NL8601104A - Luchtband. - Google Patents

Description

i* 4.

Luchtband.

achtergrond van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op luchtbanden en meer in het bijzonder op radiale luchtbanden.

Radiale luchtbanden omvatten typisch een kroondeel met een ringvormige gordel, een paar zijwanddelen, een paar hieldelen, 5 en een karkas of gestel, dat één of meer karkaslagen van gerubberde koorden omvat, die zijn geplaatst onder een hoek van in hoofdzaak 90° (radiaal) ten opzichte van het omtreksmiddenvlak van de band.

De koorden van deze karkaslagen kunnen zijn vervaardigd van materialen zoals metaal, glas, natuurlijke textiel of synthetische 10 textiel zoals rayon, nylon, polyester, aromatische polyamide of andere soortgelijke materialen.

Het karkas van een radiale band geeft structurele stabiliteit aan de band, vermindert de gevoeligheid van de band voor kneuzingen en verkleint de mogelijkheid tot scheiding van de 15 delen van de band van elkaar, dat in de band kan optreden. In het kroondeel van de band bevordert een ringvormige gordel ook het verminderen van de gevoeligheid van de band voor kneuzingen.

Het aantal karkaslagen, dat in een karkas van een radiale band is opgenomen, is gewoonlijk afhankelijk van het 20 bedoelde bedrijf of gebruik van de band. Radiale banden, die tenminste twee continue karkaslagen hebben, zijn banden, die dienst doen als grote banden voor personenauto's en als radiale banden voor lichte vrachtwagens. Bij dergelijke banden lopen de lagen in het algemeen continu vanaf het ene hieldeel van de band, aangren-25 zend aan de schouder en het kroondeel, naar het andere hieldeel en bij de meeste banden is elke laag geslagen rondom een hieldraad in elk hieldeel.

Bij een karkas van een radiaalband met twee continue lagen, een binnenste (eerste) laag en een buitenste (tweede) laag, 30 dat de tweede laag een beperkte structurele stabiliteit in het kroondeel van de band en in de hieldelen van de band bewerkstelligt.

De tweede laag levert ook een beperkte weerstand tegen kneuzingen £ ί Λ 1 * Λ £ V '-J V < %/ 'f - 2 - in het kroondeel van de band, omdat de gordel het grootste deel van de weerstand tegen kneuzingen levert.

Bandenfabrikanten zoeken voortdurend naar wegen, om het totale gewicht van radiaalbanden en de vervaardigingskosten daarvan 5 te verlagen. Betrekkelijk onsuccesvolle pogingen zijn gedaan om een radiaalband met een enkele laag te ontwerpen voor bedrijf, dat traditioneel twee of meer karkaslagen vereist. Andere pogingen zijn gericht op het verminderen van de hoeveelheid karkasmateriaal in één van de lagen van een band met meerdere lagen, zoals bij banden, 10 die discontinue radiale buitenste of tweede lagen bevatten, zoals bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.058.509, 3.481.386, 3.509.930, 4.096.899 en 4.185.679. In het Amerikaanse octrooischrift 3.058.509 is een band beschreven, die is voorzien van een buitenste karkaslaag, die in het kroondeel van de 15 band discontinu of onderbroken is. De buitenste lagen van de banden, beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.481.398, 3.509.930 en 4.096.899 zijn ook discontinu in het kroondeel van de banden alsmede op plaatsen nabij de hieldraad. Dikwijls zijn de koorden en/of de rubber in een dergelijke discontinue buitenste laag ver-20 vaardigd van speciale materialen, die anders zijn dan de materialen, waarvan de continue radiale binnenste of eerste laag is vervaardigd. Volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.185.679 bijvoorbeeld verschilt een tweede discontinue laag van de eerste laag, doordat de rubber van de tweede laag een Shore A hardheid na vulcanisering 25 van 40° tot 50° heeft. Voordelen van het opnemen van een discontinue laag worden dikwijls te niet gedaan, wanneer de materialen in de tweede discontinue laag verschillen van de materialen in de eerste continue laag.

Ook is gebleken, dat aanzienlijke krachten kunnen werken 30 tussen de velg van het wiel, waarop de band is gemonteerd, en de onderste zijwanddelen van de band. In het zijwanddeel werken aanzienlijke krachten op de band in het gebied, waar de wielvelgflens in aanraking komt met de zijwand van de band. In dit contactgebied met de velgflens buigt de zijwand over de velgflens.Het contact-35 gebied van de band met de velgflens moet sterk genoeg worden gemaakt, 9 ^ - 3 - om dit buigen en de daaruit voortvloeiende krachten te kunnen weerstaan.

Verder is gebleken, dat een voorafbepaalde dikte moet worden aangehouden in elk hieldeel tussen het radiale binnendeel 5 van de hieldraad en het oppervlak van het hieldeel, om een geschikte montage van de band op de velg toe te laten.

Dus wanneer banden worden ontworpen met discontinue karkaslagen, kunnen daaruit onbevredigende banden voortvloeien door het legeren van bepaalde delen van de band, waar speciale 10 krachten optreden en speciale maatregelen in het hieldeel nodig zijn.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, een verbeterde radiale luchtband te verschaffen.

15 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een radiale band, die prestaties levert, die vergelijkbaar zijn met die van een typische radiaalband met twee of meer continue karkaslagen, maar die zich onderscheidt door lagere vervaardigiiigs-kosten en een lager gewicht, vergeleken met die van een dergelijke 20 typische band.

Deze en andere doeleinden, die duidelijk zullen worden uit de volgende beschrijving, worden volgens de uitvinding bereikt bij een radiale luchtband, die een omtreksmiddenvlak heeft, een paar hieldelen die een hieldraad bevatten, een kroondeel dat een 25 gordelsamenstel omvat, een paar zijwanddelen en een karkas, omvattende een radiale binnenlaag, die gerubberde koorden bevat, die radiaal zijn geplaatst ten opzichte van het omtreksmiddenvlak van de band, welke radiale binnenlaag zich continu uitstrekt van het ene hieldeel naar het andere hieldeel en in de hieldelen is ver-30 ankerd doordat hij om de hieldraad is geslagen en een radiale buitenlaag, die bestaat uit twee secties, zodat die radiale buitenlaag discontinu is in het kroondeel van de band en het hieldeel van de band. Elke sectie van de radiale buitenlaag strekt zich uit vanaf de buitenzijde van het hieldeel tot axiaal binnenwaarts van 35 de randen van het gordelsamenstel.

850 110'? c % - 4 -

Korte beschrijving van de tekeningen

Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een radiaalband bij één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een gedeeltelijk aanzicht van het kroondeel van 5 de band volgens fig. 1.

Gedetailleerde beschrijving

De onderhavige uitvinding kan verder gedetailleerd worden beschreven aan de hand van de voorkeursuitvoeringsvormen en onder verwijzing naar de twee figuren van de tekening, waarbij dezelfde 10 verwijzingscijfers zijn geplaatst bij soortgelijke kenmerken of onderdelen.

De uitvinding wordt beschreven aan de hand van zijn toepassing op een grote radiaalband van een personenauto. Ofschoon de radiaalband volgens de uitvinding zeer goed geschikt is voor personen-15 auto's, kan zij ook worden toegepast op andere soorten en maten van banden, zoals radiaalbanden voor lichte vrachtauto's en andere grotere radiaalbanden met meerdere lagen.

In de figuren 1 en 2 is een gevormde en gevulcaniseerde radiale luchtband 6 getekend, die is gemonteerd op een velg 7 van een 20 wiel 8. De band 6 omvat een kroondeel 9, een paar zijwanddelen 10 en een paar hieldelen 11, die zijn gevormd voor aangrijping op de velg 7, waarop de band 6 moet worden gemonteerd. In elk hieldeel 11 is een hieldraad 22 opgenomen.

Het kroondeel 9 omvat in het algemeen een laag loopvlak-25 rubber 28, dat een geschikt patroon 29 van afwisselende groeven en ribben heeft, om trekkracht en weerstand tegen slippen te leveren. Radiaal binnenwaarts van de laag loopvlakrubber 28 bevindt zich een gordelsamenstel 12. Het gordelsamenstel 12 omvat twee gordels 13 en 14, die zijn samengesteld uit gerubberde koorden van weinig rekbare 30 materialen, zoals nylon, rayon, glasvezel, staal of aromatisch polyamide. De koorden in de gordels 13 en 14 zijn geplaatst onder een scherpe hoek van ongeveer 10° tot ongeveer 30° ten opzichte van het omtreksmiddenvlak P van de band 6. Het verdient de voorkeur, dat deze koorden zijn geplaatst onder gelijke, maar tegengestelde hoeken 35 in de aangrenzende gordels 13 en 14.

jr - - 5 -

De beide zijwanddelen 10 zijn in het algemeen samengesteld uit een geschikte dikte van zijwandrubber 26, die zich uitstrekt van de randen van de loopvlakrubber 28 tot elk hieldeel 11. Elk zijwanddeel 10 heeft een gebied 60 nabij de velg 7, waar 5 het buigen van het zijwanddeel 10 tegen de velg 7 optreedt. Deze gebieden 60 in het zijwanddeel worden aangeduid als het contact-gebied met de velgflens.

De band 6 heeft een karkas 15 met twee lagen van gerubberde koorden, een radiale binnenste of eerste laag 17 en een radiale 10 buitenste of tweede laag 18. De tweede laag 18 heeft twee secties 18a en 18b. De koorden in de twee karkaslagen 17 en 18 kunnen zijn vervaardigd van geschikt materiaal, dat wordt gebruikt voor karkasversterkingskoorden en zijn zodanig gericht, dat de individuele gerubberde koorden radiaal ten opzichte van het omtreksmidden-15 vlak P van de band liggen. Bij voorkeur zijn de eerste en de tweede laag vervaardigd van hetzelfde koord- en rubbermateriaal.

De randen 27 van de eerste laag 17 zijn geslagen om de hieldraden 22 in de hieldelen 11.

Volgens de figuren 1 en 2 strekken de twee secties 18a 20 en 18b van de tweede laag 18 zich uit van een plaats radiaal binnenwaarts van de gordel 13 tot een punt tussen het contactgebied 60 met de velgflens en het hieldeel 11. De beide secties 18a en 18b strekken zich axiaal binnenwaarts zover uit, dat zij de beide gordelranden 63 met bij voorkeur tenminste ongeveer 12% van de 25 breedte van de gordel 13 overlappen, om de kans op afscheidingen te verkleinen. Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 is de breedte van de gordel 13 ongeveer 6 inch (21, 24 cm), waarbij elke sectie 18a en 18b zich axiaal binnenwaarts ten opzichte van elke gordelrand 63 uitstrekt over tenminste ongeveer drievierde 30 inch (1,86 cm).

Om de kans op afscheiding van de eerste laag 17 en de tweede laag 18 van elkaar in het zijwanddeel 10 van de band nabij het hieldeel 11 te verkleinen, strekt de tweede laag 18 zich radiaal binnenwaarts ten opzichte van de rand 73 van de eerste laag 35 17 uit over tenminste anderhalf inch (3,72 cm) . Om ook de kans op 85 0 i'0 & - 6 - afscheiding van de tweede laag 18 en de zijwand 26 van elkaar in het contactgebied 60 met de velgflens te verkleinen, strekt de tweede laag 18 zich bij voorkeur over ongeveer drie-achtste inch (0,93 cm) radiaal binnenwaarts uit ten opzichte van het contact-5 gebied 60 met de velgflens.

De band 6 is voorzien van een binnenvoering 25, die is samengesteld uit rubbermateriaal, zoals butylrubber, dat geschikt is om weerstand te bieden aan diffusie van lucht uit de band 6.

Zoals in fig. 1 is getekend, strekt de binnenvoering 25 zich uit 10 vanaf het ene hieldeel 11, over het ene zijwanddeel 10, het kroon-deel 9 en het andere zijwanddeel 10 naar het andere hieldeel 11.

Bij deze uitvoeringsvorm vormt de binnenvoering 25 extra of "vulmateriaal in elk hieldeel 11, om een geschikte montage van de band 6 op de velg 7 van het wiel 8 mogelijk te maken. De dikte van de 15 binnenvoering 25 is bij voorkeur ongeveer dezelfde als de dikte van de tweede laag 18, om in hoofdzaak dezelfde iüateriaaldikte te krijgen tussen de hieldraad 22 en de velg 7, als aanwezig is bij banden met een tweede laag, die om de hieldraden is geslagen.

Elk hieldeel 11 heeft een "teen" 50 en een afwerkstrook 20 19, die in het algemeen bestaat uit met rubber bekleed vierkant geweven doek . Zoals in fig. 1 is getekend, strekt elke afwerkstrook 19 zich uit van een plaats axiaal buitenwaarts van de tweede laag 18 en de binnenvoering 25 naar een plaats ongeveer 3/8 inch (0,92 cm) radiaal buitenwaarts van de teen 50. De afwerk-25 strook 19 strekt zich van de rand van de tweede laag 18 over ongeveer 3/4 inch (1,86 cm) radiaal buitenwaarts uit. Bij deze uitvoeringsvorm biedt de afwerkstrook 19 weerstand tegen schuren of schaven tussen het hieldeel 11 en de velg 7.

Het is duidelijk, dat bepaalde afwijkingen van en wijzi-30 gingen in de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm mogelijk zijn binnen de omvang van de uitvinding, zoals die is omschreven in de bijgaande conclusies.

Claims (5)

1. Luchtband, die een omtreksmiddenvlak heeft, welke band geschikt is voor montage op een wiel, waarbij de band aanligt tegen een paar velgflenzen van het wiel, welke band is voorzien van een paar hieldelen, van een kroondeel bestaande 5 uit een laag van loopvlakrubber en uit een ringvormig gordel-samenstel met een gekozen breedte, en een paar zijwanddelen, die elk bestaan uit een gekozen dikte van zijwandrubber met een contactgebied tegen de velgflens, en een karkas van gerubberde koorden, die zijn geplaatst onderhoeken loodrecht op het omtreks-10 middenvlak van de band, met het kenmerk, dat het karkas bestaat uit een radiale binnenlaag, die zich vanaf het ene hieldeel radiaal langs het paar zijwanddelen en axiaal over het kroondeel naar het andere hieldeel uitstrekt, en uit een radiale buitenlaag, die twee secties heeft, waarbij elke sectie zich vanaf een plaats 15 axiaal binnenwaarts van de randen van het gordelsamenstel radiaal uitstrekt langs een gedeelte van élk zijwanddeel naar plaatsen nabij het contactgebied met de velgflens aan elk zijwanddeel.

2. Band volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede laag is vervaardigd van dezelfde materialen als die van de 20 eerste laag.

3. Band volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elke sectie van de buitenlaag zich axiaal binnenwaarts ten opzichte van de rand van het gordelsamenstel uitstrekt over tenminste 12% van de breedte van dat gordelsamenstel.

4. Band volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elke sectie zich uitstrekt tot plaatsen, die radiaal buitenwaarts over ongeveer 3/8 inch (0,93 cm) zijn verplaatst ten opzichte van het contactgebied met de velgflens.

5. Band volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elke 30 sectie zich uitstrekt tot plaatsen, die radiaal binnenwaarts over ongeveer 3/8 inch (0,9 cm) zijn verplaatst ten opzichte van het contactgebied met de velgflens. ^ ^ * ν' V * · lè -