NL8700112A - Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem. - Google Patents

Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem. Download PDF

Info

Publication number
NL8700112A
NL8700112A NL8700112A NL8700112A NL8700112A NL 8700112 A NL8700112 A NL 8700112A NL 8700112 A NL8700112 A NL 8700112A NL 8700112 A NL8700112 A NL 8700112A NL 8700112 A NL8700112 A NL 8700112A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
drive device
coupling
drum
housing
Prior art date
Application number
NL8700112A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Renk Tacke Gmbh Werk Rheine
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19863601461 external-priority patent/DE3601461A1/de
Application filed by Renk Tacke Gmbh Werk Rheine filed Critical Renk Tacke Gmbh Werk Rheine
Publication of NL8700112A publication Critical patent/NL8700112A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • E02F3/9225Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel with rotating cutting elements
    • E02F3/9231Suction wheels with axis of rotation parallel to longitudinal axis of the suction pipe
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21CMINING OR QUARRYING
    • E21C50/00Obtaining minerals from underwater, not otherwise provided for

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Gear Transmission (AREA)

Description

-1- -a
Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem.
De uitvinding heeft betrekking op een aandrijfinrichting van een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem met een drijflichaam en een met draag-kabels daaraan hangend, uit twee concentrisch in elkaar aan-5 gebrachte trommels bestaand schraaplichaam, waarvan de binnentrommel dient als opneemhouder voor het losgemaakte materiaal en is voorzien van tenminste één centrische afvoerope-ning voor het afzuigen van het losgeschraapte materiaal.
Een aan kabels van een drijflichaam, bijvoorbeeld een 10 baggervaartuig, hangende schraapinrichting is reeds in de octrooiliteratuur beschreven. Zo.toont de Nederlandse octrooiaanvrage 80 01 287 een baggervaartuig met een schraap-gereedschap, dat voor het overbruggen van grote diepten tot ongeveer 100 m scharnierend is aangebracht aan een naar be-15 neden toe verzwenkbaar deel van het vaartuig en aanvullend door kabels wordt gedragen ofwel geleid. Hierbij dienen de draagkabels om de inrichting te kunnen laten zakken, op te hijsen egfof op een bepaalde hoogte te houden.
Het DE-OS 24 33 180 beschrijft een baggervaartuig met 20 een op de zeebodem werkende bagger- en zuigeenheid, die verzwenkbaar door een buisarm met het baggervaartuig is verbonden en door een draagkabel kan worden gevierd ofwel opgehesen. Evenals bij de hiervoor beschreven octrooiaanvrage wordt de voortgaande beweging bij het baggeren bestuurd door 25 een achterwaartse beweging van het baggervaartuig. Het afgeschraapte materiaal wordt via een onderwater pomp naar boven toe getransporteerd. Aan kabels geleide ofwel naar beneden toe zakkende inrichtingen zijn ook bekend bij zuivere zuig-baggervaartuigen, zoals bijvoorbeeld getoond in het DE-OS 30 2 417 905. Bij deze inrichting wordt eveneens een buisleiding door kabels gedragen, waarbij de buisleiding met één einde scharnierend is verbonden met het vaartuig, terwijl de zuig-mond door draagkabels wordt vastgehouden en geleid. Dergelijke oplossingen zijn ook bekend op het gebied van de diep-35 zee-boor-techniek. De boorkop en de transporteenheden worden gedragen door kabels.
Bekend zijn ook inrichtingen voor zowel het mechanisch 8700112 fc"' ·? -2- afschrapen en baggeren alsook voor het afzuigen van op de zeebodem afgezette mineralen met behulp van zich over de grond bewegende apparaten. Zo toont bijvoorbeeld het DE-OS 29 38 448 een inrichting waarbij een roterende graafkop is 5 aangebracht aan het ondereinde van een in de werkstand nagenoeg vertikaal lopende kolom, die met zijn boveneinde beweegbaar is verbonden met een drijflichaam. De kolom wordt ondersteund op een over de grond beweegbare voortbewegings-inrichting. De voortbewegingsinrichting is voorzien van wie-10 len met behulp waarvan de aan een arm bevestigde graafkop over de zeebodem wordt geleid.
Voor bijzonder grote diepten is het bekend schraapin-richtingen of zuiginrichtingen over de zeebodem heen te bewegen met behulp van zelfvarende, door drijflichamen aan 15 het oppervlak bestuurde inrichtingen. Hiertoe wordt bijv. genoemd het DE-OS 27 01 393. Het materiaal dat door het over de zeebodem heen bewegende apparaat wordt opgenomen wordt met behulp van drijflichamen naar de oppervlakte gebracht en daar door vaartuigen opgenomen.
20 De moeilijkheden bij het overbruggen van grotere hoogte en daardoor drukverschillen zijn duidelijk. Dienovereenkomstig zijn talrijke voorstellen technisch omslachtig, zoals bijv. de hierboven genoemde octrooischriften bewijzen. Om deze reden is reeds een schraapinrichting voorgesteld in de 25 vorm van een trommelvormig lichaam, waarvan de buitenomtrek is voorzien van baggerschoepen. Het trommelvormige lichaam moet een rotatiebeweging uitvoeren, waardoor de schoepen materiaal van de zeebodem losmaken en in het inwendige van het trommellichaam brengen. Van daaruit wordt het losgemaakte 30 materiaal door tenminste één centrische afvoeropening afgezogen en via een stijgleiding met behulp van pompen in een drijflichaam geperst. Het trommelvormige schraapapparaat is opgehangen aan kabels van het drijflichaam. De voortgaande beweging ervan wordt bestuurd door bewegingen van het drijf-35 lichaam. Het trommelvormige apparaat biedt technische voordelen voorzover het mogelijk is een voor de draaiende schraapbeweging noodzakelijke aandrijfinrichting te verschaffen en gunstig aan het apparaat aan te brengen. Daarbij zijn de aanzienlijke grootte en het gewicht van het apparaat be-40 nevens de hoge uitwendige drukken bij grotere diepten van 8700112 -3.- t é aanmerkelijk belang.
Het doel van de uitvinding is nu een inrichting van het bovenbeschreven type te voorzien van een aandrijving voor de roterende schraapbeweging, die voldoet aan de hoge eisen van 5 bedrijfszekerheid onder de moeilijke werkomstandigheden.
Volgens de uitvinding wordt dit doel nu bereikt, doordat tenminste aan één kopzijde van het schraaplichaam aandri jfmotoren met een vertragingsaandrijving zijn aangebracht, waarvan het huis gelijktijdig is uitgevoerd voor het opnemen 10 en overbrengen van de gewichtskrachten van het schraapappa-raat in de draagkabels.
Het bijzonder grote gewicht van het trommelvormige schraaplichaam leidt bij de werkbewegingen over de oneffen zeebodem onvermijdelijk tot wisselende buigbelastingen. Door 15 de kopzijdige aanbrenging van de aandrijving tezamen met de ophanging van het aandrijf-onderdeel aan draagkabels worden echter de aandrijfdelen vrijgehouden van ongecontroleerde belastingen. Hoewel in principe een eenzijdige aanbrenging van de vertragingsaandrijving tezamen met de aandrijving 20 in enkele gevallen toereikend zou zijn om een voldoend groot draaimoinent voor de schraapbeweging in de trommel te voeren, zal bij voorkeur gebruik gemaakt worden van een verdeling in twee overbrengingen met de bijbehorende aandrijving op de beide kopzijden van het trommelvormige lichaam. Bij voor-25 keur zijn de aandrijvingshuizen meerdelig uitgevoerd, waarbij de aandrijfonderdelen schaalvormig zijn uitgevoerd en voor het legeren van de afvoerbuis dienen. Vanaf de onderdelen wordt het totale gewicht overgebracht in de kabels.
De door de schraapweerstand veroorzaakte reactiekrachten 30 worden opgenomen door het bijzonder hoge gewicht van de schraapinrichting. De vlakke uitvoering van het huisonderdeel is bijzonder gunstig voor het schraapproces. Van bijzonder voordeel is een waterdichte, tegen de uitwendige druk beveiligde verbinding tussen de huisdelen en een dienovereenkom-35 stige afdichting bij de doortreding van de afvoerbuis door het aandrijvingshuis heen.
Hierdoor wordt een oliesmering mogelijk gemaakt van alle aandrijvende delen met inbegrip van de draaglegers, bijv. door een volledige olievulling van het aandrijvingshuis.
40 Bij voorkeur zal daarbij de afvoerbuis star zijn ver- 8700112 * * -4- bonden met het aandrijvingshuis, terwijl door de afvoerbuis zowel het grote wiel alsook de buitenste draaiende trommel via legers worden ondersteund. Hierbij kunnen alle verdere aandrijfwielen en rondsels in het aandrijvingshuis zijn ge-5 legerd en het draaimoment vanaf het grote wiel via een tand-koppeling met bolle tandflanken worden overgedragen op de buitenste trommel.
Met de afvoerbuis voor het van de zeebodem opgenomen materiaal steekt de binnenste trommel door de buitenste 10 heen naar buiten toe. Hij is gelegerd in het aandrijvingshuis, waaraan draagelementen zijn bevestigd voor het schraapapparaat. Het grote wiel van de aandrijving is via een rolleger gelegerd op de afvoerbuis en grijpt met een koppelingsnaaf in een aan de buitenste trommel bevestigde 15 koppelingshuls, met behulp waarvan de trommel eveneens via een rolleger door de afvoerbuis wordt ondersteund. De tanden van de koppeling zijn bol uitgevoerd om hoekverplaatsingen te kunnen compenseren. Bij een bijzondere uitvoeringsvorm is de aan het grote wiel bevestigde koppelingsnaaf verlengd 20 tot aan het draaipunt van het rolleger waarop de buitenste trommel steunt. De draaipunten van het koppelingsscharnier en .van het rolleger bevinden zich daardoor naast elkaar en liggen op dezelfde afstand van het einde van de afvoerbuis. Hierdoor kunnen door grotere doorbuigingen op de trommel 25 en op het aandrijvingshuis opgewekte dwarskrachten vrij van het tandscharnier worden gehouden en negatieve beïnvloeding worden vermeden van de tandingrijping tussen het grote wiel en het aandrijfrondsel. Een verdere uitvoering van de verbinding tussen de aan te drijven buitenste trommel en het 30 grote aandrijfwiel zou een dubbel kardanische.uitvoering van de koppeling zijn. Deze is echter technisch zeer kostbaar en dus niet steeds toepasbaar.
Volgens de uitvinding wordt er nu verder in voorzien de inrichting zodanig uit te voeren, dat de tandingrijping 35 op het grote wiel praktisch volledig vrij wordt gehouden van beïnvloeding door doorbuigingen van de trommel en van het aandrijvingshuis.
Hiertoe wordt erin voorzien, dat het grote wiel dubbel is gelegerd, waarbij één van de daarvoor dienende legers 40 gelijktijdig dient voor het ondersteunen van de buitenste , 8709112 fc * -5- trommel en de draaipunten van het koppelingsscharnier en van het gemeenschappelijke leger ten opzichte van het buiteneinde van de afvoerbuis op dezelfde hoogte liggen. Hierdoor wordt via de koppelingsnaaf een vaste verbinding ver-5 kregen tussen de beide legers op de afvoerbuis, zodat niet voorziene, door de trommel veroorzaakte krachten, niet ongunstig in kunnen werken op de tandingrijping tussen het grote wiel en het daarbij behorende rondsel. Door de tweevoudige legering is het grote wiel statisch bepaald. Bij 10 een verplaatsing van de trommel treedt weliswaar een dienovereenkomstig hogere belasting op van de tandingrijping in de koppeling maar deze belastingen worden beheerst door een passende dimensionering van de vertanding. De tandingrijping tussen het wiel en het rondsel wordt echter volle-15 dig geneutraliseerd.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding wordt voorgesteld dat het, de buitenvertending dragende, einde van de aan het grote wiel vastgezette koppelingsnaaf en de buitentrommel via de ermee verbonden koppelingshuls en de 20 koppelingsvertanding op het gemeenschappelijke rolleger steunen.
Door de verlenging van de koppelingsnaaf tot aan het voor de ondersteuning van de trommel dienende rolleger en de gemeenschappelijke ondersteuning met de trommel daarop 25 via de er aan vastgezette koppelingshuls wordt een bijzonder eenvoudige uitvoering verkregen waarmee de neutralisering van de tandingrijping tussen het grote wiel en het bijbehorende rondsel wordt bereikt.
Verder voordelen en kenmerken van de onderhavige uit-30 vinding worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoor-beelden, weergegeven in de tekening en zijn in de conclusies nader aangegeven.
In de tekening toont:
Fig.1 een zijaanzicht van een trommelvormig schraap-35 lichaam met aan de beide kopkanten daarvan aangebrachte aandrijfinrichtingen volgens de onderhavige uitvinding; fig.2 een bovenaanzicht op de inrichting van fig.1 in vereenvoudigde weergave; fig.3 een eindaanzicht van het in fig.1 weergegeven 40 apparaat met de aangrijpingspunten van de draagkabels boven 870 0 1 1 2
* X
-6- het aandrijvingshuis aan een raamvormig draagfreem, dat aan het aandrijvingshuis is aangebracht; fig.4 een eindaanzicht van een apparaat met ten opzichte van fig.3 gewijzigde kabel-aangrijpingspunten; 5 fig.5 een eindaanzicht van een apparaat met aangrij pingspunten van de draagkabels aan een draagraam volgens fig.3, maar met scharnierende bevestiging aan het aandrijfhuis; fig.6 een uitvoeringsvoorbeeld van een aandrijving voor de draaimoment-invoer in de buitentrommel; 10 fig.7 een uitvoeringsvoorbeeld van een aandrijving met de draagleger-inrichting voor de afvoerbuis en draaimoment-invoer in de afvoerbuis; fig.8 twee halve doorsneden van de aandrijving met tand-koppelingen, waarvan de draaipunt-opstelingen van elkaar af-15 wijken; fig.9 een zuiver’ schematische weergave van het aandrijf-stelsel met het buitenste en binnenste trommellichaam en de aandrijving en tandscharnieren; en fig.10 een doorsnede overeenkomstig fig.8 maar van een 20 enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm.
Het schraapapparaat in de vorm van een trommel- of rolvormig lichaam 1 met buiten- en binnentrommel 1b loopt bij de kopkanten 1a kegelvormig uit. Bij het weergegeven voorbeeld is het apparaat voorzien van twee centrische afvoer-25 buizen 2 en 3, met behulp waarvan de inwendige ruimte van het schraapapparaat wordt geledigd. Transportpompen 4 en 5 zuigen het afgeschraapte materiaal aan via de afvoerbuizen en persen het via stijgleidingen 6 en 7 in een vaartuig dat drijft op het wateroppervlak.
30 De kopeinden van het schraapapparaat zijn komvormig naar binnen toe gewelfd. Aan de hiertoe aangebrachte dwars-schotten 8 en 9 zijn de afvoerbuizen met’flenzen 10 en 11 bevestigd.
De afvoerbuizen zijn gelegerd in twee gedeelde aandrij-35 vingshuizen 12a, 12b resp. 13a en 13b. Op de aandrijvingshuis-delen 12b en 13b grijpen de draagkabels 14, 15 en 16 ofwel direkt of, zoals bij de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, indirekt aan via draagprofielen, die tot een star raamwerk zijn samengevoegd. Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.3 40 zijn aan de delen 12b, 12b profielaanzetstukken 17 bevestigd, 8700112 % · -7- van waaraf de draagprofielen 18 en 19 naar boven toe lopen en door dwarsprofielen 20 tot een raamvormig draagwerk met elkaar zijn verbonden. Op de bovenste hoekpunten van dit draagwerk grijpen de draagkabels 14 en 15 aan. De draagkabels 5 16 zijn direkt bevestigd aan de achterste aandrijfhuis-aanzet- stukken 17 en dienen in het bijzonder voor het corrigeren van de stand van de totale inrichting. De aan elke kopzijde aangebrachte raamvormige draagwerken zijn niet met elkaar verbonden.
10 De draaiende schraapbeweging in de richting van de pijl 21 wordt opgewekt door drie aandrijfmotoren 22, 23 en 24 via een meertrappige vertragingsaandrijving. De translatie-beweging in de richting van de pijl 25 wordt daarentegen opgewekt door de beweging van het op het wateroppervlak drij-15 vende vaartuig. Door de gelijktijdige uitvoering van deze beide bewegingen wordt de zeebodem 26 met behulp van de niet weergegeven schraapwerktuigen op de omtrek van de buitenste schraaptrommel afgeschraapt en in de inwendige ruimte van de binnentrommel gebracht.
20 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.4 zijn de draagkabels 14 en 15 via kortere draagprofielen 27 en 28 verbonden met het onderdeel 13b van het aandrijvingshuis. Ook hierbij lopen zij over omkeerrollen 29, waarvan de assen en daardoor de krachtsaangrijpingspunten van de kabels in het 25 horizontale middenvlak zijn aangebracht en op gelijk afstand van de draaiingsas van het schraapapparaat. Er bestaat echter de mogelijkheid om bij krachts-vectoren die afwijken van de weergave in fig.4, de bevestigingspunten van de kabels naar keuze te verplaatsen met behulp van andere draagprofielen 30 om het schraapapparaat in de gewenste stand te houden.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig.5, waarbij gebruik wordt gemaakt van een raamvormig draagwerk overeenkomstig fig.3, zijn scharnieren 29 aangebracht aan de onderste aangrijpingspunten van de draagprofielen 18 en 19. Hierdoor 35 wordt tezamen met de buigings-slappe ophanging door kabels een alzijdige beweegbaarheid verkregen en dus een op de aandrijving inwerkende buigbelasting vermeden.
De afvoerbuis 2 resp. 3 is via een flens 10 resp. 11 star verbonden met de binnentrommel 1b van het schraaplichaam.
40 Zoals in het bijzonder blijkt uit fig.6 zijn aan de afvoer- 8700112 * * -8- buis twee sferisch beweegbare rollegers 31 en 32 aangebracht. Via het leger 31 steunt de buitentrommel met behulp van een flens 33, die deel uitmaakt van een koppelingshuls 34, op de afvoerbuis 2. Op gelijke wijze wordt het grote wiel 35 van 5 de aandrijving via het rolleger 32 ondersteund door de afvoerbuis 2. Het grote wiel 35 is vastgeschroefd aan een koppe-lingsnaaf. 36, waarvan de bolvormige buitenvertanding 37 grijpt in de koppelingshuls 34. Daardoor wordt een vorm van een hoek-beweegbare enkelvoudige kardanverbinding, ofwel 10 een niet weergegeven dubbele kardanverbinding, verkregen tussen het grote wiel 35 en de buitentrommel van het schraap-lichaam voor het overbrengen van het aandrijfmoment. Via een kopzijdige flens 38 is de afvoerbuis 2 star verbonden met het aandrijvingshuis 12 resp. 13. Alle overige in fig.6 waar 15 te nemen tandwielen en rondsels 39-44 zijn gelegerd in het aandrijvingshuis. Met afdichtingen 45 en 46 is de aandrijving ten opzichte van de doortredende, beweegbare delen naar buiten toe afgedicht.
Fig.7 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de 20 afvoerbuis 2 resp. 3, die door middel van flenzen 10 resp. 11 krachtoverdragend is bevestigd aan de binnentrommel van het schraapapparaat. De afvoerbuis is gelegerd in draaglegers 47 en 48 van het aandrijvingshuis en kan daardoor de gewichts-kracht van het schraapapparaat inleiden in het aandrijvings-25 huis-onderdeel en dus in de draagkabels. Op de omtrek van de buis is een tandkrans 49 aangebracht als het grote wiel van een eveneens voor een meer-motoren·** aandri j ving uitgevoerde aandrijving 50.
Een bijzonder gunstige uitvoering van het koppelings-30 scharnier toont het rechter deel van fig.8. De koppelingsnaaf is tot aan het draaipunt van het bolvormige rolleger 31 verlengd en grijpt daar met zijn buitenvertanding 37 in de binnenvertanding van de koppelingshuls 33, 34. De draaipunten van het koppelingsscharnier en van het rolleger bevinden 35 zich dan op gelijk hoogte ten opzichte van het buiteneinde van de afvoerbuis, ofwel met andere woorden het draaipunt van het tandscharnier is tot in het midden van het draaipunt van het leger 31 verlegd. Hierdoor kunnen bij grotere trom-meldoorbuigingen mogelijke dwarskrachten op afstand van het 40 tandscharnier worden gehouden, zodat ook de tandingrijping 8 7 O 0 i 1 2 i * -9- bij het wiellichaam 35 vrij wordt gehouden van negatieve invloeden. Een alternatieve oplossing hiertoe en voorwat betreft de werking nog gunstiger zou zijn de plaatsing van dubbel kardanische tandscharnieren.
5 Fig.9 toont schematisch de opstelling van verschillende onderdelen.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig.10 is de afvoerbuis 2 weer door middel van een flens 10 verbonden met de binnentrommel 1b van het schraaplichaam. Op de afvoerbuis zijn 10 twee rollegers 31 en 32 aangebracht. Het grote wiel 35 van de aandrijving wordt door middel van het rolleger 32 en aanvullend direkt via de koppelingsnaaf 36 door het rolleger 31 ondersteund. De buitenvertanding 37 van de koppelingsnaaf grijpt in de binnenvertanding van een koppelingshuls 34a, 15 die door middel van een flens is vastgezet aan de buitentrommel 1.
Door middel van een kopzijdige flens 38 is de afvoerbuis 2 star verbonden met het aandrijvingshuis 12. Alle overige waar te nemen tandwielen en rondsels 39-44 zijn ge-20 legerd in het aandrijvingshuis. Met de afdichtingen 45 en 46 is de aandrijving ten opzichte van de doorgaande beweegbare delen naar buiten toe afgedicht.
De draaipunten van het koppelingsscharnier en het midden van het rolleger 31 bevinden zich bij voorkeur op de-25 zelfde hoogte met betrekking tot het buiteneinde van de afvoerbuis. Daardoor is het draaipunt van het tandscharnier tot in het midden van het draaipunt , van het leger 31 verplaatst, dat wil zeggen dat beide een gemeenschappelijk radiaal vlak bezitten en daardoor gelijkmatiger belast 30 worden. De trommel 1 kan dus direkt via een koppelingshuls 34a in de koppelingsvertanding en daardoor uiteindelijk door het gemeenschappelijke rolleger 31 worden ondersteund. Hierdoor kunnen negatieve invloeden op afstand worden gehouden van de tandingrijping tussen wiellichaam en rondsel.
35 Deze oplossing is technisch eenvoudiger uitvoerbaar dan de opstelling van dubbelkardanische tandscharnieren.
-conclusies- 870 0 1 12

Claims (24)

1. Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem, met een drijflichaam en een met draagkabels daaraan hangend, uit twee concentrisch in elkaar aangebrachte trommels bestaand 5 schraaplichaam, waarvan de binnentrommel dient als opneem-houder voor het losgemaakte materiaal en is voorzien van tenminste één centrische afvoeropening voor het afzuigen van het losgeschraapte materiaal, met het kenmerk, dat tenminste aan één kopzijde van het schraap-10 lichaam (1) aandrijfmotoren (22, 23, 24) met een vertragings-aandrijving zijn aangebracht, waarvan het huis (12a, 12b? 13a, 13b) gelijktijdig is uitgevoerd voor het opnemen en overbrengen van de gewichtskrachten van het schraapapparaat in de draagkabels (14, 15).
2. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat aan de binnentrommel (1b) tenminste één centrische afvoerbuis (2, 3) is aangebracht, die star is verbonden met het aandrijvingshuis (12a, 12b; 13a, 13b) en waardoor zowel het grote wiel (35) alsook de buitenste draai-20 ende trommel door middel van sferische beweegbare legers (31, 32) wordt ondersteund, terwijl alle verdere aandrijf-wielen en rondsels (41-44) zijn gelegerd in het aandrijvingshuis en het draaimoment vanaf het grote wiel (35) via een koppelingsscharnier op de buitentrommel kan worden overge-25 bracht.
3. Aandrijfinrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk , dat als koppelingsscharnier een enkelvoudige kardanische tandkoppeling (34, 36, 37) wordt toegepast waarvan de tanden zijn uitgevoerd met bolle tandflanken.
4. Aandrijfinrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk , dat als koppelingsscharnier een dubbel kardanische tandkoppeling wordt toegepast waarvan de tanden zijn voorzien van bolle tandflanken.
5. Aandrijfinrichting volgens conclusie 3, m e t het 870 0 1 1 2' * * -like η m e r k , dat de buitentrommel (1) van het schraap-lichaam vast is verbonden met de buitenhuis (34) van de tandkoppeling, waarbij de buitenhuis gelijktijdig wordt ondersteund door een sferisch beweegbaar rolleger (31), 5 dat door de afvoerbuis wordt gedragen.
6. Aandrijfinrichting volgens conclusie 5, me t het kenmerk , dat de draaipunten van koppelingsscharnier (33, 34, 36, 37) en sferisch beweegbaar rolleger (31) op gelijk hoogte liggen met betrekking tot het buiteneinde 10 van de afvoerbuis.
7. Aandrijfinrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk , dat het grote wiel (35) dubbel is gelegerd, waarbij één van de daarvoor dienende legers (31) gelijktijdig dient voor het ondersteunen van de buitentrommel (11) 15 via de koppelingsvertanding en de draaipunten van het koppelingsscharnier (34a, 36, 37) en van het gemeenschappelijke leger (31) ten opzichte van het buiteneinde van de afvoerbuis (2) op dezelfde hoogte liggen.
8. Aandrijfinrichting volgens conclusie 7, m e t het 20 kenmerk, dat het de buitenvertanding (37) dragende einde van de aan het grote wiel bevestigde koppelingsnaaf (36) en de buitentrommel (1) via de eraan bevestigde koppe-lingshuls (34a) en de koppelingsvertanding door het gemeenschappelijke rolleger (31) worden ondersteund.
9. Aandrijfinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat de centrische afvoerbuis (2, 3) behalve voor de overdracht van de gewichtskrachten van het schraap-apparaat in de draagkabels (14, 15) ook is uitgevoerd voor overdracht van het draaimoment vanaf de aandrijving op het 30 schraaplichaam (1) voor de roterende schraapbeweging daarvan.
10. Aandrijfinrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk , dat de afvoerbuis over zijn omtrek is voorzien van een tandkrans (33) als groot wiel van de vertra-gingsaandrijving. 8700112 -12- r
11. Aandrijfinrichting volgens conclusie 9 of 10, m e t het kenmerk, dat de afvoerbuis is gelegerd in draaglegers (31) van het aandrijvingshuis (12a, 12b; 13a, 13b).
12. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de draagkabels van het schraapapparaat op het onderdeel (12b, 13b) van het aandrijvingshuis aangrijpen.
13. Aandrijfinrichting volgens conclusie 12, m e t het 10 kenmerk, dat de draagkabels zijn bevestigd aan korte draagarmen (17, 27, 28), die afsteken van het onderdeel (12b, 13b) van het aandrijvingshuis.
14. Aandrijfinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrij- 15 vingshuis uit meer delen is uitgevoerd, waarvan het onderdeel (12b, 13b) de vorm heeft van een vlakke schaal.
15. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrij-vingshuis waterdicht is uitgevoerd en de afdichtingen zijn 20 beveiligd tegen de buitendruk.
16. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijf-en legerdelen met olie worden gesmeerd.
17. Aandrijfinrichting volgens conclusie 16, met het 25 kenmerk, dat het aandrijvingshuis volledig met olie is gevuld.
18. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijving is uitgevoerd voor het verlagen van het toerental van een 30 meer-motoren aandrijving. T9. Aandrijfinrichting volgens één der voorgaande conclu- 8730112 -13- » * * sies, met het kenmerk, dat de aandrijving is voorzien van een vermogens aftakking.
20. Aandrijfinrichting volgens conclusie 18 of 19, iet het kenmerk, dat de draaimomenteh worden over- 5 gebracht door aandrijvingen met kegel- en rechte tandwielen.
21. Aandrijfinrichting volgens conclusie 18 of 19, m e t het kenmerk, dat voor het overbrengen van het draaimoment een aandrijving met rechte tandwielen dient.
22. Aandrijfinrichting volgens conclusie 18 of 19, m e t 10 het kenmerk, dat voor de overdracht van het draaimoment een aandrijving met schroef- en rechte tandwielen dient.
23. Aandrijfinrichting volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de draaimomenten worden overge- 15 bracht door middel van een schroefaandrijving.
24. Aandrijfinrichting volgens conclusie 13,met het kenmerk , dat de draagarmen scharnierend 2ijn verbonden met het onderdeel van het aandrijvingshuis.
25. Aandrijfinrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekeningen 8700112
NL8700112A 1986-01-20 1987-01-19 Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem. NL8700112A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3601461 1986-01-20
DE19863601461 DE3601461A1 (de) 1986-01-20 1986-01-20 Antriebseinrichtung zum abbauen und foerdern von mineralien vom meeresboden
DE19863623930 DE3623930C1 (en) 1986-01-20 1986-07-16 Drive of an appliance for removing and conveying mineral raw materials from the sea bed
DE3623930 1986-07-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700112A true NL8700112A (nl) 1987-08-17

Family

ID=25840248

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700112A NL8700112A (nl) 1986-01-20 1987-01-19 Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3623930C1 (nl)
NL (1) NL8700112A (nl)

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4037874A (en) * 1975-10-28 1977-07-26 Nor-Am Resources Technology Incorporated Apparatus for underwater retrieval, selection and concentration of material for ocean mining

Also Published As

Publication number Publication date
DE3623930C1 (en) 1987-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN106133251A (zh) 用于在大深度处从海床采集矿藏并将所述矿藏输送至浮船的水下采矿运载工具和方法
CN109667305A (zh) 具备自救援功能的履带底盘绞吸式清淤机器人
US3500563A (en) Wheel-type top loading machine and method
NL8700112A (nl) Aandrijfinrichting voor een apparaat voor het losmaken en transporteren van mineralen van de zeebodem.
US660956A (en) Excavating apparatus.
CN205557611U (zh) 一种矿用挖掘装载机
CN214733947U (zh) 一种适用于狭小空间内的可重组吊机
CN103790197A (zh) 管道匣
CN101104263A (zh) 机械手
US2479838A (en) Load handling equipment
CN217000116U (zh) 一种污水管道水下探测及清淤机器人
US2630308A (en) Mining and loading machine
US413091A (en) Pneumatic dredge
US939227A (en) Dredge.
CN211444802U (zh) 一种带座椅的船用折臂吊机
CN211310174U (zh) 俯仰系统及斗轮堆取料机
CN215330119U (zh) 挖掘机构以及绞吸输送系统
CN113374004A (zh) 水下无人自行走的绞吸装置
JPH0448906B2 (nl)
US2490132A (en) Power shovel
US684762A (en) Excavator and conveyer.
JP2001029909A (ja) 石油等タンク内のスラッジ撹拌移送清掃用ロボット
US96824A (en) Improved ditching-machine
US358686A (en) Deedging machine
CN110185008A (zh) 一种多功能清污门机

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
AK Correction of former applications already laid open

Free format text: IN PAT.BUL.16/87,PAGES 1943 AND 1949:SHOULD BE MODIFIED INTO:RENK TACKE GMBH TE AUGSBURG

BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed