NL8700111A - Polymeermengsel met polyfenyleenether en gefunctionaliseerd polyolefine. - Google Patents
Polymeermengsel met polyfenyleenether en gefunctionaliseerd polyolefine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8700111A NL8700111A NL8700111A NL8700111A NL8700111A NL 8700111 A NL8700111 A NL 8700111A NL 8700111 A NL8700111 A NL 8700111A NL 8700111 A NL8700111 A NL 8700111A NL 8700111 A NL8700111 A NL 8700111A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- polymer mixture
- weight
- amount
- parts
- mixture according
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L51/00—Compositions of graft polymers in which the grafted component is obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds; Compositions of derivatives of such polymers
- C08L51/06—Compositions of graft polymers in which the grafted component is obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds; Compositions of derivatives of such polymers grafted on to homopolymers or copolymers of aliphatic hydrocarbons containing only one carbon-to-carbon double bond
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08G—MACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
- C08G65/00—Macromolecular compounds obtained by reactions forming an ether link in the main chain of the macromolecule
- C08G65/34—Macromolecular compounds obtained by reactions forming an ether link in the main chain of the macromolecule from hydroxy compounds or their metallic derivatives
- C08G65/48—Polymers modified by chemical after-treatment
- C08G65/485—Polyphenylene oxides
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L71/00—Compositions of polyethers obtained by reactions forming an ether link in the main chain; Compositions of derivatives of such polymers
- C08L71/08—Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives
- C08L71/10—Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives from phenols
- C08L71/12—Polyphenylene oxides
- C08L71/123—Polyphenylene oxides not modified by chemical after-treatment
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L71/00—Compositions of polyethers obtained by reactions forming an ether link in the main chain; Compositions of derivatives of such polymers
- C08L71/08—Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives
- C08L71/10—Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives from phenols
- C08L71/12—Polyphenylene oxides
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
Description
{ κ 8-CB-10.218 -1-
General Electric Company te Schenectady, New York Verenigde Staten van Amerika. Aanvraagster noemt als uitvinder: Roelof VAN DER MEER.
Poiymeermengsel met polyfenyleenether en gefunc-tionaliseerd polyolefine.
De uitvinding heeft betrekking op een poiymeermengsel, dat een polyfenyleenether en een gefunc-tionaliseerd polyolefine bevat.
5 EP-A-0088293 beschrijft polymeermengsels, die een polyfenyleenether en een kleine hoeveelheid van een • ethyleen-methylacrylaat copolymeer bevatten. Alle voor beelden volgens deze stand van de techniek beschrijven polymeermengsels die bovendien een relatief grote 10 hoeveelheid slagvast polystyreen bevatten.
EP-A-0090523 beschrijft polymeermengsels, die een polyfenyleenether en een kleine hoeveelheid van een op ethyleen gebaseerd terpolymeer met hydroxyl en car-15 bonyl functionele groepen bevatten. Alle voorbeelden volgens deze stand van de techniek hebben betrekking op polymeermengsels, die bovendien een betrekkelijk grote hoeveelheid slagvast polystyreen bevatten.
20 De uitvinding heeft betrekking op polymeer— mengsels, die geen of een betrekkelijk geringe hoeveelheid slagvast polystyreen bevatten. De polymeermengsels volgens de uitvinding bevatten - in vergelijking met de hierboven genoemde octrooiaanvragen - een relatief 25 grote hoeveelheid van een gefunctionaliseerd polyolefine, namelijk een met een onverzadigd carbonzuür of reactief derivaat daarvan gefunctionaliseerd polyolefine . 1 ··' O . v ' ; · t ^
A
8-CB-10.218 -2-
Polymeermengsels met ongeveer gelijke gewichtshoeveelheden niet-gefunctionaliseerd polyolefine en polyfenyleenether vertonen een sterke neiging tot delaminatie en fase agglomeratie. De uitvinding 5 heeft betrekking op polymeermengsels, die een polyfeny-leenether en een gefunctionaliseerd polyolefine/ gekozen binnen ruime grenzen voor de onderlinge hoeveelheden/ bevatten. De polymeermengsels volgens de uitvinding bezitten een geringere neiging tot delamina-10 tie dan de mengsels/ die een niet-gefunctionaliseerd polyolefine bevatten.
Λ
De polymeermengsels volgens de uitvinding bezitten een combinatie van gunstige eigenschappen. Zij 15 bezitten in het bijzonder een redelijke slagvastheid en een goede chemische resistentie.
De polymeermengsels volgens de uitvinding worden gekenmerkt doordat zij bestaan uit: 20 A. een of meer polyfenyleenethers/ in een hoeveelheid van 2-74 gew.%; B. een of meer met een onverzadigd carbonzuur of reactief derivaat daarvan gefunctionaliseerde polyolefines in een hoeveelheid van 26-98 gew.%; 25 C. een of meer bismaleïmides/ in een hoeveelheid van 0-5 gew.%; D. een of meer middelen voor het verbeteren van de slagsterkte/ in een hoeveelheid van 0-25 gew.% E. een of meer additieven in een hoeveelheid van 0-20 30 gewichtsdelen per 100 gewichtsdelen A + B + C + D/ waarbij de gewichtspercentages zijn berekend ten opzichte van de som van de gewichtsdelen A + B + C + D.
Bij voorkeur bestaan de polymeermengsels 35 volgens de uitvinding uit: A. een of meer polyfenyleenethers/ in een hoeveelheid van 5-60 gew.%; «fc 1 - n / η ~ μ •' · ^ ? \ ·* i a 8-CB-10.218 -3- B. een of meer met een onverzadigd carbonzuur of reactief derivaat daarvan gefunctionaliseerde polyolefines in een hoeveelheid van 40-95 gew.%; C. een bismaleïmide/ in een hoeveelheid van 0-5 gew.%; 5 D. een middel voor het verbeteren van de slagsterkte, in een hoeveelheid van 0-25 gew.%; E. gebruikelijke additieven in een hoeveelheid van 0-20 gewichtsdelen per 100 gewichtsdelen A + B + C + Dy waarbij de gewichtspercentages zijn berekend ten 10 opzichte van de som van de gewichtsdelen A + B + C + D.
De interactie tussen de bestanddelen van het polymeermengsel volgens de uitvinding kan worden versterkt door in het polymeermengsel een bismaleïmide 15 op te nemen. Daardoor wordt de neiging tot delaminatie verder onderdrukt.
Bij toepassing van een bismaleïmide wordt dit bij voorkeur in een hoeveelheid van 0.1-2.0 gew.% bere-20 kend ten opzichte van de som van de gewichtsdelen A + B + C + D toegepast.
Een bijzonder geschikt bismaleïmide is N ,1^-4,4 '-difenylmethaan-bis-maleïmide.
25
Als middel voor het verbeteren van de slagsterkte (D) kan het polymeermengsel volgens de uitvinding een slagvast polystyreen of een styreen-dieen diblok- of triblok copolymeer bevatten/ waarin de poly-30 dieenblokken al dan niet selectief gehydrogeneerd zijn.
Behalve de hierboven genoemde bestanddelen kan het polymeermengsel volgens de uitvinding als bestanddeel E bijvoorbeeld een of meer weekmakers/ een of meer 35 middelen voor het verbeteren van de vlamvertragende f? 7 (\ Γ * «f i *· * V v > 1 5 » * 8-CB-10.218 -4- eigenschappen, een of meer stabilisatoren, een of meer vulstoffen zoals versterkende vulstoffen, een of meer kleurstoffen of pigmenten en/of crystal clear polystyreen bevatten.
5
De polymeermengsels volgens de uitvinding bevatten in elk geval de volgende bestanddelen: A. een of meer polyfenyleenethers en B. een of meer met een onverzadigd carbonzuur of reac- 10 tief derivaat daarvan gefunctionaliseerde polyolefi nes.
ft
De polymeermengsels kunnen bovendien een of meer van de volgende bestanddelen bevatten: 15 C. een of meer bismaleïmides en/of D. een of meer middelen voor het verbeteren van de slagsterkte E. een of meer additieven.
20 A. Polyfenyleenethers.
De polyfenyleenethers (ook bekend onder de naam polyfenyleenoxiden), die bestanddeel A in de polymeermengsels volgens de uitvinding vormen, bevatten een groot aantal structuureenheden met formule (I) (zie 25 blz. 17).
In ieder van deze eenheden afzonderlijk stelt iedere Q^· afzonderlijk een halogeen, een primair of secundair lager alkyl (dat wil zeggen een alkyl met 1-7 30 koolstofatomen), fenyl, haloalkyl, aminoalkyl, hydro- carbonoxy of halohydrocarbonoxy, waarin ten minste twee koolstoofatomen de halogeen en zuurstof atomen scheiden voor en iedere afzonderlijk stelt een waterstof, een halogeen, primair of secundair lager alkyl, fenyl, 35 haloalkyl, hydrocarbonoxy of halohydrocarbonoxy als gedefinieerd voor Q-*- voor. Voorbeelden van geschikte f, · f; ·'· " 1 | i « 8-CB-10.218 -5- primaire lagere alkylgroepen 21jn methyl, ethyl, n-propyl, n-butyl, isobutyl, n-amyl, isöamyl, 2-methylbutyl, η-hexyl, 2,3-dimethylbutyl, 2-,3- of 4-methylpentyl en de corresponderende heptylgroepen.
5 Voorbeelden van secundaire lagere alkylgroepen zijn isopropyl, sec-butyl en 3-pentyl. Bij voorkeur bezitten eventueel aanwezige alkylradicalen een rechte keten in plaats van een vertakte. Meestal is ieder Q* een alkyl of fenyl, in het bijzonder een 0^-4 alkyl en iedere 10 een waterstof. Geschikte polyfenyleenèthers zijn in een groot aantal octrooien beschreven.
fi
Homopolymere en copolymere polyfenyleenethers zijn geschikt. Geschikte homopolymeten zijn die welke 15 bijvoorbeeld 2,6-dimethyl-l-4-fenyleenether eenheden bevatten. Geschikte copolymeren zijn bijvoorbeeld random copolymeren, die dergelijke eenheden bevatten in combinatie met bijvoorbeeld 2,3,6-trimethyl-l,4-feny-leenether eenheden. Vele geschikte random copolymeren 20 en homopolymeren zijn in de octrooiliteratuur beschreven.
Ook geschikt zijn polyfenyleenethers, die delen bevatten die eigenschappen zoals molecuulgewicht, 25 smelt viscositeit en/of slagsterkte modificeren.
Dergelijke polymeren zijn in de octrooiliteratuur beschreven en kunnen worden bereid door op de polyfeny-leenether volgens bekende wijze vinylmonomeren zoals acrylonitril en vinylaromatische verbindingen (bijvoor-30 beeld styreen) of polymeren zoals polystyrenen en elastomeren te enten. Het produkt bevat gewoonlijk geënte en niet geënte delen. Verdere geschikte polymeren zijn de gekoppelde polyfenyleenethers waarbij het koppelingsmiddel op bekende wijze met de hydroxygroepen 35 van twee polyfenyleenetherketens wordt omgezet ónder f ' · τ ν
A
8-CB-10.218 -6- vorming van een polymeer met een hoger molecuulgewicht, dat het reactieprodukt van de hydroxygroepen en het koppelingsmiddel bevat. Voorbeelden van koppelingsmid-delen zijn polycarbonaten met een laag molecuulgewicht/ 5 quinonverbindingen, heterocyclische verbindingen en formalverbindingen
De polyfenyleenether heeft gewoonlijk een aantal gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 3,000 tot 10 40,000 en een gewichtsgemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 20,000-80,000 bepaald volgens gelpermeatie chromatografie. De intrinsieke viscositeit ligt gewoonlijk tussen ongeveer 15 en 60 en bedraagt bij voorkeur ten minste 25 ml/g gemeten in chloroform bij 15 25°C.
Polyfenyleenethers worden gewoonlijk bereid door oxidatieve koppeling van ten minste een overeenkomende monohydroxyaromatische verbinding. Bijzonder 20 geschikte en gemakkelijk verkrijgbare monohydroxyaromatische verbindingen zijn 2,6-xylenol (waarin iedere Q1 een methyl voorstelt en iedere Q2 een waterstof voorstelt), resulterend in een poly(2,6-dimethyl-l,4-feny-leenether) polymeer en 2 3 6-trimethylfenol (waarin 25 iedere Q-*· en een Q2 methyl voorstelt en de tweede Q2 waterstof voorstelt).
Er is een aantal katalysatorsystemen bekend voor de bereiding van polyfenyleenethers door oxida-30 tieve koppeling. Er geldt geen bepaalde beperking ten aanzien van de keuze van de katalysator en ieder van de bekende katalysatoren kan worden gebruikt. Voor het grootste deel bevatten ze ten minste een zwaar metaal verbinding zoals een koper, mangaan of kobalt ver-35 binding, gewoonlijk in combinatie met verschillende andere materialen.
£ 7 ^ '··- A Λ 4 'V' / .· - · r ί a 8-CB-10.218 -7-
Een eerste klasse van bij voorkeur toegepaste katalysatorsystemen is die welke een koperverbinding bevat. Dergelijke katalysatoren zijn bijvoorbeeld beschreven in US-A-3,306/874; US-A-3,306,875; 5 US-A-3,914,266 en ÜS-A-4,028,341. Het betreft gewoonlijk combinaties van cupro en cupri ionen, halide (dat wil zeggen chloride, bromide of jodide) ionen en ten minste een amine 10 Katalysatorsystemen, die mangaanverbindingen bevatten, vormen een tweede bij voorkeur toegepaste soort. Het betreft hier gewo'onlijk alkalische systemen waarin tweewaardig mangaan is gecombineerd met anionen zoals halide, alkoxide of fenoxide. Meestal is het • 15 mangaan aanwezig in de vorm van een complex met een of meer complexvormingsmiddelen en/of chelateringsmiddelen zoals dialkylamines, alkanolamines, alkyleendiamines, o-hydroxyaromatische aldehyden, o-hydroxyazoverbin-dingen; omega-hydroxyoximes (monomere en polymere), 20 o-hydroxyaryl oximes en bèta-diketonverbindingen.
Ook geschikt zijn bekende kobalt-bevattende katalysatorsystemen. Geschikte mangaan en kobalt-bevattende katalysatorsystemen voor de bereiding van 25 polyfenyleenethers zijn algemeen bekend doordat zij in talloze octrooien en publicaties zijn beschreven.
Polyfenyleenethers» die bij de uitvinding kunnen worden toegepast, zijn ook die welke moleculen 30 bevatten met ten minste een van de eindgroepen met formules II en III (zie blz. 17), waarin en dezelfde betekenis hebben als hierboven aangegevenr waarin iedere R^ afzonderlijk waterstof of alkyl voorstelt, waarbij het totaal aantal koolstofatomen in 35 beide radicalen 6 of minder bedraagt; en iedere R^ P"0 Γ ' 11
A
* 8-CB-10.218 -8- afzonderlijk waterstof of een 6 primaire alkylradi-caal voorstelt Bij voorkeur is ieder waterstof en iedere alkyl, in het bijzonder methyl of n-butyl.
5 Polymeren met eindgroepen met formule II
(hierna "aminoalkyl eindgroepen") kunnen worden gevormd door inbouw van een geschikt primair of secundair monoamine als een van de bestanddelen van het oxidatief koppelingsreactie mengsel, in het bijzonder wanneer een 10 koper- of mangaan bevattende katalysator wordt toegepast. Dergelijke amines, in het bijzonder de dialkyl-aminés en bij voorkeur di-n-butylamine en dimethyl-amine, worden regelmatig chemisch aan de polyfenyleen-ether gebonden, meestal door een van de alpha-water-15 stofatomen op een of meer radicalen te vervangen. De hoofdreactieplaats is de Q1 radicaal gelegen naast de hydroxygroep op de eindstandige eenheid van de poly-meerketen. Tijdens verder verwerken en/of mengen, kunnen de aminoalkyl eindgroepen verschillende reacties 20 ondergaan, waarbij waarschijnlijk een quinon-methide type tussenprodukt met formule IV (zie blz. 17) een rol speelt, waarbij talrijke gunstige effecten optreden waaronder vaak een toename van slagsterkte en een com-patibilisatie met andere bestanddelen in een mengsel.
25 Hiervoor kan worden verwezen naar US-A-4,054,553; US-A-4,092,294; US-A-4,477,649; US-A-4,477,651 en US-A-4,517,341, waarvan de inhoud door deze verwijzing hierin wordt opgenomen.
30 Polymeren met 4-hydroxybifenyl eindgroepen met formule III worden gewoonlijk verkregen uit reactie-mengsels waarin een bijprodukt difenonquinon met formule V (zie blz. 17) aanwezig is, in het bijzonder in een koper-halide-secundair of tertiair amine systeem.
35 Ê 7 n (\ <<! * λ 4 4- 8-CB-10.218 -9-
In dit opzicht is de inhoud van US-A-4,477,649 van belang evenals die van US-A-4,234,706 en US-A-4,482,697, die door verwijzing eveneens hierin worden opgenomen. In mengsels van dit type wordt het 5 difenonquinon uiteindelijk in relatief grote hoeveelheden in het polymeer opgenomen, grotendeels als eindgroep.
In vele polyfenyleenethers, die men onder de 10 hierbovengenoemde omstandigheden verkrijgt, bevat een groot gedeelte van de polymeer molecules, bijvoorbeeld wel óngeveer 90 gew.% van het polymeer, eindgroepen met een of soms beide van de formules II en III. Het zal duidelijk zijn dat ook andere eindgroepen aanwezig kun-15 nen zijn en dat de uitvinding in zijn ruimste vorm niet afhangt van de molecuulstructuur van de polyfenyleen-ether eindgroepen.
Deskundigen zal uit het bovenstaande duidelijk 20 zijn dat de polyfenyleenethers, die bij de uitvinding toegepast kunnen worden, alle thans bekende polyfenyleenethers omvatten onafhankelijk van variaties in structuureenheden of verdere chemische aspecten.
25 B. Met een onverzadigd carbonzuur of reactief derivaat daarvan gefunctionaliseerde polyolefines._
Met onverzadigd carbonzuur gefunctionaliseerde polyolefines zijn op zich bekende verbindingen. Twee typen kunnen worden onderscheiden: een eerste type 30 waarbij een of meer onverzadigde carbonzuren in de polymeerketen zijn opgenomen (copolymeer) en een tweede type waarbij een of meer onverzadigde carbonzuren op de polyolefine keten zijn geënt (entpolymeer). Beide typen kunnen in de polymeermengsels volgens de uitvinding 35 worden toegepast.
f - ' λ * , λ : i « 8-CB-10.218 -10-
De polyolefine bevat bij voorkeur ethyleen, propyleen of butyleen eenheden of ook een mengsel van alkyleen eenheden zoals ethyleen-propyleen. Geschikte polyolefines zijn bijvoorbeeld lage- of hoge dichtheid 5 polyethyleen, lineair lage dichtheid polyethyleen of polypropyleen.
Het polyolefine kan behalve de eenheden afgeleid van de hierboven genoemde monomeren ook nog eenhe-10 den afgeleid van verdere copolymeriseerbare monomeren bevatten. Geschikte copolymeriseerbare monomeren zijn bijvoorbeeld onverzadigde monomeren zoals alkyl acryla-ten of methacrylaten, alkylmaleaten, vinyl halides, vinyl ethers, N-vinyl lactam verbindingen en N-vinyl 15 carbonamides.
Het onverzadigd carbonzuur of reactief derivaat daarvan kan in de polymeerketen zijn opgenomen of kan op de polymeerketen zijn geënt. Als onverzadigd 20 carbonzuur of reactief derivaat daarvan kunnen een of meer van de volgende verbindingen worden toegepast: maleïnezuur, maleïnezuur anhydride, fumaarzuur, maleïmide, maleïnezuur hydrazide, methylnadic acid, dichloormaleïnezuur anhydride, maleïnezuur amide, 25 bepaalde natuurlijke vetten en oliën zoals bijvoorbeeld sojabonenolie, acrylzuur, methacrylzuur, 2,3-dimethyl-3-buteen-zuur, diallylazijnzuur, linolenic acid, zuur amides of anhydrides van onverzadigde car-bonzuren.
30
Het gewichtspercentage alkyleen eenheden ligt over het algemeen tussen 50 en 99,99; van de eenheden afgeleid van onverzadigde carbonzuren of reactieve derivaten daarvan tussen 0.01 en 25, en van de even-35 tueel aanwezige eenheden afgeleid van verdere copolymeriseerbare monomeren tussen 0 en 50.
f. * / 4 L* ' r < : t s -· · -fc .* S fc * 8-CB-10.218 -11-
Bij voorkeur wordt een in de handel onder het merk ADMER® L 2100 verkrijgbaar gefunctionaliseerd polyolefine toegepast. Dit produkt is een met maleïne-zuur anhydride gefunctionaliseerd ethyleen copolymeer.
5 C. Bismaleïmides.
De polymeermengsels volgens de uitvinding kunnen een of meer bismaleïmides bevatten. Het toevoegen van bismaleïmides leidt tot een sterkere interactie 10 tussen de verschillende bestanddelen, waarschijnlijk in het bijzonder tussen de bestanddelen A en B. Dit blijkt uit de vermindering van de hoeveelheid extraheerbaar materiaal en uit de verhoging van de smeltviscositeit van polymeermengsels, die een bismaleïmide bevatten.
15 Een dergelijke interactie leidt verder tot een verlaging van de neiging tot delaminatie.
Geschikte bismaleïmides zijn de verbindingen met formule VI van het formuleblad (blz. 17). In deze 20 formule stelt R]_ een tweewaardige radicaal voor zoals een radicaal afgeleid van bijvoorbeeld methaan, butaan, benzeen, bis(benzeen)methaan. Het is ook mogelijk een mengsel toe te passen van de voorlopers (precursors) van dergelijke bismaleïdes, bijvoorbeeld een reactie-25 produkt (zoals een zuuramide) van een geschikt diamine en maleïnezuur of maleïnezuur anhydride.
D. Middel voor het verbeteren van de slagsterkte.
Het polymeermengsel volgens de uitvinding kan 30 een of meer middelen bevatten voor het verbeteren van de slagsterkte. Als zodanig kunnen alle voor polyolefines en/of voor polyfenyleenethers bekende middelen worden toegepast.
35 In het bijzonder kunnen worden genoemd slag- vast polystyreen en styreen-dieen blokcopolymeren. Deze £ ~ ’ : ·; 1 * * Λ 8-CB-10.218 -12- blokcopolymeren kunnen diblok- of triblokcopolymeren of ook radiale blokcopolymeren zijn. De dieenblokken kunnen selectief gehydrogeneerd zijn. Het is uiteraard mogelijk een mengsel van een of twee verschillende 5 blokcopolymeren of bijvoorbeeld een mengsel van slag-vast polystyreen en een blokcopolymeer toe te passen.
E. Additieven.
Het polymeermengsel volgens de uitvinding kan 10 een of meer van de voor polyfenyleenethers en/of polyolefines gebruikelijke additieven bevatten.
ft
In het bijzonder kunnen worden genoemd weekmakers/ middelen voor het verbeteren van de vlamver-15 tragende eigenschappen/ zoals bijvoorbeeld fosfaten of halogeen bevattende styreenverbindingen/ stabilisatoren zoals fosfieten/ vulstoffen zoals versterkende vulstoffen bijvoorbeeld glasvezels/ kleurstoffen of pigmenten; crystal clear polystyreen.
20
De polymeermengsels volgens de uitvinding kunnen op een voor polymeermengsels algemeen bekende wijze worden bereid. Bij voorkeur worden de verschillende polymeren in de smelt met elkaar gemengd bijvoorbeeld 25 in een extrusiemachine.
Voorbeelden 1/ II/ III en IV en vergelijkend voorbeeld A_._
Er werden verschillende polymeermengsels 30 bereid met een samenstelling zoals aangegeven in de hieronder volgende tabel 1. Als polyfenyleenether werd een poly(2/6-dimethyl-l,4-fenyleen)ether met een intrinsieke viscositeit van 46 ml/g, gemeten in chloroform bij 25°C/ bereid met een koper amine katalysator, 35 toegepast. Als gefunctionaliseerd polyolefine werd een met maleïnezuur anhydride gefunctionaliseerd ethyleen ·. . .’ f H· -p .
Λ 8-CB-lO.218 -13- copolymeer toegepast/ dat in de handel verkrijgbaar is onder de aanduiding ADMÊR® L 2100. Bij de voorbeelden II en IV werd een bismaleïmide toegepast/ namelijk NrN,-4,4,-difenylmethaan-bis-maleïmide. Bij de voor-5 beelden III en IV werd een middel voor het verbeteren van de slagsterkte toegepast/ namelijk een styreen-butadieen-styreen triblokcopolymeer met selectief gehydrogeneerde butadieen blokken. Het aantal molecuul-gewicht van het triblokcopolymeer bedraagt ongeveer 10 74/000/ met een verhouding polystyreen tot polybuta- dieen van 27 tot 73.
In vergelijkend voorbeeld A werd een niet-gefunctionaliseerd polyethyleen toegepast/ namelijk een 15 lage dichtheid polyethyleen.
De bestanddelen werden in de aangegeven hoeveelheden (zie tabel A) in een Werner Pfeiderer dub-belschroef extrusiemachine bij 300 omwentelingen per 20 minuut en bij een op 285°C ingestelde temperatuur geëxtrudeerd. Het extrudaat werd in korreltjes gehakt (pellets). Het extrudaat van het polymeermengsel volgens vergelijkend voorbeeld A gaf een ruwe, zeer brosse strand, waarvan de korreltjes af en toe duide-25 lijk gedelamineerde structuren vertoonden. De brosheid van de strand volgens het vergelijkend voorbeeld A was zodanig, dat bij geringe verbuiging de strand reeds brak. Uit de korreltjes van de polymeermengsels volgens de uitvinding werden door spuitgieten genormeerde 30 proefmonsters gespoten voor het bepalen van de slagsterkte volgens Izod met en zonder kerf, voor het bepalen van de geïnstrumenteerde falling dart impact (FDI), de treksterkte en de heat deflection temperature (HDT).
35 ε' o o · 11 «r *9 ft 8-CB-10.218 -14-
De geïnstrumenteerde Falling Dart Impact werd bepaald bij gespuitgiette schijven met een dikte van 3.2 mm en een diameter van 100 mm. Bij deze proef laat men een standaard proeflichaam met een halfbolvormige 5 punt en met een gewicht van 100 N op de schijf vallen vanaf een hoogte van 2.2 meter. De schijf ligt daarbij op een ring met een diameter van 95 mm. De energie, die door de schijf wordt geabsorbeerd tot het tijdstip waarop de schijf breekt, wordt gemeten. De zo gevonden 10 energiewaarde is aangeduid als "Falling Dart Impact" (DIN 53443). De treksterkte werd gemeten op een Zwick trekbank bij een treksnelheid van 50 ntm/min» De treksterkte (tensile yield strength) en de rek bij breuk werden bepaald.
15
Verder werd het percentage extraheerbaar materiaal bepaald door fijn gemalen materiaal met chloroform te extraheren.
20 De smeltviscositeit werd bepaald in een Göttfert Rheometer, bij een constante afschuifsnelheid van 1500 s--*- en een temperatuur van 282°C.
De verkregen resultaten zijn samengevat in 25 tabel 1.
30 35 a 7 o o 111 * 8-CB-10.218 -15-
Tabel 1
Voorbeeld AI II III IV
5 Samenstelling (gewichtsdelenj o polyfenyleenether 50 50 50 45 45 o gefunctionaliseerd - 50 50 45 45 10 polyolefine o bismaleïmide - - 0.25 - 0.5 o triblokcopolymeer - - - 10 10 o niet gefunctio-naliseerd poly- 15 olefine 50 - - -
Eigenschappen o Izod slagsterkte - 611 422 - - 20 zonder kerf (j/m) o Izod slagsterkte 43 25 412 325 met kerf (Jj/ro) o Max. treksterkte - 19 17 17 17 (N/m2) 25 o Rek bij breuk (%) - 16 13 120 61 o Smeltviscositeit 63 338 352 321 332 (Pa.s) o Falling dart impact - 3 2 85 71 (J) 30 o % extraheerbaar - 48 46 - 45 materiaal o H.D.T. (°C) - 106 88 - o delaminatie ja neen neen neen neen (visueel beoordeeld 35 aan het extrudaat) ί 7 i . - *f •’τ- Α 8-CB-10 218 -16-
Uit de tabel kan men zien/ dat de polymeer-mengsels volgens de voorbeelden goede mechanische eigenschappen bezitten. De toevoeging van een bismaleïmide leidt tot een verlaging van het percentage 5 extraheerbaar materiaal en een verhoogde smelt- viscositeit. Dit duidt op een verbeterde interactie tussen beide hoofdbestanddelen.
10 15 20 25 30 35 £‘ ·' * .* * 8-CB-10.218 -17- Q2 =- tn ( 2 Q N(R2)2 2 I 1 2 5Γ P(Ri)2
(II) -o—-foV°H
Q2 a1 q1 Q2 22 Q1
(iii) -°—(Oy-—0H
Q1 Q2 ζτ V
2Vyf(Rl)2 (IV) -c-'I /=^ Q2 21 2^ 22 δ2 21 (V) 0=^^=======(^
/V /“V
(VI) . ¢) _ f ƒ —R1—'i /* V )>-\
ho σ H
ev ca
Claims (9)
1. Polymeermengsel, dat een polyfenyleen-ether en een gefunctionaliseerd polyolefine bevat/ met het kenmerk, dat het polymeermengsel bestaat uit: A. een of meer polyfenyleenethers, in een hoeveelheid 5 van 2-74 gew.% B. een of meer met een onverzadigd carbonzuur of reactief derivaat daarvan gefunctionaliseerde polyolefines, in een hoeveelheid van 26-98 gew.%; C. een of meer bismaleïmides, in een hoeveelheid van 10 0-5 gew.%; D. eén of meer middelen voor het verbeteren van de slagsterkte, in een hoeveelheid van 0-25 gew.%; E. een of meer additieven in een hoeveelheid van 0-20 gewichtsdelen per 100 gewichtsdelen A + B + C + D, 15 waarbij de gewichtspercentages zijn berekend ten opzichte van de som van de gewichtsdelen A + B + C + D.
2. Polymeermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het polymeermengsel bestaat uit: A. een of meer polyfenyleenethers, in een hoeveelheid 20 van 5-60 gew.%; B. een of meer met een onverzadigd carbonzuur of reac tief derivaat daarvan gefunctionaliseerde polyolefines, in een hoeveelheid van 40-95 gew.%; C. een bismaleïmide, in een hoeveelheid van 0-5 gew.%; 25 D. een middel voor het verbeteren van de slagsterkte, in een hoeveelheid van 0-25 gew.% E, gebruikelijke additieven in een hoeveelheid van 0-20 gewichtsdelen per 100 gewichtsdelen A + B + C + D, waarbij de gewichtspercentages zijn berekend ten 30 opzichte van de som van de gewichtsdelen A + B + C + D.
3. Polymeermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeermengsel als bestanddeel B een copolymeer of een entcopolymeer van ethyleen en maleï-nezuuranhydride bevat.
4. Polymeermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeermengsel als bestanddeel C N,N'-4,4'-difenylmethaan-bis-maleïmide bevat. 0· f* jr j>ï . - - I -¾. ^Il Λ
5. Polymeermengsel volgens conclusie 1/ met het kenmerk, dat bestanddeel C aanwezig is in een hoeveelheid van 0.1-2 0 gew.%.
6. Polymeermengsel volgens conclusie 1, met het 5 kenmerk/ dat het polymeermengsel als bestanddeel D een slagvast polystyreen of een styreen-dieen diblok- of triblok copolymeer bevat waarin de polydieen blokken al dan niet selectief gehydrogeneerd zijn.
7. Polymeermengsel volgens conclusie 1/ met het 10 kenmerk, dat het polymeermengsel als bestanddeel E een of meer weekmakers, een of meer middelen voor het verbeteren van de vlamvertragende eigenschappen, een of meer stabilisatoren, een of meer vulstoffen zoals versterkende vulstoffen, een of meer kleurstoffen of 1 15 pigmenten en/of crystal clear polystyreen bevat.
8. Polymeermengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeermengsel als bestanddeel A poly(2,6-dimethyl-l 4-fenyleenether) of poly(2,6-di-methyl-co-2,3 6-trimethyl-l,4-fenyleenether) bevat.
8-CB-10.218 -19-
8-CB-10.218 -18- CONCLUSIES.
9. Voorwerpen gevormd uit het polymeermengsel volgens een of meer der voorgaande conclusies. 25 30 35 r, - * f'
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700111A NL8700111A (nl) | 1987-01-19 | 1987-01-19 | Polymeermengsel met polyfenyleenether en gefunctionaliseerd polyolefine. |
JP767088A JPS63241064A (ja) | 1987-01-19 | 1988-01-19 | ポリフェニレンエーテルと官能化ポリオレフィンとのポリマー混合物 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700111A NL8700111A (nl) | 1987-01-19 | 1987-01-19 | Polymeermengsel met polyfenyleenether en gefunctionaliseerd polyolefine. |
NL8700111 | 1987-01-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8700111A true NL8700111A (nl) | 1988-08-16 |
Family
ID=19849431
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8700111A NL8700111A (nl) | 1987-01-19 | 1987-01-19 | Polymeermengsel met polyfenyleenether en gefunctionaliseerd polyolefine. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS63241064A (nl) |
NL (1) | NL8700111A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0578291A2 (en) * | 1992-06-15 | 1994-01-12 | ENICHEM S.p.A. | In situ compatibilization of PPE/polyethylene copolymer blends |
EP0612809A2 (en) * | 1993-02-26 | 1994-08-31 | ENICHEM S.p.A. | Compatibilized blends of PPE/polyethylene copolymer |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH02158641A (ja) * | 1988-12-12 | 1990-06-19 | Mitsui Toatsu Chem Inc | 熱可塑性樹脂組成物 |
-
1987
- 1987-01-19 NL NL8700111A patent/NL8700111A/nl not_active Application Discontinuation
-
1988
- 1988-01-19 JP JP767088A patent/JPS63241064A/ja active Pending
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0578291A2 (en) * | 1992-06-15 | 1994-01-12 | ENICHEM S.p.A. | In situ compatibilization of PPE/polyethylene copolymer blends |
EP0578291A3 (en) * | 1992-06-15 | 1995-05-24 | Enichem Spa | Make IN-SITU compatible with PPE / polyethylene copolymer blends. |
EP0612809A2 (en) * | 1993-02-26 | 1994-08-31 | ENICHEM S.p.A. | Compatibilized blends of PPE/polyethylene copolymer |
EP0612809A3 (en) * | 1993-02-26 | 1995-08-30 | Enichem Spa | Compatibilized blends of ppe/polyethylene copolymer. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS63241064A (ja) | 1988-10-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5156920A (en) | Polyphenylene ether resin compositions having improved adhesion for decorative and protective coatings | |
US4960825A (en) | Polymer mixture comprising polyphenylene ether and polyamide | |
US5260359A (en) | High impact flameproofed polyphenylene ether-polyamide molding materials | |
EP0164767A2 (en) | Polymer mixture comprising a polyphenylene ether and a polyamide | |
WO1993013170A1 (en) | Ethylene vinyl acetate compositions and tubing made therefrom | |
US5081185A (en) | Polyphenylene ether composition characterized by improved melt flow | |
US5081187A (en) | Resin composition | |
JPH0832824B2 (ja) | 臭気を軽減したポリフェニレンエーテル樹脂および組成物の成形物又は発泡製品 | |
CA1102032A (en) | Flame-retardant, impact-resistant polyphenylene ether compositions | |
EP0362660A2 (en) | Improved polyphenylene ether resin compositions which are highly resistant to delamination | |
US5034459A (en) | Polyphenylene ether compositions having improved flow | |
US5399610A (en) | Polyphenylene ether alloys | |
US4282335A (en) | High molecular resin composition | |
JPH08319410A (ja) | 高性能重合体組成物 | |
US5216089A (en) | Modified polyphenylene ether resins having improved processability and oxidative stability | |
US4692490A (en) | Flame retardant polyphenylene ether composition containing polybrominated diphenyoxybenzene and antimony oxide | |
JPS63108059A (ja) | 加工性と酸化安定性が改良された改質ポリフェニレンエ−テル樹脂 | |
US5008314A (en) | Polyphenylene ether compositions resistant to environmental stress cracking | |
US20030078363A1 (en) | Copolymers of functionalized polyphenylene ether resins and blends thereof | |
NL8700111A (nl) | Polymeermengsel met polyfenyleenether en gefunctionaliseerd polyolefine. | |
EP0886657B1 (de) | Funktionalisierte polymere | |
US4824887A (en) | High impact rubber modified polystyrene and polyphenylene ether resins containing the same | |
NL8601128A (nl) | Polymeermengsel met polyfenyleenether en versterkende vezels. | |
EP0432641A2 (en) | Reinforced polyphenylene ether resin compositions having improved melt flow | |
WO1987001380A1 (en) | Non-delaminating blends of polyphenylene ether and acrylic resin modified polyolefins |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |