NL8601554A - Hefinrichting voor invaliden. - Google Patents

Description

P & c ^ i

W 5631-12 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Hefinrichting voor invaliden.

De uitvinding heeft betrekking op hefinrichtingen voor invaliden en in het bijzonder op hefinrichtingen met een beweegbaar chassis en voet-5 steunen of een voetplaat voor de voeten van een door de hefinrichting gedragen patiënt.

In de Britse octrooiaanvrage 2.140.773A zijn hefinrichtingen van deze soort beschreven welke dienen voor het heffen van een patiënt uit een zittende naar een in hoofdzaak staande stand, waarbij 10 de voeten van de aldus geheven patiënt worden geplaatst op voetsteunen of een voetplaat. De geheven patiënt kan in de gesteunde geheven stand worden getransporteerd, bijvoorbeeld naar en van een toilet. Er j bestaat een gevaar dat de patiënt, in het bijzonder wanneer hij geestelijk gestoord is, een voet van de bijbehorende voetsteun of voetplaat verwij-15 dert en deze tijdens het transport daaronder blijft vastzitten. Dit is in het bijzonder het geval wanneer de voetsteunen of de voetplaat zich op een lage hoogte bevinden teneinde toegang te verkrijgen onder de voetsteunen van een rolstoel, waarvan de zittende patiënt moet worden omhoog gebracht.

20 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting waarmee het bovengenoemde gevaar in hoofdzaak is overwonnen.

Volgens de uitvinding bestaat een hefinrichting voor invaliden uit een beweegbaar chassis met voetsteunen of een voetplaat, waarop de voeten van een patiënt worden geplaatst terwijl deze wordt getranspor-25 teerd, gedragen door de hefinrichting, en uit tegenhoudorganen voor de voeten die zijn ingericht om te verlopen achter de hielen van de patiënt tijdens dit transport.

De tegenhoudorganen voor de voeten kunnen bestaan uit een band of strook of soortgelijk onderdeel dat op zijn plaats kan 30 worden gebracht nadat de voeten van de patiënt op de juiste wijze zijn geplaatst. Bij voorkeur bestaat het tegenhoudorgaan voor de voeten echter uit een stijf onderdeel, dat permanent is bevestigd aan het chassis van de hefinrichting en in dwarsrichting verloopt en dat beweegbaar is van een ingetrokken stand onder het niveau van de voeten naar 35 een geheven werkstand vóór het transport van de patiënt.

Ket orgaan kan een tegenhoudorgaan zijn dat dwars over het chassis verloopt tussen zijarmen, die zwenkbaar zijn gemonteerd en kunnen worden bewogen tussen de teruggetrokken en dë werkstand.

De zij-armen kunnen in elk van de beide standen worden 40 vastgehouden door een dodepuntveer en een van de zij-armen kan zijn « 5 u ; o0 H ' Γ "s - 2 - verlengd voor het verschaffen van een met de voet bedienbare hefboom.

Het tegenhoudonderdeel kan worden verschaft door het centrale lijf van een stuk metalen stang of strook, gebogen tot een U-vorm, waarvan de zijbenen de zwenkbaar gemonteerde zij-armen vormen.

5 Ook kan handbediening van het tegenhoudonderdeel worden toegepast, in welk geval het onderdeel bij voorkeur onder invloed van de zwaartekracht naar de ingetrokken stand beweegt. De handbediening kan plaatsvinden door middel van een koord of dergelijk orgaan, verbonden met een van de zijarmen en er kan een elastisch koord worden gebruikt, 10 dat het tegenhoudonderdeel verend in de werkstand houdt door trekspanning in het elastische koord.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee voorkeursuitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

15 Fig. 1 is een vooraanzicht in perspectief van een hefin richting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een detail van een perspectief-achteraanzicht, op grotere schaal.

Fig. 3 en 4 zijn details in perspectief van voettegenhoud-20 organen in een tweede uitvoeringsvorm, resp. in de ingetrokken en in de werkstand.

Fig. 5 en 6 zijn perspectief-detail-aanzichten van een rem-inrichting van de tweede uitvoeringsvorm, resp. in de onwerkzame en de werkzame stand daarvan.

25 De in fig. 1 weergegeven hefinrichting is in hoofdzaak van een algemene vorm, zoals beschreven in de Britse octrooiaanvrage 2,140.773a en heeft een beweegbaar chassis 1, dat een hefkolom2 draagt waarvan een zwenkbare hefarm 3 uitsteekt. Een bedieningsmechanisme 4, gemonteerd aan het boveneinde van de kolom 2, heeft een bedieningshefboom 30 5, waarvan een enkele slag van een naar boven gerichte vertikale stand naar een naar omlaag gerichte vertikale stand de hefarm 3 over zijn gehele werkzame hefhoek beweegt. Een beklede lus 6, bevestigd aan de arm 3, wordt bij het gebruik gevoerd rond de rug van een zittende patiënt, onder zijn armen, waarna lusbevestigingskoorden 7 strak worden 35 getrokken, zodat bij beweging van de arm 3 over zijn werkzame hoek de zittende patiënt wordt geheven naar een in hoofdzaak staande stand, waarbij de voeten van de patiënt rusten op de voetplaat 8 van het chassis 1 en zijn knieën rusten tegen een beklede aanslag 9.

De voetplaat 8 verloopt zijwaarts over de volle breedte van 40 het chassis beneden de kolom 2 en is dicht bij de grond aangebracht, S S C 1 3 5 4 - 3 - zodat deze plaat kan passeren onder de voetsteunen van een rolstoel, waarin de patiënt aanvankelijk zit. Het chassis 1 heeft zijarmen 10, 11, welke eindigen in voorste zwenkwielen 12 en deze armen zijn zwenkbaar naar een stand met vergrote breedte (die is weergegeven), waardoor de armen 5 passen om alle normale rolstoelen. Hefbomen 13 besturen de beweging van de armen 10, 11 tussen de stand met vergrote breedte en een met gebroken lijnen weergegeven binnenste stand, waardoor een smaller chassis ontstaat met het oog op het transport van de patiënt.

Volgens de uitvinding is een tegenhoudorgaan voor de voeten ig aangebracht om de voeten van de hangende patiënt tijdens het transport op de voetplaat 8 te houden. Dit orgaan.omvat een ü-vormig stuk metalen staaf 14 met eên middelste lijf 15, voorzien van een beschermende veerkrachtige bus en zijbenen 16, 17, welke zwenkbaar bij 18 en 19 aan het chassis zijn gemonteerd. Het lijf 15 met de bus of hoes vormt een tegen-15 houdorgaan voor de voeten, dat beweegbaar is tussen een ingetrokken stand, welke is weergegeven in fig. 1 en 2, waarbij het orgaan ligt onder het steunvlak voor de voeten van de voetplaat 8 en een omhoog gebrachte werkstand, welke met gebroken lijnen in fig. 2 is weergegeven en waarbij het orgaan ligt achter de hielen van de patiënt. De ingetrokken 20 en de werkstand worden resp. bepaald door het aankomen van de zijarmen 16, 17 tegen de voetplaat 8 en door het aankomen van de zijarm 16 tegen een aanslag 21. Het tegenhoudorgaan 15 wordt in elk van de beide standen vastgehouden door een dodepuntsveer 22, verbonden met de am 16 bij 23 en welke veer is verankerd bij 24 aan het chassis.

25 De zijarm 16 is naar achteren verlengd als een met de voet bedieribare hefboom 25 met een naar binnen gekeerd einde 26, dat kan worden bediend door de voet van een helper, die de hefboom 26 kan neerdrukken, waardoor het orgaan 15 omhoog wordt gebracht naar de werkzame tegenhoudstand, of de hefboom 25 naar omhoog kan worden gébracht, 3q waardoor het orgaan 15 in de onderste ingetrokken stand komt.

Af gezien van de in fig. 3-6 weergegeven wijzigingen is de hefinrichting van de tweede uitvoeringsvorm gelijk aan de beschreven eerste uitvoeringsvorm. Deze wijzigingen betreffen het tegenhoudorgaan voor de voeten, weergegeven in fig. 3 en 4 en het aanbrengen van een 35 met de vloer in aanraking komende rem, weergegeven in fig. 5 en 6.

Volgens fig. 3 en 4 bestaat het tegenhoudorgaan voor de voeten weer uit een stuk stijve metalen stang 30, bevestigd tussen zijarmen 31, die draaibaar zijn gemonteerd aan het chassis 32 bij 33. Slechts één zijde van de inrichting is weergegeven en ook hier komt de zij-arm 31 aan 4q tegen een aanslag 34 voor het bepalen van de omhoog gebrachte werkstand .-3801554 - 4 - van het tegenhoudorgaan 30 voor de voeten, weergegeven in fig. 4. Het orgaan 30 wordt naar de ruststand of de onderste ingetrokken stand gedrukt, onder het steunvlak voor de voeten van de voetsteun 35, zoals is weergegeven in fig. 3.

5 In dit geval wordt het tegenhoudorgaan voor de voeten met de hand bediend door middel van een elastisch koord 36, dat aan het ondereinde is bevestigd aan de zij-arm 31 bij 37 en dat eindigt in een handgreepknop 38. Het koord 36 verloopt door een stijgbeugeloog 39, gelast aan het Chassis 32 en draagt in een tussenstand van zijn lengte een er op 10 geklemde metalen ring 40. Het oog 39 heeft een sleutelgatvorm met een breder deel, waardoor de ring 40 kan passeren, en een smaller deel nabij het montagepunt aan het chassis , waardoor de ring 40 niet kan passeren. De knop 38 is belangrijk groter dan de ring 40 en kan niet door hfet oog 39 passeren.

15 Wanneer de knop 38 rust op het oog 39 (zie fig. 3) is het koord 36 licht gespannen, waardoor het tegenhoudorgaan voor de voeten in de onderste ingetrokken stand wordt gehouden, tegen de zwaartekracht in.

Wanneer het koord wordt gespannen door trekken aan de knop 38 waardoor ' de ring 40 door het oog 39 wordt getrokken, wordt het tegenhoudorgaan 20 voor de voeten omhoog gebracht naar de werkstand en komt de zij-arm 31 stevig, maar veerkrachtig, aan te liggen tegen de aanslag 34. De ring 40 kan nu naar achteren worden bewogen, zodat deze komt te rusten in het smallere deel van het oog 39, waardoor het koord wordt vastgehouden en de spanning daarin behouden blijft (fig. 4) , zodat het 25 tegenhoudorgaan (30) voor de voeten in de werkstand wordt gehouden.

De inrichting heeft het voordeel dat wanneer een invalide patiënt een voet plaatst op het omhoog gebrachte orgaan 30, dit meegeeft tegen de spanning in het koord 36, maar automatisch terugkeert naar de werkstand wanneer de druk van de voet wegvalt.

30 De in fig. 5 en 6 weergegeven rem is een alternatief voor het gebruik van geremde zwenkwielen en deze figuren tonen de andere zijde van het chassis 32 als is weergegeven in fig. 3 en 4. Aan elke zijde is een strook 50 van een elastisch materiaal met geschikte wrijvingseigenschappen bevestigd onder het chassis 32 en aan de beide 35 einden verankerd, bijvoorbeeld met schroeven of klinknagels 51, zodat deze strook normaal vrij ligt van de grond. Wanneer remmen nodig is wordt een spanwiel 52, gemonteerd tussen zwenkbare steunarmen 53, in aanraking gebracht met elke strook 50, waardoor deze in de remstand volgens fig. 6 wordt gebracht, waarin de strook in aanraking komt met 40 de grond voor het remmen van het chassis 32. Aan een zijde wordt het 8601554 --5- betreffende spanwiel 52 bediend met een pedaal 54 door middel van een knie-hefboomstelsel, dat het dode punt passeert voor het vergrendelen van het wiel 52 in de remstand. Een bedïeningsstang 55 verbindt de stermannen 53 aan deze ene zijde met de bijbehorende steunarmen aan de 5 andere zijde van het chassis 32 en de remming wordt vrijgegeven door het met de voet omhoog klappen van het pedaal 54. Hierdoor wordt de knie-hefboon 'verbroken1 en keren de stroken 50 terug naar hun normale stand, weergegeven in fig. 5, door de natuurlijke veerkracht van het gebruikte materiaal. Het materiaal is bij voorkeur polyurethan en de 10 veerkracht daarvan verschaft een verende terugbrengkracht voor het remmechanisme.

15 8601554

Claims (12)

1. Hefinrichting voor invaliden, bestaande uit een beweegbaar chassis met voetsteunen of een voetplaat, waarop de voeten van een patiënt worden geplaatst tijdens het transport, terwijl het wordt gesteund door de hefinrichting, gekenmerkt door een tegenhoudorgaan 5 voor de voeten, dat bestemd is te verlopen achter de hielen van de patiënt tijdens het transport.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan voor de voeten bestaat uit een strook of dergelijk onderdeel, bestemd om zodanig te worden gemonteerd, dat de strook 10 verloopt over het chassis achter de voeten van de patiënt, die zijn geplaatst op de voetsteunen of de voetplaat.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan voor de voeten bestaat uit een stijf onderdeel, dat permanent is bevestigd aan en in dwarsrichting van het chassis verloopt, 15 welk orgaan beweegbaar is van een ingetrokken stand onder het niveau van de voeten naar een verhoogde werkstand nadat de voeten van de patiënt zijn geplaatst op de voetsteunen of de voetplaat.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het stijve onderdeel over het chassis verloopt tussen steunende zijarmen, die 20 zwenkbaar zijn gemonteerd aan het chassis tussen de ingetrokken en de werkstand.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan in elk van dé beide standen wordt vastgehouden door een dodepuntsveer, verbonden met een van de steunende zij-armen.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan het lijf is van een stuk metalen staaf of strook, die U-vormig is gebogen, waarvan de zij-armen de zwenkbaar gemonteerde zij-armen van het orgaan vormen.

7. Inrichting volgens een der conclusies 4-6, met het 30 kenmerk, dat één van de zij-armen is verlengd en een voetbedieningshefboom vormt.

8. Inrichting volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk dat het tegenhoudorgaan met de hand bedienbaar is en door de zwaartekracht in de ingetrokken stand wordt gehouden.

9. Inrichting volgens conclusie 4 en 8, met het kenmerk, dat de handbediening plaatsvindt door middel van een koord of dergelijk element, verbonden met een der zijarmen. 8601554 - 7 -

10. Inrichting volgens conclusie 9, mét het kenmerk, dat het koord een elastisch koord is en het tegenhoudorgaan veerkrachtig in de werkstand houdt door de spanning in het eleastische koord.

11. Inrichting volgens conclusie 4 en 10, met het kenmerk, 5 dat het elastische koord is bevestigd aan een der zijarmen en verloopt door een opening met een gedeelte met vergrote breedte en een gedeelte met kleinere breedte, waarbij het koord een uitsteeksel heeft dat kan passeren door het gedeelte met vergrote breedte voor het omhoog brengen van het tegenhoudorgaan voor de voeten en voor het spannen van 10 het koord, maar dat 'kan worden tegengehouden door het gedeelte met kleinere breedte om het koord in de gespannen toestand te houden.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de opening een aan het chassis bevestigd draadoog is. 15 20 25 30 35 40 3601554