NL8620148A

NL8620148A - Batterijtester en werkwijze voor het vervaardigen van de tester.

Info

Publication number: NL8620148A
Application number: NL8620148A
Authority: NL
Original assignee: Parker Robert
Priority date: 1985-04-15
Filing date: 1986-04-07
Publication date: 1987-03-02
Also published as: SE8605324L; WO1986006173A1; DE3690173C2; SE8605324D0; EP0217947A1; AU601365B2; CA1257330A; US4702563A; SE463176B; DE3690173T1; AU5773686A

Description

/.'· /. /. r ·; ö ü L U 8 >*1* J - V N.0. 34224 1 ” Batterijtester en werkwijze voor het vervaardigen van de tester.

ί 1

I ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

i I

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op batterijtesters, in het bijzonder op een tester voor kleine, draagbare batterijen, en meer in het bijzonder op een eenvoudig gecontrueerde, goedkope tester zonder ; 5 bewegende delen, waarmee een kleine batterij gemakkelijk kan worden ge- j ; test.

De mate waarin kleine batterijen, in het bijzonder batterijen van het droge cel type, worden gebruikt is snel en voortdurend toegenomen gedurende de laatste tien jaar en aanzienlijke inspanningen zijn geld richt op de productie van herlaadinrichtingen voor dergelijke batterijen, alsmede op het verschaffen van middelen voor het testen van de i sterkte of conditie van de batterijen. Batterijen worden dikwijls opgeslagen voorafgaand aan gebruik en worden in veel gevallen weggedaan voor nieuwe zonder de aanwezige sterkte of conditie van de batterijen i ί 15 te testen, hetgeen resulteert in een aanzienlijke verspilling van bruikbare batterijlevensduur.

Enkele batterijtesters en indicatie-inrichtingen zijn in de stand der techniek bekend, maar deze zijn omvangrijk, onhandig of kostbaar, i . ; maken gebruik van complexe elektrische of elektronische componenten en 20 schakelingen en zijn meestal ontworpen voor grote batterijen van het j lood-zuur-type die worden gebruikt voor het voeden van zenders, ontvan- | i gers, servo's en dergelijke.

Sonmige van deze indicatie-inrichtingen of hun componenten worden j ' als voorbeeld besproken in de volgende octrooischriften: j 25 het Amerikaanse octrooi schrift 4.006.414, uitgegeven op 1 februari j ί 1977 aan Robert Parker; het Amerikaanse octrooi schrift 3.974.441, uit-i gegeven op 10 augustus 1976 aan Johannes van den Haak; het Amerikaanse ί octrooi schrift 4.022.706 uitgegeven op 10 mei 1977 aan Frederik Davis; i het Amerikaanse octrooi schrift 4.290.021 uitgegeven op 15 september j 30 1981 aan Jacob J. Theron; het Amerikaanse octrooi schrift 4.066.897 uit- i I gegeven op 3 januari 1978 aan Ralph L. Belcher; het Amerikaanse oc- trooischrift 3.600.060 uitgegeven op 17 augustus 1971 aan Donald Churchill; en het Amerikaanse octrooi schrift 4.360.780 uitgegeven op 23 november 1982 aan William G. Skutch, jr.

35 De bovengenoemde stand der techniek geeft aan dat er een behoefte bestaat op dit terrein aan een goedkope en eenvoudige inrichting of middel voor het gemakkelijk testen van de ladingstoestand of de conditie van batterijen, zoals die van het 1,5 en 9 volt droge cel type. Met 862 0 14 8

C0340DI.C

2 een dergelijke tester kan men gemakkelijk batterijen testen, in het............

bijzonder batterijen van het droge cel type voordat wordt beslist om ze ! weg te gooien en nieuwe te installeren op het tijdstip dat men over-I weegt ze te gebruiken.

I i ! 5

! ! KORT OVERZICHT VAN DE UITVINDING

i | i De onderhavige uitvinding voldoet aan de bovengenoemde behoefte ! i [ door een effectieve inrichting te verschaffen voor het gemakkelijk tes-! j ten van batterijen zoals die van het 1,5 en 9 volt droge cel type, wel- | 10 ke zich tegelijkertijd leent voor het gebruik van eenvoudige en goedko- | pe fabrikagewerkwijzen en -middelen.

| Het is derhalve een doelstelling van de onderhavige uitvinding een | i middel voor het testen van batterijen, in het bijzonder droge cel bat-! terijen, te verschaffen.

| 15 Een verdere doelstelling van de uitvinding is het verschaffen van ; | een batterijtester die gemakkelijk kan worden gebruikt door kopers van i kleine draagbare batterijen.

Een andere doelstelling van de uitvinding is het verschaffen van een batterijtester die in hoofdzaak bestaat uit een geleidend materiaal ; i ; 20 dat in een bepaald patroon aangebracht is op een laag van een choleste-risch kristal materiaal aanwezig op een substraat, zodanig dat de stroom : die loopt door het geleidende materiaal een temperatuurgradient produceert die op zijn beurt zorgt voor een kleurverandering of een afbake-ningslijn in het cholesterische vloeibaar kristalmateriaal waarbij de 2p afstand die door de kleurverandering of door de lengte van de lijn wordt overbrugd evenredig is aan de sterkte van de batterij.

Een andere doelstelling van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van een batterijtester welke omvat het aanbrengen van een cholesterisch vloeibaar kristal en een geleidend : 3Ö materiaal op een flexibel substraat in een gekozen patroon zodanig, dat : contact van de batterij-aansluitingen met tegenover liggende einddelen van het geleidende materiaal resulteert in een kleurverandering, hetgeen een indicatie vormt van de sterkte van de batterij.

Een andere doelstelling van de uitvinding is het verschaffen van 35 een werkwijze voor het vervaardigen van een batterijtester, omvattende het neerslaan van een licht absorberend materiaal op een flexibel transparant substraat; het neerslaan van een cholesterisch vloeibaar kristalmateriaal en een geleidend materiaal op geselecteerde delen van het absorberende materiaal op het substraat aan dezelfde zijde of aan 40 de andere zijde van het substraat zodanig, dat tenminste een wigvormig .86 2 0 14 8 3 of vlinderdasvormig uitgevoerd patroon van geleidend materiaal wordt gevormd met aansluiteindgedeelten, waarbij contact tussen de aansluit-eindgedeelten van het geleidende materiaal en de aansluitingen van een batterij resulteert in het lopen van een stroom door het geleidende ma-5 teriaal evenredig aan de sterkte of de conditie van de batterij of zijn ; uitgangsspanning of -stroom.

Verdere doelstellingen, voordelen en nieuwe kenmerken van de uit-: vinding zullen, tezamen met verdere daaraan bijdragende kenmerken en daaruit voortspruitende voordelen duidelijk worden uit de navolgende ; 1Ö beschrijving met begeleidende illustratie van een voorbeeld van de uit- j vinding en uit de beschrijving van de daarvoor toegepaste fabrikage- I techniek, die in het volgende wordt beschreven. De doelstellingen en I

voordelen van de uitvinding kunnen worden gerealiseerd en bereikt door ; middel van instrumenten en combinaties daarvan die in het bijzonder in ' 15 de aanhangende conclusies zijn aangegeven.

In overeenstemming met de bovengenoemde doelstellingen van de uit- ! vinding bestaat de batterijtester in principe uit een flexibel, bij i voorkeur transparant substraat of film waarop een laag van een donker, licht absorberend materiaal en, bovenop het absorptiemateriaal, een 2(j laag van een geleidend materiaal, zoals zilver, nikkel of koolstof in j i : een bindmiddelbasis zoals epoxy of urethaan, zijn aangebracht in tenminste een wig- of vlinderdasvormig uitgevoerd patroon, welk patroon eindigt in of is verbonden met een paar tegenover liggende uiteinden of aansluitingen bestemd om contact te maken met de aansluitingen van een

i I

25 te testen batterij, zoals een droge cel batterij. Een in microruimten ingesloten cholesterische vloeibare kristallaag is aangebracht op de andere zijde van het substraat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is een dunne film van een zwart, licht absorberend of "dekkend" materiaal aangebracht op een dun flexi-30 bel transparant substraat. Het zwarte dekkende materiaal of absorptiemateriaal kan worden verkregen door middel van een willekeurige zwarte verf zoals een zwarte latex of een uv hardende verf. Een geleidend materiaal bestaande uit zilver, nikkel of kool stofdeeltjes of poeder in een epoxy of urethaanbasis is aangebracht op het transparante substraat 35 of de film bovenop de absorberende laag, teneinde tenminste een wigvor- i ί : : mig of vlinderdasvormig uitgevoerd patroon te vormen met aansluiteindgedeelten. Een laag van in microruimten ingekapseld cholesterisch i i vloeibaar kristal wordt vervolgens aangebracht op de andere zijde van het substraat. Als de aansluiteindgedeelten van het geleidende materi-40 aal contact maken met de aansluitingen van een batterij dan zal een 4 stroom gaan lopen door het geleidende materiaal die in de geleider : warmte genereert. De warmte wordt dan via het substraat overgebracht op j

i J

het vloeibare kristal waardoor een verandering in kleur daarvan wordt : - i veroorzaakt. De kleurverandering in het vloeibare kristal wordt gemak-5 kei ijker zichtbaar of waarneembaar vanwege het zwarte, licht absorberende dekkende materiaal. Om het geleidende patroon te beschermen kan : een geschikte beschermende bekleding worden aangebracht over alle gebieden van het patroon met uitzondering van de aansluitingen of contactpunten. Het beschermende materiaal kan een willekeurige uv hardende 10 verf zijn. De voorkeursuitvoeringsvorm gebruikt twee vlinderdasvormig | i uitgevoerde patronen, de een groter dan de ander, op dezelfde film of substraat, waarbij ofwel een 1,5 volt ofwel een 9 volt batterij op ge- ! makkelijke wijze kan worden getest met dezelfde tester.

Voor het testen van een 9 volt batterij worden de aangrenzende j i 15 aansluitingen van de batterij in contact gebracht met de overeenstemmende aansluituiteinden van het kleinere vl inderdasvormig uitgevoerde patroon, terwijl een conventionele 1,5 volt batterij wordt getest door het flexibele substraat te wikkelen rond de batterij zodanig dat de aansluituiteinden van het grotere vlinderdasvormig uitgevoerde patroon 20 contact maken met de tegenover liggende aansluiteinden van cilindrische ! batterijen van het AAA, AA, C en D type.

Als een stroom loopt door het geleidende materiaal patroon dan wordt een temperatuurgradient gegenereerd beginnend bij het middelpunt | van de wig of "vlinderdas" en uitwaaierend naar de aansluituiteinden.

* 25 De gegenereerde warmte wordt via het substraat overgedragen op de | vloeibare kristallaag die van kleur verandert te beginnen met een punt | corresponderend met het middelpunt van de vlinderdasconfiguratie van de I geleider en beweegt verder in de richting van de afgeronde uiteinden i van het vlinderdaspatroon. Hoe verder de buitenwaartse verplaatsing van i 3d de kleurverandering is, hoe groter de uitgangsspanning of sterkte van de batterij, die wordt getest. Een gekalibreerde schaal, die de relatie aangeeft tussen de spanning of stroom en de afgel egde afstand, bevindt zich langs het vlinderdaspatroon zodanig dat kleurveranderingen in het vloeibare kristal, corresponderend met alleen de centrale sectie van : 35 het geleidende materiaal, wijzen op een zwakke batterij, terwijl kleur- ; j veranderingen in het vloeibare kristal, corresponderend met een afstand ; voorbij het centrale gedeelte en uitstrekkend voorbij of over de gehele lengte van het patroon, wijzen op een goede tot sterke batterijcondi-tie.

40 Figuur 1 illustreert een vlinderdasvormig uitgevoerd element van 11,2 014 8 ; i 5 geleidend materiaal, vervaardigd in overeenstemming met de uitvinding, waarbij de dimensies van de diverse secties ervan zijn geïllustreerd.

| i Figuur 2 illustreert een voorkeursuitvoeringsvorm van de batterij-

i I

i tester volgens de onderhavige uitvinding.

5 Figuur 3 is een grafiek die de verplaatsing als functie van de ! spanning toont.

; Figuur 4 illustreert de batterijtester van figuur 2, gepositio neerd voor het testen van een batterij met aangrenzende aansluitingen, zoals een 9 volt batterij.

: 10 Figuur 5 illustreert de batterijtester van figuur 2 gepositioneerd voor het testen van een batterij met tegenover liggende aansluitingen, zoals een 1,5 volt batterij.

Figuur 6 illustreert een doorsnede-aanzicht van de tester volgens de lijn 6-6 uit figuur 2.

i 15

: GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN EEN VOORKEURSUITVOERINGSVORM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het testen van batterijen, in het bijzonder droge cel batterijen, en op een werkwijze voor het vervaardigen van de inrichting. Ze kan bijvoor-20 beeld gemakkelijk worden gebruikt voor het testen van batterijen van het 9 volt type, die worden gebruikt in kleine draagbare rekenmachientjes, radio's en dergelijke, en de twee aangrenzende aansluitingen of contacten bezitten. Ze kan ook gemakkelijk worden gebruikt voor het testen van batterijen van het 1,5 volt type, zoals de cilindrische bat- ; 25 terijen met AAA, AA, C of D afmetingen die worden gebruikt in zaklantaarns, draagbare stereo-installaties, reiswekkers en dergelijke en waarvan de aansluitingen of contactpunten zich bevinden aan tegenover liggende uiteinden van de batterij. In principe gaat het bij de batte-rijtester om het aanbrengen van een patroon van elektrisch en thermisch 30 geleidend materiaal op een substraat, waarbij het patroon de vorm of configuratie heeft van een wig of "vlinderdas" (taps uitlopend vanaf een klein centraal punt buitenwaarts in tegenover gestelde richtingen) waarbij elk buitenuiteinde eindigt in of verbonden is met een contact- i ; punt, waarmee een aansluiting van een te testen batterij in contact kan 35 worden gebracht. Het geleidende materiaal kan bestaan uit zilver, nikkel of koolstof in een epoxybasis. De tester bevat verder een absorp-tiemateriaal of afdekband of strip, aangebracht op het substraat, bij voorkeur aan dezelfde zijde van het substraat als het geleidende pa-; troon. Een laag van een in microruimten ingekapseld cholesterisch L 40 vloeibaar kristalmateriaal is aangebracht op de, ten opzichte van de j 86 2 0 14 8" f,n·· ;.‘>i ; · 6 [ ; absorberende Taag andere zijde van het substraat. Zoals hierin gebruikt | ; zijn de termen "cholesterisch vloeibaar kristal" en "vloeibaar kristal" in de gehele beschrijving onderling uitwisselbaar gebruikt en verwijzen naar dezelfde vloeibare kristalmaterial en die hierin worden besproken 5 en waarvoor rechten worden gevraagd. Een indicatorschaal kan eveneens worden aangebracht in de lengterichting langs het "vlinderdas" vormige patroon omdat het vloeibare kristalmateriaal van kleur verandert in een ; richting die correspondeert met de lengte van het geleidende patroon, 1 i te beginnen op een punt dat correspondeert met het middelpunt van het ld patroon. Hoe groter de verplaatsing van de kleurverandering is vanaf ; het middelpunt, hoe groter de stroom die er loopt, en die evenredig is j ; met de sterkte of toestand van de batterij. Het donkere of zwarte afdekmateriaal of achtergrondmateriaal maakt de kleurverandering gemakke- ; I j lijk waarneembaar en kan worden verkregen door middel van een willekeu- ; 15 rige donkere verf, zoals een zwarte latex of uv hardende verf. Andere j verfsoorten of bedekkingsmaterialen zijn ook geschikt. Een geschikte beschermende bekleding kan als optie worden aangebracht over het "vlin- j derdas" patroon met uitzondering van de aansluituiteinden ervan, ten- i einde deze te beschermen tegen slijtage en beschadigingen, en een cor- j 20 recte plaatsing van de contacten van de tester op de aansluitingen van I de batterij te verzekeren. !

Cholesterische vloeibare kristallen zijn gekozen als het indica- i i i tiemateriaal vanwege de heldere regenboogkleuren die ze vertonen indien j | ze worden blootgesteld aan veranderingen in temperatuur, druk en elek- j : 25 trische velden. Cholesterische vloeibare kristalmaterialen die geschikt I j zijn voor gebruik in de onderhavige uitvinding omvatten, zonder dat dit j ! een beperking inhoudt, cholesteryl-chloride, cholesteryl-oleyl-carbo-naat, cholesteryl-bromide, cholesteryl-acetaat, cholesteryl-nanoaat, cholesteryl-oleaat, cholesteryl-caprilaat, en dergelijke. Bovendien : 30 worden alle cholesterische vloeibare kristallen die zijn beschreven en opgesomd in de Amerikaanse octrooi schriften 4.022.706 en 3.600.060 hierin opgenomen bij wijze van referentie en gemaakt tot deel van de onderhavige uitvinding aangezien ze daarin geschikt kunnen worden gebruikt.

35 Met verwijzing nu naar de tekeningen illutreert figuur 1 een uit voeringsvorm van een vlinderdasvormig patroon 10 van geleidend materi- ι ; aal bestaande uit een laag van granulair metallisch zilver in een be-kledingsmateriaal op epoxybasis. Het vlinderdaspatroon bestaat uit een I centraal gelegen punt 11 met kleine doornsede en een paar in buiten-; 40 waartse richting taps uitlopende armsecties 12, die eindigen in gekrom- 86 2 0 H 8 7 de uiteinden 13 welke op hun beurt een elektrischcontact vormen met dei : aansluitingen van een droge cel batterij zoals hierna wordt beschreven. j Bij wijze van voorbeeld is de lengte "a" van het patroon 10 ongeveer ivier (4) inches (ongeveer 10,16 cm), de lengte "b" is ongeveer twee (2) 5 inches (ongeveer 5,08 cm) en de breedte "c" is ongeveer 0,037 inch (on-i geveer 0,09398 cm), de afstand "e" is ongeveer 0,225 inch (ongeveer ! 0,5715 cm) en de straal "d" is ongeveer 0,112 inch (ongeveer 0,2845 cm). De configuratie of het patroon 10 is ontworpen voor het testen van ; ; een batterij met aansluitingen aan tegenover liggende uiteinden ervan 10 zoals in het volgende wordt beschreven.

Figuur 2 illustreert een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige batterijtester, in zijn algemeenheid aangeduid met 14, vervaardigd in overeenstemming met de onderhavige uitvinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van twee afzonderlijke geleidende materiaal patronen 10 en 10', 15 die zijn aangebracht op een transparant substraat of film 15 bestaande bijvoorbeeld uit een transparante, bij hoge temperatuur stabiele film j of drager van polyester (zoals Mylar van DuPont), polycarbonaat, poly-; amide, polysulfon, papier, bij voorkeur versterkt met vezels of nylon, i cellulose, laminaten en dergelijke. Andere bij hoge temperatuur stable- j 20 le polymeren zijn eveneens geschikt.

De film 15 is bij voorkeur transparant zodat de gebruiker de aan-sluituiteinden of contacten 13 van het geleidende patroon 10 gemakkelijk kan brengen bij de aansluitingen van de te testen batterij. De film kan bijvoorbeeld in dikte variëren tussen ongeveer 0,001 inch = 25 0,00254 cm) met een voorkeursdikte van ongeveer 0,002 tot 0,005 inch (0,00508 tot 0,127 cm). Een film met een dikte kleiner dan ongeveer 0,001 inch (0,00254 cm) zou te onsolide zijn om bevredigend de conditie van batterijen te kunnen testen, terwijl een film dikker dan ongeveer 0,010 inch (0,0254 cm) zou resulteren in langere responsietijden (omdat 30 de tijd die de batterijtester nodig heeft om zijn thermisch evenwicht te bereiken dan groter zou zijn dan 5-10 seconden) met bijbehorend verlies aan waargenomen kleurverandering.

Het geleidende materiaal dat de patronen 10 en 10' vormt is aangebracht op de film of het substraat 15 door afdrukken, bekleden, verven 35 of een andere conventionele neerslagtechniek. Dit geleidende materiaal kan bestaan uit zilver, nikkel of koolstof op epoxybasis en kan de vorm hebben van een geleidende "inkt". Zilver is de geleider die de meeste voorkeur verdient. Zilver, nikkel of koolstof en dergelijke op epoxy- J ! of urethaanbasis zijn materialen die gekozen kunnen worden. Het gel ei-40 dende materiaal moet bij voorkeur een oppervlakteweerstand hebben van 862 0 14 8 cos: o .r: 8 0,1 tot 0,05 ohm. De afmetingen van de voorkeurs "vlinderdas" 10 uit : j ! figuur 2 zijn bijvoorbeeld zodanig ontworpen dat een patroon ontstaat ; met een weerstand van ongeveer 2-2,5 ohm. Dit is de optimale waarde die ' door de fabrikant (zoals Union Carbide) wordt aangegeven voor de cilin-5 drische droge cel batterijen in hun handboeken met betrekking tot hun 1,5 volt batterijen met afmetingen AAA, AA, C en D. Het "vlinderdas" patroon 10' van figuur 2 is ontworpen met een weerstand van ongeveer 2,250 ohm, voor het testen van een 1,5 volt batterij. De tester test de ! ! batterij onder een weerstandsbelasting soortgelijk aan die tijdens zijn j 10 normale bedrijfsmatige gebruik. Gebleken is dat de tester het best functioneert over een traject van 1-5 ohm met een voorkeursweerstand van ongeveer 2,25 ohm. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm bedraagt de verhouding tussen de afmetingen vanaf het smalste deel naar het

| i I

! breedste taps uitlopende deel van het zilver geleidende materiaal onge- i : i i 1E> veer 6 op 1 voor het "vlinderdas" patroon. j

Opnieuw verwijzend naar figuur 2 is het geleidende patroon 10' I

! i ontworpen voor het testen van een 9 volt transistortype batterij (diegene met aangrenzende aansluitingen of contacten) en omvat een centraal j punt of de sectie 11', een paar in buitenwaartse richting taps uitlo- j 20 pende armsecties 12', een paar circuitwegen of secties 16 gekoppeld met de buitenuiteinden van de armen 12', welke eindigen in contacten of 1 j j aansluituiteinden 17 op zodanige afstand van elkaar dat deze overeen- | stemt met de afstand die de aangrenzende aansluitingen op een convent!- j onele 9 volt batterij van het transistortype van elkaar scheidt.

25 Een laag 15' van een cholesterisch vloeibaar kristalmateriaal is aangebracht op de zijde van het substraat 15 tegenover die waarop de geleidende laag of de patronen 10 en 10' zijn aangebracht. Een laag of | band 18 van een zwart, licht absorberend of afdekkend materiaal of ach- ! tergrondmateriaal, zoals een zwarte latex verf of een zwarte uv harden- i i ! ! 30 de verf is aangebracht op het substraat 15 aan dezelfde zijde als de geleidende patronen 10 en 10'. Het absorptiemateriaal of achtergrond-laag of -band 18 behoeft zich niet uit te strekken over de gehele lengte van de armen 12 van het "vlinderdas" patroon 10 en 10', zodat de contact- of aansluituiteinden 13 zich uitstrekken voorbij de absorbe-35 rende laag 18, waardoor de gebruiker in staat is de tester waar te nemen en de contacten of aansluitingen van de tester te positioneren op de aansluitingen van de te testen batterij, zoals geïllustreerd is in figuur 5. Op soortgelijke wijze verloopt de absorptie of achtergrond-laag 18 in breedterichting niet tot aan de circuitwegen 16 of aansluit-...40 uiteinden 17 van het geleidende patroon 10', zodat de gebruiker in 9 - staat is het contact tussen de aansluituiteinden 17 en de aansluitingen van de te testen batterij waar te nemen en in stand te houden, zoals te zien is in figuur 4. Als alternatief kan de absorptie- of achtergrond-laag 18 worden aangebracht op de film of het substraat 15, waarna ge-5 leidende patronen 10 en 10’ worden aangebracht op de absorberende laag 18 op het substraat aangrenzend aan de absorberende laag, ermee rekening houdend dat de aansluituiteinden van de geleidende patronen niet worden bedekt door of liggen op de absorberende laag. De vloeibare kristallaag 15' wordt dan aangebracht op de tegenover liggende of ande-10 re zijde van het substraat. Omdat vloeibare kristallen slechts ongeveer 15¾ van het invallende licht doorlaten vergemakkelijkt het zwarte, licht absorberende materiaal de waarneming en de meting van de kleurveranderingen in het vloeibare kristalmateriaal tegen een donkere achtergrond. Alhoewel de bovenstaande sequent!ele volgorde van aanbrengen 15 van de diverse componenten is geïllustreerd in de voorkeursuitvoeringsvorm is deze volgorde niet kritisch of noodzakelijk voor de werking van de tester. De geleidende laag kan bijvoorbeeld ook worden geplaatst direct bovenop de absorberende laag die zich bevindt bovenop de vloeibare kristallaag, allemaal aan dezelfde zijde van het substraat.

2d Zoals getoond is in figuur 2 is het substraat 15 ook voorzien van een aantal schaal secties of segmenten die zich bevinden aangrenzend aan de randen van de absorptie- of achtergrondlaag 18, zoals aangegeven is : ! met 19 en 20 voor het geleidende patroon 10 en met 21 en 22 voor het geleidende patroon 10'. Deze schaal segmenten kunnen direct worden aan-25 gebracht op het substraat 15. Het gebied van de patronen 10 en 10', aangegeven door de middelste schaal elementen 20 en 22 geeft een zwakke, "slechte" batterij met lage spanning aan, terwijl de buitenste segmenten 19 en 21 een sterke "goede" of geladen batterij indiceren. De middelste schaal segmenten 20 en 22 kunnen bijvoorbeeld rood gekleurd zijn 3Ó terwijl de buitenste schaal segmenten 19 en 21 groen gekleurd kunnen zijn corresponderend met de conventionele batterijtest-kleurcodes. Alhoewel in de figuren niet geïllustreerd kunnen de schaal segmenten 19-22 worden gemarkeerd in spanningsstappen op een naar buiten toe toenemende schaal van nul bij het centrale punt 11-11' naar de volledige spanning 35 bij de buitenste delen van de armen 12 en 12' van de patronen 10 en 10' (d.w.z. bijvoorbeeld 1,5 of 9,0). Terwijl de uitvoeringsvormen van de schaal secties, geïllustreerd in figuur 2, voorzien zijn van tussenruimten, aangeduid met 23, tussen de aangrenzende schaal secties (tussen de centrale sectie 20 en elk van de buitenste secties 19 bijvoorbeeld) .40 kunnen deze ruimten voorzien zijn van een afzonderlijk gekleurd gedeel- 86 2 0 14 f

EOM'^LC

10 te (rode en groene stroken of oranje of rode en zwarte stroken bijvoor- j ! beeld) om aan te geven dat de batterij een zwak wordende toestand heeft ! ! of "spoedig moet worden vervangen". Verder kunnen de schaal secties, I aangegeven in de uitvoeringsvorm van figuur 2, worden vervangen door 5 een continue schaal vanaf de middelpunten 11 en 111 naar een gekozen i buitenpunt op de armen 12 en 12' en worden gemarkeerd of gecalibreerd ! vanaf 0 volt bij het middelpunt naar de volledige spanning, zoals 1,5 ; of 9,0, bij het buitenste punt en indien gewenst kan de schaal geleide-; ; lijk aan toenemend worden gekleurd bijvoorbeeld van een helder rode : 10 kleur bij het middelpunt naar helder groen bij het buitenste punt.

Bij wijze van voorbeeld kunnen de componenten van de batterijtes-ter, geïllustreerd in figuur 2, de volgende afmetingen hebben: het flexibele transparante substraat 15 heeft een lengte van ongeveer 5 inch (12,7 cm) een breedte van ongeveer 2 inch (5,08 cm) en een dikte 15 van ongeveer 0,005 inch (0,0127 cm). De absorberende of afdekkende laag of band 18 heeft een dikte van ongeveer 0,0002 (0,000508 cm) een lengte van ongeveer 4 inch (10,16 cm) en een breedte van ongeveer 0,60 inch (1,524 cm) en kan, indien gewenst worden gereduceerd tot ongeveer 0,20 inch (0,508 cm). De vloeibare kristallaag 15' heeft een dikte van onge-20 veer 0,002 inch (0,00508 cm), en bij voorkeur van ongeveer 0,001 inch (0,00254 cm). De afmetingen van de geleidende laag of het patroon 10 zijn als beschreven in de voorafgaande sectie met verwijzing naar figuur 1. De geleidende laag of patroon 10' heeft een totale lengte van ongeveer 4 inch (10,16 cm) met een breedte op het punt 11' van ongeveer 25 0,010 inch (0,0254 cm) en een breedte aan het buitenuiteinde van elke arm 12' van 0,050 inch (0,127 cm) waarbij de circuitwegen 16 een breedte hebben van ongeveer 0,075 inch (0,1905 cm) en een totale lengte van ongeveer 2 inch (5,04 cm) (waarbij elke circuitweg 16 een L-vormige configuratie heeft met een basis- of voetsectie met een lengte van on-30 geveer 0,50 inch (1,27 cm) en een pootsectie met een lengte van ongeveer 1,5 inch (3,81 cm)) waarbij de circuitwegen 16 eindigen in aansluit! ngsuiteinden 17 met een buitendiameter van ongeveer 1/4 inch (0,635 cm). De aansluituiteinden 17 bevinden zich op een afstand van ongeveer 1/2 inch (1,27 cm). De dikte van de geleidende patronen 10 en 35 10' is ongeveer 0,0002 inch (0,000508 cm). Het schaal segment 20 heeft een lengte van ongeveer 3/4 inch (1,905 cm), terwijl het schaal segment 22 ongeveer 1 1/2 inch lang is (3,81 cm) waarbij het segment 21 een lengte heeft van ongeveer 1 inch (2,54 cm), de geleidende patronen 10 en 10' zijn van elkaar gescheiden door een sectie van de absorberende : 40 of afdekkende laag 18, zoals aangegeven is bij 24, die een breedte 8,6 2 0 1 4 8 11 I heeft van ongeveer 1,10 inch (0,254 cm). Het doel van het reduceren van de lengte van de absorptie- of achtergrondlaag 18 is het mogelijk te i maken dat een deel van de buitensecvtie van de geleidende armen 12 bloot komt te liggen (d.w.z. niet wordt gesteund of bedekt door het 5 zwarte absorberende of afdekkende materiaal) voor het maken van elek- i trisch contact. De geleidende patronen 10 en 10' kunnen als optie worden bedekt door een isolerende beschermende laag. Het isolerende beschermende materiaal kan een willekeurig conventioneel materiaal zijn ; dat wordt gebruikt voor dergelijke doeleinden, maar is bij voorkeur een | 10 UV hardende inkt.

Alhoewel de boven aangegeven dimensies op geschikte wijze worden j gebruikt in de voorkeursuitvoeringsvormen kunnen ook andere dimensies : i en vormen worden gebruikt voor de geleidende patronen. De twee armen van de vlinderdasconfiguratie kunnen ongelijk in lengte zijn en kunnen j 15 onsymmetrisch zijn.

i :

Alhoewel diverse technieken kunnen worden gebruikt voor het ver- : vaardigen van de uitvoeringsvorm van de batterijtester geïllustreerd in i figuur 2 is het volgende een beschrijving van het fabrikageproces of -werkwijze, die werd gebruikt voor het construeren van de batterijtes- 20 ter voor experimentele doeleinden voor het verifiëren van de werkbaar- j heid van de uitvinding. De werkwijze bestaat uit de volgende operatio- ! nele stappen: a) het vormen van een substraat 15 met de gewenste afmeting uit een stuk materiaal zoals polyester, polyamide of polycarbonaat, dat

1 I

25 transparant en flexibel is; b) het aanbrengen (door afdrukken of bekleden) op een zijde van het substraat van een laag of bekleding 15' van een in microholten in-gekapseld vloeibaar kristalmateriaal. Dit kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van een sjabloon die in het gewenste of vereiste pa- 30 troon of afmetingen is uitgesneden of kan bestaan uit een zijde-raster I : of kan door middel van een offsetproces worden afgedrukt op het sub- 1 straat; I ' I c) het aanbrengen van een laag of band 18 van een zwart afdekkend | ; of absorberend materiaal zoals zwarte latex of UV hardende verf, met ; 35 gewenste lengte en breedte op de andere of tegenover liggende zijde van het substraat 15. Dit kan worden gedaan door gebruik te maken van een sjabloon dat uitgesneden is in overeenstemming met de gewenste vormen en afmetingen, of kan bestaan uit een zijderaster of kan door middel ! van een offsetproces worden afgedrukt op het substraatmateriaal; ; 40 d) het aanbrengen (door afdrukken of bekleden) van een eerste laag 8 §1(2 0148 12 J of patroon 10 van een geleidend materiaal bovenop de absorberende laag 18, zodat deze is gepositioneerd of uitgelijnd ten opzichte van de vloeibare kristallaag 15‘ en de absorberende laag zoals getoond is in ! i ! figuur 2. Dit kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van een 5 sjabloon dat is uitgesneden in overeenstemming met de gewwenste vorm en afmetingen van het geleidende patroon 10. Als alternatief kan het geleidende patroon worden aangebracht op dezelfde zijde als de vloeibare kristallaag, waarbij de absorberende laag wordt ingevoegd tussen het patroon en de vloeibare kristallaag, d.w.z. de absorberende laag wordt lCj aangebracht over de vloeibare kristallaag voordat het geleidende patroon wordt aangebracht op de absorberende laag; e) het aanbrengen (door afdrukken of bekleden) van een tweede geleidende laag of patroon 10’ uit hetzelfde of een verschillend geleidend materiaal als in de bovengenoemde stap c), op het substraat 15 op ; i 15 afstand ten opzichte van het eerste patroon en.gepositioneerd of uitgelijnd ten opzichte van de vloeibare kristallaag 151 en de absorberende laag 18 als getoond in figuur 2. De twee verschillende geleidende mate- rial en kunnen bijvoorbeeld bestaan uit zilver in epoxybasis voor het ene patroon en nikkel of koolstof op epoxybasis voor het andere gelei-2Ö dende patroon. Een sjabloon, uitgesneden in overeenstemming met het ge- ; leidende patroon 10', kan voor dit doel worden gebruikt; f) het aanbrengen (door afdrukken of bekleden) van een schaal 19-20, 21-22, voor elk van de patronen 10 en 10' op het substraat 15 aangrenzend en langs de lengte van de absorberende of afdekkende laag ! 25 18. Sjabonen met geschikte uitgesneden patronen kunnen voor de schaal-elementen worden gebruikt; g) het aanbrengen (door afdrukken of bekleden) van een beschermen- ! de niet geleidende film 30 over de gebieden van de geleidende patronen 10 en 10', en als optie, over de vloeibare kristallaag, gebruikmakend I 30 van materialen zoals uv hardende verven. Dit verschaft een isolerende en omgevingsbescherming voor de patronen 10 en 10'.

Bij het vervaardigen van de batterijtester kan het bovengenoemde proces zodanig worden gemodificeerd dat de geleidende patronen 10 en 10' worden afgedrukt, geverfd of door middel van bekleding worden aan- : 35 gebracht op de zwarte absorberende of afdekkende laag 18, zodanig dat de aansluituiteinden zich uitstrekken voorbij de laag 18. Bovendien kan de breedte van de absorberende laag 18 worden gereduceerd ten opzichte van die, getoond in figuur 2, zodanig dat een buitengedeelte van tenminste de armen 12 van het geleidende patroon 10 is blootgelegd (niet 40 wordt bedekt of afgeschermd door de absorberende laag 18), teneinde 812 014 8 13 ί I' " " " ' " ..... ..........................i ! 1 meer van het zilveren geleidende materiaal bloot te leggen teneinde het ; | ! contactgebied van het aansluituiteinde te vergroten. De zwarte band of j | i absorberende laag 18 kan smal genoeg worden gemaakt om een scherpe ver- ! | tikale of horizontale lijn af te bakenen als het vloeibare kristalmate- i I 5 riaal van kleur verandert indien het wordt verwarmd door het geleidende patroon terwijl er stroom doorheen loopt.

Alhoewel de voorkeursvervaardigingswerkwijze de voorafgaande reeks van stappen vertoont, is een dergelijke reeks niet cruciaal noch noodzakelijk voor het in praktijk brengen van de onderhavige uitvinding.

10 Als alternatief kunnen de patronen van het vloeibare kristal, het ab-sorptiemateriaal en het geleidende materiaal en de beschermende bekleding allemaal op dezelfde zijde van het substraat worden gepositioneerd. In een uitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld allereerst een laag ! 151 van het vloeibare kristal aangebracht op het substraat 15, gevolgd | 15 door een laag 18 van het absorberende materiaal. Daarna worden de geleidende patronen 10 en 10' aangebracht boven op het absorberende mate- j riaal en vervolgens bekleed met de isolerende beschermende bekleding. i : i :

Figuur 6 toont een doorsnede-aanzicht van de voorkeursuitvoerings- | vorm van de onderhavige tester uit figuur 2, genomen volgens de lijn 2Ö 6-6 en toont de diverse lagen ten opzichte van elkaar. De cholesteri-sche vloeibare kristallaag 15' is aangebracht op het substraat 15. Het zwarte licht absorberende materiaal 18 is gelaagd aangebracht op het substraat 15 op die zijde, tegenovergesteld aan degene die de vloeibare i ! kristallaag draagt. Geleidende lagen of patronen 10 en 10' worden dan i : ; 25 aangebracht op de absorberende laag 18. Een beschermende laag 30 wordt J als bekleding aangebracht op het substraat teneinde alle delen van de I geleidende patronen te bedekken.

J De werking van de batterijtester, zoals de uitvoeringsvorm daarvan j | geïllustreerd in figuur 2, wordt in het volgende beschreven: ! 3p 1. Voor een batterij, zoals een conventioneel 9 volt type met bei- : de aansluitingen aan een uiteinde ervan en aangrenzend aan elkaar, worden de aansluituiteinden 17 van de tester in fysiek contact gebracht met de aansluitingen op de batterij 25 die getest moet worden, zoals getoond is in figuur 4. De voltooide stroomkring zorgt ervoor dat een | 35 stroom gaat lopen door het geleidende patroon 10' en brengt de batterij 25 onder een ideale weerstandsbelasting. De stroom van de batterij verwarmd aanvankelijk het geleidende materiaal van het patroon 10' op het nauwste punt 11', waardoor een temperatuurgradient wordt ingesteld en een temperatuurstijging wordt veroorzaakt die wordt overgedragen op het I i ; | 40 vloeibare kristalmateriaal, resulterend in een kleurverandering van het 86 2 0 14 1 14 vloeibare kristal materiaal. De kleurverandering beweegt zich in buiten-j waartse richting langs de armen 121 naarmate er meer stroom loopt. Als I I de schaal elementen 21-22 zijn gecalibreerd voor een batterij van het 9 ! volt type dan kan de werkelijke ladingstoestand van de batterij worden 5 vastgesteld.

i 2. Voor een batterij zoals een conventionele 1,5 volt type (bij-

; I

voorbeeld AAA, AA, C en D) met aansluitingen die zich bevinden aan te-; genover liggende uiteinden ervan, wordt het flexibele substraat 15 rond ; de batterij gewikkeld of gebogen zodanig dat de aansluituiteinden 13 : 10 zich in fysiek contact bevinden met de aansluitingen van een batterij 26, zoals getoond is in figuur 5. De resulterende stroom door het ge-I leidende patroon 10 brengt de batterij 26 onder een ideale weerstands-belasting. De verwarming, veroorzaakt door de stroom, resulteert in een kleurverandering in het vloeibare kristalmateriaal, welke zichtbaar is 15 langs de armen 12 op de bovenbeschreven wijze. De sterkte of toestand van de batterij 26 wordt gemakkelijk bepaald uit de gecalibreerde schaal elementen 19-20, die corresponderen met de kleurverandering langs de armen 12 van het geleidende materiaal.

Figuur 3 illustreert grafisch een kenmerkende lineaire relatie 20 tussen spanning en verplaatsing van de kleur voor diverse waarden van de weerstand voor het als voorbeeld genomen geleidende materiaal, gebruikt in de patronen 10 en 10'. Het vloeibare kristalmateriaal dat wordt gebruikt in de boven beshcreven uitvoeringsvorm heeft een omslag-temperatuur van ongeveer 43°C. Deze temperatuur is optimaal voor dit 25 type tester en mag niet met meer dan +3°C variëren. Andere vloeibare kristal materialen met verschillende omslagtemperaturen kunnen op geschikte wijze worden gebruikt. De grafiek van figuur 3 illustreert het boven beschreven voorkeursweerstandsgebied en het zal natuurlijk duidelijk zijn dat de omslagtemperatuur varieert met de weerstandsbelas-30 ting.

Elk van de armen 12 en 12' van de "vlinderdas" configuratie van geleidende patronen 10 en 10' maakt gebruik van een rechte zijkant en twee schuin of taps uitlopende zijkanten die zich in buitenwaartse richting uitstrekken vanaf de respectieve middelpunten 11 en 11' ter-35 wille van een eenvoudige constructie. Ook kunnen echter beide zijkanten van elke arm 12 en 12' taps uitlopen, natuurlijk zodanig dat de opper-vlakteweerstand wordt gehandhaafd zodanig dat de totale weerstand van het geleidende patroon binnen het gespecificeerde traject blijft. Als | echter de tester moet worden gecontrueerd voor droge cel batterijen met j ; 40 spanningen verschillend van 9 of 1,5 volt, dan moeten de afmetingen van j 862 0 14 6 .........

15 de geleidende patronen in overeenstemming daarmee worden gemodificeerd om de benodigde weerstand te verschaffen teneinde de te testen batterij : ; onder een ideale weerstandsbelasting te plaatsen. Op soortgelijke wijze zullen de schaal segmenten, die zich uitstrekken in lengterichting van 5 de armen 12 en 12', opnieuw gecalibreerd moeten worden teneinde te corresponderen met de juiste kleurverandering in het vloeibare kristalma-teriaal en de voortplantingsweg ervan langs de armen 12 en 12', 5 en 9 volt kan ook worden gebruikt.

Alhoewel de uitvoeringsvorm van figuur 2 een paar geleidende pa-10 tronen toepast, elk voorzien van een "vlinderdas"-vormige sectie, kun-| nen ook andere geleidende patronen of vormen worden gebruikt vooropgesteld dat de correcte weerstandsverhouding over de lengte van het pa- i ' troon wordt gehandhaafd. Alhoewel twee geleidende patronen 10 en 10 ,

i I

I ! aangebracht op hetzelfde substraat, zijn geïllustreerd in de voorkeurs-I 15 uitvoeringsvormen terwille van de eenvoud en gemakkelijk gebruik, is de ! 1 onderhavige tester niet tot een dergelijke configuratie beperkt. Indien i 1 bijvoorbeeld slechts een tester voor het 9 volt type batterij met twee | ! aangrenzende aansluitingen gewenst is, dan behoeft het substraat, waar- ! op het geleidende patroon wordt aangebracht, niet flexibel en/of trans-20 parant te zijn zolang er maar transparante vensters of venstersecties | worden verschaft in het substraat corresponderend met de contactaan- sluiting-eindsecties van het geleidende materiaal of het patroon van de : tester zodat de gebruiker de testeraansluitingen gemakkelijk kan plaat- i sen op de batterij-aansluitingen. Slechts een geleidend patroon, een 25 voor het 1,5 volt batterijtype en een voor het 9 volt batterijtype kun- j 1 i nen worden aangebracht elk op een afzonderlijk deel van het substraat 15. Twee geleidende patronen voor hetzelfde algemene type batterijen, d.w.z. met aansluitingen die zich bevinden aan tegenover liggende uiteinden ervan, maar met verschillende spanningswaarden, kunnen ook wor-30 den aangebracht op hetzelfde substraatstuk, bijvoorbeeld een 1,5 volt en een 4,5 volt batterij elk met aansluitingen die zich bevinden aan tegenover liggende uiteinden ervan zoals geïllustreerd is in figuur 5. Twee ongelijke geleidende patronen of twee ongelijke materialen met verschillende weerstandswaarden, zoals zilver en nikkel, of zilver en 35 koolstof of koolstof en nikkel, kunnen ook worden gebruikt voor verschillende weerstandsbelastingen en verschillende spanningen, verschil- .....

! lend van 1,5 en 9.

Getoond is dus dat de onderhavige uitvinding een inrichting verschaft van eenvoudige constructie die toch een effectief, goedkoop, ge-40 heel draagbaar en eenvoudig middel verschaft voor het testen van de 86 2 0 14 8 16 ; ; toestand of uitgangsspanning van kleine draagbare batterijen zoals bij- ! voorbeeld batterijen van het droge cel type. De uitvinding voldoet dus | I aan de behoefte die bestaat op het terrein van batterijtestinrichtin-i i gen.

5 De voorgaande beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de ! ' : uitvinding is gepresenteerd terwille van de illustratie en de beschrij- I : : ving. Ze is echter niet bedoeld als uitputtend of om de uitvinding te begrenzen tot de exact beschreven uitvoeringsvorm, en het zal duidelijk zijn dat vele modificaties en variaties mogelijk zijn binnen het kader 1Ö van de bovenstaande omschrijving. De uitvoeringsvorm werd gekozen en i i beschreven teneinde de principes van de uitvinding en zijn praktische i toepassing op een goede wijze te verklaren teneinde daardoor andere deskundigen op dit terrein in staat te stellen om de uitvinding op bes- ; te wijze in diverse uitvoeringsvormen en met diverse modificaties, ge-15 schikt voor het betreffende beoogde doel, te gebruiken. Het is de bedoeling dat het kader van de uitvinding wordt gedefinieerd door de aan- ; hangende conclusies. ! ; | ' ' i ! i ; i i i | i i | j ! , | I ; j ! ! i I 1 8 8 2 0 14 8 !

Claims

1. Batterijtester, omvattende: een substraat; een laag van een absorberend materiaal die zich bevindt op een ge-5 deel te van dit substraat, en een laag van een cholesterisch vloeibaar kristal aangebracht op | | ; een deel van het genoemde substraat; tenminste een patroon van een elektrisch geleidend materiaal met ! aansluiteindsecties die zich bevinden op het substraat uitgelijnd met 10 het vloeibare kristalmateriaal en de genoemde absorptiemateriaallaag | met uitzondering van de genoemde aansluiteindsecties, waarbij contact tussen de genoemde aansluiteindsecties en de aansluitingen van een daarop aangesloten batterij zorgt voor het vloeien van een stroom door het genoemde geleidende materiaal, waardoor delen 15 van het genoemde geleidende materiaal worden verwarmd, welke warmte wordt overgedragen op het genoemde vloeibare kristalmateriaal waardoor dit vloeibare kristalmateriaal van kleur verandert evenredig met de door het geleidende materiaal lopende stroom.

2. Batterijtester volgens conclusie 1, verder voorzien van een 2Ö schaal die aangebracht is op het genoemde substraat, en die zich in ! hoofdzaak uitstrekt parallel langs tenminste delen van het genoemde pa- ! troon. |

3. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin het genoemde patroon van geleidend materiaal voorzien is van een 11 vlinderdasvormig11 j 25 uitgevoerd oppervlak omvattende een centrale sectie en een paar buiten- i waarts uitstekende secties, welke buitenwaarts uitstekende secties zijn ! geconstrueerd teneinde samen te werken met de genoemde aansluiteindsecties van het genoemde patroon.

4. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin de genoemde aan-30 sluiteindsecties van het genoemde patroon van geleidend materiaal ten opzichte van elkaar zodanig zijn gepositioneerd dat ze contact kunnen maken met een paar aansluitingen op een te testen aangesloten batte- j rij.

5. Batterijtester volgens conclusie 4, waarin de genoemde aan-35 sluiteindsecties zijn gepositioneerd om contact te rnaken met de aansluitingen van een ermee verbonden batterij, die zich bevinden op hetzelfde uiteinde van een ermee verbonden batterij.

6. Batterijtester volgens conclusie 4, waarin de genoemde aansluiteindsecties zijn gepositioneerd om contact te maken met de aan- 40 sluitingen van een ermee verbonden batterij die zich bevinden aan te- eftO ft 1 4 P p Ü i* li & s? h - ' I genover gelegen uiteinden van de ermee verbonden batterij.

7. Batterijtester volgens conclusie 1, verder voorzien van een beschermende laag die zich bevindt boven het genoemde patroon van geleidend materiaal met uitzondering van de genoemde aansluiteindsecties.

8. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin een paar patronen j i van elektrisch geleidend materiaal zich bevinden op het genoemde substraat uitgelijnd met het genoemde vloeibare kristalmateriaal.

9. Batterijtester volgens conclusie 8, waarin elk van het genoemde : I ' ; paar patronen van geleidend materiaal voorzien is van aansluiteindsec-10 ties die zodanig zijn gepositioneerd dat ze samenwerken met en contact : maken met aansluitingen van verschillende typen ermee te verbinden bat- | terijen.

10. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin het genoemde substraat flexibel is.

11. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin het genoemde sub- I | straat transparant is.

12. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin het genoemde sub- I straat voorzien is van transparante venstersecties corresponderend met de genoemde aansluiteindsecties van het genoemde geleidende materiaal, j ; 2Ó

13. Batterijtester volgens conclusie 1, waarin het genoemde sub- i | straat transparant en flexibel is.

14. Batterijtester volgens conclusie 13, waarin het genoemde substraat geselecteerd is uit de groep van materialen, bestaande uit poly- | carbonaat, polysulfon, polyester, papier, cellulose en polyamide-poly- 25 meren.

15. Batterijtester volgens conclusie 13, waarin het genoemde cho-lesterische vloeibare kristal wordt geselecteerd uit de groep bestaande uit cholesteryl-chloride, cholesteryl-oleyl-carbonaat, cholesteryl-bromide, cholesteryl-acetaat, cholesteryl-nanoaat, cholesteryl-oleaat, en j | ; 3Ö cholesteryl-caprylaat.

16. Werkwijze volgens conclusie 13, waarin het genoemde choleste-rische vloeibare kristal wordt geselecteerd uit de groep van vloeibare kristallen opgesomd in de Amerikaanse octrooi schriften 3,600,060 en 4,022,706.

17. Batterijtester volgens conclusie 16, waarin het genoemde ge leidende materiaal een op epoxy of urethaan gebaseerde geleider is geselecteerd uit de groep bestaande uit zilver, nikkel en koolstof.

18. Batterijtester volgens conclusie 17, waarin elk van de genoem-! i de geleidende patronen bestaat uit zilver op epoxy of urethaanbasis. | 40

19. Batterijtester volgens conclusie 17, waarin een van het ge- j 8S2 0148 » 19 * I I noemde paar geleidende patronen bestaat uit zilver op epoxy- of urethaanbasis en de ander van het genoemde paar geleidende patronen bestaat uit nikkel of koolstof op epoxy of urethaanbasis.

20. Tester voor droge cel batterijen bestaande uit:" i 5 een substraat geconstrueerd uit een flexibel, transparant materi aal; een laag van een absorberend materiaal dat zich bevindt op het genoemde substraat; een laag van cholesterisch vloeibaar kristal dat zich bevindt op lCj het genoemde substraat; een paar patronen van elektrisch geleidend materiaal die zich bevinden op het genoemde substraat en zodanig zijn gepositioneerd dat ze - . tenminste gedeeltelijk zijn uitgelijnd met de genoemde laag van vloei baar kristal en de genoemde laag van een absorberend materiaal, waarbij ; 15 elk van de genoemde patronen van elektrisch geleidend materiaal verschillend geconstrueerd is en is voorzien van aansluiteindsecties die | zodanig zijn gepositioneerd dat ze niet zijn uitgelijnd met de genoemde i laag van absorberend materiaal, welke aansluiteindsecties van een van het genoemde paar patronen zodanig zijn aangebracht dat ze passen op de ! 20 contactaansluitingen van een ermee te verbinden batterij die zich bevinden aan hetzelfde uiteinde ervan, en de genoemde aansluiteindsecties j van een ander van het genoemde paar patronen zodanig zijn gepositioneerd dat ze passen op de contactaansluitingen van een ermee te verbin- j den batterij, welke zich bevinden aan tegenover liggende uiteinden er-25 van; en ! schaal middel en gepositioneerd op het genoemde substraat en zich uitstrekkend aangrenzend aan de secties van het genoemde patroon van geleidend materiaal, welke schaalmiddelen zijn ontworpen om de toestand ; van een ermee te verbinden batterij, die wordt getest onder een weer-30 standsbelasting, te indiceren.

21. Tester volgens conclusie 20, waarin de genoemde schaalmiddelen zijn voorzien van secties van verschillende kleur om de ladingstoestand van een ermee verbonden batterij te indiceren.

22. Tester volgens conclusie 20, waarin de genoemde schaalmiddelen 35 zijn voorzien van een indicator waarmee de lading van een ermee verbonden batterij wordt geïndiceerd.

23. Tester volgens conclusie 20, waarin elk van het genoemde paar patronen van geleidend materiaal voorzien is van een "vlinderdas"vormi^ ge sectie met een centraal punt en twee buitenwaarts taps uitlopende 40 armsecties, waarbij een buitengedeelte van elk van de genoemde armsec- 8620148 GOS-’CSI.C , 20 . " ties van elk patróón verbonden is met een van de genoemde aansluiteind- ; I I secties van het genoemde paar patronen.

* 24. Tester volgens conclusie 20, waarin het genoemde paar patronen van geleidend materiaal zich bevindt aan een zijde van het genoemde >5 substraat tegenover de positie van de genoemde laag van cholesterisch vloeibaar kristal, maar aan dezelfde zijde als de genoemde laag van absorberend materiaal.

25. Tester volgens conclusie 20, verder omvattende een bekleding van beschermend materiaal die zich bevindt op tenminste een deel van 10 het genoemde paar patronen van geleidend materiaal behalve de genoemde aansluitingeindsectie ervan.

26. Batterijtester volgens conclusie 20, waarin het genoemde sub-i straat transparant en flexibel is. : i

27. Batterijtester volgens conclusie 26, waarin het genoemde sub- i , 15 straat geselecteerd is uit de groep van materialen, bestaande uit poly-! carbonaat, polysulfon, polyester, papier, cellulose en polyamide-poly-r: i meren. I

28. Batterijtester volgens conclusie 27, waarin het genoemde cho- I lesterische vloeibare kristal wordt geselecteerd uit de groep bestaande , 20 uit cholesteryl-chloride, cholesteryl-oleyl-carbonaat, cholesteryl-bro- : i i mide, cholesteryl-acetaat, cholesteryl-nanoaat, cholesteryl-oleaat, en cholesteryl-caprylaat. ; 1 i !

29. Werkwijze volgens conclusie 27, waarin het genoemde choleste- I 1 rische vloeibare kristal wordt geselecteerd uit de groep van vloeibare 25 kristallen opgesomd in de Amerikaanse octrooi schriften 3,600,060 en ! 4,022,706. ;

30. Batterijtester volgens conclusie 20, waarin het genoemde geleidende materiaal een op epoxy of urethaan gebaseerde geleider is ge- i selecteerd uit de groep bestaande uit zilver, nikkel en koolstof. ; 30

31. Batterijtester volgens conclusie 20, waarin elk van de genoem- : de geleidende patronen bestaat uit zilver op epoxy of urethaanbasis.

32. Tester voor droge celbatterijen omvattende: een substraat geconstrueerd uit een flexibel transparant poly-estermateriaal; 35 een laag van zwarte uv hardende verf die zich bevindt aan een zij- j de van het genoemde substraat; een laag van een cholesterisch vloeibaar kristal die zich bevindt aan de andere zijde van het genoemde substraat; een paar patronen van elektrisch geleidend zilvermateriaal op . 40 epoxybasis, aangebracht op dezelfde zijde van het genoemde substraat i i 862 0 14 8 %·. ^ als de zwarte uv hardende verf maar aan tegenover liggende zijde van de genoemde vloeibare kristallaag en gepositioneerd bovenop de genoemde uv hardende verf zodanig dat ze tenminste gedeeltelijk is uitgelijnd met ; de genoemde laag van vloeibaar kristal en de genoemde laag van uv har-5 dende verf, waarbij elk van de genoemde patronen van elektrisch gel ei-! dend zilvermateriaal op epoxybasis verschillend is geconstrueerd en voorzien is van aansluiteindsecties die zodanig zijn aangebracht dat ze ; niet zijn uitgelijnd met de genoemde laag van uv hardende verf, welke : aansluiteindsecties van een van het genoemde paar patronen zodanig zijn j 10 gepositioneerd dat ze passen op de contactaansluitingen van een ermee te verbinden batterij, welke zich bevinden aan hetzelfde uiteinde ervan, en de genoemde aansluiteindsecties van een ander van het genoemde j ! paar patronen zodanig zijn gepositioneerd dat ze passen op de contact-; aansluitingen van een ermee te verbinden batterij, die zich bevinden 15 aan tegenover liggende uiteinden ervan; en schaalmiddelen gepositioneerd op het genoemde substraat en zich : uitstrekkend aangrenzend aan de secties van het genoemde patroon van geleidend zilvermateriaal op epoxybasis, welke schaalmiddelen zijn ont- j worpen voor het indiceren van de lading van een ermee te verbinden te 20 testen batterij. I

33. Werkwijze voor het vervaardigen van een batterijtester, omvat- | tende de volgende stappen: het aanbrengen van een laag van een absorberend materiaal in een gewenste configuratie op een substraat; 25 het aanbrengen van een laag van een cholesterisch vloeibaar kris tal materiaal op het substraat; het aanbrengen van tenminste een patroon van elektrisch geleidend materiaal met aansluiteindsecties op het substraat op dusdanige wijze | dat dit tenminste gedeeltelijk uitgelijnd is met de laag van een absor-30 berend materiaal; en het op het substraat positioneren van indicatorschaalmiddelen die zich uitstrekken langs een longitudinaal verlopend deel van het patroon van geleidend materiaal.

34. Werkwijze volgens conclusie 33, verder omvattende een stap 35 waarin een longitudinaal verlopend deel van het patroon van geleidend ! materiaal wordt gevormd met inbegrip van een sectie met een centraal , punt en twee in buitenwaartse richting taps uitlopende armen, waarbij ; een buitendeel van elk van de armen in contact staat met een aansluit-eindsectie van het patroon.

35. Werkwijze volgens conclusie 34, verder omvattende de volgende 862 0 14 8 * 22 » ; stappen: het vormen van het substraat uit flexibel transparant materiaal; j * * en j het aanbrengen van een beschermende bekleding op tenminste het | 5 longitudinaal verlopende deel van het patroon van geleidend materiaal.

36. Battenjtester volgens conclusie 35, waarin het genoemde substraat geselecteerd is uit de groep van materialen, bestaande uit poly-carbonaat, polysulfon, polyester, papier, cellulose en polyamide-poly-meren. 1Ó

37. Batterijtester volgens conclusie 36, waarin het genoemde ge leidende materiaal een op epoxy of urethaan gebaseerde geleider is geselecteerd uit de groep bestaande uit zilver, nikkel en koolstof.

38. Batterijtester volgens conclusie 37, waarin elk van de genoemde geleidende patronen bestaat uit zilver op epoxy of urethaanbasis.

39. Batterijtester volgens conclusie 38, waarin het genoemde cho- ; lesterische vloeibare kristal wordt geselecteerd uit de groep bestaande uit cholesteryl-chloride, cholesteryl-oleyl-carbonaat, cholesteryl-bro- i ' mi de, cholesteryl-acetaat, cholesteryl-nanoaat, cholesteryl-oleaat, en cholesteryl-caprylaat.

40. Werkwijze volgens conclusie 39, waarin het genoemde choleste- rische vloeibare kristal wordt geselecteerd uit de groep van vloeibare kristallen opgesomd in de Amerikaanse octrooi schriften 3,600,060 en | 4,022,706.

41. Werkwijze voor het vervaardigen van een batterijtester, omvat- ; i 25 tende de volgende stappen: ; het op een polyestersubstraat aanbrengen van een laag van zwarte | I ! uv hardende verf in een gewenste configuratie op een zijde ervan; j ! het op het substraat aanbrengen van een laag van een cholesterisch | vloeibaar kristal materiaal op de andere zijde ervan; j 30 het op het substraat aanbrengen van tenminste een patroon van elektrisch geleidend zilvermateriaal op epoxybasis met aansluiteindsec-ties op dezelfde zijde van het substraat als de genoemde zwarte uv hardende verf, zodanig dat deze tenminste gedeeltelijk is uitgelijnd met de genoemde laag van zwarte uv hardende verf; en 35 het op het substraat aanbrengen van een indicatorschaalmiddel dat I zich uitstrekt langs een lonbgitudinaal verlopend deel van het patroon van geleidend zilvermateriaal op epoxybasis. 'k'k'k'k'k'k-k-k'kirk ! : j i 862 0148