NL8601873A - Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij. - Google Patents

Description

► H AL/cp/1 -1-

Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig en blokkeermiddelen ten gebruike daarbij.

De uitvinding betreft een systeem voor diefstalbeveiliging volgens de aanhef van conclusie 1.

Diefstalbeveiligingssystemen voor voertuigen in de vorm van stuursloten en electrische systemen zijn algemeen 5 bekend. In de praktijk blijkt, dat professionele dieven weinig hinder van dergelijke systemen ondervinden.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een diefstalbeveiligingssysteem dat voor potentiële dieven zo goed als onmogelijk te kraken is.

10 Dit doel wordt bereikt met het diefstalbeveili gingssysteem volgens het kenmerk van conclusie 1.

Hierbij gaat het om een fluidumleiding voor bijvoorbeeld brandstof - benzine, diesel - of remvloeistof.

Bij voorkeur wordt het diefstalbeveiligingssysteem 15 volgens conclusie 2 toegepast.

Hierbij wordt de werking van het remsysteem geblokkeerd bij het kraken of verwijderen van de vergrendelmidde-len, doordat het remfluidum uit het remsysteem zal treden en derhalve de remwerking van het voertuig onklaar zal geraken, 20 zodat het voertuig niet meer bruikbaar is.

Bij voorkeur wordt het diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 3 toegepast, waarbij dan bij voorkeur de wielen van het voertuig voorafgaand aan het blokkeren van het remsysteem op de rem worden gezet. Bij voorkeur wordt 25 hierbij remfluidum naar de wielremcilinders geperst met behulp van het rempedaal, maar vanzelfsprekend kan dit ook via een daarvoor bedoelde pomp geschieden.

Voorts verschaft de uitvinding blokkeermiddelen ten gebruike bij een diefstalbeveiligingssysteem volgens de uit-30 vinding.

Nadere kenmerken, voordelen en details zullen duidelijk worden onder verwijzing naar een voorkeursuitvoerings-voorbeeld van het diefstalbeveiligingssysteem, dat beschreven zal worden aan de hand van een tekening, waarin tonen: 8601875 'ψ -2- fig. 1 een van een remsysteem voorzien voertuig, waarbij het diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding is toegepast, fig. 2 detail II van fig. 1, 5 fig. 3 detail III van fig. 2 in verschoven stand, fig. 4 een doorsnede over de lijn IV-IV van fig. 2, fig. 5 een doorsnede over de lijn V-V uit fig. 2, fig. 6 een andere uitvoeringsvorm van een bij een voertuig toegepast diefstalbeveiligingssysteem volgens de 10 uitvinding, fig. 7 detail VII uit fig. 6, en fig. 8 een andere uitvoeringsvorm van een diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding.

Een voertuig 1 (fig. 1) is op algemeen bekende 15 wijze voorzien van een remsysteem 2, dat een remfluidumreser-voir 3, een rempedaal 4, een hoofdremcilinder 5, die via cilinders 6 resp. 7 en fluidumleidingen 8 resp. 9 met remci-linders 10 in verbinding staat en vergrendelmiddelen 11, die via een sleutel 12 bedienbaar zijn, omvat. Met behulp van de 20 vergrendelmiddelen 11 die zich bijvoorbeeld naast de niet getoonde bestuurdersstoel van het voertuig 1 bevinden, waarbij de sleutel 12 zich dan binnen de niet-getoonde carrosserie van het voertuig bevindt en de remleidingen 8, 9 zich onder die carrosserie bevinden, is het voertuig af te grendelen, 25 doordat de door de fluidumleidingen 8 resp. 9 onafhankelijke delen van het remsysteem 10 daarmee afsluitbaar zijn. Bij voorkeur staan de vergrendelmiddelen 11 in verbinding met een in een uitgang 13 van de fluidumleiding 8 tussen een blok-keerstand en een doorlaatstand schuifbaar blokkeerelement 14, 30 dat in de doorlaatstand voorzien is van doorgangsboringen 15, 16 (fig. 5) en voor het in de blokkeerstand afsluiten van de fluidumleidingen 8 met tegen veerkracht in beweegbare kogels 17 resp. 18.

Door het insteken van de juiste sleutel 12, worden 35 pennen 19 die tegen veren 20 in beweegbaar zijn en die uit twee delen bestaan van een niet getoonde rand opgeheven, zodat vervolgens een cilinderslot 21 van de vergrendelmiddelen 860187? % -3- tot aan een aanslag 22 in een huis 23 in de richting van de pijl I verschuifbaar is en zodoende de kogels 17 resp. 18 met behulp van veren 24 resp. 25 de fluidumleiding 8 afsluiten.

Door het roteren van de sleutel 12 in de richting van de pijl 5 R na indrukking van het cilinderslot 21 en het vervolgens uitnemen van deze sleutel, is zodoende de remwerking van het voertuig door het afsluiten van de fluidumleiding 8 geblokkeerd. Bij het opnieuw insteken van de sleutel 12 wordt door de kracht van een schroefveer 26 het blokkeerelement 14 10 en het cilinderslot 21 wederom teruggedrukt en wordt de werking van het remsysteem wederom vrijgegeven.

Door voorafgaand aan het blokkeren van de remwerking van het voertuig het rempedaal 4 (fig. 1) in te trappen, terwijl tijdens het vergrendelen dit rempedaal ingedrukt ge-15 houden wordt, zullen de wielen van het voertuig na verwijdering van de sleutel 12 op slot staan. Op het huis 23 is nu een extra, relatief klein fluidumreservoir 27 geschroefd, waarin zich een aan een veer 28 opgehangen zuiger 29 bevindt, zodat na loslating van het rempedaal 4 fluïdum vanuit het ex-20 tra fluidumreservoir 27 in het aan de kant van het rempedaal gelegen deel van het remsysteem kan vloeien, zonder dat hierbij gasbellen in dit deel van het remsysteem ontstaan.

In fig. 3 is te zien, dat bij het verschuiven van het blokkeerelement 14 er remfluidum volgens pijl A achter de 25 kogel 17 zal geraken, zodat zich aan beide zijden van de kogel 17 tijdens het afsluiten een gelijke fluidumdruk zal bevinden. Ter afdichting is het blokkeerelement 14 aan weerszijden van de remleiding 8 voorzien van afdichtringen 30 resp. 31.

30 In fig. 4 en 5 is te zien, dat het blokkeerelement 14 is voorzien van een uitsparing 32, opdat het niet ten opzichte van de uitgang 13 kan verdraaien.

Het zal duidelijk zijn dat bij uitboren van het cilinderslot 21 het blokkeerelement 14 door de schroefveer 26 35 voorbij de afdichtring 30 zal worden gedrukt, er derhalve remfluidum uit het remsysteem zal ontsnappen en het voertuig onklaar zal geraken.

46 C18 7? -4-

Bij een andere uitvoeringsvorm van het diefstalbe-veilingssysteem volgens de uitvinding (fig. 6), waarbij dezelfde onderdelen als in fig. 1 hier verder niet besproken zullen worden, is een aftakking 33 van het remsysteem 2 naar 5 een stuurkolom 34 geleid en met een contactslot 35 (zie ook fig. 7) verbonden. Een sleutel 36 van het contactslot 35 is op bekende wijze draaibaar in een boring 37 en bedient daarmee een op een as 38 aangebrachte nok 39, die zoals schematisch met 40 is aangegeven een electrische hoofdleiding 41 10 van het voertuig onderbreekt, dan wel aansluit. Door de aansluiting op de aftakking 33 van het remsysteem van het voertuig zal bij de destructie van het contactslot 35 de remwer-king van het voertuig eveneens vernield zijn.

Voorts is een aftakking 42 van de brandstoftoevoer 15 naar het contactslot 35 geleid, zodat bij destructie van het contactslot 35 eveneens de brandstoftoevoer op niet-getoonde wijze naar de motor van het voertuig zal zijn verhinderd. Vanzelfsprekend kan het diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvinding worden toegepast bij een gedeelte van het rem-20 systeem van het voertuig of zoals boven beschreven bij alle delen van een gescheiden remsysteem, waarbij delen van het remsysteem op elk wiel apart, op alleen de voorwielen of alleen de achterwielen of op twee wielen die zich kruislings ten opzichte van elkaar bevinden, kunnen werken.

25 Het diefstalbeveiligingssysteem volgens de uitvin ding kan worden toegepast bij remsystemen die met gas of met gas en vloeistof als fluidum werken.

In fig. 8 zijn vergrendelmiddelen 45 bij een flui-dumleiding 46 voor brandstof, bijvoorbeeld benzine of diesel 30 toegepast. De overige onderdelen van de vergrendelmiddelen 45 zijn gelijk aan die van de vergrendelmiddelen 11 (fig. 2), behalve dat het extra fluidumreservoir 27 achterwege kan blijven en een bespreking van deze onderdelen kan dan ook achterwege blijven. Het zal duidelijk zijn, dat bij vernie-35 ling en/of verwijdering van de vergrendelmiddelen 45 de (niet getoonde) motor van het voertuig niet van brandstof zal worden voorzien en het voertuig derhalve onklaar geraakt zal zijn.

8601873

Claims (12)

1. Systeem voor diefstalbeveiliging van een voertuig (1), dat is voorzien van een fluidumleiding (8, 9, 16), gekenmerkt door middelen (11, 45) ter vergrendeling van het voertuig (1), welke vergrendelmiddelen (11, 45) zodanig met 5 de fluidumleiding (8, 9, 16) zijn gekoppeld, dat bij destructie van de vergrendelmiddelen (11, 45) fluidum uit de fluidumleiding (8, 9, 16) treedt.

2. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de fluidumleiding (8, 9) deel van het 10 remsysteem (2) van het voertuig (1) uitmaakt.

3. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de vergrendelmiddelen (11) in een tussen een hoofdremcilinder (5) en een wielremcilinder (10) aangelegde fluidumleiding (8, 9) zijn opgenomen en dat met behulp 15 van de vergrendelmiddelen (11) blokkeermiddelen (14) die in een uitgang (13) van de fluidumleiding (8, 9) zijn opgenomen en die het uittreden van remfluidum door de uitgang (13) uit de fluidumleiding verhinderen, bedienbaar zijn, waarbij de vergrendelmiddelen (11) in hun vergrendelde stand de blok- 20 keermiddelen (14) in een de doorgang van remfluidum door de fluidumleiding (8, 9) blokkerende stand houden.

4. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de blokkeermiddelen gevormd worden door één tussen een blokkeerstand en een doorlaatstand schuifbaar 25 blokkeerelement (14), dat is voorzien van tenminste één door-gangsboring (15) in zijn doorlaatstand doorlaten van remfluidum en van tenminste één in zijn blokkeerstand de remleiding afsluitend afsluitorgaan (18)

5. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 4, 30 met het kenmerk dat het afsluitorgaan door een door veerkracht tegen een zitting drukbare kogel (18) wordt gevormd.

6. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat het blokkeerelement aan zijn einden is voorzien van afdichtringen (30, 31) voor het ten opzichte 35 van de uitgang (13) afdichten van de fluidumleiding (8, 9). 8601873 φ Λ’ -6-

7. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 3-6, met het kenmerk dat de vergrendelmiddelen (11) gevormd worden door een bij het blokkeerelement (14) aangebracht cilinderslot (21) dat in de uitgang (13) ver- 5 schuifbaar is, waardoor het blokkeerelement (14) tegen een veerkracht in zijn blokkeerstand brengbaar is.

8. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 3-7, met het kenmerk het voertuig is voorzien van twee gescheiden delen van het remsysteem, waarbij twee rem- 10 leidingen zich onder de bodem van de carrosserie nabij de be-stuurderstoel uitstrekken en dat het cilinderslot (21) door de bodem heen van binnenuit het voertuig bedienbaar is en dat het blokkeerelement (14) in een huis (23) is opgenomen en van vier kogels (17, 18) die twee aan twee telkens een fluidum- 15 leiding aan weerszijden van het blokkeerelement afsluiten, is voorzien.

9. Diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de conclusies 3-8, gekenmerkt door een extra remfluidumreservoir (27), dat is voorzien van een aan een veer (28) bevestigde 20 zuiger (29).

10. Diefstalbeveiligingssysteem volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat het extra remfluidumreservoir (27) op het huis (23) bevestigbaar is en op de fluidumleiding (8, 9) aansluitbaar is.

11. Diefstalbeveilingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de uitgang (13) zich in een stuurkolom (34) van het voertuig bevindt en dat de vergrendelmiddelen door een contactslot (35) worden gevormd.

12. Blokkeermiddelen (14, 17, 18, 23, 24, 26) ten 30 gebruike bij een diefstalbeveiligingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies. ****** 8601873