NL8700128A - Systeem voor het toedienen van water aan gevogelte en/of kleine dieren. - Google Patents

Description

-1- 26.172/CV/tl * *·* 4

Korte Aanduiding: Systeem voor toedienen van water aan gevogelte en/of kleine dieren.

De huidige uitvinding heeft algemeen betrekking op systemen voor 5 het toedienen van water aan gevogelte en/of kleine dieren en meer in het bijzonder op watertoediensystemen,waarbij gebruik wordt gemaakt van aanzetbare drinkorganen.

Tot dit doel zijn rin kippenhokken vele verschillende watertoedien-systemen voor het toedienen van water aan kippen of dergelijke 10 gebruikt,mede afhankelijk van de leeftijd en de pootte van de dieren.

Voor jongere en kleinere vogels zijn bijvoorbeeld op de vloer aangebrachte pannen of platforratroggen gebruikt. Naar mate de vogels groeien worden de troggen hoger geplaatst of vervangen door een aanzetbaar drinksysteem.

15 Verschillende aanzetbare drinkorganen zijn momenteel bekend. Een de voorkeur gegeven type is in detail beschreven in Amerikaans octrooi 4.491.088. De openbaring van die publicatie is hierin specifiek opgenomen. In het algemeen kunnen aanzetbare drinkorganen rechtstreeks worden aangebracht in de vloeistoftoevoerleiding. In een gebruikelijk systeem 20 zijn een aantal horizontale toevoerleidingen instelbaar opgehangen aan het plafond van een kippenhok op hoogte bepaald door de grootte van de vogels daarin. Iedere toevoerleiding kan zich bijvoorbeeld over 50 meter lengte uitstrekken en een groot aantal op afstand van elkaar gelegen aanzetbare drinkorganen omvatten.

25 Recent zijn aanzetbare drinkorganen algemeen geaccepteerd als ge schikt te zijn voor het toedienen van water aan gevogelte.van alle leeftijden, waaronder eendagskuikens. Onder sommige omstandigheden hebben kuikens van een tot vijf dagen oud zich echter niet gemakkelijk aangepast aan aanzetbare drinkorganen. Dit kan plaatsvinden ,indien de kuikens 30 zijn voortgebracht door "uitgeputte hennen" en als resultaat te zwak zijn of niet aggressief genoeg om zich met de andere kuikens naar voren te dringen bij de aanzetbare drinkorganen.

Het is voorgesteld om deze kuikens eerst te laten beginnen met vloerpannen of troggen,die met vloeistof worden gevoed via een slang 35 vanaf de toevoerleiding. Het vloeistofniveau binnen dergelijke pannen of troggen kan op een algemeen constant niveau worden gehandhaafd door 873 012 8 ft" * -2- 26172/CV/tl vlotterkleppen , die in dé pannen of troggen zijn aangebracht. Indien deze kuikens echter ouder worden en de watertoedienpannen worden verwijderd en slechts aanzetbare drinkorganen worden gebruikt blijken zij - de gewone intelligentie van dergelijke vogels te missen en zich zodoende 5 in sommige gevallen niet aanpassen aan het verkrijgen van water op een nieuwe plaats.

Tegelijkertijd zijn er belangrijke nadelen in het handhaven van een op de grond ondersteund water toediensysteenifj Water in open houders verliest de versheid,wordt verontreinigd en zal ook gemakkelijk 10 over het vloeroppervlak worden verspild; Terwijl verder het gehele aanzetbare drinkorgaansysteem gelijktijdig omhoog kan worden bewogen voor het reinigen van het vloeroppervlak moet iedere door de vloer ondersteunde trog afzonderlijke worden verplaatst.

Het is voorgesteld om troggen of open water kommen rechtstreeks 15 op te hangen aan de toevoerleiding. Ofschoon deze in het algemeen eenvoudiger te installeren en te onderhouden zijn dan op de vloer ondersteunde watertoedieninrichtingen blijven er bepaalde nadelen bestaan. Dergelijke drinkorganen hebben vaak inwendig opgenomen klepopstellingen tussen de toevoerleiding en de trog of kom zelf. In sommige gevallen 20 kunnen deze kleppen verstopt raken met afvalmateriaal of minerale neerslagen. Sommige specifieke aanzetbare drinkorgaanopstellingen zijn ontworpen om een dergelijk verstopt raken minimaal te maken ,zoals de zelfreinigende klep afgebeeld in U.S. octrooi 4.491.088. Vele komvormige of opgehangen trogvormige drinkorganen omvatten echter inwendige kamers 25 waarin dergelijk vuil zich kan verzamelen. Deze kamers kunnen ook bacte- r riëngroei en opeenhoping van bacteriën veroorzaken tenzij de inwendige klepelementen regelmatig worden gereinigd.

Ongelukkigerwijs is het vaak moeilijk dergelijke kleppen te reinigen aangezien het gehele drinkorgaansamenstel van de toevoerleiding 30 moet worden verwijderd en gedemonteerd. Indien de gehele toevoerleiding niet zorgvuldig wordt afgetapt kan dit ongewenste verspilling van water op het vloeroppervlak veroorzaken. Verder kunnen sommige drinkorganen, die aanvankelijk verhoudingsgewijs gemakkelijk te installeren zijn,niet op praktische wijze worden gedemonteerd voor reiniging.Als resultaat 3.5 moeten zij; geheel worden vervangen.

H ƒ ji Ί / H

-yil ^ Λ·* r é -3- 26172/CV/tl

Vrij opgenahgen drinkcrganen vereisen ook gebruikelijk 'dat een aanzienlijk gewicht wordt bevestigd aan het drinkorgaan om dit drinkor-gaan te stabiliseren tegen morsen van water ten gevolge van het normale - dringen in de de dieren bevattende omsluiting. Dergelijke gewichten in 5 ieder drinkorgaan over een geheel vloersysteem zal een aanzienlijke uitrusting vereisen om het system omhoog en omlaag te bewegen in aanvullingen op uitgebreide constructieve versterkingsorganen om het geheel op zijn plaats te houden. Zware gewichten oefenen ook ongewenste spanningen uit op de aansluiting van het drinkorgaan op de toevoerleiding.

10 Een ander probleem met opgehangen drinkorganen ontstaat uit de bedieningsmechanismes ,die worden gebruikt voor het handhaven van een constant waterniveau. Gebruikelijk worden deze onder invloed van een watergewicht gedrongen om de kom omhoog te bewegen voor het openen van een klep indien waterniveau in de kom daalt. Dergelijke watertoediensy-15 sternen worden echter gebruikelijk naar de vloer omlaag gebracht voor zeer jonge vogels. Ongelukkigerwijs zijn vloeren van kippenhokken zelden vlak.

Als resultaat zullen,Undien het systeem omlaag wordt gebracht,sommige troggen de vloer raken terwijl andere op afstand boven de vloer opgehangen blijven. Deze op de vloer rustende troggen zullen vaak overstromen 20 met vloeistof dat op de grond wordt gemorst omdat de klep opengedrongen blijft.

In het algemeen is het belangrijk het watertoediensysteem in een bepaald kippenhok optimaal uit te voeren door het verminderen van het aantal verschillende apparaten,dat moet worden gebruikt gedurende een 25 bepaalde levensduur van het gevogelte,terwijl onderhoudreparatietijd van het samenstel minimaal moet worden gehouden en lekkages en morsen op het vloeroppervlak moet worden geelimineerd. Aangezien aanzetbare drinkorganen verder de de voorkeur gegeven watertoedieninrichting zijn voor gevogelte en kleine dieren zal het gewenst zijn een drinkorgaanop-30 stelling te verkrijgen,die complementair of verenigbaar is met aanzetbare drinkorganen.

Het is dan ook een--oogmerk van de huidige uitvinding een verbeterde watertoedieninrichting te verkrijgen voor gevogelte en kleine dieren.

Een ander oogmerk is het voorzien in een watertoedieninrichting, 35 welke gemakkelijk te reinigen is,verontreiniging voorkomt en verstopt raken van kleppen vermijdt.

S 7 fH 9 ft V j' »' ··» j w * ψ -4- 26172/CV/tl

Een verder oogmerk is het verkrijgen van een watertoedientrog,welke reageert op vraag en die gestabiliseerd is tegen morsen op het vloeroppervlak.

. Nog een ander oogmerk is het verkrijgen van een watertoedieninrich-5 ting,dat jong gevogelte traint om aanzetbare drinkorgaanwatertoedienin-richtingen te gebruiken.

Nog een ander oogmerk is het verkijgen van een trogdrinkorgaan,dat samenwerkend hecht aan een reeds bestaand aanzetbaar drinkorgaanwater-toediensysteem en gemakkelijk verwijderbaar is voor reiniging.

10 Nog een ander oogmerk is het voorzien in een trogdrinkorgaan voor jong gevogelte ,dat kan worden gebruikt als hetzij een platform of een opgehangen watertoediensysteem en zonder afzonderlijke instelling.

Deze en andere oogmerken van de huidige uitvinding worden verkregen door te voorzien in een trogdrinkorgaan dat losmaakbaar is bevestigd 15 aan het uitwendige van de toevoerleiding gescheiden van en werkzaam samenhangend met een losmaakbaar aanzetbaar drinkorgaan. Het trogdrinkorgaan omvat een zich verticaal uitstrekkende stang,een langgestrekt huis opgesteld rondom de stang en op nauwe afstand daarvan opgesteld, een troggedeelte, dat zich uitstrekt om de omtrek van het huis voor het 20 tegenhouden van water,een basisschort, dat zich radiaal uitstrekt vanaf het onderste gedeelte van de stang,een ringvormige flens,welke zich uitstrekt vanaf het bovenste gedeelte van het huis,en een onder veer-spanning staande opstelling om de flens omhoog te bewegen indien een vooraf bepaald vloeistofniveau in de trog aanwezig is.

25 Het aanzetbare. drinkorgaan is in langsrichting’ versprongen van het trogdrinkorgaan langs de toevoerleiding zodanig dat de opwaartse beweging van de flens veroorzaakt,dat het aanzetbare drinkorgaan in werking wordt gesteld en vloeistof in de trog stroomt over het buitenoppervlak van het huis.

30 Het aanzetbare drinkorgaan is afzonderlijk losmaakbaar van de toevoerleiding zonder het trogdrinkorgaan te verwijderen. Het trogdrinkorgaan is met snappassing op de toevoerleiding aangebracht,zodanig dat draai en langsbeweging worden verhinderd. De veervoorspankracht op de flens is uitwendig instelbaar door een hefboomuitsteeksel. Het trog-35 drinkorgaan kan gemakkelijk worden samengebouwd uit of gedemonteerd in zijn afzonderlijke onderdelen voor het vergemakkelijken van reinigen 8700128 τ * -5- 26172/CV/tl opslag en transport.

Het trogdrinkorgaan wordt geunstig gebruikt voor nieuw uitgebroed gevogelte in samenhang met het aanzetbare drinkorgaan. Indien bijvoorbeeld de kuikens een tot vijf dagen oud zijn zal het trogdrinkorgaan 5 met snappassing op zijn plaats worden aangebracht. Instelling van de veervoorspanning brengt het optimale vloeistofniveau in de trog tot stand indien de vogels ouder worden. Na vijf levensdagen zal het trogdrinkorgaan worden verwijderd en gereinigd,terwijl de aanzetbare drinkorganen als enkel orgaan voor het toedienen van water wordt achter-10 gelaten.

Andere oogmerken,voordelen en nieuwe kenmerken van de huidige uitvinding zullen gemakkelijk duidelijk worden bij beschouwing van de volgende gedetailleerde beschrijving in saraenhang mét de tekeningen, waarin een mogelijke uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uit-15 vinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht langs de stanghartlijn van een watertoedienopstelling volgens de huidige uitvinding in een niet in werking gestelde stand van het aanzetbare drinkorgaan.

20 Fig. 2 toont een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht langs de stanghartlijn van de watertoedienopstelling van figuur 1 in een in werking gestelde stand van het aanzetbare drinkorgaan.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van het onderste getrapte pal-oppervlak van het kapgedeelte van de veerspaninrichting van een de 25 voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, zoals weergegeven in fig.1 en 2.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht langs lijn A- A van fig.1.

Fig. 5 toont een zijaanzicht van het stanggedeelte van de in fig.1 en 2 weergegeven inrichting. Fig.6 toont een zijaanzicht op Fig.5.

30 Fig. 1, welke een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding weergeeft,toont een watertoediensysteem met een vloeistoftoevoerleiding 10 voor het transporteren van water of van medi-kamenten of dergelijke voorziene vloeistof vanuit een gebruikelijke bron (niet weergegeven),een ondersteuningspijp 20, een aanzetbaar 35 drinkorgaan 30 en trog of mini drinkorgaan 40. Pijp 20 is bevestigd aan toevoerleiding 10 door gebruikelijke middelen,zoals klemmen (niet weer- o70 01 2 8

• V

-6- 26172/CV/tl gegeven),om te voorkomen ,dat de buislengtes,die de toevoerleiding 10 vormen, buigen,knikken of bij hun aansluitingen lekken. Pijp 20 is bijvoorbeeld stijve gegalvaniseerde stalen pijp en kan instelbaar zijn opgehangen met behulp van gebruikelijke middelen vanaf het plafond 5 van het kippenhok. Door pijp 20 omhoog of omlaag te bewegen kan de verticale stand van toevoerleiding 10 ten opzichte van de vloer optimaal worden ingesteld. Aangezien pijp 20 de vloeistof niet rechtstreeks transporteert kan de keuze van materialen voor zijn vervaardiging worden gemaakt om sterkte en stijfheid maximaal te maken. Anderzijds kan de 10 toevoerleiding 10 worden vervaardigd uit hygiënisch .duurzaam en corrosie bestendig materiaal.

Aanzetbaar drinkorgaan 30 is van een gebruikelijke constructie en bevestiging in toevoerleiding 10,zoals weergegeven in Amerikaans octrooi 4.491.088. Kortweg is een zadel 32 ultrasoon gélast aan toevoer-15 leiding 10 en vormt een vloeistofleiding naar het inwendige van de toevoerleiding. Klephuis 34 is losmaakbaar met snapfitting in afdichtende ingrijping met zadel 32 via een passende haakopstelling. Een kogel/pen-klepsamenstel, bij voorkeur met meervoudige zittingafdichting, is aangebracht binnen huis 34 om fluidumstroming vanuit de toevoerleiding 10 20 uit de klep langs aanzetpen 36 te regelen. Dergelijke aanzetbare drinkor-ganen reageren bijzonder goed op pikdiening door gevogelte. Zelfs licht contact met aanzetpen 36 staat de klep toe vloeistof door te laten. Zodoende ontvangen de vogels nauwkeurig de hoeveelheid gewenste vloeistof, in overeenstemming met de mate van pikken. Het is gebleken,dat ,een 25 keus gegeven zijnde tussen een open trogwatertoevoer en een aanzetbaar drinkorgaan het meeste gevogelte er de voorkeur aangeeft vloeistof te verkrijgen vanuit het aanzetbare drinkorgaan,zelfs indien het een dringen rondom dat drinkorgaan in competitie met andere vogels met zich meebrengt.

30 Zoals echter hierboven besproken zijn er omstandigheden,waarin een trogdrinkorgaan nog steeds gewenst is,althans totdat de vogels oud genoeg zijn om aanzetbare drinkorganen effectief te gebruiken. Voor 'dat doel voorziet de huidige uitvinding onder meer in een trogdrinkorgaan 40, dat losmaakbaar met snappassing is aangebracht op toevoerleiding 10 35 op een plaats op afstand versprongen ten opzichte van het aanzetbare drinkorgaan 30 langs de langsas 15 van toevoerleiding 10 opgesteld.

870 01 28 -7- 26172/CV/tl

Trogdrinkorgaan 40 omvat een steunstang 42,welke zich verticaal naar beneden uitstrekt vanaf de toevoerleiding 10. Een huis 44 is opgesteld rondom de steunstang 42 en omvat een as 46,door welke de stang - 42 verloopt. Troggedeelte 48 is gevormd als een onderste buitenste 5 uitstekend deel van huis 44 en strekt zich in omtreksrichting rondom het huis uit om daarin fluidum W op te nemen. Een flens 50 is gevormd als een bovenste buitenste uitstekend deel van huis 44. Waar in de voorkeur gegeven uitvoeringsvoorbeelden huis 44 vrij draaibaar om stang 42 is aangebracht is flens 50 in omtreksrichting om het huis 44 opgesteld. 10 Flens 50 strekt zich naar buiten uit langs langsas 15 althans tot nabij de aanzetpen 36. Een basisschort 60 is bevestigd aan de stang 42 onder troggedeelte 48. Een veerinrichting 70,bijvoorbeeld weergegeven in de vorm van een schroef veer,is op de stang 42 aangebracht tussen het basisschort 60 en een veerland 72 van huis 44.

15 Voor gemakkelijke fabricage is huis 44 bijvoorbeeld vervaardigd uit scheidbare onderdelen 44a en 44b resp. overeenkomend met de bovenste en onderste gedeelten van huis 44, Deze onderdelen zijn schuivend vrij met elkaar te verbinden bij de eindsamenbouw,maar zijn gemakkelijk te demonteren voor reiniging,réparatie,opslag of transport. Bovenste on-20 derdeel 44 a omvat flens 50 en afschermnaaf 52,welke zich omhoog uitstrekt boven stang 42 vanaf de aansluiting van flens 50 en het huis.

Flens 50 omvat althans een poort 54 bij de basis van de flens nabij die aansluiting.

Zoals weergegeven in fig.4 heeft de stang 42 een niet cirkelvor-25 mige dwarsdoorsnedevorm. As 46 is anderzijds bijvoorbeeld gevormd met een cirkelvorraige dwarsdoorsnedevorm. Met betrekking tot as 46 omvat stang 42 dus een aantal groeven 56. Schuivings en draaiingscontact tussen stang 42 en as 46 wordt daardoor slechts gemaakt bij een beperkt aantal contactpunten 58. In uitvoeringsvoorbeelden,waar het in het 30 bijzonder gewenst is om verder onderdeelslijtage en stang/ascontact te verminderen zijl radiale uitsparingen 59 gevormd in as 46.

In uitvoeringsvoorbeelden waar het bijzonder gewenste is om het trogdrinkorgaan verder te demonteren omvat basisschort 60 een van spie-banen voorziene sleuf 62 gevormd voor het opnemen van het vrije einde 35 64 van stang 62. Het vrije einde 64 omvat bijvoorbeeld tegenover elkaar gelegen uitsteeksels welke beweegbaar zijn door en onder sleuf 62 om 970 01 28 « fr -β- 26172/CV/tl schort 60 draaibaar met wrijving vast te zetten op stang 4*2.

De spanopstelling 74 is uitgerust voor het instelbaar spannen van veer 70 tegenveerland 72. Opstelling 74 omvat een basisgedeelte 76,dat bijvoorbeeld integraal is gevormd met schort 60 om sleuf 62. Basisgedeel-5 te 76 omvat opeenvolgende series van getrapte paloppervlakken 78 op zijn bovenoppervlak. Kapgedeelte 80 is draaibaar aangebracht boven het bovenvlak van basisgedeelte 76 en omvat complementaire series van getrapte paloppervlakken 82 op zijn ondervlak. Kapgedeelte 80 omvat ook vastklemmende radiale uitsteeksels 84 aan zijn buitenomtrek. Handgreep 10 86. is aangebracht om de spanopstelling te bedienen. Handgreep 86 omvat een ring 88 met sleuven 8¾ op zijn binnenomtrek. Sleuven 80 komen overeen met uitsteeksels 84 en houden deze tegen. Indien dus handgreep 86 draait over het oppervlak van schort 60 grijpen palorganen 78 en 82 schuivend.in trappen zodanig dat dit bovenoppervlak van kapgedeelte 80 15 geleidelijk omhoog wordt bewogen en dan naar beneden valt indien over het hoogste palgedeelte is bewogen. Veer 70 wordt bij zijn ondereinde ondersteund tegen het bovenoppervlak van kapgedeelte 80. Indien draaiing van handgreep 86 kapgedeelte 80 omhoog laat bewegen wordt de spanning op de veer 70 vergroot. Alternatief aan complementaire getrapte 20 pallen kan opstelling 74 series van geleidelijk getrapte "V" oppervlakken omvatten,zo draaiing toestaande van handgreep 86 in iedere richting.

Stang 42 is bijvoorbeeld integraal gevormd met een veerkrachtige snappassingklem 90 welke een algemeen ü-vormige dwarsdoorsnedevormge-25 ving heeft,zoals weergegeven in fig.5. Klem 90 is voldoende stijf om draaien en langsverschuiving van trogdrinkorgaan 40 ten opzichte van toevoerleiding 10 te voorkomen indien de klem eenmaal op plaats is bevestigd. Voor omgevingen waar een bijzonder grote mate van dringen en stoten van het trogdrinkorgaan door het gevogelte of kleine dieren 30 is te verwachten kunnen aanvullende inrichtingen worden aangebracht voor het vast opstellen van de trog.

Zadel 32 is gevormd met oppervlakuitsparing 38. Een uitsteeksel 92 is aangebracht om zich vanaf de klem 90 uit te strekken en complementair aan te grijpen op oppervlakuitsparing 38 en daardoor onbeoogde 35 langsverschuiving van trogdrinkorgaan 40 langs as 15 tegen te gaan.

870 01 2 8 * -9- 26172/CV/tl

Bovenste trompetvormig verlopende lippen 94 zijn op de klem 90 aangebracht om een onderste gedeelte van pijp 20 aan te grijpen en daardoor onbeoogde draaiing van trogdrinkorgaan 40 om toevoerleiding T0 te - voorkomen.

5 Daar klem 90 :niet is gecentreerd boven stang 42 en zich verder naar een zijde uitstrekt,zoals weergegeven in fig.1,is het bijzonder doelmatig gebleken versterking van stang 42 aan te brengen. Bijvoorbeeld wordt een driehoekige overbruggingsschoor 96 aangebracht tussen een zijkant van stang 42 en het onderste gedeelte van klem 90. Op soortge-10 lijke wijze is versterkingsnaaf 98 gevormd bij de basis van de aansluiting van stang en klem.

üit de bovenstaande gedetailleerde beschrijving van de voorkeur gegeven uitvoeringsvoorbeelden zal nu.de werking van het trogdrinkorgaan gemakkelijk worden begrepen. Kortweg wordt aanzetbaar drinkorgaan B0 15 bevestigd aan toevoerleiding 10 afzonderlijk van het trogdrinkorgaan 40 en werkt onafhankelijk indien trogdrinkorgaan 40 niet aanwezig is.

De onafhankelijke werking van aanzetbaar drinkorgaan 30 is gedetailleerd beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.491.088.

Trogdrinkorgaan 40 wordt aanvankelijk bevestigd aan toevoerlei-20 ding 10 op een plaats versprongen ten opzichte van aanzetbaar drinkorgaan 30. Totdat een vooraf bepaald watemiveau W is verkregen in trogdrinkorgaan 48 werkt veer 70 tegengesteld aan het gewicht van het huis 44 en het zich in het huis bevindende water en dringt de flens 50 zodoende omhoog in werkzame ingrijping met aanzetpen. 36. Zodoende 25 wordt vloeistof uit toevoerleiding 10 via het aanzetbare drinkorgaan 30 en langs het bovenoppervlak van de flens 50 een ringvormig verdeel-gebied 100 tussen flens 50 en scherm 52 toegevoerd. De vloeistof loopt direct vanuit het verdeelgebied 100 weg via poorten 54 naar het buitenoppervlak van het huis 44. Het scherm 52 voorkant dat fluïdum wegloopt 30 langs as 46 of naar een of andere afgesloten kamer. Vanaf het buitenoppervlak van het huis 44 loopt de vloeistof rechtstreeks in het troggedeelte 48. Indien het vooraf bepaalde vloeistofniveau is bereikt in troggedeelte 48 wordt de opwaartse kracht van de veer 70 overwonnen en beweegt flens 50 weg van de aanzetpen 36,waardoor de vloeistof-35 stroom naar het troggedeelte wordt afgesloten. Indien het gevogelte de vloeistof verbruikt uit het troggedeelte daalt het waterniveau en 8700128 -10- 26172/CV/tl bewerkstelligt de veer 70 weer dat de flens 50 het aanzetbare drinkor-gaan 30 in werking stelt om het troggedeelte weer te vullen.

Draaiing van de handgreep 86 wijzigt de door de veer 70 uitgeoefende kracht en brengt daardoor selectief het vooraf bepaalde vloeistof-5 niveau voor het in werking stellen van het aanzetbare drinkorgaan tot stand. Met meer voorspanning van de veer 70 zullen kuikens bijvoorbeeld in staat zijn om te drinken uit een verhoudingsgewijs volle trog.

Indien de spanning van de veer 70 af neemt wordt het waterniveau in het troggedeelte 48 omlaag gebracht. Een optimaal waterniveau kan dus tot 10 stand worden gebracht in overeenstemming met de groei van de vogels.

De huidige uitvinding voorziet dus in een doelmatig en sanitair orgaan voor het toedienen van water aan kuikens,die anders niet sterk genoeg zouden zijn om aanzetbare drinkorganen te gebruiken. Indien deze kuikens opgroeien kan het trogdrinkorgaan worden verwijderd en zullen de 15 vogels gemakkelijk vloeistof afnemen bij het aanzetbare drinkorgaan, in het bijzonder aangezien deze zich op dezelfde watertoedienplaats bevindt als dat zij gewend zijn.

Verstopping en bacteriële verontreinigingen worden vermeden aangezien de huidige uitvinding niet gebruik maakt van een integrale 20 inwendige klep. De gehele klepopstelling is opgenomen binnen het aanzetbare drinkorgaan. Indien de klep moet worden gerepareerd of vervangen kan deze worden losgemaakt zonder het trogdrinkorgaan te verwijderen. Voor het geval dat enige vloeistof of vuil onbeoogd de as 46 binnentreedt vergemakkelijken groeven 56 op de stang 42 gemakkelijke doorgang 25 door het huis.

Aangezien slechts de inwendige vloeistofafdichting van aanzet-baar drinkorgaan 30 wordt gebruikt heeft trogdrinkorgaan 40 geen problemen met betrekking tot lekkage. Dit drinkorgaan wordt slechst aan het uitwendige van de -toevoerleiding bevestigd en wordt positief opge -30 steld ten opzichte van het trogdrinkorgaan met behulp van uitstekend deel 92. Het trogdrinkorgaan is ook stevig vastgeklemd tegen schommelen, hetgeen anders morsen zou kunnen veroorzaken. Om spanning op het trogdrinkorgaan ,veroorzaakt door het drukken van vogels aan slechts een zijde te ontlasten is het bijzonder gunstig gebleken het huis 40 35 zodanig te vormen, dat dit vrij draaibaar is om de stang 42,met nauwe tussenruimte tussen as 46 en contactpunten 58, om slingeren te voorkomen, 870 01 28 · i .- -11- .26172/CV/tl hetgeen anders tot morsen zou kunnen leiden. Slingeren blijkt ook verminderd te worden door het gebruik van een verhoudingsgewijs langge-strekt huis 44 ,dat over een aanzienlijke lengte langs as 46 op stang 42 aangrijpt.

5 Ten gevolge van zijn stabiliteit in langsrichting en radiale richting voorziet de huidige uitvinding in een verdere verbetering ten opzichte van de bekende constructies doordat geen aanvullende gewichten worden vereist om de stabiliteit van de ophanging te handhaven. Tegelijkertijd wordt dus het omhoog en omlaag bewegen van het gehele water-10 toediensysteem en de daarboven gelegen ondersteuningsconstructie vereenvoudigd. De huidige uitvinding vereenvoudigt verder bevestiging en loskoppeling van onderdelen van het watertoediensysteem. Tijdrovende en voor lekkage gevoelige schroefdraadverbindingen zijn niet langer mogelijk. Het is nu verhoudingsgewijs eenvoudig het gehele watertoedien-15 systeem vooraf samen te bouwen en zo veel trogdrinkorganen op de leiding aan te brengen als benodigd zijn. In sommige toepassingen behoeft bijvoorbeeld niet ieder aanzetbaar drinkorgaan te worden gecombineerd met een trogdrinkorgaan.

De constructie volgens de huidige is gemakkelijk te reinigen. Alle 20 vloeistofstroming is op het uitwendige van het huis en indien de onderdelen zijn vervaardigd uit niet corrosieve spuitgietkunststoffen kunnen deze gemakkelijk worden schoongeveegd. Indien een bepaald trogdrinkorgaan moet worden verwijderd voor reiniging of reparatie is het niet noodzakelijk de vloeistofstroom in de gehele leiding uit te schakelen. Het 25 aanzetbare drinkorgaan zal immers blijven afsluiten tegen lekkage. Verder maakt de huidige uitvinding gebruik van het aanzetbare drinkorgaan om het afgegeven watervolume minimaal te houden en zodoende de frisheid van de vloeistof te behouden.

Ook is het door selectieve variaties in de veerspanning mogelijk 30 het waterniveau te wijzigen indien de vogels groeien ,in plaats van of in aanvulling de verticale hoogte van het gehele watertoediensysteem te wijzigen. Verder is het instelmechanisme voor de veerspanning ge-makkelijk toegankelijk en gemakkelijk te bedienen zonder demontage van het drinkorgaan.

35 Het is ook belangrijk op te merken,dat de huidige uitvinding alter natief kan worden gebruikt als een platformdrinkorgaan waarbij het schort 8700128 e -12- 26172/CV/tl 60 rust op de vloer van het kippenhok of als een opgehangen drinkor-gaan dat verticaal op afstand boven de vloer is gelegen,zonder enige instelling. Waar dus de vloer ongelijk of op verschillende hoogtes met stro bedekt is kan een watertoediensysteem volgens de huidige uitvin-5 ding werken zonder lekkage,terwijl sommige van de drinkorganen zijn opgehangen en andere in contact met de vloer zijn. Het schort 60 is bij voorkeur even breed als het troggedeelte 48 en voorkomt dat het huis 44 wordt bewogen om het aanzetbare drinkorgaan in werking te stellen door contact met de vloer of stro of de vogels zelf.

10 Het op vraag reagerende trogdrinkorgaan volgens de huidige uitvin ding maakt ook in zekere mate gebruik van de flens 50 om het neerstrijken van de vogels op de buitenste lip van troggedeelte 48 te verhinderen aangezien de flens 50 in aanzienlijke mate in de richting van die buitenste lip uitsteekt.

15 In het algemeen is de huidige uitvinding verenigbaar met de meeste bestaande aanzetbare drinkorgaansystemen en vereist dus niet een volledige revisie van het gehele watertoediensysteem. Ook is deze uitvoering ver-houdigsgewijs goedkoop te vervaardigen en te onderhouden.

Ofschoon de huidige uitvinding gedetailleerd is beschreven is dit 20 slechts ter illustratie aan de hand van een mogelijk uitvoeringsvoor-beeld gedaan en moet niet worden gezien als een beperking van de uitvin-dingsgedachte binnen de geest en beschermingsomvang waarvan op de boven beschreven uitvoering aanvullingen en/of wijzigingen mogelijk zullen zijn.

25 870 01 2 8

Claims (20)

1. Hulpstuk voor een aanzetbaar drinkorgaan voor gebruik'in het toedienen van water aan gevogelte en kleine dieren voorzien van : een huisgedeelte ; aangrijpingsorgaann, verbonden met genoemd huisgedeelte,voor het 5 losneembaar bevestigen van genoemd hulpstuk aan een toevoerleiding, afzonderlijk van genoemd aanzetbaar drinkorgaan; een water tegenhoudend gedeelte verbonden met genoemd huisgedeelte; en bedieningsorgaan verbonden met genoemd huisgedeelte on vloei-10 stofstroom vanuit genoemd aanzetbaar drinkorgaan over het buitenopper vlak van genoemd huisgedeelte en in genoemd water tegenhoudend gedeelte te veroorzaken in antwoord op het aanwezig zijn van een vooraf bepaald volume vloeistof in genoemd water tegenhoudënd gedeelte.

2. Hulpstuk volgens conclusie 1,waarin genoemd aangrijpingsorgaan 15 is gevormd en georiënteerd ten opzichte van genoemd aanzetbaar drinkorgaan zodanig, dat genoemd aanzetbaar drinkorgaan afzonderlijk losmaakbaar is van genoemde toevoerleiding zonder losmaking van genoemd hulpstuk van genoemde toevoerleiding.

3. Een trogdrinkorgaan voor gebruik in het toedienen van water aan 20 gevogelte en kleine dieren voorzien van: een steunstang; een om genoemde stang opgesteld huis; een zich vanaf genoemd huis uitstrekkende trog om daarin vloeistof tegen te houden; 25 voorspanorgaan werkzaam verbonden met genoemde trog om het moge lijk te maken,dat een vooraf bepaald vloeistofvolume in de trog wordt gehouden door in werking stelling van een vloeistof regelende klep; en een onderste schort verbonden met genoemde stang om in conflikt 30 komen met de werking van genoemd voorspanorgaan te voorkomen,waarbij het onderste schort nagenoeg dezelfde horizontale afmetingen heeft als genoemde trog.

4. Een trogdrinkorgaan voor gebruik in het toedienen van water aan gevogelte en kleine dieren, voorzien van ; ^ een steunstang met een niet cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm; een huis met een daardoorheen verlopende as met een in hoofdzaak §70 01 28' -14- 26172/CV/tl cirkelvorraige dwarsdoorsnede vorm, waarbij de as om de stang is opgesteld ,zodanig dat het huis vrij draaibaar is om genoemde stang ; een zich vanaf het huis uitstrekkende trog om vloeistof daarin op te nemen; en 5 klepregelorgaan werkzaam samenhangend met genoemde trog om een vooraf bepaald vloeistofniveau binnen de trog te handhaven.

5. Trogdrinkorgaan volgens conclusie 4, waarin genoemd regelklep-orgaan instelbaar is om het mogelijk te maken een aantal verschillende vooraf bepaalde vloeistofniveau’s binnen de trog te handhaven.

6. Trogdrinkorgaan voor gebruik in watertoediensystemen voor gevogelte en kleine dieren voorzien van althans een zich in de lengterichting uitstrekkende vloeistoftoevoerpijp,die boven de vloer van de vogels of dieren bevattende ruimte is opgesteld,voorzien van: een zich verticaal onder genoemde toevoerpijp uitstrekkende 15 steunstang; een om genoemde steunstang opgesteld huis ; een zich vanaf genoemd huis uitstrekkende trog om vloeistof daarin op te nemen; en een pijpaangrijporgaan,verbonden met genoemde steunstang voor het 20 losneembaar bevestigen van het trogdrinkorgaan aan het uitwendige van de toevoerleiding ,zodanig dat radiale en langsbeweging van het trogdrinkorgaan ten opzichte van de toevoerleiding wordt beperkt.

7. Een trogdrinkorgaan voor gebruik in watertoediensystemen voor gevogelte en kleine dieren, waarin 'vloeistof wordt toegevoerd via 25 althans een zich in de lengterichting uitstrekkende toevoerleiding waarin althans een aanzetbaar drinkorgaan is aangebracht,voorzien van: een zich verticaal onder genoemde toevoerleiding uitstrekkende steunstang; een om genoemde steunstang opgesteld huis; 30 een met genoemd huis verbonden trog voor het daarin opnemen van water; aangrijporgaan verbonden met genoemde steunstang voor het losneembaar bevestigen van het trogdrinkorgaan aan de toevoerleiding ,gescheiden van het aanzetbare drinkorgaan ; en 35 bedieningsorgaan verbonden met genoemd huis om vloeistofstroming vanuit genoemd aanzetbaar drinkorgaan naar genoemde trog over het 8700128 * JS -15- 26172/CV/tl uitwendige oppervlak van het huis te veroorzaken om een vooraf bepaald vloeistofniveau binnen de trog te handhaven.

8. Trogdrinkorgaan volgens conclusie 7,waarin genoemd aanzetbaar - drinkorgaan door middel van een zadëLis aangebracht op de toevoerlei- 5 ding en het aangrij pings orgaan aansluit op. het uitwendige oppervlak van de toevoerleiding en op een gedeelte van het zadelom langsbeweging langs en draaiing van het trogdrinkorgaan om de toevoerleiding tegen te gaan.

9. Trogdrinkorgaan volgens conclusie 7» met het kenmerk,dat de steun-10 stang een niet cirkelvormige dwarsdoorsnede vorm heeft en het huis een zich daardoorheen uitstrekkende as heeft met een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnedevorm,terwijl de steunstang zich door de as uitstrekt zodanig dat het huis draaibaar ten opzichte van de steunstang is aangebracht,

10. Trogdrinkorgaan volgens conclusie 9,met het kenmerk,dat het huis middelen omvat om te voorkomen,dat vloeistof vanuit genoemd aanzetbaar drinkorgaan stroomt laags het tussenvlak van de steunstang en de as. ·

11. Trogdrinkorgaan volgens een der voorgaande conclusies,met het 20 kenmerk,dat het grijporgaan en het bedieningsorgaan zodanig zijn opgesteld, dat het aanzetbare drinkorgaan losmaakbaar is van de toevoerleiding zonder losmaken van het trogdrinkorgaan.

12. Trogdrinkorgaan volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het aanzetbare drinkorgaan versprongen is ten opzichte van 25 de steunstang en het bedieningsorgaan is voorzien van een flens,die zich vanaf genoemd huis uitstrekt oin de aanzetpen van het aanzetbare drinkorgaan te verplaatsen ten einde fluidumstroom daaruit tot stand te brengen.

13. Trogdrinkorgaan volgens een der voorgaande conclusies,met het 30 kenmerk,dat het huis beweegbaar is langs de steunstang,zodanig dat de flens in en uit de verplaatsingsingrijping van genoemde aanzetpen wordt gebracht in overeenstemming met het vloeistofniveau in de trog.

14. Trogdrinkorgaan volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het huis onder veerspanning langs de steunstang wordt gedron- 35 gen in de richting van het in werking stellen van het aanzetbare drinkorgaan. 870 01 2 8 -16- 26172/CV/tl

15. Trogdrinkorgaan volgens conclusie 14,met het kenmerk,dat de veerkrachtige voorspanning instelbaar is om het genoemde vooraf bepaalde vloeistofniveau in de trog tot stand te brengen.

16. Trogdrinkorgaan volgens conclusie 12, met het kenmerk,dat het trog-5 drinkorgaan ook een onderste schort omvat,dat is verbonden met de steun- stang om genoemde trog af te schermen van contact met onderoppervlakken en daardoor overmatige in werking stelling van genoemd trogdrinkorgaan te voorkomen.

17. Trogdrinkorgaan volgens een der voorgaande conclusies,met het 10 kenmerk,dat de toevoerleiding wordt ondersteund in een opgehangen stand door een stijf horizontaal orgaan,dat boven de toevoerleiding is opgesteld en het aangrijporgaan genoemd trogdrinkorgaan ook losneembaar bevestigd aan genoemd stijf horizontaal orgaan om draaiing van genoemd trogdrinkorgaan om genoemde toevoerleiding te voorkomen.

18. Een drinkorgaansysteem voor gebruik in het toedienen van water aan gevogelte of kleine dieren,dat aanpasbaar is om hetzij als een platform of als een opgehangen drinkorgaanopstelling te worden gebruikt ,voorzien van: een fluidumtoevoerleiding ,welke zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekt en instelbaar op verschillende verticale hoogtes boven de 20 vloer van de het gevogelte of kleine dieren bevattende ruimte is opgehangen ; een losmaakbaar in de toevoerleiding aangebracht aanzetbaar drinkorgaan, dat zich vanaf de toevoerleiding althans in hoofdzaak naar beneden toe uitstrekt en onafhankelijk in werking te stellen is om water toe te 25 dienen aan het gevogelte of de kleine dieren; een losmaakbaar en afzonderlijk van het aanzetbare drinkorgaan op de toevoerleiding aangebracht trogdrinkorgaan, opgesteld in de nabijheid van het aanzetbare drinkorgaan ,waarbij het trogdrinkorgaan werkzaam samenhangt met het aanzetbare drinkorgaan,zodanig dat een gedeelte van het 30 trogdrinkorgaan het aanzetbare drinkorgaan in werking kan stellen om vloeistof aan het trogdrinkorgaan toe te voeren ten einde het trogdrinkorgaan op een bepaald niveau te vullen,terwijl het trogdrinkorgaan is voorzien van een zich naar beneden toe uitstrekkende steunstang ,van een fluidum opnemende trog aangebracht om de steunstang,van een met de stang 35 verbonden onderste schort voor het afschermen van de trog tegen omhoog gerichte krachten,van aangrijpingsorgaan verbonden met genoemde steunstang 8700128 * -* iff -17- 26172/CV/tl voor vaste bevestiging van de stang aan de toevoerleiding, van een met de trog verbonden flens,welke zich vanaf de steunstang naar buiten uitstrekt, en van een voorspanorgaan om.·de trog tegen het gewicht van de zich daarin bevindende vloeistof omhoog te duwen ten einde te bewerk-5 stelligen,dat de flens genoemd aanzetbaar drinkorgaan grijpt en in werking stelt om vloeistof aan de trog toe te voeren,

19. Systeem volgens conclusie 18,met het kenmerk,dat de trog is voorzien van een zich omhoog uitstrekkend uitwendig oppervlak,dat de steunstang omgeeft en naar de flens verloopt,zodanig, dat vloeistof vanuit 10 het aanzetbare drinkorgaan wordt afgeschermd tegen contact met de steunstang en het voorspanorgaan,

20. Systeem volgens conclusie 18 of 19,met het kenmerk,dat het voorspanorgaan instelbaar is op uitgekozen niveau*s door een van buiten te bedienen handgreep om het vloeistofniveau in de trog te regelen. 15 870 01 28 .