NL8601250A - Folie met beperkte doorlaatbaarheid voor straling. - Google Patents

Description

r *

Folie met beperkte doorlaatbaarheid voor straling

De uitvinding betreft een folie met een beperkte doorlaatbaarheid voor straling, in het bijzonder zichtbaar licht.

Na de ontwikkeling van de moderne copleermethoden is copiëren van brieven, documenten, boeken, enz. zeer verge-5 makkelij kt. Dit is een nadeel in die gevallen, dat men bepaalde brieven, documenten, enz. niet gemakkelijk toegankelijk ---------- . _____ wil maken voor derden.

Γζ— -i'tvinding voorziet nu in een folie, die het snel copiëren vS:. brieven, documenten enz. en het !0 fotograferen ervan nagen-^ ónmogelijk maakt. De folie volgens de uitvinding is daardoor gekei.^.:mt't, dat zij bestaat ______ uit tenminste één laag van doorzichtig" materiaal, waarvan " tenminste twee van de oppervlakken voorzien zijn vüh-'S-èdgnig ten opzichte van elkaar aangebrachte patronen van ondoor-15 zichtig materiaal, dat zij van opvallende straling alleen onder een bepaald klein hoektraject invallende stralen niet doorlaat.

Indien men een dergelijke folie bijvoorbeeld op een brief legt is het onmogelijk de onderliggende brief te 20 lezen indien men de combinatie folie-brief onder een bepaalde hoek beschouwt, voorzover het opvallende licht door de folie volgens de uitvinding heen de onderliggende brief bereikt en daardoor wordt gereflecteerd zal dit licht op zijn weg terug de folie in één bepaalde richting niet kunnen 25 verlaten, wat derhalve betekent, dat wanneer het waarnemingsoog zich in die richting bevindt het beeld op het briefoppervlak niet kan worden waargenomen, terwijl dit bij beschouwing van andere hoeken uit wel mogelijk is.

Indien men wil voorkomen, dat een vertrouwelijk document 30 gefotografeerd wordt en men anderzijds wenst, dat het leesbaar blijft, dan zal men de patronen op beide oppervlakken ~ h i 0 -h ^ -2- zodanig kiezen, dat loodrecht van het document komende stralen de folie niet kunnen passeren, omdat men een document in de regel zal fotograferen met een zodanige stand van de camera, dat het lenzenstelsel evenwijdig is aan het 5 te fotograferen oppervlak. In dat geval zal ook copiëring in een copieerapparaat, waarin het lenzenstelsel een beeld van het te copiëren oppervlak projecteert op een ontvangstoppervlak, onmogelijk zijn. ^----

Er zijn echter ook andere toepassingen vanfLe-''"'" 10 folie volgens de uitvinding mogeliiv,^---^^

Zo kan de foliejzp2-?«^^3Suitvinding gebruikt worden om te v^^rtilueren, dat vanuit een bepaalde hoek invallend ^" licht een kamer binnentreedt.

—"" Indien men wenst, dat het onder een folie volgens 15 de uitvinding liggende oppervlak behalve in één richting, zo goed mogelijk zichtbaar blijft, dan. verdient het de voorkeur de folie te doen bestaan uit twee lagen, die beide aan één zijde zijn voorzien van een patroon van ondoorzichtig materiaal en zodanig op elkaar zijn aangebracht,, dat de 20 combinatie van beide lagen aan één buitenzijde niet van een zodanig patroon is voorzien. Daardoor wordt bereikt, dat geen onderdeel van het onderliggende beeld direkt door een aan de onderzijde van de folie aangebracht patroon wordt afgedekt, welk onderdeel dan uiteraard in. geen enkele 25 richting meer zichtbaar zou zijn.

Bijvoorbeeld brengt men de patronen van ondoorzichtig materiaal door grafische of fotografische bewerking aan.

In het algemeen geeft men de voorkeur aan patronen, die bestaan uit lijnen. Men kan echter ook patronen bestaande 30 uit stippen en dergelijke toepassen.

De mate van zichtbaarheid van een beeld, dat zich onder een folie volgens de uitvinding met lijnenpatronen bevindt, is afhankelijk van het verschil in grootte tussen de afstand tussen twee lijnen en de lijnbreedte en van de .¾ ft 1 9 Λ (i 'i;' '5* iiSE r1· -3- afstand van de beide patronen in een richting loodrecht op de folie. In het algemeen verdient het met het oog op een duidelijke zichtbaarheid de voorkeur de afstand tussen de beide patronen loodrecht op het oppervlak 5 van de folie ongeveer twee maal zo groot te doen zijn dan de breedte van de lijnen. Verder is het in verband met __ de mate van zichtbaarheid van belang de afstand tussen hi<es lijnen ongeveer even groot te kiezen als de breed-: de lijnen.

10 Cm bepaalde —Ί brieven te beschermen tegen copiëren verdient het de voorλv - de folies _____ volgens de uitvinding vast te verbinden met het 'liT’-—..... .

beschermen oppervlak. Vandaar dat er de voorkeur "—- —. _ ^ ^ aan gegeven wordt, dat de folie volgens de uitvinding 15 aan één zijde voorzien is van een hechtiaag. Uiteraard verdient het dan aanbeveling dat de hechtiaag beschermd is tegen voortijdig plakken. Men kan deze bescherming bewerkstelligen door de hechtiaag weer te voorzien van een aftrekbaar vel.

Een andere wijze om de hechtiaag te beschermen is de folie 2G aan de andere zijde var. de hechtiaag te voorzien van een icssings-laag bijvoorbeeld van slikten en de folie in een rolvorm te brengen. Omdat een dergelijke laag doorzichtig is stoort deze verder niet bij het gebruik van de folie na afrollen van de rol.

25 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van bijgaande figuren.

3 6 0 1 2 5 Q

- δ -

De folie 1l bestaat uit twee op elkaar bevestigde lagen 11a en 11b, waarbij van elke laag een oppervlak 12a, respectievelijk 12b, voorzien is van respectievelijk de patronen 13a en 13b. De onderliggende laag 11b kan op bet naar het 5 af te dekken origineel 14 gerichte oppervlak 12c een kleeflaag 15 bevatten, ofwel aangebracht als een doorzichtige laag over het gehele oppervlak 12c van de film 11, ofwel aan-gebracht bij slechts enkele bevestigingspunten. Alvorens het folie op een origineel of voorwerp aan te brengen kan _ . ^ 10 de bevestigingslaag beschermd worden door eena^^ëlfba^ strip.

In figuur 3 is een ji^d^^uitvoeringsvoorbeeld van een folie volgens^Jnjii*^^aing in doorsnede getoond. De ----.______ - f o 1 ί ε "Tf ~b e s t aa t nu slechts uit een enkele doorzichtige is laag, waarvan beide oppervlakken 12a en 12b respectievelijk voorzien zijn van de patronen 13a en 13b. Zoals boven beschreven kan een bevestigingslaag 15 (niet getoond) op de folie zijn aangebracht,

De patronen 13a, 13b uit de figuren 1-3 zijn in door-20 snede aangegeven. Deze doorsnedenkunnen doorsneden van lijnen, stippen of andere vormen, zijn.

St 8 0 1 o z ^ O f

Claims (7)

1. Foils met ceoerkte dcorlaatcaarhead voor straiinc daardoor ceksnnerka dan csstaat ui o nar. manste aan laag van dcorzichtiu nateraaai, './aarvan nar. nar.sts twee van ds oocervlakker. ! 12a» I2u,12c,’ vccrzaen za**n van zcoanag nen 5 oczior.ua van elkaar aanoeoracr.ua paartr.er. '12a, 13b; van cn-doorzichtig naasraaal, dan na; var. opvallends enralar.g aaieen ordai1* iüH cGOdcild ^0c« i_nv3,llencie 3ti2r^^_3n nnen doorlaat. " — __^ 1. Folie vcicens conclusie 1, met hst 10 ken...!.*' 'au de doiae bestaat uau uvea lausn die beide aah één za-de ziln romaar. van een natroon van ondoorzichtig maas— raaai en zodanig oo elkavr^zagn aar.oebracht, dat de combinatie van beade laoen aan één buinenzi-da hieu van een zodanicr rearer·; --as Tvocrzaen. ~~ --—. 15 3.Folie voiuer.s conclusie 1 of 2 r.eu r.eu kenmerk, dat da natronen ,12'a en 13b) van ondoorzichtig materiaal door grafische of fotografische bewerking zijn aangebracht.

4. Folae volgens conclusies 1,2 of 2 met het kenmerk, dat de patronen 12a en 12b;bestaan uit lijnen. 2C 5. Folie volgens conclusie 4 met het ken- / cis ongev^^n cr^I.i.d'v is cis afstand tussen de lijnen.

6. Folie volgens conclusie 4 of 5 met het kenmerk, dat ds afstand tussen ds oooervlakksn met ds li~nen 25 patronen ongeveer het dubbele is van de lijn breedte.

7. Folie volgens conclusie 1,2, of 3 met het kenmerk, dat de patronen (13a en 13b) bestaan uit stippen.

3. Folie volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de folie aan één zijde voorzien as 3G V3.n eer r.ecr.n 133.C ·

9. Folie volgens conclusie 3 net isn -:en-merk , dat de hechtlaag beschermd is dcor een aftrekbaar vel. 8601250 _ 3 ,

10. Folie volgens conclusie 3 net het kenmerk, dat de folie aan de andere tijde is veertien van een lossingslaag on in rolvorm is gebracht. 8 r 0 1 '? 5 0