NL8602354A - Werkwijze en inrichting voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel, alsmede een bonenplukmachine voorzien van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

. 86 5107/le/jz t.

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel, alsmede een bonenplukmachine voorzien van een dergelijke inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel, waarbij het mengsel in een kamer wordt gestort via een bovenin 5 de kamer aangebrachte mengsel-toevoeropening, in de kamer een naar boven gerichte luchtstroom tot stand wordt gebracht, waardoor tenminste een deel van de lichtere bestanddelen wordt meegenomen en aan de bovenzijde van de kamer wordt afgevoerd, en de naar beneden vallende zwaardere bestand-10 delen aan de onderzijde van de kamer worden afgevoerd.

Een dergelijke werkwijze is bekend en wordt bij voorbeeld toegepast in een bonenplukmachine. In een dergelijke machine worden bonen en blad tegelijkertijd van de bonenstruik geplukt en vervolgens gezamenlijk naar de kamer 15 getransporteerd waar de scheiding van bonen en blad plaatsvindt. Het blad, dat het lichtere bestanddeel van het mengsel is, wordt door de luchtstroom grotendeels meegenomen en afgevoerd. De luchtstroom wordt tot stand gebracht door een krachtige zuigventilator die aan de bovenzijde van 20 de kamer lucht uit de kamer afzuigt. De naar beneden vallende bonen, de zwaardere bestanddelen van het mengsel, worden aan de onderzijde van de kamer afgevoerd door middel van een transportband.

De bekende werkwijze heeft echter als nadeel dat 25 de lichtere en zwaardere bestanddelen onvoldoende van elkaar worden gescheiden. Wanneer de naar boven gerichte luchtstroom onvoldoende is, zal een deel van de lichtere bestanddelen niet door deze luchtstroom worden meegenomen, maar samen met de zwaardere bestanddelen in de kamer 30 naar beneden vallen. Door een sterkere luchtstroom tot stand te brengen, kan dit probleem worden ondervangen, echter dit heeft weer »602354 4 - 2 - % het bezwaar dat een bepaald gedeelte van de zwaardere bestanddelen door de naar boven gerichte luchtstroom zal worden meegenomen en aan de bovenzijde van de kamer zal worden afgevoerd.

5 De uitvinding beoogt nu een werkwijze voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel te verschaffen waarbij een veel betere scheiding tussen deze bestanddelen tot stand wordt gebracht dan bij de bekende werkwijze.

10 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een werkwijze van de bovengenoemde soort welke tot kenmerk heeft dat onderin de kamer een huIpluchtstroom tot stand wordt gebracht die eerst in hoofdzaak in horizontale richting en vervolgens in bovenwaartse richting door 15 de kamer wordt geleid, waardoor eventueel naar beneden vallende lichtere bestanddelen worden gescheiden van de naar beneden vallende zwaardere bestanddelen en naar boven toe worden afgevoerd.

Hierdoor wordt bereikt dat zonder dat een extra 20 sterke naar boven gerichte hoofd-luchtstroom tot stand behoeft te worden gebracht, toch nagenoeg alle lichtere bestanddelen naar boven toe worden afgevoerd en nagenoeg, alle zwaardere bestanddelen naar beneden vallen en dus een zeer goede scheiding van lichtere en zwaardere bestanddelen 25 wordt bewerkstelligd.

Doelmatig wordt de hulpluchtstroom in de kamer in vertikale richting in werveling gebracht. Hierdoor blijven de naar beneden vallende bestanddelen langere tijd zweven hetgeen de scheiding van lichtere en zwaardere 30 bestanddelen ten goede komt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel, omvattende een kamer voorzien van een mengsel-toevoeropening 35 in het bovenste deel van een zijwand van de kamer, een afvoeropening voor de lichtere bestanddelen aan de bovenzijde van de kamer en een afvoeropening voor de zwaardere bestanddelen aan de onderzijde van de kamer, welke inrichting gekenmerkt 86 0 2 35 4 * - 3 - wordt doordat deze tevens voorzien is van een blaasluchttoe-voeropening in het onderste deel van een zijwand van de kamer en doordat de tegenover deze blaas-luchttoevoeropening gelegen zijwand van de kamer in vertikale richting gekromd 5 is, waarbij de holle zijde van deze zijwand naar de blaas-luchttoevoeropening is gericht. Met deze inrichting is het op eenvoudige wijze mogelijk de hulpluchtstroom in de kamer in vertikale richting in werveling te brengen, en eventueel naar beneden vallende lichtere bestanddelen te scheiden van 10 de naar beneden vallende zwaardere bestand- delen.

Bij voorkeur is de blaas-luchttoevoeropening aangebracht onder de toevoeropening voor het mengsel. Dit heeft als voordeel dat de door de gekromde zijwand afgebogen hulpluchtstroom in botsing komt met het mengsel van dichtere 15 en zwaardere bestanddelen dat in de kamer wordt gestort.

Hierdoor ontstaat een extra sterke turbulentie in de kamer, hetgeen de scheiding van lichtere en zwaardere bestanddelen bevordert.

Teneinde de richting van de via de blaas-luchttoevoer-20 opening de kamer binnenkomende hulpluchtstroom te beïnvloeden, kan ter plaatse van de blaasluchttoevoeropening een om een horizontale as draaibare klep zijn aangebracht. Hierdoor kan de richting van de hulpluchtstroom optimaal worden ingesteld.

25 Bij een bepaalde voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt de bodem van de kamer gevormd door een geperforeerde transportband en is de blaas-luchttoevoeropening gedeeltelijk onder en gedeel- telijk boven de transportband gelegen. Hierdoor 30 kan een gedeelte van de hulpluchtstroom van onder naar boven door de geperforeerde transportband worden geleid, waardoor lichtere bestanddelen die toch nog op de transportband terecht komen, van de transportband worden afgelicht en door de in hoofdzaak horizontaal gerichte hulpluchtstroom 35 worden meegenomen.

De uitvinding heeft tenslotte betrekking op een bonenplukmachine die voorzien is van de bovenbeschreven inrichting volgens de uitvinding.

8602354 - 4 - 4

De uitvinding zal nu worden toegelicht door de beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:

Fig. 1 een schematische doorsnede is van een 5 inrichting volgens de uitvinding,

Fig. 2 een aanzicht van de inrichting van fig. 1 is volgens de lijn II-II ,

Fig. 3 een variant van de inrichting van fig. 1 weergeeft, en 10 Fig. 4 een schematische weergave is van een bonen- plukmachine, die is uitgerust met de inrichting volgens de uitvinding.

De in fig. 1 en 2 weergegeven inrichting voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere 15 en zwaardere bestanddelen in een mengsel omvat een door een huis 1 begrensde kamer 2 met een van bovenaf gezien in hoofdzaak rechthoekige vorm. De kamer is voorzien van een toevoeropening 3 voor het mengsel, welke in het bovenste deel van de zijwand 4 van de kamer is aangebracht.

20 Verder is aan de bovenzijde van de kamer 2 een afvoer-opening 5 voor de lichtere bestanddelen aangebracht en aan de onderzijde van de kamer 2 een afvoeropening 6 voor de zwaardere bestanddelen. Onder de afvoeropening 6 bevindt zich een transportband 7 voor de verdere afvoer 25 van de uit de afvoeropening 6 vallende zwaardere bestanddelen.

In het onderste deel van de zijwand 4 is onder de mengsel-toevoeropening 3 een blaas-luchttoevoeropening 8 aangebracht. De tegenover deze blaastoevoeropening 8 gelegen zijwand 9 van de kamer is in vertikale richting 3Ó gekromd, waarbij de holle zijde van de wand 9 naar de blaas-luchttoevoeropening 8 is gericht. Op de blaasluchttoevoer- ' opening 8 is een blaasventilator'10 aangesloten. Verder is in de blaasluchttoevoeropening 8 een om een horizontale 35 as 11 draaibare klep 12 aangebracht.

De werking van de inrichting is als volgt. Via de mengseltoevoeropening 3 wordt een mengsel 13 van lichtere bestanddelen 14 en zwaardere bestanddelen 15 in de kamer 2 gestort. In de kamer 2 wordt een naar boven gerichte, 40 door de afvoeropening 5 gaande luchtstroom tot stand gebracht , 8602354 4 -5-.

b.v. door middel van een zuigventilator die in een op de afvoeropening 5 aangesloten afvoerkanaal is aangebracht.

Door deze naar boven gerichte luchtstroom wordt tenminste een deel van de lichtere bestanddelen 14 direct aan de 5 bovenzijde van de kamer 2 via de afvoeropening 5 afgevoerd.

De zwaardere bestanddelen 15 vallen naar beneden en komen via de afvoeropening 6 terecht op de transportband 7.

Met behulp van deze transportband worden de zwaardere bestanddelen verder afgevoerd. De bovengenoemde luchtstroom 10 is echter niet in staat om alle lichtere bestanddelen 14 mee te nemen en een deel van de lichtere bestanddelen zal samen met de zwaardere bestanddelen 15 naar beneden vallen. Om ook deze lichtere bestanddelen te scheiden van de zwaardere bestanddelen wordt onderin de kamer 15 2 met behulp van de op de blaasluchttoevoeropening 8 aangesloten blaas- ventilator 10 een hulpluchtstroom tot stand gebracht. Deze hulpluchtstroom wordt eerst in hoofdzaak in horizontale richting, aangegeven met de pijl 16, en vervolgens in bovenwaartse richting, aangegeven 20 met de pijl 17, door de kamer 2 geleid. Deze afbuiging van de hulpluchtstroom wordt teweeg gebracht door de tegenover de blaasluchttoevoeropening 8 gelegen gekromde zijwand 9 van de kamer 2. Tevens wordt door deze afbuiging de hulpluchtstroom in de kamer in vertikale richting 25 in werveling gebracht. Door de hulpluchtstroom worden de naar beneden vallende lichtere bestanddelen van de zwaardere bestanddelen gescheiden en naar boven toe afgevoerd alwaar ze door de eerder genoemde naar boven gerichte hoofdluchtstroom worden meegenomen en afgevoerd.

30 Op deze wijze wordt een zeer goede scheiding van lichtere en zwaardere bestanddelen tot stand gebracht, die niet te bereiken is zonder toepassing van de hulpluchtstroom.

8602354 < - 6 -

In fig. 3 is een uitvoeringsvorm van de scheidings-inrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de bodem van de kamer 2 wordt gevormd door een geperforeerde transportband 7' en de blaasluchttoevoeropening 8 voor 5 de hulpluchtstroom gedeeltelijk onder en gedeeltelijk boven de transportband 7' is gelegen. Hierdoor is het mogelijk om eventueel op de transportband terechtkomende lichtere bestanddelen m.b.v. een deel van de hulpluchtstroom die van onder naar boven door de geperforeerde 10 transportband wordt geleid van de transportband worden afgelicht en vervolgens door het andere deel van de in hoofdzaak horizontaal gerichte hulpluchtstroom worden meegenomen en tenslotte naar boven worden afgevoerd.

In fig. 4 is schematisch een bonenplukmachine weer-, 15 gegeven die is voorzien van een scheidingsinrichting volgens de uitvinding. De scheidingsinrichting volgens de uitvinding is in fig. 4 in het algemeen met verwijzings-cijfer 18 aangegeven. De bonenplukmachine omvat verder een pluktrommel 19 voor het van de bonenstronken 20 plukken 20 van bonen en blad, een transportband 21 voor het in de richting 22 transporteren van het bonen-bladmengsel 23, een opvoerband 24 voor het naar de mengsel-toevoeropening 3 van de scheidingsinrichting 18 transporteren van het bonen-bladmengsel 23, een boven op de scheidingsinrichting 25 18 aangebrachte afvoerkanaal 25 voor het blad 26, welk afvoerkanaal aan de bovenzijde is voorzien van een zuig-ventilator 27, waarop anderzijds een afvoerpijp 28 is aangesloten. Het geheel wordt ondersteund door een gestel 29 dat steunt op wielen 30. Het gestel 29 kan worden 30 verbonden met een driepuntshefinrichting van een tractor.

Het door de pluktrommel 19 verzamelde mengsel van blad en bonen wordt via de transportbanden 21 en 24 en via de mengsel-toevoeropening 3 in de kamer 2 van de scheidingsinrichting 18 gestort. Door de door de zuig-35 ventilator 27 tot stand gebrachte luchtstroom wordt een gedeelte van het blad direct meegenomen en rechtstreeks via het afvoerkanaal 25, de zuigventilator 27 en de afvoerpijp 28 afgevoerd. De bonen 31 vallen naar beneden en worden 8602354 --7- » door de transportband 7 afgevoerd. Het samen met de bonen naar beneden vallende blad wordt door de door de blaas-ventilator 10 teweeg gebrachte hulpluchtstroom in hoofdzaak in horizontale richting weggeblazen en via de gekromde 5 zijwand 9 naar boven geleid en vervolgens door de naar boven gerichte hoofdluchtstroom meegenomen en via het afvoerkanaal 25 afgevoerd.

In het uitvoeringsvoorbeeld is de scheidings-inrichting volgens de uitvinding toegepast op een bonen-10 plukmachine. De uitvinding is hier echter niet toe beperkt.

De scheidingsinrichting kan eveneens worden toegepast in machines voor het plukken van fruit zoals frambozen en druiven, waarin blad moet worden gescheiden van fruit, in machines waarin kaf en koren gescheiden moeten worden, 15 machines voor het scheiden van plastic afval dat zwaardere en lichtere bestanddelen bevat, en in het algemeen in machines waarin een produktmengsel door middel van een luchtstroom geschoond moet worden.

8602354

Claims (7)

1. Werkwijze voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel, waarbij het mengsel in een kamer wordt gestort via een bovenin de kamer aangebrachte mengsel-toevoeropening, 5 in de kamer een naar boven gerichte luchtstroom tot stand wordt gebracht, waardoor tenminste een deel van de lichtere bestanddelen wordt meegenomen en aan de bovenzijde van de kamer wordt afgevoerd, en de naar beneden vallende zwaardere bestanddelen aan de onderzijde van de kamer 10 worden afgevoerd, met het kenmerk, dat onderin de kamer (2) een hulpluchtstroom tot stand wordt gebracht die eerst in hoofdzaak in horizontale richting en vervolgens in bovenwaartse richting door de kamer (2) wordt geleid, waardoor eventueel naar beneden 15 vallende lichtere bestand- delen worden gescheiden van de naar beneden vallende zwaardere bestanddelen en naar boven toe worden afgevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de hulpluchtstroom in de kamer in 20 vertikale richting in werveling wordt gebracht.

3. Inrichting voor het door middel van een luchtstroom scheiden van lichtere en zwaardere bestanddelen in een mengsel, omvattende een kamer voorzien van een mengseltoevoer-opening in het bovenste deel van een zijwand van de kamer, 25 een afvoeropening voor de lichtere bestanddelen aan de bovenzijde van de kamer en een afvoeropening voor de zwaardere bestanddelen aan de onderzijde van de kamer, met het kenmerk, dat de inrichting tevens voorzien is van een blaasluchttoevoeropening (8) 30 in het onderste deel van een zijwand (4) van de kamer (2) en dat de tegenover deze blaasluchttoevoeropening (8) gelegen zijwand (9) van de 8602354 iS kamer in vertikale richting gekromd is, waarbij de holle zijde van deze zijwand (9) naar van de blaasluchttoevoer-opening (8) is gericht.

4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het 5 kenmerk, dat de blaasluchttoevoeropening (8) onder de toevoeropening (3) voor het mengsel (13) is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, m e t het kenmerk, dat ter plaatse van de blaas- luchttoevoeropening (8) een om een horizontale as draaibare 10 klep (9) is aangebracht voor het beïnvloeden van de richting van een via de blaasluchttoevoeropening (8) de kamer (2) binnenkomende hulpluchtstroom.

6. Inrichting volgens conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de bodem van de kamer (2) wordt gevormd 15 door een geperforeerde transportband (7') en de blaasluchttoevoeropening (8) gedeeltelijk onder en gedeeltelijk boven de transportband (7r) is gelegen.

7. Bonenplukmachine voorzien van een inrichting volgens een of meer der conclusies 3-6. 8602354