towards the rod body 2, which engages in a corresponding hole in the bottom end of the rod body 2. Also the bottom cover 27 has a projecting part 42 with a hole 43, which in the mounted condition of the lid is aligned with a corresponding hole 44 of the rod body 2. A lead is inserted in these holes, which protrudes through a corresponding hole 45 of the scale disc 13. The bob is designed as a hollow stop 46 with an end wall 47, so that the bob can only be removed if the end wall 47 is broken by means of a tool, after which the bob can be pulled out of the closely fitting holes 43 and 44 .
35 Zoals blijkt uit Fig. 4, is het staaflichaam 2 uit gevoerd met vier montagegaten, waarvan de twee montagegaten 49 en 50 zich bevinden op de langsmiddellijn van het staafli-chaam 2 en twee andere gaten 51 en 52 zich bevinden op de dwarsmiddellijn van het staaflichaam 2. Zoals in Fig. 4 zicht-40 baar is, bevinden de gaten 49 en 50 zich bijgevolg tussen de 8700320As can be seen from FIG. 4, the rod body 2 is formed with four mounting holes, the two mounting holes 49 and 50 of which are located on the longitudinal centerline of the rod body 2 and two other holes 51 and 52 are on the transverse centerline of the rod body 2. As shown in FIG. . 4 is visible, the holes 49 and 50 are therefore between 8700320
Aa
- 10 - beide sleuven 15 en 16, die de beide ampullen 17 en 18 opne-men, en hebben in zijwaartse richting een voldoende afstand tot deze sleuven- De montagegaten 51 en 52 bevinden zich zijwaarts van de sleuven en de ampullen en liggen eveneens op 5 voldoende afstand hiervan, zoals ook uit Fig. 3 blijkt, waarin deze gaten door streeplijnen zijn aangeduid.- 10 - both slots 15 and 16, which receive both ampoules 17 and 18, and have a sufficient distance to these slots in the lateral direction- The mounting holes 51 and 52 are located laterally of the slots and the ampoules and also lie on 5 a sufficient distance from this, as also from FIG. 3 in which these holes are indicated by dashed lines.
De montagegaten 49 tot 52 dienen op op zichzelf bekende wijze voor de montage van de warmtemeter, zodat de achterzijde van de warmtemeter in aanraking komt met bijvoor-10 beeld een verwarmingslichaam. Afhankelijk van de uitvoering van het verwarmingslichaam kunnen de montagegaten 49,50 of 51,52 worden gebruikt.The mounting holes 49 to 52 serve in a manner known per se for mounting the heat meter, so that the back of the heat meter comes into contact with, for example, a heating body. Depending on the design of the heating body, the mounting holes 49.50 or 51.52 can be used.
De ampullen 17 en 18 bestaan uit een doorzichtig materiaal, zodat de vloeistofstand in de ampullen door de 15 sleuven 23,24 kan worden afgelezen. De ampullen hebben een zeer klein binnendwarsdoorsnedeoppervlak,en wel een binnen-dwarsdoorsnedeoppervlak, dat kleiner is dan de oppervlakte-inhoud van een cirkel met een diameter van 4,0 mm. Gewoonlijk zal de dwarsdoorsnede van de ampullen cirkelvormig zijn, doch 20 ook andere dwarsdoorsnedevormen zijn denkbaar. Het binnendwarsdoorsnedeoppervlak van de ampullen komt doelmatig overeen met de oppervlakte-inhoud van een cirkel, waarvan de diameter kleiner is dan 3,5 mm, bij voorkeur kleiner dan 3,0 mm en groter dan 1,0 mm, bij voorkeur groter dan 1,5 mm, waarbij 25 de voorkeur uitgaat naar de diameter van ongeveer 2 mm.The ampoules 17 and 18 consist of a transparent material, so that the liquid level in the ampoules can be read through the slots 23, 24. The ampoules have a very small inner cross-sectional area, i.e. an inner cross-sectional area, which is less than the surface area of a circle with a diameter of 4.0 mm. Usually the cross-section of the ampoules will be circular, but other cross-sectional shapes are also conceivable. The inner cross-sectional area of the ampoules expediently corresponds to the surface area of a circle, the diameter of which is less than 3.5 mm, preferably less than 3.0 mm and greater than 1.0 mm, preferably greater than 1, 5 mm, with a diameter of about 2 mm being preferred.
Dit is voor verdampingsampullen van deze soort een ongewoon klein binnendwarsdoorsnedeoppervlak.This is an unusually small inner cross-sectional area for evaporator ampoules of this kind.
87003208700320
Claims (10)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DK70886A DK156331C (en) | 1986-02-13 | 1986-02-13 | HEAT METERS OF THE EVAPORATIVE TYPE AND PROCEDURES FOR USING THE FILLING OF AMPULS FOR SUCH HEAT METERS |
DK70886 | 1986-02-13 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8700320A true NL8700320A (en) | 1987-09-01 |
NL193472B NL193472B (en) | 1999-07-01 |
NL193472C NL193472C (en) | 1999-11-02 |
Family
ID=8096625
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8700320A NL193472C (en) | 1986-02-13 | 1987-02-11 | Heat meter, based on the evaporation principle, and method for filling the ampoules of such a heat meter. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3703329A1 (en) |
DK (1) | DK156331C (en) |
FR (1) | FR2594222B1 (en) |
NL (1) | NL193472C (en) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DK176306B1 (en) * | 1996-10-08 | 2007-07-23 | Brunata Holding As | tube for measuring heat |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DK41432C (en) * | 1924-10-09 | 1930-01-06 | Odin Thorvald Clorius | Heat meter. |
CH314371A (en) * | 1953-05-07 | 1956-06-15 | Robert Dr Forster | Heat consumption meter based on the evaporation principle, especially for radiators |
DE6944240U (en) * | 1969-11-07 | 1970-02-12 | Kalormess Kg | HEAT METER |
DE2809165C2 (en) * | 1978-03-03 | 1983-05-11 | Techem Gmbh, 6000 Frankfurt | Heat cost allocator |
AT373392B (en) * | 1979-09-03 | 1984-01-10 | Messtechnik Gmbh | HEAT METER |
DE3136420A1 (en) * | 1981-09-14 | 1983-03-31 | Schultz, Johannes | Device for the comparative display of the consumption of heating energy in the previous year with the consumption of heating energy in the current year |
DE8404550U1 (en) * | 1984-02-15 | 1984-11-22 | Lehmann, Werner, 7000 Stuttgart | DEVICE FOR DETERMINING HEATING COSTS BY EVAPORATION MEASUREMENT |
-
1986
- 1986-02-13 DK DK70886A patent/DK156331C/en not_active IP Right Cessation
-
1987
- 1987-02-04 DE DE19873703329 patent/DE3703329A1/en not_active Ceased
- 1987-02-11 NL NL8700320A patent/NL193472C/en not_active IP Right Cessation
- 1987-02-12 FR FR8701777A patent/FR2594222B1/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL193472C (en) | 1999-11-02 |
FR2594222B1 (en) | 1990-07-20 |
DK70886A (en) | 1987-08-14 |
FR2594222A1 (en) | 1987-08-14 |
DE3703329A1 (en) | 1987-08-20 |
DK70886D0 (en) | 1986-02-13 |
NL193472B (en) | 1999-07-01 |
DK156331C (en) | 1990-01-02 |
DK156331B (en) | 1989-08-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN107920603B (en) | Electronic cigarette with visible liquid container | |
US20040216532A1 (en) | Vortex flow sensor | |
CN109152354B (en) | Apparatus and method for temperature monitoring of cryopreserved biological samples | |
US3782414A (en) | Body fluid collection bottle | |
US6837376B2 (en) | Container for monitoring consumption of selected chemical compounds of a liquid | |
PT2362744E (en) | Warning device for a beverage machine | |
NL8700320A (en) | HEAT METER BASED ON THE EVAPORATIVE PRINCIPLE, AND METHOD FOR FILLING THE AMPOULES OF SUCH A HEAT METER. | |
NO160192B (en) | MEASURING DEVICE FOR LIQUID PRODUCTS PACKAGED IN BOTTLE CELLS LIKE CONTAINERS. | |
US4762423A (en) | Evaporation calorimeter | |
ES2945638T3 (en) | test device | |
US20190031482A1 (en) | Dispenser cartridge for the cooled storage and dispensing of liquid or semi-liquid foodstuffs and dispenser machine for the use of such a dispenser cartridge | |
US10029260B2 (en) | Centrifuge tube holding assembly | |
FR2418926A1 (en) | HEATING COSTS DISTRIBUTOR | |
KR101308655B1 (en) | Viscosity measurements method using a disposable viscosity measurement apparatus | |
US2973646A (en) | Heated measuring tube | |
DK141461B (en) | Apparatus for detecting water content in oil. | |
US2585312A (en) | Sterilizing receptacle for ligature tubes | |
Das et al. | Thermodynamics of liquid uranium vaporization | |
SU894509A1 (en) | Device for determining molecular mass of substance | |
Bergstrom | The boiling points of ammonia, sulfur dioxide and nitrous oxide | |
CN216024973U (en) | Reagent and sample co-carrying device for in vitro diagnosis | |
Supartono et al. | Karl Fischer titration as an alternative method for determining the water content of cloves | |
SU718730A1 (en) | Calorimeter | |
CS274209B1 (en) | Device for water heating up especially for respired mixture's humidifiers | |
US3130875A (en) | Container for dispensing purposes |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20070211 |