NL8601425A - Kantoorbureaublad met verstelbare kathodestraalbuis en spoorvoorzieningen daarvoor. - Google Patents

Description

i 'i -1-

Kantoorbureaublad met verstelbare kathode-straalbuis en spoorvoorzieningen daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op kantoorbureaus, en meer in het bijzonder op kantoorbureaus die geschikt gemaakt zijnomte voorzien in een functioneel met een kathodestraal-buis uitgerust werkstation.

5 Kantoormeubels uitgerust met, of elektrisch verbonden met een personal computer, en een aangesloten kathode-straalbuis of een andere computeruitvoerafbeeldeenheid, zijn veel verbreid geworden met de binnenkomst van automatisering in de beroeps- en zakenwereld in het 10 algemeen. De voordelen van automatisering in het verwerken van gegevens van elke soort vereisen echter een personal computer of zijn gelijkwaardige en een uitleessysteem voor de computer, dikwijls een kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige, welke uitrusting al te vaak nodige werk-15 ruimte op het bureaublad beslaat, hetgeen de beschikbare werkruimte voor de bureaugebruiker en zijn station voor op het bureau verkleint. Verder lijken de beschikbare bureauontwerpen die het gebruik van zo’n uitrusting daarmee beogen ontworpen te zijn vanuit de benadering dat de 20 bureaugebruiker zichzelf moet aanpassen aan de automa- tiseringuitrusting waarmee het bureau is uitgerust, eerder dan omgekeerd, met daaruit volgend ongemak voor de bureaugebruiker en voortvloeiende moeilijkheden in het voltooien van de werkzaamheden.

25 , Het is een hoofddoel van de uitvinding te voorzien in een kantoorbureauvoorziening die geschikt is gemaakt om te voorzien in een functioneel met een kathodestraal-buis (of zijn gelijkwaardige) uitgerust werkstation, dat bedacht is vanuit het standpunt dat het gebruik van het JÖOI425 f- ï -2- bureau zo gemakkelijk mogelijk is voor de bureaugebruiker die de gebruikelijke werkstationpositie voor het bureau bezet, voorzover de bureauwerkruimte op het bureaublad en de verstel-baarheid van de door het bureau voorziene automatiserings-5 uitrusting betrokken zijn.

Een ander hoofddoel van de uitvinding is te voorzien in een functioneel kathodestraalbuis ( of zijn gelijkwaardige) werkstation verschaffende kantoorbureauopstelling, waarin het bureaublad zoveel mogelijk werkruimte over de voorkant van het 10 bureau en tussen de zijkanten van het bureau verschaft, en een spoorbaanopstelling langs de achterkant van het bureau, uitgerust met een wagen voor een eenheid voor visuele weergave van computeruitvoer, dat maximale verstel-baarheid van dezelfde over de lengte van het bureau voorwaarts 15 en achterwaarts van het bureau en rotatiegewijs, voor de bureaugebruiker voor het bureau mogelijk maakt.

Het is nog een ander hoofddoel van de uitvinding te voorzien in een op automatisering gericht kantoorbureau met een bovenkant dat een zo groot mogelijk werkblad voor de 20 bureaugebruiker die de gebruikelijke of gewoonlijke gebruikers- positie voor het bureau bezet, en een bevestigingsopstelling voor een eenheid voor visuele weergave van computeruitvoer (zoals een kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige) verschaft die zorgt voor de plaatsing van een eenheid voor 25 visuele weergave boven het werkblad van het bureau zonder daarop te rusten alsook de verstelbaarheid van de positionering van dezelfde, voor het gemak van de bureaugebruiker, langs de lengte van het bureau, voorwaarts en achterwaarts van het bureau en rotatiegewijs of zwenksgewijs, zo groot 30 mogelijk maakt.

Nog een ander belangrijk doel van de uitvinding is, in een op automatisering gericht bureau, te voorzien in een bureaubladspoorbaan en verbonden wagenopstelling en kathode-straalbuisondersteuning daarvoor, dat een zo groot mogelijke 35 verstelbaarheid beoogt van de afmetingen van de wagenonder- 8601425 « ï -3- steuning die als gevolg van de zwaartekracht kathodestraalbuis en verwante uitrusting van verschillende afmetingen en soort ontvangt, dat een zo groot mogelijke verstelling van de stand van de kathodestraalbuis (of gelijkwaardige gebruikte uit-5 rusting) door de bureaugebruiker over en langs het bureau- werkblad ten opzichte van de voorkant van het bureau mogelijk maakt, dat een vlotte aanbrenging en verwijdering van de kathodestraalbuis (of gelijkwaardige gebruikte uitrusting) op en van de wagen mogelijk maakt, en dat een 10 vlotte aanbrenging op en verwijdering vanaf het bureau van de wagen met betrekking tot de bureauspoorbaan en op elke plaats langs de lengte van de spoorbaan mogelijk maakt.

In overeenstemming met de uitvinding is voorzien in een kantoorbureau, geschikt voor een functioneel 15 kathodestraalbuistype werkstation, met een hoofdzakelijk vlak bovenblad en poten voor het steunen daarvan opeen vloer in een hoofdzakelijk horizontale stand; de bureaublad-opstelling zelf is voorzien langs zijn voorgedeelte , waar de gebruiker van het bureau zal zitten of geplaatst 20 zal zijn, van een breed en vlak naar boven gekeerd werkblad dat zich uitstrekt tussen de zijden van het bureau en naar achteren van het bureaublad van zijn voorgelegen deel naar het achtergelegen deel van het bureau een' grootste deel van de bureaubladbreedte beslaat, waarbij het bureaublad tevens 25 langs zijn achtergelegen deel een relatief smalle spoorbaan bepaalt die zich hoofdzakelijk tussen de zijden van het bureaublad uitstrekt, waarbij het bovenste oppervlak van de spoorbaan hoofdzakelijk in hetzelfde vlak ligt als het werkblad. Op de spoorbaan volgens de uitvinding rijdt een wagen 30 die opgesteld is voor beweging in de lengte van de spoorbaan, en dus tussen de zijkanten van het bureau, waarbij de wagen een op de spoorbaan van het bureaublad draaibaar opgesteld omhulsel achtergedeelte en een daardoor gedragen over. het werkblad hangend omhulselvoorgedeelte heeft. Het vooromhulsel van de wagen 35 is verstelbaar bevestigd aan het omhulselachtergedeelte van de 0601425 i » -4- wagen door verbindingsstukken van het type met uitschuifbare stangoverbrenging om te zorgen voor rechtlijnige beweging van het vooromhulsel van de wagen naar voren en naar achteren van het werkblad, waarbij het vooromhulsel van de wagen 5 een daarop in hoofdzakelijk horizontale stand geplaatste draaitafel-assemblage heeft die een draaibare platform-constructie bepaalt waarop de visuele uitleesuitrusting voor een computer, zoals een kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige, aangebracht kan worden op de wagen door 10 dezelfde als gevolg van de zwaartekracht op het platform van de draaitafel te laten rusten.

De verstelbare wagen voor de kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige is vrij dragend van de achterkant van het bureau op de spoorbaan opgesteld en is zodanig geplaatst dat 15 de wagen kan worden aangebracht op en verwijderd van de spoorbaan van het bureau wanneer de kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige niet op de wagen of van de wagen verwijderd is. De spoorbaan van het bureau is gevormd om daarlangs een langwerpige rechtlijnige opening te bepalen, waarbij het 20 bureaublad een op de onderzijde van het bovenblad onder de spoorbaan opgestelde horizontale bak heeft voor het ontvangen en verbergen of verstoppen van elektrische bedrading die nodig is voor het verbinden van de kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige met het toetsenbord van de computer en andere 25 computerbestanddelen als ook de betrokken bron van elek trische energie, waarbij het achteromhulsel een opening heeft die gelijkgericht is met de opening van het bureaublad en de bedrading naar de kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige zich door deze beiden heen uitstrekt, waarbij zulke 30 bedrading onder de uitleeswagen van het bureau automatisch gepositioneerd wordt als nodig is ten opzichte van de kathodestraalbuis of zijn gelijkwaardige wanneer de wagen verplaatst of versteld is ten opzichte van het bureaublad.

De door de uitvinding verschafte bureaubladopstel-35 ling maakt het werkblad van het bureaublad geheel bruikbaar 8601425 • i -5- voor de arbeider voc/r het bureau, met de visuele uitlees-uitrusting van de computer op het achterste gedeelte van het bureau opgesteld, terwijl de betrokken opstelling het de bureaugebruiker mogelijk maakt deze in een gemakkelijk 5 waarneembereik te brengen, zowel voorwaarts en achterwaarts van het werkblad van het bureaublad als zwenkend of draaiend om een vertikale as. Het toetsenbord van de computer voor het bureau is geplaatst onder het bureaublad en aangebracht op een terugtrekbare ondersteuningsemblage 10 voor beweging tussen een onder het bureau teruggetrokken stand en een uitgestalde operatieve stand voor het bureau, wanneer de bureaugebruiker het toetsenbord van de computer gebruiken moet.

Andere doelen, gebruiken en voordelen zullen voor de 15 hand liggen of duidelijk worden uit een beschouwing van de volgende gedetailleerde beschrijving en de aanvraagtekeningen waarin gelijke verwijzingsnummers gelijke delen aanwijzen in de afzonderlijke aanzichten: fig. 1 is een schematisch perspectivisch aanzicht 20 van een uitvoering van de uitvinding, gezien vanaf de voorzijde (de zijde waar de arbeider of de bureaugebruiker gewoonlijk zit) en het einde aan de linkerkant van het bureaublad, en 'eveneens- van boven af, met de gebruikelijke plaatpoten die het bureaublad ondersteunen gestreept 25 weergegeven, en een gebruikelijke plaatsingsopstelling voor een toetsenbord van een computer aan de onderkant van het bureaublad gestreeot weergegeven in de gebruiksstand van het toetsenbord voor het bureau, en met de ondersteunings-wagen voor de visuele uitleesuitrusting van de computer 30 op het bovenblad in een ingestelde stand met betrekking tot het bureaublad weergegeven (waarbij de betrokken visuele uitleesuitrusting van de computer, zoals een kathodestraal-buis, weggelaten is''· fig. 2 is' gelijkend op dat van fig. 1, maar genomen 35 vanaf de voorkant en het einde van het bureaublad aan de S601425 $ « -6- rechterkant, en van bovenaf; fig.3is een bovenaanzicht van het bureaublad, dat de ondersteuningswagen voor de visuele-weergaveuitrusting van de computer in doorlopende lijnen toont en verscheidene 5 andere instelstanden van dezelfde in streeplijnen; fig. 4 is een vertikale doorsnede door het bureaublad en de ondersteuningswagen voor de visuele uitleesweergave-eenheid van de computer daarvoor, als gezien langs lijn 4-4 van fig. 3, die tevens in omtrek de plaats van de uittrekbare en 10 terugtrekbare assemblage van het toetsenbord van de computer onder het bureaublad toont; en fig. 5 is een schematisch opengewerkt perspectivisch aanzicht van de assemblage van de wagen van de visuele uitleesweergave-eenheid van de computer, met de voor- en 15 achteromhulseis van de wagen en hun telescopische verbindende schuifassemblages in gebroken lijn weergegeven en de draai-tafelassemblage van het vooromhulsel van de wagenassemblage weergegeven in opengewerkte verhouding.

Het moet echter duidelijk begrepen worden dat de 20 specifieke tekeningen in de eerste plaats verschaft zijn om te voldoen aan de vereisten van de octrooiwetten, en dat de uitvinding ontvankelijk is voor veranderingen en wijzigingen die door de conclusies gedekt worden.

Verwijzingsnummer 10 van de fig. 1-4 duidt in het 25 algemeen een kantoorbureau dat opgesteld is in overeen stemming met de grondbeginselen van de uitvinding aan, omvattend een bureaubladconstructie of eenheid 12 met bureaublad 14 dat een voorkant 16 heeft waar de bureaugebruiker gezeten of geplaatst is, een achterkant 18 die op de tegen-30 over de voorkant 16 liggende zijde is, en de gebruikelijke rechter- en 1inkerzijdekanten 20 en 22 die de einden van het bureau 10 bepalen. Het bureaublad is op gebruikelijke wijze ondersteund op de vloer door gebruikelijke linker en rechter plaatpoten 13 en 15 (die weergegeven zijn in streeplijnen).

35 Volgens de uitvinding is het bureaublad 14 van een 8601425 -7- β % hoofdzakelijk evenwijdige vierzijdige vorm die langs de voorkant van het bureau een naar beneden hellend doorlopend kantoppervlak 24 bepaalt dat de vooromtrek van het brede en vlakke naar boven gekeerde werkblad 26 vormt dat van 5 hoofdzakelijk vierzijdige vorm is en zich over de lengte van het bureaublad 14 uitstrekt. Het werkblad 26 strekt zich naar achteren van het bureaublad over het grootste deel van zijn breedte uit, naar de rechtlijnige achterkant 28 van dezelfde, waarbij het bureaublad 14 langs de achterkant 10 van het bureau een spoorbaan 30 bepaalt die ook rechtlijnig in vorm is en zich uitstrekt over de lengte van het bureaublad 14 en langs de achterkant van dezelfde en zich naar voren van het bureaublad tot aanliggend aan de achteromtrek 28 van het werkblad 26 van het bureaublad uitstrekt. De 15 spoorbaan 28 van de weergegeven uitvoering bepaalt boven oppervlakken 32 langs de lengten van dezelfde die in hoofdzakelijk hetzelfde vlak liggen als het werkblad 26 van het bureaublad. De spoorbaan 30 langs de achterkant 18 van het bureaublad bepaalt een naar beneden hellend doorlopend 20 kantoppervlak 34 dat de tegengestelde hoekige vorm van het hellend kantoppervlak 24 aan de voorkant (zie fig. 4) heeft en deze visueel aanvult.

Onder de spoorbaan 30 is een horizontale bak 36 die geschikt is om de elektrische bedrading,waarmee het 25 bureau 10 verbonden is om een werkstation met een lcathode- straalbuis (of zijn gelijkwaardige) te verschaffen,te bevatten en te verbergen. Opgesteld in onderliggende verhouding tot het bureaublad 14 is het schematisch weergegeven toetsenbord 38 van de computer getoond voor illustratieve 30 doeleinden verbonden met de onderzijde van het bureau door een gebruikelijk vertikaal zwaaispilmechanisme 40 voor zwaaibeweging (om een vertikale as 41) van het toetsenbord 38 van de computer van de uitgetrokken stand in fig. 1 en 2 voor bediening door de bureaugebruiker vóór het bureau en de te-35 ruggetrokken stand aangeduid met gebroken lijnen in fig. 4 8S01^25 -8- waarin het toetsenbord geplaatst is teruggetrokken stand onder het bureaublad 14. Het toetsenbord 38 kan ook draaibaar verbonden worden met zijn draaiende ondersteuning 43 voor draaiende verstellende beweging om een vertikale as 45 5 (op elke passende wijze) voor gemak van verstelling door de bureaugebruiker.

Op de spoorbaan 30 is een wagen 44 bedienbaar opgesteld voor beweging langs de lengte van het bureau 10, zoals aangeduid in fig. 3, waarbij de wagen 44 zelf omvat 10 een achteromhulsel 46 dat vrijdragend opgesteld is op het bureaublad 14 op de spoorbaan 30 op de wijze aangeduid in fig. 4, een vooromhulsel 48 dat in overliggende verhouding tot het bureaublad 14 (zie fig. 4) is geplaatst en verbonden is met en ondersteund is door het achteromhulsel 46 van de 15 wagen door gebruikelijke met tussenruimte geplaatste teles copische kogeldragende schuifassemblages 50 en 52 voor beweging van het vooromhulsel 48 van de wagen tussen de in fig. 3 en 5 (zie de illustraties met gebroken lijn) getoonde uitgetrokken verhouding en de in fig. 1, 2 en 4 20 getoonde ingetrokken verhouding. Het vooromhulsel 48 van de wagen heeft een daarop bedienbaar opgestelde draaitafel-assemblage 54 met een ' veelheid van verstelbare ondersteuning s armen 56, 58, 60 en 62 waarop een eenheid voor visuele uitvoerweergave van de computer, zoals een kathode-25 straalbuis of zijn gelijkwaardige, neergezet kan worden voor ondersteuning hiervan daarop, zoals aangeduid in fig. 4 waarin een kathodestraalbuis in omtrek is getoond en in het algemeen aangeduid is door verwijzingsnummer 64.

De elektrische bedrading die het toetsenbord 38 van 30 de computer en de kathodestraalbuis 64 of zijn gelijkwaardige verbindt, alsook de bedrading die dezelfde met de computer en de computerterminal verbindt en de wijze van verbinding van deze bestanddelen puimen, geheel gebruikelijk zijn en maken geen deel uit van de uitvinding. De term kathodestraalbuis 35 zoals gebruikt in deze beschrijving en conclusies heeft de 8601425 -9- betekenis die er aan wordt toegeschreven in de computertechniek, en betekent dus een eenheid met een elektronisch scherm voor weergave van gegevens en beelden; andere termen voor zulke eenheden zijn, bijvoorbeeld, TV, monitor en beeld-5 scherm.

Zoals aangeduid in fig. 4 bepaalt het achteromhuisel 44 van de wagen een naar beneden hellend oppervlak 47, terwijl het vooromhulsel 48 een aan de voorkant naar beneden hellend kantoppervlak 49 bepaalt. Het is een kenmerk van 10 de weergegeven uitvoering van de uitvinding dat het oppervlak 47 van het achteromhulsel van de wagen de achterkant 34 van het bureaublad 14 aanvult, en het naar voren gerichte kantoppervlak 49 van de wagen het oppervlak 24 van de voorkant aanvult, voor esthetische doeleinden.

15 De weergegeven het bureaublad ondersteunende plaat- poten 13 en 15 kunnen van elke gebruikelijke inrichting zijn, zoals die beschreven in US-A-3.809.449 (Beaver), en bevestigd aan de einden van het bureaublad 14 voorgesteld door de kanten 22 en 23 door beugels en geschikte moer en bout 20 assemblages, zoals beschreven in genoemd document. De plaat- pootassemblages 13 en 15 zijn voor het gemak uitgerust met gebruikelijke nivelleerschuifdoppen 80 om de gebruiker in staat te stellen zijn bureau te nivelleren zodat het werkblad 26 horizontaal geplaatst is of hoofdzakelijk zo.

25 Zoals aangeduid in fig. 4 omvat het bureaublad 14 zelf een door geschikte verstijvers versterkte platte plaat 82 die zich uitstrekt over de lengte van het bureau waarbij de einden van de plaat 82 om de einden van verstijvers 84 geslagen zijn cp de einden van het bureau en passend daaraan 30 vastgemaakt om de bureauzijkanten 20 en 22 te bepalen. Terwijl de bovenoppervlak bepalende plaat 82 en de verstijvers 84 kunnen worden voorzien op verscheidene wij zen,is de bovenplaat 82 bij voorkeur een gelaagde plaat waarvan het werkblad dat het bovenoppervlak van dezelfde vormt bepaald is door een 35 geschikt kunststofmateriaal dat passend gelamineerd is aan 65 3 1 4 2 3 -10- een onderplaat van bladmetaal, waarop de verstijvings-vleugels 86 passend vastgemaakt zijn door toepassing van puntlastechnieken of dergelijke. De bovenkant 14 aan de voorkant van het bureau is vast aan dezelfde bureauvoorkant vormende 5 deel 88 dat gevormd is om een voortzetting 89 van het werkblad I— 26 het naar beneden hoekig kantoppervlak 24 en het voorzijde-oppervlak 16 te bepalen. Deel 88 is gevormd om onderflens 90 te bepalen die passend bevestigd is aan de omgeslagen onderflens 92 van het bureaublad, door toepassing van ge-10 schikte puntlastechnieken. De vorm van het deel 88 aan zijn onderzijde is zodanig · .. dat een handgreepopening 94 voorzien is die zich over de lengte van het bureau uitstrekt om het de gebruiker mogelijk te maken het bureau op geschikte wijze vast te pakken en het bureau indien 15 gewenst naar zich toe te trekken, het bureau als een eenheid over de vloer waarop schuifdoppeh 80 rusten schuivend.

Het toetsenbord 38 van de computer, zijn draaibare verbinding 40, en zijn ondersteuning 43 waarmee het verbonden is zijn passend opgesteld aan de onderzijde van het bureau-20 blad 14, op elke geschikte wijze gebruikmakend van gebruikelijke bestanddelen.

De horizontale bak 36 heeft een langwerpige vierzijdige dwarsdoorsnede (zie fig. 4) omvattend een vervaardigde vergaarbak 100 met een voorzijdewand 102 en een achterzijde-25 wand 104 die verbonden zijn door de eindwanden 106 en 108 (zie fig. 1 en 2). Hangend aan elk eind van de horizontale bak 36 en passend bevestigd daaraan zijn passende vertikale bakken 110 en 112 die aanvullende bedradingsruimte verschaffen alsook stijve middelen voor bevestiging van repectieve plaat-30 poten 13 en 15 aan het bureau op elke geschikte wijze verschaffen.

Zoals aangeduid in fig. 4 ligt de horizontale bak 36 onder de spoorbaan 30 en in de weergegeven uitvoering zijn de horizontale bakvormende voor- en achterwanden gevormd of 35 bevestigd aan de rest van het bureaublad om de' rollerrijbanen 86S1 428 -11- waarop de wagen 44 op een vrijdragende manier rolbaar opgesteld is te bepalen.

Aldus heeft de achterwand 104 van de horizontale bak een zich naar achter uitstrekkende vleugel 110 die is 5 bevestigd aan het vervaardigde lange achterdeel 112 van het bureaublad door toepassing van schroefassemblages 114 en 116 die geplaatst zijn in rijen die zich in langsrichting van het bureau uitstrekken en in dwarsrichting van het bureau op afstand van elkaar zijn geplaatst zodat de vleugel 110 een 10 rolbaan 118 aan de onderzijde van het bureaublad 14 bepaalt waarop de wagen 44 op de wijze aangeduid in fig. 4 rijdt.

Het vervaardigde deel 112 is gevormd om de naar beneden hellende kant 34 van het bureaublad en de achterkant 16 van het bureaublad alsook bovenwand 120 en opstaande wand 122 15 te bepalen. De bovenwand 120 bepaalt het bovenoppervlak 32 dat een deel vormt van het spoorbaanoppervlak dat in hetzelfde vlak ligtalshetvoorwaarts geplaatste werkblad 26 van het bureaublad. De opstaande wand 122 ondersteunt ook een paar deksels 128 die met de einden tegen elkaar geplaatst zijn 20 over de lengte van het bureau en op hun plaats gemonteerd zijn door toepassing van geschikte bladscharnieren 130 (zie fig. 4), die van het gebruikelijke pianobladschamiertype kunnen zijn, zodat de deksels 128 gewoonlijk ondersteund zijn in hun horizontaal geplaatste stand aangeduid in fig. 4, 25 maar naar boven zwaaien en naar achteren van het bureau 10 om het inwendige van de bak 36 bloot te leggen wanneer de wagen 44 geplaatst is aan een zijde of vrij is van dezelfde, of van het bureau verwijderd is.

De voorwand 102 van de bak 36 is gevormd om een zich 30 naar voren uitstrekkende vleugel 132 te bepalen langs de lengte daarvan, die naar beneden ingedeukt is als bij 134, op een wijze evenwijdig met de rolbaan 118 om een naar boven gekeerde rolbaan 136 langs de lengte van het bureaublad 10 te bepalen, dat tevens een opstelri jbaan- - voor de wagen 44 35 vormt zoals hierna beschreven zal worden.

€601425 . ♦ -12-

In de getoonde vorm is een langwerpig vervaardigd deel 138 passend bevestigd aan de vleugel 132, zoals door toepassing van puntlastechnieken, waarbij het deel 138 gevormd is om het naar boven gekeerde oppervlak 32 daarvan 5 te bepalen dat dezelfde doeleinden als oppervlak 32 van deel 112 dient, en hoekige wand 142 die tezamen met de kant 144 van de respectievelijke deksels 128, een lang rechtlijnig gat 146 bepaalt, dat naar het inwendige van de horizontale bak 36 open is.

10 Gemonteeidin versterkende relatie tot het vervaardigde deel 138 en het gedeelte 148 van het naar achteren omgeslagen eind van het bovenoppervlak bepalende plaat 82 is het langwerpige bakdeel 150 (zie fig. 4) aangebracht langs het naar beneden ingedeukte gedeelte 134 van de horizontaal 15 naar voren stekende vleugel 142 van de bak, met de bakdeel bepalende vleugels 152 en 154 op hun plaats verzekerd op elke geschikte wijze aan het onderomgeslagsigedeelte van de plaat 82 en de vleugel 132 door toepassing van geschikte schroefassemblages 155 of dergelijke. De vleugel 132 en het 20 bakdeel 140 strekken zich over de lengte van het bureaublad 10 uit en het achtereind 148 van de plaat 82 en het deel 138 zijn op afstand van elkaar geplaatst om diepte te geven aan de rolbaan 136, zoals aangeduid in fig. 4.

In het onderstaande wordt de bureauwagen 44 zelf 25 meer specifiek behandeld. Van de bureauwagen 44 omvat het achteromhulsel 46 een uitgebogen huis of schaal 160 (zie fig. 5) gevormdvan een geschikt metalen materiaal, zoals aluminium, en die de platte bovenwand 162 bepaalt, het hellende kantoppervlak 47, platte eindwanden 164 en 166, 30 achterwand 168 en naar voven gerichte of voorwand 170, waarbij de achterwand 168 een geheel vormt met een afhangende verstijfde randconstructie 172 die zich uitstrekt onder de open zijde 174 van de schaal of het huis 160 en een opstaande wand 176 bepaalt waarop twee stellen 178 en 180 van iden-35 tieke rollers 182, die over de onderzijde van de bakvleugel 110, 8601425 -13- name lijk in een lange rolbaan 118, rijden moeten,·in hetzelfde ver-tikaie vlakli'ggerid draaibaaroogenomen zijn-,zoals aangeduid in fig. 4.

De naar voren gerichte of voorwand 170 van de schaal 5 160 binnen de schaal 160 neemt twee stellen 184 en 186 van rollers draaibaar op die elk identieke rollers 188 die ook identiek zijn aan de rollers 182 omvatten.

Zoals aangeduid in fig. 4 liggen de rollersstellen 178 en 180 in hetzelfde vertikale vlak en in hetzelfde 10 horizontale vlak, waarbij het horizontale niveau van de afzonderlijke rollers 182 van de rollersstellen 178 en 180 onder het niveau ligt van de overeenkomstige rollersstellen 184 en 186. De rollers 188 van de rollersstellen 184 en 186 liggen eveneens in hetzelfde vertikale vlak en horizontale 15 vlak, waarbij hun rotatieassen geplaatst zijn boven het niveau van de rotatieassen van de respectieve rollers 182 om te zorgen voor de vrijdragende opstelling van de wagen 44 op de achterkant van het bureau dat beoogd wordt door de uitvinding, waarbij de rollers 188 van de rollersstellen 184 20 en 186 in de rolbaan 152 rijden die geplaatst is op de naar boven gekeerde zijde van het bureaublad 14.

In de schematische weergave van fig. 5 zijn het achteromhulsel 46 en het vooromhulsel 48 van de wagen weergegeven in gebroken lijnen om zulke bestanddelen als de 25 rollersstellen 178, 180, 184 en 186 van het achteromhulsel 46 beter te doen uitkomen.

De schaal of het huis 160 is tevens zo gevormd dat zijn bovenwand 62 een langwerpige opening 190 bepaalt door welke de bedrading van de bak 36 naar de kathodestraalbuis 30 of zijn gelijkwaardige heengaat wanneer de kathodestraalbuis 64 of zijn gelijkwaardige aangebracht is op de wagen 44 op de in fig. 4 aangeduide manier. De opening 190 maakt het ook mogelijk voor een individu een hand daardoorheen te steken om de wagen 44 vast te grijpen voor aanbrenging van dezelfde 35 en verwijdering van dezelfde op en van de spoorbaan 30, zoals δ 551 -4 2 5 -14- later beschreven zal worden.

Het huis of de schaal 160 bepaalt in zijn naar voren gerichte wand 170 ook een paar vensters 192 en 194 door welke genoemde in de handel verkrijgbare telescopische antifrictie 5 schuiven 50 en 52 uitstrekken. Elke assemblage 50 en 52 heeft een buitengelegen stijf deel 200 van C-vormige dwarsdoorsnede passend bevestigd aan de schaal of het huis 160 binnen deze. zoals door toepassing van geschikte bevestigingen aangehecht zijn aan hoekige delen 202 (zie fig. 4) die op 10 hun beurt bevestigd zijn aan het achteromhuisel 46 door passende bevestigingsmiddelen 204, waarbij de delen 200 uitsteken van de respectieve vensters 192, 194 in een voorafbepaalde mate naar voren van het achteromhuisel 46.

De assemblages 50 en 52 kunnen de in de handel verkrijgbare 15 telescopische schuifassemblage aangeboden door Waterloo Metal

Stamping Ltd. van Kitchner, Ontario, Canada als zijn schuif-onderdeel nr. 182-234, of andere geschikte gelijkwaardige mon-tageassemblage vanhet antifrictie schuiftype zijn.

Het achteromhulsel dat op het gedeelte van zijn 20 zijwanden 164 en 166 gelijkgericht moet zijn met het ver vaardigde deel 112 (zie fig. 4) is voorzien van een glijdeel 205 van een knoptype, gevormd van nylon of dergelijke, om beschadiging van oppervlak 32 van deel 112 te vermijden tijdens aanbrenging en verwijdering van de wagen 44 met 25 betrekking tot het bureau 10.

Het vooromhulsel 48 omvat een huis of schaal 210 dat een bovenwand 212 met een naar beneden ingedeukt centraal middengedeelte 214, zijwanden 216 en 218,hangende achterwand 220 (zie fig. 4) voorwandconstructie 222 dat gevormd is 30 om het hellend kantoppervlak 49 te bepalen en opstaande vooreindwand 224 bepaalt, alsook langwerpige indeuking of insnijding 226 die een handgreep 228 vormt voor het door de voor het bureau 10 werkende bureaugebruiker vastgrijpen van het vooromhulsel 48 en het zoveel als nodig naar en weg_van 35 het achteromhulsel 46 bewegen van het vooromhulsel 48 om de -ei s\ '-i i Λ £* ö ν' I £· ** -15- kathodestraalbuis 64 of zijn gelijkwaardige die gedragen wordt door de wagen 44 voor het kijkgemak van de gebruiker wanneer het toetsenbord 38 van de computer in gebruik is te verstellen.

De schaal of het huis 210 is aan zijn onderzijde 5 bij 230 open (zie fig. 4) en heeft een aan het ingedeukte schaalgedeelte 214 op zijn onderzijde aangebrachte opstel-plaat 232 die hangende flenzen 234 aan elke zijde daarvan . die zich naar voren en naar achteren van het bureau uitstrekken bepaalt. Gemonteerd op de bovenkant van het inge-10 deukte gedeelte 14 van de schaal is de grondplaat 236 van draaiassemblage 238 dat bij voorkeur de in de handel verkrijgbare eenheid aangeboden door de Waterloo Metal Stamping Ltd. Company die hierboven genoemd is, en wel het draaionderdeel nr. 182-275 van dit bedrijf is.

15 De plaat 232, die de leidingdelen 201 van de aan gegeven in de handel verkrijgbare antifrictie schuifassem-blages 50 en 52 aan het vooromhulsel 48 monteert, en grondplaat 236 zijn op hun plaats gehouden door geschikte bevestigingsmiddelen 240 die deze delen aan elke zijde van het 20 ingedeukte voorgedeelte 214 van het vooromhulsel vastklemmen op de wijze aangeduid in fig. 4. Het vooromhulsel 48 heeft langs zijn achterwand 220 vensters 241 tegenover de vensters 192 en 194 van het achteromhulsel waardoor de delen met C-profiel 201 van de respectieve assemblages 50 en 52 heengaan, 25 waarbij hun einden binnen het omhulsel 48 passend bevestigd zijn aan de respectieve flenzen 234 van demont-ag®laat 232, zoals door toepassing van geschikte bevestigingsmiddelen 244.

De respectieve schuifassemblages 50 en 52 zijn elk uitgerust met een afzonderlijk sledevormende met draagkogels 30 uitgerust antifrictiedeel (niet weergegeven) dat de respectieve stijve delen 200 en 201 van de respectieve assemblages 50 met elkaar verbindt voor vloeiende telescopische beweging, waarbij de achter- en vooromhulsels 48 en 46, indien samengevoegd als aangeduid, gemonteerdzijn voor beweging naar elkaar toe 35 (waarvan de limiet is wanneer de eindwand 220 van omhulsel 48 8501 425 -16- in hoofdzakelijk contact is met de voorwand 170 van het omhulsel 46); beweging van de respectieve omhulsels 46 en 48 in de tegengestelde richting is overeenkomstig voorzien, voor de uitgebreidheid, voor het gebruik van de eenheden 50 5 en 52 als weergegeven, aangeduid door de in streepjes weer gegeven standen van de wagen 44 in fig. 3. Andere vormen van telescopische schuifondersteuningeenheden van elk gebruikelijk soort kunnen worden toegepast om de functies van gebruikelijke assemblages 50 en 52 te vervullen.

10 De draaieenheid 238 heeft ook bovenste draainlaat 248 die in de handelsassemblage 238 bij elkaar gevoegd zijn ter plaatse van de middens 237 en 249 van de of deze platen door een geschikte klinknagelconstructie (niet weergegeven). Grondplaat 236 is gebruikelijk gevormd met een cirkelvormige 15 loopvlakbaan 250 waarin een aantal draagkogels 252 zijn aangebracht en draaiplaat 248 bepaalt een gelijke loopvlakbaan (niet weergegeven) met de opening naar beneden wanneer de platen 236 en 248 aan elkaar bevestigd ' zijn op hun middens 237 en 249 (door passend vastklinken in de handels-20 eenheid), waarbij de draaieenheid 238 zo in elkaar gezet is dat de bovenste plaat 248 aangedrukt is tegen de draagkogels 252 (die in de loopvlakbaan van de plaat 248 rijden) , welke dus aangedrukt zijn tegen de grondplaat 236 (in de samengevoegde verhouding van eenheid 238). De aangeduide loopvlak-25 banen van de platen 236 en 248 zijn dus in concentrische, congruente verhouding rondom de axiale middens van de respectieve platen 236 en 248, met daarin rijdende draagkogels 252. De platen 236 en 248 zijn bij voorkeur voorzien van samenwerkende stootjukken 260 en 261, waarvan er een met 260 op 30 plaat 236 is weergegeven in fig. 5, om te voorkomen dat de draaieenheid 238 meer dan 360° gezwaaid wordt (beperkt bijvoorbeeld de draaibeweging tot ongeveer 355°), rondom draaias 55 van de draaitafelassemblage 54 (om opwinding van de verbindingskabel van de kathodestraalbuis op draaitafel-35 assemblage 54 door overmatige draaiing daarvan te vermijden).

i a Dii?* «· v . ‘u* -17-

Zoals aangeduid in fig. 5 is de draaiplaat 248 aangrenzend aan elk van zijn hoeken voorzien van een opstaand tapeind 262 die eenvoudig verschaft kan worden door aanbrenging van gebruikelijke gelaste bouten 263 op plaat 5 248 op de aangeduide hoekplaatsen, gebruikmakend van ge schikte puntlastechnieken. In elk geval hebben de respectieve tapeinden 262 daarop aangebrachte respectieve armen 56, 58, 60 en 62, op de in de tekeningen voorgestelde wijze, met de bovenplaat 264 van de draaitafel-assemblage 54 vastgemaakt 10 aan respectieve boorgaten met schroefdraad 265,die bepaald zijn door de tapeinden 262 vormende gelaste bouten,door passende schroefverbindingsstukken 266 van het type"Allen"— kop , waarbij de bevestiging zodanig is dat de aangeduide draaitafel-assemblagearmen 56, 58, 60 en 62 vastgeklemd zijn 15 tussen de platen 248 en 264.

De respectieve armen 56, 58, 60 en 62 zijn van identieke constructie en zoals aangeduid in de fig. 4 en 5 omvatten zij elk een langwerpig deel 270 van geschikte metalen samenstelling met platte boven- en onderoppervlakken 20 272 en 274, een langwerpige verstelopening 276 aan hun respectieve einden 278 _die zich uitstrekt door de respectieve armen, en een aan de binnenzijde van een schroefdraad voorziene opening 280 op hun respectieve einden 282. Elke van een schroefdraad voorziene armopening 280 ontvangt schroefs-25 gewijs de van een schroefdraad voorziene steel 283 van de nivelleerschijf 284 die passend vastsemaakt is aan zijn steel 287, en zijn bovenste oppervlak 284 ingedeukt heeft om een schokdempende schijf 286, gevormd van een geschikt schuim-materiaal, die passend verbonden is met de nivelleerschijf 30 284j te ontvangen.

Van de respectieve armen 56, 58, 60 en 62 zoals aangebracht op de draaitafel-assemblage 54 zijn de respectieve openingen 276 geplaatst over de tapeinden 262, met de einden 278 van de respectieve armen in het algemeen gericht 35 naar de draaias 55 van de draaitafel-assemblage 54, en de 850 1 -18- andere einden 282 van de respectieve armen naar buiten gericht, zoals aangeduid in de fig. 1-3. Losmaking van de van een schroefdraad voorziene verbindingsstukken 266 maakt het mogelijk de respectieve armen 56, 58, 60 en 62 naar binnen 5 of naar buiten te bewegen om de respectieve armen naar binnen of naar buiten te verstellen zodat hun kussens 286 allen een kathodestraalbuiseenheid of dergelijke zullen ondersteunen, waarbij de nivelleerschijven 284 verschroeid worden ten opzichte van de respectieve armen als nodig voor ondersteuning 10 van de kathodestraalbuiseenheid of dergelijke op hetzelfde hoofdzakelijke niveau en zonder overhelling. De van een schroefdraad voorziene verbindingsstukken 266 worden dan op hun plaats aangetrokken om de respectieve armen tussen de platen 264 en 248 hecht vast te klemmen, en op specifieke 15 wijze de platen 264 en 248 tegen de respectieve armopper- vlakken 270 en 274 vast te klemmen, om zulke armen in verstelde stand te houden.

Verondersteld dat een bureau 10 is verschaft met een bureaublad 214 opgesteld als aangeduid, dan kan de wagen 20 daarop aangebracht worden door het brengen van de voor- en achteromhulseis 46 en 48 in naast elkaar geplaatste stand, als door de installeerder met een hand aangebracht door de handgreepvormende opening 190 van het achteromhulsel, en met de andere hand het aan het achteromhulsel hangende nokgedeelte 25 172 aan zijn buitenkant 182 grijpend met de vingers van die hand stekend in de onderzijde daarvan als nodig. Bij het installeren van de wagen 44 manoeuvreert de installeur de wagen 44 zo dat eerst de rollers van de respectieve rollersstellen 178 en 180 op de rolbaan van het bureaublad 30 118 aangebracht worden en dan de rollers 188 van de res pectieve rollersstellen 184 en 186 op de rolbaan 136 worden gezet. De bedradingsverbinding voor de kathodestraalbuis of ander equivalent visuele uitleesmechanisme wordt dan door de opening 190 van het achteromhulsel heengebracht en passend 35 verbonden met de kathodestraalbuis of dergelijke met gebruik- 8S01425 -19- making van gebruikelijke bedradingstechnieken.

Verondersteld dat het toetsenbord 38 van de computer ook op gebruikelijke wijze elektrisch verbonden is met de bedrading van bak 36 die op zijn beurt op gebruikelijke wijze 5 verbonden is met een computerterminal of dergelijke, dan kan de gebruiker van het bureau wanneer deze het toetsenbord 38 van de computer gebruikt dat van onder het bureaublad 14 uitzwenken en de kathodestraalbuiseenheid 64 of zijn gelijkwaardige over het werkblad 26 en in een kijkstand voor de 10 bureaugebruiker verstellen, met voorbeeldstanden aangeduid door de weergave van fig. 3. De wagen 44 kan dus over de lengte van het bureau bewogen worden over de spoorbaan 30 met het vooromhulsel 48 aangrenzend aan het achteromhulsel 46 of daarvan naar voren getrokken, als gewenst door de bureau-15 gebruiker, en over het werkblad 26 van het bureau, waarbij de draaitafel-assemblage 54 eveneens draaibaar rondom zijn as 55 is om de kathodestraalbuiseenheid 64 of zijn gelijkwaardige over een hoek te verdraaien, als gewenst door de bureau-gebruiker, ten opzichte van het vooromhulsel 48 van de wagen 20 (een insteltoestand van dit type is weergegeven in fig. 3).

Om deze instelling te bereiken behoeft de bureaugebruiker slechts één van de zich naar buiten uitstrekkende armen van de draaitafel-assemblage 54 te grijpen, zoals een van de armen 58 of 60 in de weergave van fig. 3, om de gewenste draaiende 25 werking van de draaitafel-assemblage teweeg te brengen.

Wanneer het gewenst wordt de wagen 44 van het bureaublad 14 te verwijderen, nadat de kathodestraalbuiseenheid of zijn gelijkwaardige ontkoppeld is en verwijderd is van de draaitafel-assemblage 54, dan kan de bureaugebruiker 30 of een andere persoon de wagen zelf verwijderen door omkering van de eerder beschreven aanbrengingsprocedure voor aanbrenging van de wagen 44 op het bureaublad 14. Dit brengt met zich mee het eerst plaatsen van het vooromhulsel 48 in hoofdzakelijke aangrenzende relatie met het achteromhulsel 46, 35 en dan het plaatsen van een hand binnen handgreepopening 190 3301*25 -20- en de andere hand op de buitenkant van de aan het achter-omhulsel hangende oorconstructie 172, waarbij dé" vingers van die hand in de onderzijde daarvan steken als nodig, danhet doen overhellen van wagen 44 naar de rechterkant van fig. 4 5 en 2 voor het oplichten van de rollers van de roller- stellen 184 en 186 vrij van de rolbaan 136, en dan het naar beneden verplaatsen van de wagen 44 als nodig om de rollers-stellen 178 en 180 van de rolbaan 114 te verwijderen, waarna de wagen naar de rechterkant van fig. 4 verplaatst kan worden 10 om het geheel vrij van het bureaublad 14 te maken.

Te zien is dus dat het bureau 10 een bovenkant 14 en wagen 44 heeft die ontworpen zijn om het werkblad 26 langs de lengte en breedte van het bureaublad zo groot mogelijk te doen zijn, en onderwijl een spoorbaan 30 verschaft 15 voor het vrijdragend opstellen op het achterste deel van het bureau van de wagen 44 die zorgt voor ondersteuning van een kathodestraalbuisassemblage of zijn gelijkwaardige door het enkel steunen daarvan op de draaitafel-assemblage 54 daarvan, waarbij het vooromhulsel van de wagen en zijn draaitafel-20 assemblage gerangschikt zijn boven en geplaatst zijn voor beweging langs een over het zo groot mogelijk gemaakte werkblad 26 van het ene eind van het bureaublad naar het andere. De kathodestraalbuiseenheid of zijn gelijkwaardige is niet alleen geheel in stand te verstellen door de bureaugebruiker 25 naar voren en naar achteren van het bureaublad, maar ook draaiend te vertellen rondom de draaias 55 van de draaitafel voor het gemak van de bureaugebruiker, ongeacht waar hij geplaatst kan zijn langs de lengte van de voorzijde van het bureau. De aanbrenging van het toetsenbord 30 38 van de computer onder het bureaublad voor beweging naar de naar buiten geplaatste werkstand van fig. 1 vanuit een naar binnen geplaatste teruggetrokken, door de strepenweergave van fig.4 weergegeven stand,houdt het toetsenbord van de computer beschikbaar voor gebruik wanneer nodig, maar dient 35 als een ander middel voor het vrijmaken van de werkruimte 26 O y -J I Si 0 -21- voor volledig gebruik door de bureaugebruiker.

De voorgaande beschrijving en de tekeningen zijn enkel gegeven om de uitvinding uit te leggen en te illustreren en de uitvinding is niet daartoe beperkt, behalve 5 voorzover de conclusies beperkt zijn, aangezien-de in de techniek bekwame personen die de beschrijving voor zich hebben in staat zullen zijn wijzigingen en veranderingen daarin te maken zonder uit de strekking van de uitvinding te treden.

86 01 A1 3

Claims (12)

1. Kantoorbureau met een hoofdzakelijk vlak bureaublad en pootorganen voor het steunen daarvan op een vloer in een hoofdzakelijk horizontale stand, waarbij het bureau-5 blad met tegenover elkaar geplaatste voor- en achtergedeelten heeft die zich tussen zijdegedeelten aan rechter en linker hand aan beide zijden van het bureaublad uitstrekken, met het kenmerk, dat het bureaublad langs zijn voorgedeelte een breed en vlak naar boven gekeerd werkblad dat zich uitstrekt tussen 10 zijn zijgedeelten en in achterwaartse richting van het bureaublad naar het achtergedeelte van het bureaublad een grootste deel van de breedte van het bureaublad bepaalt, en het bureaublad langs zijn achtergedeelte een smalle spoorbaan bepaalt die zich uitstrekt tussen de zijgedeelten van 15 het bureaublad waarbij het bovenoppervlak van de spoorbaan hoofdzakelijk in hetzelfde vlak ligt als het werkblad, en dat het kantoorbureau verder uitgerust is met een op de spoorbaan rijdende wagen voor beweging in de lengte daarvan, welke wagen een achteromhulseldeel omvat dat rolbaar aange-20 bracht is op de spoorbaan en een vooromhulseldeel dat door het achteromhulseldeel in overhangende relatie tot het werkblad gedragen wordt, middelen voor bevestiging van het vooromhulsel aan het achteromhuisel voor rechtlijnige beweging in voorwaartse en achterwaartse richting van het 25 werkblad met betrekking tot het achteromhuisel, waarbij het vooromhulsel een draaitafel-assemblage bevat dat een draaibare platformconstructie bepaalt waarop uitlees-uitrusting onder de werking van zwaartekracht op de wagen kan worden gesteund.

2. Kantoorbureau volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat het werkblad en de spoorbaan zich in rechtlijnige richting van het bureaublad tussen de zijgedeelten daarvan uitstrekken, waarbij de wagen vrijdragend van het achtergedeelte van het bureaublad op de spoorbaan aangebracht is.

3. Kantoorbureau volgens conclusie 2, met het kenmerk, 35 dat de spoorbaan gevormd is om daarlangs een rechtlijnige 8601425 -23- opening te bepalen, een bak aan het bureaublad beneden de spoorbaan bevestigd is voor het ontvangen van elektrische bedrading, waarbij de opening opent naar de bak voor het j bepalen van een draaddoorgang voor bedradingsverbinding vanuit 5 de bak naar de uitrusting die op de draaitafel-assemblage komt te steunen.

4. Kantoorbureau volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het achteromhulsel gevormd is om een opening te bepalen die geplaatst is boven de rechtlijnige opening die geschikt 10 is voor doorgang van de bedrading van de bak naar de uitrusting die op dedraaitafel-assemblage steunt.

5. Kantoorbureau volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de achteromhulselopening gevormd is om een handgreep te bepalen op de wagen voor het verwijderen daarvan met de 15 hand vanaf de spoorbaan, wanneer de draaitafel-assemblage vrij is van de uitleesuitrusting.

6. Kantoorbureau volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het vooromhulseldeel aan zijn vooreind gevormd is om een handvat voor het met de hand bewegen van het vooromhulsel 20 ten opzichte van het achteromhulsel door de gebruiker van het bureau te bepalen.

7. Kantoorbureau volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bureaublad onder zijn voorgedeelte een zich daarlangs uitstrekkende handgreepsparing voor het met de hand bewegen van 25 het bureau naar voren door de bureaugebruiker bepaalt.

8. Kantoorbureau volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaitafel-assemblage omvat: een aan het vooromhulsel, deel bevestigd draaimechanisme dat een draaias bepaalt die hoofdzakelijk volgens de normaal van het werkblad van het 30 bureaublad geplaatst is, waarbij het draaimechanisme een rondom de as draaibaar bovenste plaatdeel bepaalt, een veelheid van rechtlijnige armen door het plaatdeel gedragen en geplaatst om zich hoofdzakelijk radiaal uit te strekken vanuit de as en met gelijke einden die in zijwaartse richting 35 naar buiten van de draaitafel-assemblage uitsteken, een be- ? »25 -24- dekkingsdeel dat over de andere einden van de armen ligt, en middelen voor het losmakelijk vastklemmen van de andere armeinden tussen het bedekkingsdeel en het plaatdeel, waarbij de armen op de respectieve gelijke einden elk een 5 lastondersteuningsschijf voor het ontvangen van de uitlees- uitrusting die op de wagen komt te steunen dragen.

9. Kantoorbureau volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de lastondersteuningsschijven van de armen middelen voor het verstellen van het niveau daarvan hebben.

10. Kantoorbureau volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de losmakelijke vastklemmiddelen middelen bevatten voor het verstellen van de armen naar de as toe en van de as af wanneer de losmakelijke vastklemmiddelen losgemaakt zijn voor het verstellen van de stand van de ondersteuningsschijven 15 naar de as toe en van de as af.

11. Kantoorbureau volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de spoorbaan omvat: een eerste rechtlijnige rolbaan die geplaatst is langs de onderzijde van het achtergedeelte van het bureaublad, een tweede rechtlijnige rolbaan die geplaatst 20 is langs het bureaublad in voorwaartse richting van maar aanliggend aan de opening, waarbij de rolbanen en de opening zich over hoofdzakelijk dezelfde lengte van het bureaublad uitstrekken, het achteromhulsel een stel eerste rollers die op de eerste rolbaan rij den draaibaar opneemt waarbij, het 25 achteromhulsel verder een stel tweede rollers die op de tweede rolbaan rijden 'draaibaar,opneemt.

12. Kantoorbureau volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de spoorbaan aan de achterkant van de opening een deksel' voor de bak bepaalt, en dat het kantoorbureau 30 middelen bevat voor het scharnierend bevestigen van de deksel om naar boven te zwaaien om de bak te openen wanneer de wagen aan één zijde van de deksel' is. 8801425